(Dag 2) • 23 augustus 2015 • Wespelaar
Ook de tweede dag van dit zeer gezellige festival begon onder een stralende zon en zo zou het ook blijven.
De opkomst tijdens de eerste uurtjes was niet meteen eentje waarop de organisatie gehoopt had. Maar naargelang we meer van de avond gingen geraakten de straten, net als op vrijdag, weer overbevolkt. Vandaag zes bands op het menu die toch her en der iet wat uit elkaar liepen maar wie heeft daar nu nog een probleem mee. Welk festival mag met trots zeggen dat ze nog steeds een en dezelfde lijn, wat hun oorspronkelijke muzikale genre betreft, volgen. Geen enkel, dacht ik want de verruiming van de genres is de dag van vandaag eigenlijk een ‘moet’ geworden, deels om de geldschieters tegemoet te komen maar ook om de toeschouwers enige vorm van afwisseling aan te bieden. De meeste festivalbezoekers gaan dan ook de dag van vandaag selectiever te werk dan voorheen. Gelukkig kan Swing zelfs aan de moeilijke purist voldoening schenken. Uit Nederland kwam de Fossen Struijk Band. In Nederland blijkbaar momenteel een hype maar of het hier in Vlaanderen ook zo’n vaart neemt, daar heb ik mijn twijfels over. Ze brachten wel een leuke, degelijke set waarin we o.m. verrast werden op nummers ‘She’s 19 Years Old’, ‘Look Over Yonder’ en ‘Baby What You Want Me To Do’. Nog een medley waarin ik flarden van ‘Papa Was A Rolling Stone’ ontwaarde zorgde toch voor een leuke opener. Uit Noorwegen kwam dan weer de jonge Magnus Berg en zijn band. 18 jaar en al een sterk gitarist met een gezalfde stem, dat was toch een kleine verrassing. Speciaal over gekomen om zijn langspeler ‘Cut Me Loose’ voor te stellen en met enkele nummers uit deze schijf waaronder ‘San-Ho-Zay’, dat we ook nog kennen van Chicken Shack e.a., de titeltrack ‘Cut Me Loose’ en ‘Driftin’’ kregen we van deze jonge Noor toch een sterke set. En als je daar dan nog een knappe versie van BB King’s ‘How Blue Can You Get’ bovenop doen, dan gaan we nog veel van deze jongeman man horen. Maar wat ik toch eigenlijk het beste vond op zaterdag was de volgende gast: Tim Austin Mitchell Band. Geen onbekende want tijdens de jaren zeventig/tachtig was hij vooral gekend van Sound Check, een funkyband maar hij speelde ook bij The Drifters, The Stylistics en deelde zelfs ooit het podium met de godfather of soul James Brown. Vandaag bewees Mitchell nog maar eens een sterk performer te zijn, en zijn muzikanten moet zeker niet voor hem onder doen. ‘Time’ (2014) is zijn jongste schijf en dan is Wespelaar de uitgelezen plaats om deze nog eens een keertje in het zonnetje te zetten. Uit zijn langspeler kregen we o.m. ‘Uncle Bo’ maar dat hij een veelzijdig muzikant is liet hij duidelijk horen in sterke covers van Hendrix’s ‘Hey Joe’, Stevie Wonders ‘Superstition’, en daarmee liet hij zijn soulkant horen, en wat dacht je van een nog ietwat uitgesponnen versie van Led Zeppelin’s ‘Whole Lotta Love’. |
Zeer sterke set en nog een pittig detail is dat Tim over een leuke falsettostem beschikt wat bij bepaalde nummers toch voor een serieuze meerwaarde zorgde.
King King uit Schotland, oftewel Alan Nimmo zonder zijn tweelingbroer. Er gaat geen jaar voorbij of we hebben hen ergens wel op een affiche zien staan, voor mij was dan ook de moment aangebroken om even de muziek te laten voor wat ze is en mijn honger te stillen en dan bedoel ik niet mijn muzikale honger. Hen nog voorstellen doe ik niet meer, wie deze Schotse jongens nog niet kent moet maar eens wat werk van de Nimmo Brothers of King King aanschaffen. Alan had weer zijn kilt aangetrokken en dat zorgt toch steeds voor speciale taferelen. De nummers die ik van hen in de verte hoorde waren ‘Stranger To Love’, ‘More Than I Can Take’ en ‘Rush Hour’. En dat was het ook momenteel op het dorpsplein in Wespelaar. De volgende band die het podium mocht beklimmen waren Moreland & Arbuckle uit Kansas, USA waar ze elkaar voor het eerst ontmoetten. Ondertussen zijn ze reeds een gevestigde naam in de blueswereld geworden en staan niet ieder jaar hier op een affiche. Dat maakt het alleen maar interessanter wanneer we hen dan eens live aan ’t werk kunnen zien. Ook vandaag wisten ze het publiek meteen in te pakken door hun sterke presentatie. We kregen toch zéér sterke nummers te horen: ’Red Bricks’, uit ‘Caney Valley Blues’ maar ook het voortreffelijke ‘Too Many Woman’, ‘The Ballad Of John Henry’ en ‘Hannah’ waren maar enkele nummers waarbij het publiek wild werd. Zij mogen gerust eens een keertje méér overkomen. Van een sterke set gesproken. Als laatste op de tweede dag van Swing 2015 het Amerikaanse Royal Southern Brotherhood, niet meer met Mike Zito, geen Devon Allman maar nu Tyrone Vaughan, de zoon van Jimmie, en Brent Walker die nu voor de sterke gitaargeluiden zorgden. Een band die mijns inziens een beetje té hard overroepen wordt maar zeker geen teleurstelling is, laat dat duidelijk zijn. Maar de muziek die ze brengen, en dit vooral door wat Cyril Neville steeds toont op de bühne, begint bij mij al snel te vervelen. Dit is natuurlijk mijn persoonlijke mening hierover. De kerels uit Atlanta, Georgia, ook de thuisbasis van de Allman Brothers (Macon, Georgia) brachten een, laat ons maar zeggen, routineuze set. Het was alsof het voor hen een generale repetitie was en vooraleer ik me richting auto begaf hoorde ik nog momenten uit o.m. ‘Poor Boy’. Voor mij zat Swing 2015 er op. De volgende dag weer vroeg uit de veren voor de laatste dag van de Vostertfeesten in Bree. Swing 2015, wat de eerste twee dagen betrof, was weer een schot in de roos. Natuurlijk kan geen enkele organisator voor iedereen een ganse dag leuke dingen presenteren want dan zouden ze misschien voldoende hebben om maar drie of vier namen op het programma te plaatsen. ‘Ups en down’, maar zo hoort het nu eenmaal op een festival… en dan nog steeds gratis en bovenal zeer gezellig is, dat hoeven we je niet meer wijs te maken. |
A WOODLAND HILLCREST PROMOTION PRODUCTION I KEYS AND CHORDS 2001 - 2024