|
vrijdag 7 juli 2023 Bijloke, Gent Report: Philip Verhaege Foto's: Philip Verhaege © Met dank aan: Greenhouse Talent |
Concertorganisator en boekingskantoor Greenhouse Talent, gevestigd in Gent, nam het handelsfonds over van VZW Jazz en Muziek. Die organisatie liep eind november ’22 op de klippen, waardoor de toekomst van het festival opeens heel onzeker werd. Maar dankzij deze overname heeft Gent Jazz dan toch een mooie toekomst voor zich.
Gent Jazz, een festival dat al jaren fluctueert met een doordachte affiche. Net zoals voorgaande jaren bood het festival een staalkaart van relevante muziek van jazz en aanverwante genres. Vaak is jazz, als breed muziek genre, letterlijk het thema van de dag, behalve op vrijdag. Toen stond blues centraal met onze Godfather of the Blues Roland en blues/rockwizzard Joe Bonamassa. Maar het klonk ook jazz en funky met slapping bass-virtuoos Marcus Miller. Headliners die allen al even graag grossieren in het experimenteren. In de Garden was het vooral uitkijken naar de Crescent City sound van Jon Cleary én jonge hongerige wolven als The Antler King ! Op de Main Stage mocht PJDS als eerste de instrumenten inpluggen. Het is een project rond singer-songwriter/gitarist Pieter-Jan De Smet, en hij kwam de langspeler ‘Extinct Birds’ voorstellen. Pieter-Jan De Smet, die de groep samen met Geoffrey Burton oprichtte, nadat ze The Lionhearts, Humo's Rock Rally finalisten, hadden ontbonden. In 2023 vieren ze de 30ste verjaardag van de debuutplaat ‘Antidote’ met het nieuwe album: ‘Extinct Birds’. Een album dat een rauwe, exotische en vurige ode is aan de zee en de stad Oostende. Een plaat ingeblikt met zijn trouwe kompanen Mirko Banovic op bas, Teun Verbruggen (drums) en gitarist Frederik Segers. Songs, ingetogen en uitbundig net zoals zijn showcase in Gent. ‘If It Wasn’t For Love’, komt uit de nieuwe langspeler, dat het ideale kerstcadeau is volgens Pieter-Jan. En gelijk heeft hij, want ook ‘Doe’, met lyrics als ‘noone is trying to break your heart’ en ‘Black And Blue’ zijn knappe songs. ‘Don’t Let Me Go’ werd hier ingekleurd met opwindende reggae tunes, net zoals ‘Love Must Wait’ ons deed terugdenken aan zijn compagnon Arno. In de Garden Stage mocht The Antler King de debatten openen. Esther Lybeert (drums, voclas, keys) en Maarten Flamand (gitaar, vocals, bas en loops) hebben met ‘Dances’ een vierde album. Een duo dat niet alleen muzikaal, maar ook in het hecht verbonden is. De band bracht in 2011 een eerste titelloos album uit, dat al even snel werd opgemerkt in de muziekscene. Moderne Indie pop en rock, dit alles proponeert met een geheel eigen identiteit en personalisatie. De rebelse inslag met nummers als ‘Siberian Times’ en de psychedelische bluesrocker ‘Orange Monkey’, een vette sneer naar Trumph, kwamen uit de release ‘Ten For A Bird’. En ook het ongepolijste en grunge extatische ‘Chain of Memory Lane’ modificeerde met songs als ‘Bolero’. The Antler King, meer dan een leuke ontdekking ! Voor Roland & The Space Cowboys moesten we terug naar de Main Stage. Hij grasduinde in zijn rijkelijke songbook. Een magische wereld van een divergent klankenpalet. Haast 79-jaar jong, met diepe wortels in blues en folk, maar nog steeds dartel eens hij een podium betreedt. Hij is muzikaal nog steeds nieuwsgierig, ook dat kenmerkt Roland. Ook ons ontzag is enorm groot in onze ‘Godfather of the Blues’. Indiase raga, funk, jazz, en dit alles met een vette knipoog naar zijn blues. Improvisatie, als een uitgesponnen jamsessie, met ‘Mr. Jelly Roll Baker’ als bluesy apotheose, uit zijn album ‘Little Sweet Taste’. Voor ‘King Kong In Het Lunapark’ had Roland zelfs even een spiekbriefje nodig. But who cares… Sitar, African percussie en Steven De Bruyn diepe mondharmonica omklemmen Rolands doorleefde stem en vingerzettingen. Jon Cleary mocht twee sets performen in de Garden Stage. Hij is sinds jaar en dag de muzikale rechterhand in Bonnie Raitt’s band en werkte ook vaak samen met Taj Mahal, jazzgitarist John Scofield en wijlen Dr. John himself. Jon Cleary werd geboren in het pittoreske dorpje Cranbrook in het graafschap Kent maar besloot ruim 35 jaar geleden, en dit uit pure liefde voor de muziek, om naar Louisiana te verhuizen. Jon occupeerde er de muzikale cultuur. Het begon met de gitaar, hanteerde ook voor even de drumsticks, maar werd al even snel beïnvloed door Dr. John, Professor Longhair en Allen Toussaint op piano. Met zijn vingerzettingen op een klavier werd Jon Cleary een meester in de New Orleans funk. Hij is zo bedreven op die toetsen én speelt met zoveel gevoel dat hij die krachtige NOLA sound moeiteloos designeert. Cleary mêleert dan ook moeiteloos funky en harmonieuze verfijningen van The Crescent City. Samen met zijn funky en hippe ritmesectie The Absolute Monster Gentlemen met bassist Cornell Williams en drummer .J. Hall kreeg Cleary al snel heel wat enthousiasteling aan het bewegen. Mardi Grass werd moeiteloos geaccordeerd in songs als ‘Mo Hippa’, ‘Port Street Blues’ en ‘Tipitina’. Set twee werd zowaar nog gekker. Het werd The Meters’ time met ‘Got To Be More Careful’ en ‘Zulu Strut’. Jon Cleary, een authentiek New Orleans funky celebration. |
Marcus Miller wachtte op de Main Stage. Hij werd als zestienjarige knaap bejubeld door Miles Davis. Hij werkte mee aan meer dan 500 projecten en staat bekend om zijn ‘slapping bass’. Op de leeftijd van dertien kon Miller al aardig uit de voeten op piano, klarinet en basgitaar én begon met originele composities te schrijven. Hij werd een van de meest geïnviteerde sessiemuzikant en werkte met grootheden als Aretha Franklin, Roberta Flack, Grover Washington jr. en David Sanborn. In 1981 kwam Miller bij zijn jeugdheld Miles Davis terecht en toerde haast twee jaar onafgebroken met Miles. Miller leeft zich uit op zijn bassnaren en ook die altsax tunes accentueren in Gent een jazzy vormgeving. ‘Detroit’ en ‘Maputo’, onvoorwaardelijk uitgesponnen hoogtepunten, net zoals Stevie Wonders ‘Higher Ground’. Miles Davis’ ‘Mr. Pastorius’ was een cesuur in de set, en dat divergeerde met het free jazz en funky ‘Run For Cover’ én het mooi construerende ‘Gorée’ (Go-ray). Trompettist Russell Gunn, Donald Hayes op alt-sax, Julien Pollack (toetsen) en drummer Cedric Moore zijn al jaren zijn soulmates. Miller verstaat instinctief de kunst om zijn publiek betrokken te houden bij zijn showcase.
Sinds zijn debuut in 2000 met ‘A New Day Yesterday’ is Joe Bonamassa een grondlegger van de moderne blues. De in 1977 in Utica, New York geboren Joe Bonamassa wordt steeds meer beschouwd als één van de beste gitaristen van zijn generatie. In 2007 en ‘08 werd hij zelfs door het Amerikaanse vakblad Guitar Player, verkozen tot “Beste Bluesgitarist“. Joe was pas vier toen hij al een grote bewondering had voor Stevie Ray Vaughan. Op zijn tiende begon hij reeds professioneel op te treden, en hij was pas twaalf toen hij het voorprogramma van B.B. King verzorgde. Twee jaar later vormde Bonamassa een eerste jeugdbandje Bloodline, waar hij met Erin Davis (zoon van Miles) en Waylon Krieger (zoon van Robby Krieger, The Doors) een eerste opname had. Drievoudig Grammy-genomineerde blues/rockgitarist Joe Bonamassa heeft nu met ‘Tales of Time’, een live concertfilm en -album uitgebracht, die gedurende twee nachten zijn opgenomen in het Red Rocks Amphitheatre in Morrison, Colorado. Gitaarslinger Joe Bonamassa mocht dus afsluiten op de Main Stage. Superlatieven schieten hier alweer tekort. Het voelt alsof woorden op zich simpelweg ontoereikend zijn om de gitaartovenarij van Joe Bonamassa volledig te omschrijven. Dit was een geweldige showcase. Zoals wel vaker knalde Tom Petty’s ‘The Waiting’ door de woofer als intro voor het concert. Wat volgde was een demonstratie van zijn thesaurie. Met zo’n geëxpandeerde backcatalogus is het niet moeilijk om een setlist uit te bouwen. ‘Evil Mama’ uit zijn langspeler ‘Redemption’ is haast dé instant opener. Een strakke drumintro vormt de basis voor Bonamassa’s funky gitaarriffs. Haast naadloos spijkern ‘Dust Bowl’ met zijn opwindende gitaarlicks én het waanzinnige ‘Love Ain’t a Love Song’ zich doorheen de set. Stratocaster- time met de prachtige bluesballade ‘Love Ain't a Love Song’, uit het al even schitterende ‘Different Shades of Blue’. Een nummer dat alweer werd ingekleurd met zijn accuraat gitaarspel en die soulvolle backingvocals. Bonamassa is nooit een grootprater geweest op een podium, hij laat zijn muziek voor zich spreken. Een weerspiegeling van zijn geweldige intensiteit. De boogierocker ‘I Wanna Shout About It’ (Coco Montoya) genoot oprecht van zijn verbluffende gitaarriffs en ook het hectische ‘I Didn't Think She Could Do It’ van het excellente album ‘Royal Tea’ was een accumulatie van hoogtepunten. Tussendoor weefde Bonamassa Muddy Waters ‘Double, Trouble’ er nog snel doorheen, om naar Texas te trekken met ZZ Top’s ‘Just Got Paid’. Joe Bonamassa heeft een strakke ritmesectie rond zich. De meest opvallend artiest is de gerespecteerde Rock and Roll Hall of Famer, Reese Wynans, op keyboards. Wynans, uit Stevie Ray Vaughan’s band Double Trouble. Verder vormden bluesgitarist/producer Josh Smith, Lamar Carter op drums en bassist Calvin Turner de bandleden. De in Australië geboren zangers, Jade MacRae en Danielle De Andrea, zorgden voor de achtergrondzang. Joe Bonamassa is dan ook een globetrotter die structureel zijn muzikale horizonten verkent. Op de Garden Stage mocht I H8 Camera het gordijn achter zich dichttrekken. Een project dat is opgericht door cultgitarist Rudy Trouvé en dat met Roland, Stef Kamil Carlens, Matt Watts, Elko Blijweert, Jef Mercelis, Teun Verbruggen en Teuk Henri heel wat mooi volk in de rangen heeft. Een stelletje ras muzikanten die een showcase omarmt met één lang uitgerekte jamsessie. Boeiend, briljant en al even vaak uitdagend. Grenzeloos improviserend met blues, free jazz en noise, maar ook al even vaak accuraat hypnotiserend…! |
A WOODLAND HILLCREST PROMOTION PRODUCTION I KEYS AND CHORDS 2001 - 2025