“Ik zet niet graag mensen in hokjes. Ik ben wie ik ben. Je houdt van me, of je haat me”
Wat een stem, wat een carrière. Liliane Saint-Pierre heeft, zesenvijftig jaar na haar debuut, een nieuwe single uit. ‘Karma’ is verschenen bij Starman Records en klinkt warm, vertrouwd en stijlvol, net als Saint-Pierre zelf. Een gesprek over leven en werk van een grande dame.
Julian De Backer: ‘U hebt een aantal keren samengewerkt met songwriter Stefaan Fernande, dus ik heb hem gevraagd of hij nog een leuke anekdote had. Hij vindt u een heel grote songwriter, en noemt ‘Soldiers of Love’ een wereldsong. Van hem hebt u, samen met Get Ready!, ‘Geef me tijd’ en ‘Swingen’ gezongen. U boorde eind jaren negentig een nieuw publiek aan met dat eerste duet. Hoe kwamen de jongens van Get Ready! bij u terecht?’
Liliane Saint-Pierre: ‘Het was de tijd van het populaire ‘Tien om te zien’. Ik had net daarvoor een grote hit gehad met ‘Ik wil alles met je doen’. Ik stond op het podium met Alain, een bevriende drag queen. Ik stond toen meerdere weken in de top-10, net als de jongens van Get Ready! en we zagen elkaar dus wekelijks. Het klikte vrijwel meteen. Hun manager Marc Debouver heeft toen gevraagd of ik een duet met hen wilde opnemen. Ik moest daar niet aan twijfelen. Er waren toen al heel wat gemene geruchten over hun geaardheid, en ik kan dergelijk onrecht niet verdragen. Ik neem het heel snel op voor de underdog. Typisch Belgisch om die jongens door het slijk te willen halen. Ik wilde meteen iets opnemen, maar het hing van de song af. Ik wilde niet zomaar wat vocale effectjes doen, het moest een volwaardig duet zijn met mijn insteek.’ Julian: ‘Ik was toen dertien, en ik was elke zaterdag obsessief bezig met de Ultratop. Voor Stefaan was ‘Geef me tijd’ opnieuw een grote hit, na ‘Nobelprijs’ het jaar daarvoor.’ Liliane: ‘Dat is mijn favoriete nummer van hem. Prachtig.’ Julian: ‘Zonder het oneerbiedig te zeggen: ik denk dat u een te goede zangeres was voor het nummer. Vocaal overklaste u de jongens, vermoed ik.’ Liliane: ‘Ik had daar geen problemen mee. Het was een uitdaging voor mij. Wanneer ik zelf nummers kies, wil ik songs waarin ik me echt kan uiten. Ik heb net een nummer opgenomen, ‘Er rest me niets’, dat kadert binnen een Bobbejaan-eerbetoon, een nummer dat ik ook op zijn begrafenis heb gezongen. Het is een vrij simpel nummer, maar ik ben heel blij dat ik het nummer heb mogen zingen. De producer vond dat ik het nummer vocaal had opgekrikt. Dat is een eer voor mij. Met Get Ready! had ik dat ook. Ik vond het een eer om dat als rijpere dame te mogen brengen.’ Julian: ‘Stefaan vertelde me dat het nummer oorspronkelijk voor Whitney Houston was bedoeld. Producer Jo Bogaert had, na zijn hit ‘Pump Up the Jam’, songaanvragen voor Ray Charles en Rick Astley gekregen. ‘Geef me tijd’ heette toen nog ‘Separate Worlds’, en had Stefaan voor Rick Astley geschreven. Uiteindelijk kwam de song bij het Whitney-team terecht, maar is de samenwerking toch nog afgesprongen. De oerversie rolde veel meer en was iets trager dan de Get Ready!-versie. Stefaan was bij Jo Bogaert via Alain Tant terecht gekomen.’ Liliane: ‘Wat een talent, die Stefaan.’ Julian: ‘U bent heel geliefd bij de gays, net zoals pakweg Judy Garland of Kylie Minogue. Is dat het gevolg van uw nummer ‘Sacha’?’ Liliane: ‘Nee, dat is niet de reden, hoewel er toen veel reactie op gekomen is. In 1968 werkte ik in Frankrijk, en toen al hoorde ik mondjesmaat dat ik erg geliefd was bij het gaypubliek. Ik zet niet graag mensen in hokjes. Moet het altijd zo benoemd worden? Blijkbaar wel. Misschien ligt het aan mijn manier van werken en doen. Ik heb het hart op de tong, ik verbloem niets. Ik ben wie ik ben, letterlijk. Je houdt van me, of je haat me, of iets tussenin. Ik heb geen imago. Ik heb weinig met het genre van de smartlap, maar ik heb ze destijds wel in Duitsland gezongen. Mijn song ‘Als je gaat’ vind ik verschrikkelijk, maar het is wel een nummer-1-hit geweest. Ik was daar absoluut niét blij mee. Waarom resoneer ik met een bepaald publiek? Vermoedelijk omdat ik bepaalde zaken gewoon niet pik. Ik rebelleer graag. Ik leef zonder angsten. Ik ben nu tweeënzeventig. Ik heb vrienden verloren die jonger waren dan ik, zoals mijn broer toen hij achtentwintig was. Mijn papa is achtenzeventig geworden. Niet oud genoeg, want dat betekent dat ik nog maar zes jaar zou hebben. Een heel beklemmend gevoel.’ Julian: ‘Neemt u elke dag zoals ie komt?’ Liliane: ‘Liefst. Het verleden kan je niet meer wijzigen, dat is voorbij. Maar aan de mooie zaken terugdenken mag steeds. Een lang leven brengt veel herinneringen met zich mee. Ik omarm ze allemaal. Ze hebben me gemaakt tot wie ik ben. Ik ben gesterkt door de moeilijke momenten. Ik ben een vechter. Ik kan heel diepgaan. Grommen. Maar ik trek me op aan de nog ergere dingen in het leven. Staan we daar wel genoeg bij stil? Ik heb meer angst om dingen te missen, dan om ziek te worden.’ Julian: ‘Wat weinig mensen weten, is dat ‘Soldiers of Love’ door u geschreven is. Tekst én muziek. Als je het opzoekt, zie je vooral andere namen als songwriters.’ Liliane: ‘Dat klopt. Mijn eigen naam, Liliane Keuninckx, maar ook producer Marc de Coen en arrangeur Gyuri Spies. Het was een samenwerking, en dus hebben we de credits gedeeld. Ik heb nooit stilgestaan bij wat het nummer kon teweegbrengen. Nadien, als het een hit bleek, heb ik natuurlijk veel geld verloren. Een collega zei bij de uitreiking van mijn gouden plaat ook dat ik nogal royalties ging krijgen. Hij verzekerde me dat ik zeker een huis ging kunnen zetten. Mja, zo is het niet gelopen. Heb ik daar spijt van? Nee, ik had mijn woord gegeven. Fini. ‘Geloven’ was de song die ik na ‘Soldiers of Love’ uitbracht, met een tekst van Mary Boduin en muziek van mij. Maar ook hier maakten meer mensen aanspraak op de rechten. Dat was de periode dat je in ‘équipe’ werkte, en dan verdeelde je eerlijk. Ik heb ‘Soldiers of Love’ te danken aan Marc de Coen. Ik kreeg verschillende nummers toegestuurd nadat ik had aangegeven dat ik graag aan de voorrondes van Eurosong wilde meedoen. Ik weigerde alles. Het was Marc die me zei: ‘Saint-Pierre, je hebt goede oren. Je hebt misschien ideeën. Probeer gewoon.’ Het is heel lief dat Stefaan Fernande me een songwriter noemt, maar dat klopt niet. Ik heb een paar goede nummers gemaakt, ja. ‘Geloven’, ‘Met jou wil ik de hemel zien’, ‘Sacha’ en ‘Soldiers of Love’. Het was een vruchtbare periode.’ Julian: ‘Kijk, al minstens vier hits. Ik heb nul nummers geschreven, laat staan hits.’ Liliane: ‘Haha. Het zit ergens in mij. Maar het is een lui kantje dat ik niet genoeg gebruik.’ Julian: ‘Wees er toch maar trots op.’ Liliane: ‘Ik ben er ergens trots op. Maar ik ben altijd aangemoedigd. Dat heb ik ook nodig.’ Julian: ‘Nummers uit de jaren tachtig klinken soms heel belegen qua synthesizerklank of drumsound. Het nummer ‘Soldiers of Love’ klinkt vandaag niét gedateerd. Het nummer staat, ook qua productie en arrangement, nog steeds als een huis. Ook de boodschap is universeler dan ooit. We hebben in 2021 meer dan ooit soldiers of love nodig.’ Liliane: ‘Klopt. Dat was ook mijn uitgangspunt. Hoe moet ik dat benoemen? Ik was televisie aan het kijken, ik zag elke dag miserie en ellende. Trieste toestanden overal. Ik hoorde die gedachten in mijn hoofd. Weer een dag, weer ellende. De eerste zinnen rolden er zo uit. Kinderen zijn altijd het eerste slachtoffers. Jammer genoeg is de tekst nog altijd actueel.’ Julian: ‘Vierendertig jaar later, alstublieft. U had nooit kunnen vermoeden dat het zo’n evergreen zou worden.’ Liliane: ‘Dat denk je nooit.’ Julian: ‘Ik bekeek als voorbereiding voor dit interview nog eens uw Eurovision Song Contest-performance in 1987 in Brussel. Onder het fragment op YouTube staat een opmerking van een zekere Carlos Rodrigues, die stelt: ‘Perhaps the best Belgian song (in Dutch language) in ESC.’’ Liliane: ‘Wow!’ Julian: ‘Want de laatste vijftien jaar sturen we quasi altijd een Engelstalig nummer. In uw tijd was het nog courant dat je in het Nederlands zong. Wat maakt dat niemand de boodschap echt begreep, buiten het stukje Engels dat u er had ingestopt: ‘United we stand, together we will fall’, en de titel natuurlijk. Maar puur muzikaal resoneert het toch blijkbaar ook.’
Liliane: ‘Dat vind ik heel mooi.’ Julian: ‘Zonder stroop aan uw baard te kleven, kan ik ook niet meteen zo gek veel andere Nederlandstalige Eurovisienummers bedenken die ik beter vind. ‘Jennifer Jennings’ is natuurlijk ook grandioos. Maar er zijn niet zo veel nummers die de impact hebben van ‘Soldiers of Love’. U kan er nog steeds een concert mee openen of afsluiten, en het dak vliegt er af.’ Liliane: ‘Of ze breken het kot af, als ik het niét zing (lacht). Dat stoort me ook totaal niet. Ik ben het nummer niet beu.’ Julian: ‘Er zijn artiesten die na verloop van tijd hun hits niet meer willen brengen.’ Liliane: ‘Ik ben blij dat ze ‘Soldiers of Love’ willen horen, en niet mijn andere grote hit ‘We Gotta Stop’. Dat was mijn eerste stap in de showbusiness, de ‘Grote Variétéprijs’ van Radio Luxemburg. Er was een Volkswagen of een plaatopname te winnen, en ik heb gelukkig de plaatopname gewonnen. Ik moest nog veertien worden. ‘Vind je dat nummer mooi?’ vroegen ze. Ja, uiteraard, ik vond toen alles mooi. Op de B-kant staat mijn favoriete nummer, ‘Ik wil vrij zijn’, een vertaling van Dusty Springfield. Ik ben een énorme Springfieldfan. ‘Ik wil alles met je doen’ is ook van haar, maar wel in een andere versie. Ik hoorde het origineel ‘In private’ gisteren nog, en dan zeg ik altijd: ‘Sorry, hé Dusty’. Maar goed, dat nummer heeft mijn carrière ook goed gedaan.’ Julian: ‘Het was een nieuwe boost. Vermoedelijk had u het duet met Get Ready! nooit opgenomen zonder het succes van ‘Ik wil alles met je doen’.’ Liliane: ‘Zou best kunnen! Op de radio hoorde ik vaak de aankondiging: ‘Ze is er nog’ of ‘ze is er weer’. Tot ik er écht niet meer ben, wellicht.’ Julian: ‘Dat is een compliment voor u. U bent bijna zestig jaar professioneel bezig. U staat er nog steeds. You’re still standing, zou Elton John zeggen. U bent nog steeds de soldier of love. U had al lang kunnen ten onder gaan.’ Liliane: ‘Drugs! Drank! (lacht) Ik heb de jaren zestig overleefd. Ik heb nooit iets genomen. Daar ben ik veel te nuchter voor.’ Julian: ‘De geweldige boutade indachtig: ‘If you remember the sixties, you weren’t there’.’ Liliane: ‘Ik ga niet akkoord! Ik heb alles van dichtbij gezien, zonder de excessen. Verslaving zit in de genen, hoor. Ik heb altijd een enorme bewondering gehad voor Bette Davis. Ik zie me als stokoude dame nog wel Bette Davis-gewijs tegoed doen aan allerlei rookwaren en sterke drank. Maar enkel dàn (lacht). Films kijken tot ik in mijn zetel neerzak.’ Julian: ‘Zoals Gloria Swanson in ‘Sunset Boulevard’: ‘I’m ready for my close-up’.’ Liliane: ‘Voilà. Fantastisch. Het zouden mijn laatste woorden kunnen zijn.’ Julian: ‘Genoeg teruggeblikt! Vandaag brengt u een mooi, nieuw nummer uit, ‘Karma’, bij Starman Records. De geweldige lieve Felix Huybrechts had me hierover gemaild. Hij gelooft nog in het fysieke product. Hoe hebben jullie elkaar leren kennen?’ Liliane: ‘Het is een heel verhaal. Jan, een jonge Antwerpse regisseur, had contact met me opgenomen. Hij wilde me spreken over mijn samenwerking met Claude François, en na een vlot gesprek leek het alsof we elkaar al jaren kenden. Nadien kreeg ik van hem een mail met de vraag om een documentaire te maken. Ik wilde niet vals bescheiden zijn, maar ik zei hem dat daar volgens mij niemand op zat te wachten. De documentaire is er nog steeds niet, maar Jan en ik zijn vrienden gebleven. Als ik morgen sterf, heeft hij mooie beelden van mij en mijn mama. De regisseur wilde de docu graag koppelen met nieuwe muziek van mij. Jan kende producer Nicolas Rombouts, die graag een cd met mij wilde maken. Na afzienbare tijd hebben we een eerste nummer, ‘Ik verlang nog steeds naar meer’ van Wannes Cappelle, met een arrangement van Nicolas. Het was vervolgens de bedoeling dat Nicolas mijn volledige nieuwe plaat zou produceren, iets dat ik helemaal zag zitten. Jammer genoeg heeft hij moeten afhaken door persoonlijke problemen. Toeval of niet – al geloof ik niet in toeval – had ik een jaar daarvoor kennis gemaakt met Andries Boone tijdens een optreden van Guido Belcanto. Guido had me gevraagd om zijn ‘Toverdrank’ te duetteren in de Ancienne Belgique. Uiteraard, graag! Dat was er bonk op. De muzikanten waren onder de indruk van wat ik deed. Andries wilde meteen samenwerken met mij, en we hebben een tournee gedaan. Jan De Smet, Herr Seele, Andries Boone en ik, onder de noemer ‘Bazaar Bizar’. Andries wist van het geaborteerde project met Nicolas, en stelde voor om op te nemen in zijn nieuwe thuisstudio. En zo geschiedde. Uit die sessies is ‘Karma’ geboren. En om dan op uw vraag te antwoorden! Nicolas vernoemde Felix Huybrechts van Starman tijdens onze eerste ontmoeting. Toen ik hem contacteerde, klonk Felix meteen heel oprecht en maakte hij mij geen blaaskes wijs. Hij vond het nummer ‘Ik verlang nog steeds naar meer’ zeer mooi, maar hij wilde het pas uitbrengen als er een volledige plaat was. Hele fijne mens. Hij noemde jou ook een topjournalist.’ Julian: ‘Nou. Enfin, ‘Karma’ is een mooi nummer geworden.’ Liliane: ‘Als single heeft het nog geen radiosucces. Begrijpe wie begrijpen kan. Opnieuw het hokjesdenken. Ik word er gek van.’ Julian: ‘Wraakroepend. Nieuwe radiozender Willy probeert die muren nu te slopen. Ze leveren mooi werk.’ Liliane: ‘Ik kan me er blauw aan ergeren. Een collega zei me ooit dat ze zou weigeren als ze haar in een programma met Eddy Wally zouden stoppen. Hoezo? Hallo? Waar ben je dan mee bezig? Kijk toch niet neer op andere artiesten!’ Julian: ‘Op internet staan heel wat onwaarheden, dus ik check graag bij u: klopt het verhaal dat u ooit met Roy Orbison hebt opgetreden?’ Liliane: ‘Jazeker. Dat was in mijn beginperiode. Ik was het voorprogramma tijdens een optreden in de Koningin Elisabethzaal. Opmerkelijke anekdote: tijdens zijn soundcheck meende ik Orbisons stem te horen, maar dat bleek iemand van zijn orkest/entourage (lacht). De stem leek er perfect op.’ Julian: ‘Hebt u hem gesproken?’ Liliane: ‘In het klein beetje Engels dat ik toen kon, als zestienjarige. Wat ook weinig mensen weten: ik heb ook het voorprogramma van The Kinks gedaan in De Roma. Ik had toen maar één hit, ‘We Gotta Stop’. Kan je je voorstellen? Mijn fantastische manager had me kunnen verkopen als voorprogramma op basis van één nummer. Ik stond te sterven in de coulissen. Gelukkig had ik voldoende lef. Ik liet me niet uitlachen door een kritisch publiek. Eens ik op het podium stond, kon niemand me nog raken. Na ‘Soldiers of Love’ vroeg Firmin Timmermans van de LSP Band – toevallig mijn initialen! – of ik één van de gasten wilde zijn. Hij vond dat ze me nog steeds niet het juiste repertoire hadden gegeven. Hij vindt me een echte rockzangeres. Dat zou me zeker goed afgaan. Beetje Bon Jovi, beetje Janis Joplin. Vollen bak. Optreden is telkens een overwinning.’ Julian: ‘Wat een verhaal. Dat u kan zeggen dat u met The Kinks, toch de nummer drie van de Engelse bands na The Beatles en The Rolling Stones, hebt opgetreden.’ Liliane: ‘Goh. Ja. Het meeste heb ik opgetreden met Claude François, waar ik overigens totaal géén fan van was.’ Julian: ‘U was meer pro Johnny Hallyday?’ Liliane: ‘Qua Franse muziek waren Nicole Croisille en Françoise Hardy meer mijn ding. Maar verder toch vooral Amerikaanse en Britse muziek. The Beatles of The Rolling Stones? Ik was een grote Beatlesfan. Tom Jones of Engelbert Humperdinck? Tom Jones. Vandaag kan ik The Rolling Stones wél naar waarde schatten, maar toen ik ze meer dan vijftig jaar geleden in Brussel zag, was ik niet onder de indruk. Ik zou nooit een artiest afbreken, maar ik was er niet echt wild van. Brian Jones leefde toen nog, maar die was nauwelijks aan het spelen.’ Julian: ‘Ik heb ze in 2015 gezien tijdens TW Classic, en dat was fantastisch. Ze waren twee uur in bloedvorm. Ik was er toen met enkele diehards, die de band al zeker vijftien keer live hadden gezien, en zelfs zij moesten erkennen dat het één van de beste shows ooit was. Ik ben dus zeer blij dat ik hen op zo’n goede dag heb gezien.’ Liliane: ‘The Beatles heb ik nooit live kunnen zien. Humperdinck wel, in de living van mijn schoonmoeder.’ Julian: ‘Wàt?’ Liliane: ‘Mijn manager had die uitgenodigd om te komen optreden. Ik vond het maar zo-zo. Hij is ook naar het Songfestival geweest, en dat vind ik ook maar gewoontjes. Maar Tom Jones, die zingt nog altijd de pannen van het dak.’ Julian: ‘Tony Bennett, nog steeds. Charles Aznavour, tot de laatste snik. Ik hoop dat u nog minstens twintig jaar mag zingen. Bedankt voor uw tijd.’ Liliane: ‘Graag gedaan.’ |
Julian De Backer © 2021 for Keys and Chords
A WOODLAND HILLCREST PROMOTION PRODUCTION I KEYS AND CHORDS 2001 - 2024