|
17 juli 2021 Terrein JH Kabal, Puurs Report: Philip Verhaege Foto's: Philip Verhaege © Met dank aan: DUVEL Blues |
Maanden zonder optredens, maanden zonder festivals. Tot dit laatste topic begin juli onder voorwaarden weer kon. Duvelblues, getrouw een van de eerste bluesfestival op de zomerkalender, verhuisde noodgedwongen van eind mei naar half juli. Het format werd enigszins hertekend en vier muzikale kleppers zorgden voor een legendarische 19de editie. In minder dan een week tijd vlogen online alle tickets de deur uit. Plaats van gebeuren, Kaardijkstraat in Ruisbroek, Puurs. De terreinen van jeugdhuis Kabal werden omgetoverd tot een gezellige site, tot een chique tuinfeest. Een party omringt met heel wat blues, een blij weerzien met een hele rits oude bekenden én een publiek. Een publiek dat razend enthousiast was en zich keurig aan de regels hield…!
Walter Broes & The Mercenaries mochten zowaar de aftrap geven. Walter en zijn ‘partners in crime’ Clark Kenis (upricht bas) en drummer Lieven Declerck staan garant voor een heerlijk potje rockabilly. Na de split van zijn Sneatsiffers heeft Walter eigenlijk nooit stilgezeten. Zijn aanstekelijke rockabilly blijft strak gegoten en dat etaleren The Mercenaries in nummers als ‘Big Sexy’ en ‘Movin’ Up’, de titeltrack van het gelijknamige album uit 2016. Het sprankelende en country blues geïnspireerde ‘Security’ en het Texas blues bevruchte ‘No More’ staan steeds hoog op ons verlanglijstje. Broes’ fantastisch snarenwerk en die altijd even elastische ritmiek doen ons vaak aan The Paladins terugdenken. Het op een Bo Diddley beat drijvende ‘I Got My Own Kick Going’, origineel van Ronnie Self uit 1954, was dan weer foerage voor de echte kenners. Clark mocht Chris Isaaks ‘Gone Ridin’ van onder stof halen en zo dreef ook de song ‘Man Child’ op een rustige rumba ritmiek. Met alweer die geweldige samenzang was ‘Break Up’ de ideale uitsmijter. Een stomend setje, een knappe opener…! Ze zijn niet ‘haast’ legendarisch, ze zijn het gewoon ook. En dan hebben we het uiteraard over de band Irish Coffee, de formatie rond spilfiguur William Souffreau. Hij zette zijn eerste stappen naar enige muzikale roem in 1960 bij de band The Blue Jets, om niet veel later ook bij The Mings en The Four Rockets aan de slag te gaan. Na heel wat personeelswissels en omzwervingen belandden ze bij manager Louis De Vries. De band werd noodgedwongen omgedoopt van The Voodoos naar Irisch Coffee. Een verhaal op zich! Souffreau werd in de jaren ’70 zelfs geëxclameerd tot een van de beste Belgische rockzangers. Hun sound is nog steeds een kruising tussen bluesrock en stevig gekruide rock. William blijft sterk bij stem en nummers als ‘The Show’ (1971) laten zich na al die jaren nog steeds niet in dat eenzijdig muzikaal hoekje drummen. Net zoals kaskraker ‘Living Ain’t Easy’, met zijn moddervette gitaarriffs. ‘I’m Lost’ deed ons ongewillig wat een Georges Harrison terugdenken. Vraag ons nu niet meteen waarom, het zal misschien door die Indische klakvorm zijn. Van het ongepolijste ‘Tobacco Field’ ging het naadloos naar ‘No Good For Nothing’. De signature song ‘Masterpiece’, jawel dé single, al jaren een collectors item, staat gelukkig nog steeds op de playlist. William Souffreau, de Vlaamse rockpioneer is alive and kickin’! Bai Kamara Jr. & The Voodoo Sniffers zijn de enige internationale act op het programma. Zanger/gitarist en songsmid Bai Kamara Jr. werd geboren in West-Afrika, daar waar het allemaal begon. Hij is de zoon van een voormalige ambassadeur, werd geboren in Bo Town, Sierra Leone, groeide op in het Verenigd Koninkrijk en woont ruim vijfentwintig jaar in het Brusselse. Diep doordrongen van de polyritmiek van zijn geboorteland begon hij muziek te spelen. Hij liep school ging in Manchester en Bath, Engeland, waar hij in de ban raakte van John Lee Hooker, Big Bill Broonzy en andere legendarische blues artiesten. Hij genoot er van een succesvolle carrière in het Europese soul en R&B-circuit én bracht een handvol succesvolle cd's uit sinds zijn debuutrelease de EP’ Lay Your Body’. Topics als corruptie, machtsmisbruik en sociaal onrecht, waarvan hij getuige was in Afrika en ver daarbuiten, stromen als een rivier doorheen zijn muziek. |
Kamara leidt met de The Voodoo Sniffers een vijfkoppig ensemble. Bai heeft een warme soulstem en zijn cordiaal timbre doet ons hier vaak denken aan Keb’ Mo en Eric Bibb.
Zijn recentste album kreeg de titel ‘Salone’ mee, wat gewoonweg Sierra Leone in de Krio-taal betekend. Een album dat doorspekt is met blues en rootsmuziek. Bai haalt zijn muzikale inspiraties uit zijn Afrikaanse roots. Met zijn opwindende sound creëerde hij hier haast een muzikaal orgasme. Een dat hij graag kruid met akoestische instrumentatie en die rettestrakke ritmesectie. Neem hierbij zijn uiterst warme soulstem en je krijgt die subtiele blues en roots sound. Met een melodieuze shuffle drum was ‘Trouble’ een knaller van een openingsong. Net zoals het hoogoplopende ‘Cold Cold Love’ doordrenkt is met zijn doorleefde soulstem. Van de autobiografische Afrikaanse blues song ‘Homecoming’ ging het gezwind naar ‘Don’t Worry About Me’ en ‘I Don’t Roll With Snakes’, drijvend op die rauwe John Lee Hooker boogie ritmiek. Bai Kamara begeesterde ons een laatste keer met het funky en voodoo schurende ‘I’m A Grown Man’. En dat is hij zeker… Als er dan toch iets positiefs is aan heel het corona verhaal, is dat de Belgische bands nu ook eens de kans krijgen om als ‘top of the bill’ te fungeren op een gerenommeerd festival. Tiny Legs Tim & The Elsewhere Bounds Orchestra hadden de eer om de 19de editie van Duvelblues uit te zwaaien. Het verhaal rond Tim De Graeve is inmiddels reeds uitgebreid beschreven, bejubeld en bezongen. En terecht! Als kind van amper vijf kwam hij door de platencollectie van zijn vader in contact met de zwarte Afro Amerikaanse muziek. Blind Lemmon Jefferson zit dan ook voor eeuwig in zijn geheugen geprint. Het album ‘Elsewhere Bound’, Tim’s vijfde studioplaat, had naast zijn heerlijke akoestische aangelegenheden, nu een grote bigband feeling. Tim's subtiel repetitieve akoestische slide-licks werden hier ondersteund door The Elsewhere Bounds Orchestra. Tim krijgt meesterlijke steun van Tom Callens op bariton en tenorsax, Mark De Maeseneer op tenorsax, Marie-Anne Standaert en Yves Fernandez op trompet, Luc Vermeir op piano, Steven Troch op mondharmonica, bassist Filip Vandebril, Amel Serra Garcia op percussie en Frederik Van dan Berghe op drums. The Crescent City –New Orleans- muzikale stijlbreuk heeft overduidelijk heel wat impact en invloed gehad op Tiny Legs Tim, aka Tim De Graeve. Hij die zijn blues demonen als geboren Westouternaar inruilde voor de Gentse binnenstad. Met zijn ensemble was het podium goed gevuld. De plaat ‘Elsewhere Bound’ stond uiteraard centraal. Tim’s gitaarlicks kruisen meermaals de degens met harpvirtuoos Steven Troch. De interactie en het samenspel op zich zijn subliem in songs als het swampy ‘One More Change’, ‘Keep Me Satisfied’, ‘Ocean’ en in ‘Still Love’, dat met zwoele percussie werd ingekleurd. En die impulsiviteit vonden we ook terug in ‘Going Down South’ en ‘Big City Blues’. Gelukkig vonden wij geen ‘Dirty Work On The Route’ bij het naar huis rijden. Onvervalst en haast vintage loods Tiny Legs Tim ons met zijn ontspannen folk, blues en rootssound de nacht in. Tiny Legs Tim en zijn soulmates zijn gewoon indrukwekkende muzikanten! Right on… |
A WOODLAND HILLCREST PROMOTION PRODUCTION I KEYS AND CHORDS 2001 - 2024