|
17 oktober 2019 |
Voor een avondje moderne Chicagoblues gekoppeld aan West Coast swingblues zijn we altijd te vinden. Zeker van ene Nick Moss die vroeger met zijn Flip Tops al jarenlang aan de bluesweg timmerde, maar sinds 2009 actief is als Nick Moss Band. Dat resulteerde tot nu toe in dertien albums van deze uitstekende gitarist, die ooit als basgitarist begon. ‘Lucky Guy’, een tweede album op het befaamde label van Alligator Records, is zijn meest recente schijf. Samen met zijn occasionele kompaan Dennis Gruenling (mondharmonica/zang) begonnen zij in de vernieuwde Hasseltse Muziekodroom aan hun Europese tour om er onder meer dat recente album te promoten. Ook aanwezig waren de vaste en tevens uitstekende muzikanten van Nick Moss aanwezig: Taylor Streiff (toetsen), Rodrigo Mantovani (bas) en Patrick Seals (drums).
De bluesminnende liefhebbers kregen zeker waar voor hun geld met meer dan 150 minuten muziek, netjes ingedeeld in twee sets. Het werd dus een mix van nagelnieuw en oud werk gekoppeld aan een flink aantal covers, al dan niet in een extra-large versie. Het eerste gedeelte bestaat vooral uit vrij nieuw werk uit het laatste album en is vaak autobiografisch. Het gaat dan ook vaak over Nick’s vrouw, familie en zijn ‘hometown’ Chicago. Dat werd geïllustreerd door de woorden van Moss himself met ‘Chicago is my blood and my hometown’, verwijzend naar de song ‘312 Blood’, openingsnummer op het album. Ook in de titeltrack ‘Lucky Guy’ wordt het tempo swingend aangezwengeld in een ode aan zijn vrouwtje Kate. De uitstekende gitaar- en zangpartijen zijn voor Nick terwijl Dennis mondharmoncagewijs het geheel met de nodige drive opvult. Tussendoor krijgen we uitstekend pianowerk van de jonge toetsenist, die bij momenten de sterren van de hemel blijkt te spelen. Ook werd er een pauzemoment ingelast met een slowbluesnummer dat toch even voor verademing zorgde. Dat gastmuzikant Dennis Gruenling niet enkel een vakman is op de ‘smoelschuiver’, maar ook qua zang meer dan zijn mannetje stond was duidelijk. Dat konden we horen in ‘Wait And See’, waarna het tempo verschroeiend werd in ‘Movin’ On My Way’, een eigen nummer van Gruenling, die uitstekend excelleert op de harp, knap bijgestaan door baswerk van Montavani. Zo kwam een einde aan deze eerste lange set met slechts 7 nummers. |
In deel twee krijgen we meer ouder en herkenbaar werk te horen, met tussendoor ook een aantal klassieke covers van oude bluesgrootheden. Maar de set start wel met een trio want een op de harp stevig solerende Gruenling werd in het prachtig klinkende ‘I’d Rather Be The Devil’ (origineel van Skip James) begeleid door piano en bas.
Daarna kwam Nick Moss terug op het voorplan met het recente ’As Good As It Gets’, een puike boogie woogie en het gaat het terug richting ‘old stuff’ zoals Nick himself aankondigt. We krijgen dan ook een bekend klinkend instrumentaaltje van Freddie King te horen en ook JB Lenoir met het swingende ‘Talk to Your Daughter’ en Muddy Waters met de zalige slidegeluiden in ‘You Can’t Lose What You Ain’t Ever Had’ passeren de revue. Ook een nummer van Baby Face Leroy (bekend van de band van Fats Domino) draagt uiteraard een odskool-stempel. Stilaan komt het einde in zicht want met een stevige boogie en een pianoblues pur sang, gekoppeld aan een uitstekende solerende Nick Moss komt met deze lange ‘instrumental’ een einde aan een meer dan behoorlijke tweede set. Kortom: dit was een bluesavondje met een uitstekende amusementswaarde. De kans lijkt overigens groot dat Nick Moss ook volgend festivaljaar ons landje zal verheugen met een nieuwe passage. Volgende maand (donderdag 7 november) komen The Bluetones van zanger-harpist Sugar Ray Norcia (ex-Roomfull Of Blues) op bezoek in de MOD samen met ‘Little Charlie’ (ex-gitarist van The Nightcats). Eveneens een avond om reikhalzend naar uit te kijken. |
A WOODLAND HILLCREST PROMOTION PRODUCTION I KEYS AND CHORDS 2001 - 2025