|
13 maart 2022 Muze-Cafe, Heusden-Zolder Report: Sis Vanhoof Foto's: Stefan Meekers © Met dank aan: Be-mine Blues |
Wat is er zaliger dan op zondag het weekend af te sluiten in goed gezelschap gecombineerd met een flinke portie muziek? Sinds kort zijn de muzecafé-optredens terug hernomen onder impuls van de samenwerking tussen AfterMuzeClip en Be-Mine Blues. Plaats van afspraak is telkens het fraaie Muzecafé van Heusden-Zolder waar éénmaal per maand een Belgische band het podium passeert. Na Voodoo Twinz & The Patricks, Big D & Captain Keys was het nu reikhalzend uitkijken naar The Catsmokes uit de muzikale driehoek Averbode-Zichem-Testelt. Muzikanten met ervaring, die in deze bezetting al twee decennia lang het beste van zichzelf geven. Dit 20-jarige jubileum zou dit eigenste jaar gevierd worden, tenminste als de omstandigheden allemaal mee zullen zitten. Aan het roer van deze band staan: Gerrit Cuypers zang/gitaar, Hans Van Diest zang/gitaar, Jan ‘Jakke’ Vermeulen zang/bas en ‘last but not least’ Robert Theys op drums.
Deze bandleden hebben dus al flink wat optredens op de teller staan en stonden op heel wat befaamde festivals in de Benelux. Ze speelden zelfs als voorprogramma voor de welbekende Amerikaanse rockband The Blasters in de legendarische Blauwe Wolk in Zottegem (2009). Met hun mix van covers en eigen nummers wisten deze heren al heel wat muziekliefhebbers te begeesteren met hun rock ’n’ roll-repertoire, met heel wat muzikale invloeden van country, rockabilly en een vleug swingrock. Goede cohesie Vanaf het eerste nummer, het bekende swingende ‘Texas Sun’ gingen de handjes al vlot op elkaar en ook ‘Long Way To Run’ volgde daar naadloos op. De akoestische gitaar werd even aan de kant gelegd en ging het er iets stevigers aan toe. Met onder meer ‘Watch Out’, een nummer opgedragen aan Walter Cuyvers, de kranige 82-jarige drummer die als aandachtige toeschouwer genoot van zijn verjaardag (en 2 geestesverrijkende wijnflessen kreeg overhandigd van The Catsmokes). De zuiver klinkende gitaarsolo’s van Gerrit volgden mekaar in snel tempo op zoals onder meer in ‘Whisky Or God’ en daarbij gaf ook ritmegitarist Hans tussendoor het beste van zichzelf met een aantal solo’s. Ook drummer Robert liet zich niet onbetuigd want hij drumt nog steeds even strak als een jonge dertiger. Bassist Jakke is ook niet van de minste en hij is eveneens telkens bij de les met zijn vingervlugge baslijnen. Wat we nog onthouden uit de eerste set is de ode aan Roy Orbison (‘Seven Steps’), het countrygetinte ‘Cry, Cry, Cry’ van Johnny Cash, het fraai klinkende ‘Trucksong In La Grange’ en het countryrocknummer ‘ Big City Blues’ met mooie solo’s van beide gitaristen. |
Met de pakkende Presleysong ‘Burning Love’, mooi gezongen door Gerrit, kwamen er ongetwijfeld heel wat emotionele momenten naar boven bij het publiek. Om daarna set één af te sluiten met ‘East Texas Pines’, een swinger van formaat. Conclusie van deze eerste set was dat het goed zat met de muzikale samenhang en het prima geluid.
Ode aan de grootmeesters Ook set twee was zowat op eenzelfde leest geschoeid, goed opgebouwd en nooit vervelend. Geopend werd er met ‘Dick Tracy’, een leuk instrumentaaltje waarna ‘Marie Marie’ - grote rockhit uit 1980 van The Blasters - vanonder het stof werd gehaald. Ook erg genietbaar waren een aantal covers van Sam & Dave zoals ‘No Money Honey’ en ‘Wrap It Up’, bij de bluesliefhebbers vooral bekend in de versie van Kim Wilsons Fabulous Thunderbirds. Ook de Chuck Berrysong ‘Beautiful Delilah’ passeerde de revue en daaropvolgend ‘I’m Shaking’ en het meerstemmige ‘Jimi Would’. Met een akoestisch tussendoortje kwam er treingewijs ‘Two Trains’ aan en ‘Nothing But Nothing’, waarbij ons vooral de mooie baslijnen opvielen. Gerrit plugde opnieuw electrisch in met het bekende ‘Long White Cadillac’ en met countrytonen van ‘Nashville Rash’, een aanklacht dat sommige nummers verkracht worden door andere muzikanten, zo deelde ons de frontman mee. Met ‘Brown Sugar’ kwam er een verrassend slotnummer aan met de aankondiging dat The Rolling Stones op 11 juli te gast zouden zijn in de aftandse bunker van het Koning Boudewijnstadion. Het doet me denken aan de regenachtige dag toen er - zeer lang geleden - Bruce Springsteen optrad en we na afloop ettelijke uren op Parking C moesten aanschuiven. Maar dit geheel terzijde. Het publiek eiste nog een bisnummer op maar de band speelde er twee ‘I’ll Never Play In Jacksonville Again’ (hometown van Lynerd Skynerd) en een ode aan ‘The Big Bopper’, een Amerikaanse zanger-discjockey die in 1959 verongelukte. Hoe dan ook was dit andermaal een geslaagde uitgave van Sunday Evening Blues. Het is nu uitkijken naar het slotoptreden want op Paasdag 17 april is Fred Klee & Southern Rumble te gast in het Muzecafé. Tijdig reserveren is de boodschap. |
A WOODLAND HILLCREST PROMOTION PRODUCTION I KEYS AND CHORDS 2001 - 2024