|
18 augustus 2019 |
Stef Paglia Trio had de eer om de aftrap te geven op de slotdag van deze bluesdriedaagse in Wespelaar. Paglia stond ooit al eens op Swing, maar dan in de hoedanigheid van gitarist van de Bluesbones (2017). Nu dus als zanger-gitarist en die rol van frontman ligt hem wel, zoals we al een aantal malen mochten ondervinden. Die overstap verliep haast probleemloos, dat ondervonden ook bassist Geert Schurmans en de Canadese drummer Joe Purkess. Die samenwerking mondde ettellijke maanden geleden uit met het genietbare album ‘Never Forget’. De setlist leent zich enkel tot dit album, op uitzondering van ‘Twilight’, dat niet gespeeld wordt. Zoals steeds maakt het trio een gedreven indruk en dat laat sporen na in Wespelaar vanaf het eerste nummer met de welbekende sterke single ‘Watch Out’, ook het openingsnummer van het album. Voor het overige kwam ik onder de indruk van ‘The Dead Tree’ en het gevoelige ‘Mystery Heaven’. Ook ‘Freedom’ (Hendrix) blijft een verdomd goed gespeelde enige cover en ook ‘Dirty Woman’ is ook een sterke song en voor dit moment kreeg hij de hulp van zangeres Kaz Hawkins. Stef maakt overigens naast de Bluesbones ook deel uit van de Kaz Hawkins Band en steekt af en toe nog een hand toe bij Phil Bee’s Freedom. Drukke tijden dus voor de nog steeds jonge Stef Paglia, die met zijn twee kompanen kan terugblikken op een mooie volwassen passage in Wespelaar.
Ook een mature sound konden we waarnemen in de set van de 29-jarige Italiaan Dany Franchi , die we onlangs nog aan het werk zagen op het Goezotfestival in Oud-Turnhout. De 29-jarige Italiaan uit Genua wordt beschouwd als één van de beste jonge bluesgitaristen. Zopas bracht hij met ‘Problem Child’ zijn derde (top)album uit en dit onder de vleugels van de bekende gitarist Anson Funderburgh. Succes bleef niet uit en zijn eerste Europese clubtour was succesvol en ook de festivals bleven niet achterwege. In Wespelaar opende hij met ‘Give Me A Sign’. Ook ‘Wanna Know’ en ‘Back To The River’ (wat een mooie stem heeft die man) putte hij uit zijn recente album en uiteraard mocht titeltrack ‘Problem Child’ niet ontbreken. Tussendoor hoorden we ook ‘San-Ho-Zay van Freddie King de revue passeren. Met de boogie ‘I’m Gonna Love’ sloot Dany Franchi zijn set op een erg mooie manier af. Van Whitney Shay wisten we vooraf weinig, maar uit de persbio vernamen we dat de dame in kwestie uit San Diego komt en dat ze best wat indruk maakte de voorbije jaren met haar fifties klinkende muziek, waarin de blazerssectie een belangrijke rol speelt. We keken alvast reikhalzend uit naar deze roodharige muzikale diva, die genomineerd werd als ‘Best Soul-Blues Female Artist’. We willen meegeven dat deze nominatie best wel terecht is na haar passage op Swing samen met haar zeskoppige(!) band, met op gitaar de bekende Parijzenaar Nico Duportal. Whitney speelt een aanstekelijke set en dat heeft zijn weerslag op het heupwiegende publiek dat echt kan genieten van deze muziek. Uiteraard speelt ze heel wat uit haar meest recente album ‘A Woman Rules The World’ (waar o.a. de fantastisch Sax Gordon aan meewerkte). De blazers zijn nadrukkelijk aanwezig in deze dansbare set, vooral in ‘Love Creeping Up On You’, een eigen nummer. Dit is swingblues van de bovenste plank waarin ook voor gitarist Duportal een hoofdrol is weggelegd. Ook van ‘Grinnin’ In Your Face (Son Seals), brengt ze een ongeziene versie, die traag van opbouw is maar eindigt in een ongeziene climax. Eindigen doet ze eveneens in stijl met het stevig rockende ‘Get Down and Get With It’(dat we nog kennen van Slade). Heerlijke set van deze dame en haar schitterende band, waar we wellicht nog veel van gaan horen. |
Zanger-gitarist Breezy Rodio is ook een voor mij vrij illustere onbekende, maar de mensen van Swing hebben een neus voor talent. De in Rome geboren Italiaan belandde via New York in Chicago. Hij maakt op Swing zijn Belgische debuut. Het was onder andere met Guy King en Lurrie Bell dat hij in contact kwam en die maakten hem wegwijs in de clubs om er de Chicagoblues te spelen. Dat bracht hem een eerste album op in 2011, een tweede (‘So Close To It’) volgde in 2015. Omdat hij ook in die periode in een reggaebandje speelde moest hij kiezen en hij koos - met zijn derde album ‘Sometimes The Blues Got Me’ (Delmark Record, 2018) - voor de blues. In Wespelaar is hij niet voor één ding te vangen. Het is een mix van blues, rock, soul en funk in een erg gevarieerde set. Op een gegeven moment wenkt de frontman naar de tribune en komen Dani Franchi en Jamiah Jones als gastgitaristen de band vervoegen voor een paar nummers. Nadien komt er nog een epiloog met een aantal groovy songs om daarna af te sluiten met de titeltrack van het album ‘Sometimes The Blues Got Me’ in een ietwat te lange versie.
Net als bij de vorige artiest viert met de komst van Kirk Fletcher ook de gitaar hoogtij. De van Californië afkomstige Fletcher wordt genoemd als één van de beste hedendaagse bluesgitaristen, die onder meer zijn stiel leerde bij Kim Wilson’s Fabulous Thunderbirds en is ook een veelgevraagde gitarist bij Charlie Musselwhite, Eros Ramazotti en Joe Bonamassa. Geen kleine jongen dus, maar niet iemand die het publiek bespeelt. De man is heel bescheiden en dankbaar dat hij op Swing kan spelen. Met een minimale bezetting met orgel en drum brengt hij het publiek bij momenten in vervoering met zijn muziek. Dat was el bij de eerste noten merkbaar bij de eerste nummers van zijn recente album ‘Hold On’. Na een instrumentaaltje als opener toonde hij met ‘Need Me’ een mooie brok soulblues met fraaie gitaar- en orgelklanken. Een andere toonaard is er bij ‘Gotta Right’, een mooie shuffle met verschroeiende gitaarsolo’s. ‘Time’s Ticking’ klinkt dan weer een beetje psychedelisch en ‘Sad Sad Day’ is vrij ritmisch met mooi pianoklanken. Tussendoor zit er et ‘Rock With Me’ ook een cover van Kim Wilson, zijn ex-werkgever. Met het stevige ‘Two Steps Forward’ (het openingsnummer op het album) komt het einde in zicht, maar alvorens brengt hij nog een afscheidsnummer als ode aan het publiek. Kirk Fletcher mag dan niet de beste stem hebben, maar maakt met zijn subliem gitaarwerk veel goed. Deze 32ste editie van Swing Wespelaar werd zoals vanouds afgesloten met een een grote naam. Shemekia Copeland (dochter van Jimmy Copeland) deed dat zaterdagavond en ook op de slotdag mag de oudste zoon van Muddy Waters de festiviteiten sluiten met een flinke portie blues. Mud Morganfield en zijn swingende band mogen komen tonen hoe de echte blues voelt en dat werd aangetoond want het publiek genoot gretig, niet alleen van ’s mans zangkwaliteiten, maar ook wel van een uitstekende groep muzikanten (met o.a. Ronni Boyson op gitaar, Eric Ranzoni op toetsen en Steve ‘West’ Weston op mondharmonica). Mud speelt een aantal eigen nummers uit zijn vorig jaar uitgebrachte album ‘They Call Me Mud’, maar uiteraard ook eerbewijzen aan zijn vader. ‘I’m Your Hoochie Coochie Man’, ‘Baby Please Don’t Go’, ‘Got My Mojo Working’ (met even Johnny Burgin op het podium), ‘Mannish Boy,… Het werd dus nog een leuk afsluitend feestje na een driedaagse festival dat andermaal kwalitatief toch weer mag terugblikken op een meer dan geslaagd festival. Hopelijk kunnen we nog lang genieten van deze ‘hoogmis van de blues’, een titel die ze zeker verdienen. Bedankt Swing Wespelaar. |
A WOODLAND HILLCREST PROMOTION PRODUCTION I KEYS AND CHORDS 2001 - 2024