|
1 december 2018 |
New wave, punk, avant garde en een snuif hardrock waren zaterdagavond present op het beruchte Sinner’s Day festival te Genk. Veertig jaar geleden kwam een reactie op de power flower en de artrock met een muzikale stijl die het niet van virtuositeit moest hebben. Ingrediënten waren eenvoudige ritmes met veel bass, energie en een uiting van frustratie. Punk werd echter snel ingenomen door een meer artistieke new wave sound. Sinner’s Day presenteerde het in een sneltempo aan duizenden bezoekers, oud én jong. Twee podia naast elkaar, geen hiaten of rustpauzes, je moest mee met de flow. Niet moeilijk met vroege opener O Veux uit Hasselt. Zij hadden een buikdanseres ingeschakeld die het publiek langzaam richting podium liet schuifelen. Theatraal (geschminkt, zaklamp) brachten ze enkele psychedelisch beïnvloedde punksongs en meestampende nummers, opzwepende repetitief. Ondergewaardeerd talent. Doorheen de avond werd duidelijk dat de Belgische bands sterk beïnvloed werden door buitenlandse bands als Velvet Underground en Gang Of Four (om maar enkele te noemen). Maar ook dat deze ‘guru’s’ niet konden tippen aan de Belgische sound die toch iets melodieuzer en toegankelijker was. Niet verwonderlijk dan de uitgeweken Limburger Marcel Vanthilt, eerst met grappige aankondigingen (wat is ie goed!), en nadien in een solo optreden met elektronicapop wist te bekoren. Eerst was er echter de Nederlandse Claw Boys Claw die heel energiek met twee akkoorden de zaal onder hoogspanning probeerden te zetten. Met een heel enthousiaste reactie op een punkbewerking van ‘Trogolodyte’, je weet wel die hit met tribalritme…cave men, cave women …Oerinstincten dreven ook boven bij De Brassers met hun headbangende agressieve punk. Van een andere orde kon Cabaret Voltaire worden. Richard H Kirk gaf een solo performance (in dj style) met een intergalactische reis doorheen het leven met dance, noise en flitsende video. Dit was natuurlijk ook avant garde, maar in niets vergelijkbaar met de vroegere band waardoor velen een beetje teleurgesteld de aula opzochten. Om de buis van Eustachius rust te gunnen. Gefustreerd vandalisme kwam ook bovendrijven bij de uit Leeds afkomstige Gang Of Four. Veel bassen, distortion en gitaar smashen. De jonge zanger John Sterry moest en zou vernielingen aanbrengen. Toch overtuigden de Engelsen niet meer. Omdat alleen nog gitarist Andy Gill overblijft van de oorspronkelijke bezetting? Ook de versie van ‘I Love A Man In A Uniform’, een wereldhit, verdween in een te vlakke uitvoering. Jammer!
|
Luid gejuich steeg echter op in de overvolle zaal bij het aantreden van Red Zebra. Niet verwonderlijk want nog steeds een topband in de Belpop 100. Het was de eerste maal dat het publiek begon te dansen en euforisch werd bij het horen/meezingen van hun hits. Nog sterker was de psychedelische song ‘Shadow Of Doubt’, minder gekend maar o zo mooi én lievelingssong van zanger Peter Slabbynck. Ook even vermelden dat de nieuwe lichting punkers, met onder andere de vierkoppige Cocaine Piss, niet veel om het lijf hadden. Jeugdige postpunk, onbenullige waanzin. Wel tof om eens enkele vrouwen op het podium te zien (een zeldzaamheid die avond). Headliner en voormalig Velvet Underground lid John Cale kon de verwachtingen niet inlossen. Experimentele soundscapes, veel “misery” in zijn parlando teksten en hij werd er zelf “so tired” van. Toch vond de goede luisteraar enkele verwijzingen naar het roemruchte verleden en waren de songs compositorisch niet eenvoudig, wel vettig doorspekt met gitaar en bizarre geluidjes. Toegankelijk vond het uitgedunde publiek dit uiteraard niet. Dé publiekstrekker van de avond was echter niemand minder dan MC50. De band bestond uit leden van o.a. Fugazi en Soundgarden. Om van te smullen. Wayne Kramer, een zeventiger, jumpte op het podium als een jong veulen en kreeg samen met gitarist Kim Thayil in no-time een opgehitst hardrock publiek als beloning. Hun debuut dateert van 1969, we zijn een halve eeuw later, en de energie, de kracht doet nog steeds wondere, in ‘Kick Out The Jams’.
Voor deze ouwe hippie was het toen afgelopen, de rest genoot verder van Vive La Fête, ex Kraftwerker Wolgang Flür en DJ Wildhoney. Diverse drankstalletjes lieten een vettige brij achter van plakkerig bier en plastic, waar de massa zich zigzaggend doorheen laveerde. Eén schamele frietkraam noopte velen om buiten een onvindbare snackbar te zoeken om de wachtrijen te ontlopen. Een hongerige avond met hoogte- én laagtepunten. Maar ook een gezellige ‘gathering’ van gelijkgestemde zielen. Tot volgend jaar! |
A WOODLAND HILLCREST PROMOTION PRODUCTION I KEYS AND CHORDS 2001 - 2024