De Belgische band ‘Archie X’ combineert de keelklanken van Charline D'hoore met de instrumentatie van Tom Lodewyckx. D’hoore studeert aan het Conservatorium van Gent en maakte indruk tijdens ‘The Voice’, Lodewyckx is bekend als gitarist bij o.a. K’s Choice, Liefde voor muziek, Clouseau en anderen. Hun eclectische eerste single ‘Loud Boy’ viel deze zomer meteen in de smaak bij een onbediend publiek.
JULIAN: Hoe evolueerde ‘Loud Boy’ van aanvankelijk idee naar uiteindelijk nummer?
Charline D’hoore: ‘We zijn begonnen met een basloopje van Tom als het centrale element van het nummer. De vraag was: wáárover gaan we schrijven? We hadden niet één persoon voor ogen. Plots hoorden we een aandachtvrager, een luide gast op café, iemand die gezien wil worden.’ Tom Lodewyckx: ‘Iedereen kent wel zo iemand. Dat bedoel ik niet per se negatief. Iemand die de kamer vult, the center of attention. Vaak doet die persoon dat om de eenzaamheid te compenseren.’ JULIAN: Ideeën uitwisselen, een basloopje, enkele beats. Schrijven jullie altijd zo? Tom: ‘Eerst muziek en dan tekst. In het geval van ‘Loud Boy’ kwam ik aandraven met dat riffke. Bij andere nummers ben ik gestart nadat ik de demo van Charline had gehoord. Charline bereidt veel voor. Soms is dat een strofe, een stukje van een refrein of zelfs een volledig refrein. Vaak heeft één van ons een muzikaal idee en beginnen we te prutsen.’ Charline: ‘Stem, melodie én de melodie van de stem moeten catchy zijn.’ JULIAN: Sommige songwriters zetten poëzie op muziek, anderen pakken de tekst als allerlaatste aan. Bij jullie komt het organisch? Tom: ‘Charline heeft vaak tekst in haar demo, omdat ze al zingend de melodieën maakt. Het gebeurt dat we een stukje melodie wegsmijten of de tekst integreren in ander nummer. De tekst vormt, tijdens het proces en naar het einde toe, mee de melodie.’ Charline: ‘De tekst moet inhoud hebben. Het is niet het eerste dat je opmerkt, maar wel hetgeen waarnaar je blijft beluisteren.’ Tom: ‘Het metrum en de melodie zijn belangrijker. Je wilt dat je tekst meer is dan ‘Ik hou van jou en blijf je trouw’, maar hij moet perfect in de melodie passen. Je zit vast aan dat kader en dat beperkt je natuurlijk als songwriter.’ JULIAN: Tom, jij werkt vaak samen met Kris Wauters (Clouseau). Die vertelde ooit dat hij enorm last kan hebben van demoïtis, het verliefd worden op de demo. Dat kon hem verlammen, zodat hij het nummer niet meer kon afwerken. Tom: ‘Na een week kan een oud idee toffer blijken. Charline laat me haar demo’s heftig veranderen en soms wordt het resultaat beter. Opnieuw beginnen is geen falen.’ Charline: ‘Het blijft een demo. Ik verwacht niet dat het eindresultaat zo gaat klinken. Maar soms denk je: ‘Het klonk toch goed?’ Daar moet je je overzetten. Het eerste idee in je hoofd kan nog helemaal veranderen.’ JULIAN: Tom mixt ook. Het werk van een mixer in analoge tijden kon heel angstaanjagend zijn. Eén knopje van het mengpaneel te veel naar links en een nummer klonk onherroepelijk anders. Digitaal is het werk wellicht makkelijker. Tom: ‘Klopt. Anderzijds had de oude manier ook voordelen. Ik stoot soms op heel mooie toevalligheden. Digitaal mixen en opnemen, maar analoge elementen gebruiken zoals een MOOG-synthesizer of een gitaar met een andere pedaal. Ik combineer de analoge klank met de efficiëntie van het digitale. Charline is producer in opleiding, ik ben old school dus ik leer veel van haar. De werkwijze is vandaag even creatief, maar minder gebaseerd op toevalligheden.’ Charline: ‘Het analoge aspect met effectpedalen doet je op limieten botsen, maar daarin zit ook comfort. Je wil niet alles veilig houden met de wetenschap dat je nadien alles nog kan veranderen. Uiteindelijk geeft ook dat stress.’ Tom: ‘Vandaag bevriezen producers en mixers de klanken tijdens de opname. Dat zijn heel klankbepalende beslissingen, omdat je dan niet meer terug kunt. Maar beslissingen moet je durven nemen. Als ik dan toch iets anders wil, begin ik liever opnieuw.’ JULIAN: Er is nog altijd dat popstigma: ‘muziek is zeven jaar conservatorium’ of ‘enkel klassieke muziek is echte muziek’.’ Tom: ‘Het stigma van ‘eenvoudige popmuziek’ verdwijnt gelukkig. Ik heb me daar nooit tegen verzet. Als mensen het niet erudiet genoeg vinden, dan is dat maar zo. Wij maken muziek waar we achter staan.’ JULIAN: Het zijn vreemde covidtijden, en rare muziektijden tout court. Streaming is dominant geworden. Wij van de oude stempel houden van cassettes en elpees. Gaan jullie nog een album opnemen? Tom: ‘Ik luister ook graag naar een volledig verhaal van twaalf nummers. Heel veel mensen, en niet alleen jonge mensen, luisteren naar playlists op Spotify. Ik wil me daar niet tegen verzetten, ik wil dat mensen mijn muziek leren kennen. Is dat op andere manieren dan vroeger? So be it. Het één sluit het ander niet uit. We willen sowieso een plaat maken en de singles bundelen.’ Charline: ‘Als je je wil profileren als artiest, kan je best eerst singles pushen. Eens de fundering er is, gaan mensen ook een album willen horen.’ JULIAN: Het is nog wachten op conclusies over jullie sound op lange termijn. Nu klinkt het fris en origineel, zonder dat de luisteraar meteen overduidelijke invloeden hoort. Charline: ‘Ook als is het popmuziek, we trachten een beetje uniek te zijn. Wij houden zelf van verschillende genres. Tom is van een heel andere generatie en luistert naar heel andere muziek.’ Tom: ‘Charline leerde me Jon Bellion kennen. In onze sound hoor je ook Finneas O’Connell, een beetje Angèle, maar evengoed Fleetwood Mac. We beluisteren weinig muziek wanneer we gaan schrijven. Het is handig om vanuit een bepaalde toonaard of sound te vertrekken, maar op het moment zelf zoeken geeft originelere ideeën.’ JULIAN: In de muziekgeschiedenis zijn er heel wat duo’s met een dominante kracht. Na verloop van tijd krijgt de andere een gevoel van onbehagen en dan volgt de split. Simon & Garfunkel, The White Stripes, Oasis, etc. Is de kans op frustraties kleiner omdat jullie het werk verdelen? Tom: ‘Interessante gedachte. Charline heeft een even grote inbreng als ik.’ Charline: ‘We werken goed samen. Er is geen enkele studiosessie zonder input van beiden. We zijn een band. We doen het met twee. En Tom speelt alles veel beter dan ik. We zijn nog steeds maatjes.’ Tom: ‘Geen Fleetwood Mac-toestanden bij ons. Ook al hebben die ‘Rumours’ gemaakt in de shittiest of omstandigheden.’ JULIAN: De grootste fuck up-plaat ooit, inderdaad, maar wat een onverwoestbaar meesterwerk. Hartelijk dank voor jullie tijd. |
Julian De Backer © 2020 for Keys and Chords
A WOODLAND HILLCREST PROMOTION PRODUCTION I KEYS AND CHORDS 2001 - 2025