cd reviews
Het Amerikaanse Trixter ontstond begin jaren tachtig en kende zijn grootste successen begin jaren negentig dankzij MTV die ervoor zorgde dat aanstekelijke en gemakkelijke in het gehoor liggende glam rock, AOR of arena rock dagelijks op de beeldbuis te zin was. Hun titelloze debuutalbum bevatte een drietal nummers waarvan de videoclips “grijs” werden gespeeld. Maar toen dit succesvolle verhaal een halt werd toegeroepen op de tv-zender leidde dit ook in 1995 tot het einde van Trixter. Maar sinds 2007 timmert Trixter opnieuw aan de weg naar de eeuwige roem en dat met dezelfde line-up waarmee ze in 1995 eindigden: Peter Loran (lead vocals, rhythm guitar), Steve Brown(lead guitar, harmonica, backing vocals), P. J. Farley (bass guitar, backing vocals) en Mark "Gus" Scott (drums, percussion, backing vocals). En net als toen brengt het viertal van die aanstekelijke, goed in het gehoor liggende rockmuziek die tegenwoordig bestempelen als AOR, glam rock (metal) of hair rock (metal). Wie zich toen als een vis in het water voelde bij het horen van die aanstekelijke deuntjes zal ook deze elf tracks weten te waarderen. Voor mij klinkt dit net iets te afgelikt, te commercieel zonder dat ik afbreuk wil doen van wat het viertal hier op plaat heeft gezet. Ik geniet immers ook van mooie gitaarsolo's die in elk nummer opnieuw langs komen. Maar toch lijken al die nummers zo op elkaar en ook de bands onderling kan ik soms maar met moeite uit elkaar houden. Maar zoals eerder gemeld: als je houdt van het genre kan je dit gerust aan je collectie toevoegen. Luc Ghyselen (3½)
0 Opmerkingen
Gitarist Frank Caruso en drummer Carrado Ciceri zijn al heel lang goede vrienden terwijl ze toch zo goed als apart een muzikale carrière uitbouwden. Tot ze in 2012 samen een nieuw project uit de grond stampten: het brengen van melodieuze hard rock met, als het even kon, Mark Boals, die beiden erg hoog inschatten, als vocalist. Samen met tweede gitarist Andy Rigoli en bassist Gabriele Baroni werd hun droom ook werkelijkheid en het vijftal blikte het titelloze debuutalbum (2013) in. Om dat album te ondersteunen ging het kwintet ook nog op tournee, maar Mark kon wegens het vele andere werk (o.a. Dokken) die tournee niet vervolledigen en werd tenslotte vervangen door Alessio Spini. Nu komt het vijftal eraan met dit vijf tracks tellend nieuw werkstuk dat (voorlopig ?) enkel digitaal verkrijgbaar is. De eerste track, 'The Best Things Are Free', werd dan wel weer opgenomen met Mark Boals als zanger. Uiterst verzorgde melodieuze hard rock met de spotlight op knappe, sterke en krachtige zang zoals we konden horen op tal van albums die in de jaren tachtig op de markt werden gebracht en die we nu catalogeren onder de noemer 'Melodic Classic Rock'. En datzelfde kan ik ook zeggen over drie van de vier overige tracks op deze 'Sole Freedom': 'Let Me Breath', 'Blind Without You', 'Break the Cage' die dus allen melodieus, aanstekelijk en goed gearrangeerd klinken met nadruk op mooie, krachtige en soepele zang en bovendien gedreven gitaarriffs en uitmuntende solo's bevatten. Eindigen doen ze dan met het mooi opgebouwde instrumentale 'Lightning, Thunder And Rainbow' dat melodieus klinkt en tal van uitstekende gitaarsolo's omvat. Fans van het genre moeten zichzelf een plezier doen en dit werkje gaan opzoeken via het wereldwijde web: ze zullen er nog veel plezier aan beleven! Luc Ghyselen (4½) Het Zweedse trio Kamchatka – Thomas Andersson (guitar & vocals), Tobias Strandvik (drums) en Per Wiberg (bass, keyboards) – liet hun zesde album, 'Long Road Made Of Gold', mixen en masteren door Russ Russell, die vooral naam heeft in het wereldje van extreme metal (o.a. Napalm Death). Toch blijkt dit een goede keuze geweest van het drietal want hun stevige in de jaren zestig en zeventig gedrenkte blues rock krijgt hier hier een formidabele injectie die ervoor zorgt dat de tien tracks op dit album uiterst modern en hedendaags klinken. Al zetten ze je om te openen wel erg op het verkeerde been want een banjo trekt 'Take Me Back Home' op gang, dat na die intro gedreven en krachtig verder gaat met slepende basslijnen, mooi uitgekiende drumpatronen, een stevige bluesriff en een lichtjes rauwe en hese stem. Dat de banjo na verloop van tijd in de achtergrond ook nog een stukje komt meespelen is mooi meegenomen, terwijl de mooie gitaarsolo de kers op de taart is. Het gedreven bluesy 'Get Your Game On' is een erg aanstekelijke track geworden die zich al bij de eerste beluistering tussen de oren nestelt en een uitmuntende gitaarsolo bevat. 'Made Of Gold', het tweede deel uit de titel van dit album, krijgt een stuk over halverwege een stuk te verwerken die ik meen te herkennen van ZZ Top, waarin bass en gitaar het ritme aangeven. Gedreven, aanstekelijk en bluesy zijn de drie trefwoorden die het best 'Human Dynamo' omschrijven. Het tempo wordt volledig naar beneden getrokken voor de bluesy ballade 'Rain' met zijn slepende gitaarsolo en zijn pulserende basslijnen. 'Who's To Blame' pikt de draad weer op van voor de ballade met een rockende track, terwijl 'Mirror' een pak steviger, snediger en dan toch wat logger overkomt met zijn hoekige ritme. 'Slowly Drifting Away' is een krachtige rockende bluesshuffle geworden. Het door een slide gitaar op gang getrokken 'Long Road' is een slepend en eerder langzaam nummer dat het eerste deel van titel van dit album vormt. Met het uiterst vlotte en gedreven 'To You' eindigt dit album op een knappe en aanstekelijke manier zodat je meteen de “play-knop” op je cd-speler opnieuw indrukt. Ja, ik heb genoten van dit zesde album van dit Zweedse trio en ik raad dan ook de talrijke fans van traditionele bluesy hard rock en de liefhebbers van blues rock aan om dit blinkend schijfje als de weerlicht in huis te halen. Luc Ghyselen (4) Het Duitse Iron Savior werd in 1996 opgericht door vocalist Piet Sielck, gitarist Kai Hansen (Gamma Ray) en drummer Thomen Stauch (ex-Blind Guardian). Tot op heden leverde dit acht studio-albums op en is eigenlijk Piet Sielck nog de enige van het oprichtende trio die er nu nog bij is. Traditionele power metal (met als grote voorbeelden Judas Priest en Iron Maiden) werd en wordt nog steeds gekoppeld aan teksten die science fiction verhalen uitmaken. Om bijna twintig jaar Iron Savior te vieren werd dit concert opgenomen in thuisstad Hamburg. Zeventien tracks, de intro meegeteld, krijg je hier voor de kiezen en het mag en moet gezegd worden: de stevige en toch melodieuze power metal van het huidige viertal is inderdaad schatplichtige aan de twee eerder genoemde metal iconen, maar dit neemt niet weg dat ook deze Iron Savior best wel te pruimen is. Een meer dan enthousiast publiek kreeg dan ook waar voor hun geld en elke rechtgeaarde fan van deze band moet deze 'Live At The Final Frontier' in huis halen wegens het feit dat dit de allereerste live registratie is van de band die je dan nog verkrijgt op dvd en 2cd. Maar ook voor de niet fans van de band is dit hier genieten geblazen daar je een mooie bloemlezing krijgt uit wat deze band zoals op plaat heeft uitgebracht: meteen een ideale gelegenheid om Iron Savior te leren kennen. En dat ze hun live set hier afsluiten met een nummer van een van hun grote invloeden is natuurlijk heel leuk: Judas Priest's 'Breaking The Law'. Maar ook hun eigen tracks zijn best te pruimen zoals o.a. 'The Savior', 'Break The Curse' (dat naar het einde toe mag meegebruld worden), 'Heavy Metal Never Dies' (ook al volop meegebruld), 'Atlantis Falling', … Luc Ghyselen (3½) 'Indestructible' is het tiende studio-album van deze arena rock / AOR / melodic rock band met nog steeds vocalist James Christian als belangrijkste figuur. Al kunnen we nu wel stellen dat de line-up van de band – met, naast James, gitarist Jimi Bell, bassist Chris McCarvil en drummer BJ Zampa in de rangen – eigenlijk echt wel stabiel te noemen is. Net als op de vorige vijf albums kan je hier nu ook weer genieten van krachtige, lichtjes rauwe vocalen, stevige gitaarriffs en sublieme solo's en dat alles ondersteund door een krachtige, pompende bass en uitgekiende drumpatronen. Samen vormt dit een geheel die zowel krachtig en stevig rockend is, maar ook heel melodieus klinkt dankzij de mooie arrangementen. Voor tracks als het gedreven 'Go To Hell', het op snelheid gebrachte '100mph', het krachtige 'Die To Tell', het aanstekelijke 'Ain't Suicidal' of het machtige 'Stand And Deliver' mag je me steeds wakker maken. Daarmee bedoel ik niet dat de overige tracks echt minder zijn,maar deze vijf zijn toch wel mijn favoriete tracks op dit knappe nieuwe album van House Of Lords. Luc Ghyselen (4) Het Franse melodieuze power metal viertal van Darktribe komt eraan met hun tweede full-album. 'The Modern Age' is de opvolger geworden van het in 2012 uitgebrachte debuutalbum 'Mysticeti Victoria' (Massacre Records) en van de in hun debuutjaar uitgebrachte ep 'Natural Defender'. Voor mij is dit tweede full-album mijn kennismaking met dit Franse kwartet dat uit Anthony Agnello (vocals), Loïc Manuello (guitars), Bruno Caprani (bass) en Julien Agnello (drums) bestaat. De instrumentale intro, 'Humanizer', gaat naadloos over in de eerste volwaardige track van dit album: 'Red House Of Sorrow'. Meteen worden alle ingrediënten in de sound van deze Fransen duidelijk: gedreven maar melodieuze power metal, een krachtige niet onaardige stem, leuke gitaarriffs en solo, een stevige basis van drums en bass, en ... keyboard klanken die een vollere sound opleveren,maar die na een paar nummers allemaal eender lijken. Gelukkig zorgen de meestal flitsende gitaarsolo's voor wat verademing. Toch lijkt me dit veel te weinig om de volledige rit, elf nummers lang met die intro meegerekend, echt te blijven boeien omdat die keyboard klanken me tijdens die volledige rit toch wel enorm op de zenuwen werken. Eenmaal wordt dit stramien onderbroken voor de ballade 'Holy Water Day' die het moet doen met een minimale begeleiding en dan mis je net die keyboards. Misschien toch nog even nadenken als ze een volgend werkstuk presenteren en misschien opteren voor een tweede gitarist die de sound voller kan gaan maken. Luc Ghyselen (3) Het Finse Burning Point rond zanger/gitarist Pete Ahonen werd in 1999 en is met dit titelloze album toe aan zijn zesde full-album. Nog steeds opteert het gezelschap voor melodic power metal, maar toch klinkt dit album stukken anders dan de vijf vorige! En dat mag je gerust op conto schrijven van vocaliste Nitte Valo (ex-Battle Beast) die sinds vorig jaar deel uitmaakt van de nieuwe line-up die verder bestaat uit de gitaristen Pete Ahonen en Pekka Kolivuori, bassist Sami Nyman, drummer Jussi Ontero en toetsenist Jarkko Väisänen. Elf tracks werden goed genoeg bevonden voor dit album, maar dit zijn niet allemaal echt nieuwe nummers geworden daar zes ervan reeds eerder verschenen op eerdere albums van de band, maar dan wel voorzien van de vocalen van Pete Ahonen. 'Signs Of Danger' ('Salvation By Fire' (2001)), 'All The Madness', 'Into The Fire' en 'Blackened The Sun' ('Feeding The Flames' (2003)), Heart Of Gold' en 'Dawn Of The Ancient War' ('Burned Down The Enemy' (2007)) worden hier nieuw leven ingeblazen en hoe die tracks toen klonken, weet ik echt niet daar dit mijn kennismaking is met dit Finse zestal. Wat ik wel weet is het volgende: deze tracks passen perfect bij de nieuwe tracks en de vocalen van Nitte zijn uiterst krachtig (geen sopraan stem) en passen perfect bij de aanstekelijke melodic power metal van de band. Openen doen ze met het uiterst gedreven en toch melodieuze en aanstekelijke 'In The Shadows' waarmee de toon voor het volledige album is gezet. Naast de krachtige stem van Nitte vallen ook de stevige gitaarpartijen en de mooie solo's op. In 'Find Your Soul' schreeuwt Nitte de longen uit haar lijf tijdens de intro, terwijl het refrein zo aanstekelijk is, dat het reeds bij de eerste beluistering in je hoofd blijft rondtollen. 'My Darkest Times' wordt aan een lager tempo gebracht en kan je zo gaan bestempelen als een ballade, maar dan wel een uiterst krachtige. Ook het catchy 'Queen Of Fire' is een nummer dat meteen in je hoofd blijft rondtollen en zodoende gemakkelijk kan meegebruld worden tijdens hun live concerten (bemerk hier ook de uiterst melodieuze gitaarsolo). Eindigen doet de band met de kiss cover 'I've Had Enough (Into The Fire)' dat ze volledig naar hun hand zetten. Misschien allemaal niet bijster origineel,maar verdorie wel heel goed gebracht. Wie houdt van aanstekelijke melodic power metal zal met deze 'Burning Point' erg veel plezier beleven! Luc Ghyselen (4½) Begin jaren negentig ontstond de band Crown Of Thorns, een Amerikaanse melodic hard rock/glam rock band, met als drijvende krachten oprichter Jean Beauvoir en Micki Free. Het titelloze debuutalbum (1994) van de band deed, vooral in de U.S.A., flink wat stof opwaaien. Daarna gingen beide heren hun eigen weg tot ze elkaar in 2003 opnieuw tegen het lijf liepen voor een ander project. Daarna volgden een aantal shows in Europa (2013) en kreeg het duo het aanbod van Frontiers Records om en album op te nemen en deze 'American Trash' is daar het resultaat van geworden. Het tweetal verdeelde “het werk” onder hun beiden: Jean als zanger, gitarist, bassist, drummer en toetsenist, Micky als lead en rhythm gitarist en op akoestische gitaren. Elf nieuwe tracks blikten de heren in die opnieuw volledig in het teken staan van de Amerikaanse markt: gepolijste, melodieuze rock met, hoe kan het anders in het genre, geregeld een gevoelige ballade ertussen en dat alles in de hoop van dat ene grote monstersucces te kunnen scoren. Allemaal niet slecht natuurlijk, maar hier, in België althans, krijgt dit soort van muziek helemaal geen kans op de nationale radiozenders en klinkt het geheel waarschijnlijk “te soft”, te commercieel voor de die hard metal fan, terwijl voor de modale muziekliefhebber een aantal tracks misschien net iets te hard, te zwaar klinkt. Zelf apprecieer ik dit wel, maar melige ballades als 'Just Breathe' en 'Never Give Up' hoeven niet voor mij, terwijl een gedreven stevig rockende track als 'Cold Dark December' en het vlotte, aanstekelijke 'Angels Cry' dan wel weer mijn goedkeuring meekrijgen. Luc Ghyselen (3½) Deze cd/dvd/bluray bevat het integrale concert dat Asia, in de originele bezetting (John Wetton (bass, vocals), Carl Palmer (drums), Steve Howe (guitars) en Geoff Downes (keyboards), ten beste gaf op zeven november 2012 in de “Regency Ballroom” in san Fransisco toen de band op tournee was om hun 'XXX'-album extra te promoten. Het eindresultaat zijn achttien tracks die zowat het hele oeuvre van de band omvat want naast tracks uit het toen meeste recente album 'XXX' (o.a. 'I Know How You Feel' en ''Tomorrow The World') komen ook nummers uit hun allereerste album 'Asia' (1982) aan bod zoals 'Wildest Dream', 'Only Time Will Tell' en natuurlijk ook hun monstersucces ''Heat Of The Moment', waarmee deze set hier afsluit. En terwijl het muzikaal nog steeds meer dan genieten is van het vakmanschap van het viertal, knelt het schoentje toch vocaal een beetje. Terwijl John in het begin van dit concert nog vrij goed overkomt zakt het vocale later in de show toch wel wat elkaar wat in feite wel begrijpelijk is daar john geen drie maal zeven meer is. Nog een puntje van kritiek is het feit dat 'Holy War' een drum solo is en dat komt live wel heel goed tot zijn recht, maar op plaat is dat toch een stuk minder, al kan je natuurlijk opteren voor de dvd of de blu ray en dan zie je hoe Carl op de ezelsvellen tekeer gaat. Toch is dit een mooi tijdsdocument geworden waar fans van progressieve rock en zeker van Asia zelf mee in de wolken zullen zijn. Luc Ghyselen (3½) Babymetal is een Japanse metal-, zang- en dansgroep, bestaande uit drie meisjes en wordt gemanaged door het talentenbureau Amuse. Het platenlabel beschrijft de stijl van de band als ‘Kawaii Metal’ wat zoveel betekent als schattige metal. Ikzelf zou dit liefst omschrijven als ‘K3 meets Metal’ - jawel u leest het goed - deze term omschrijft echt wel wat u van deze schijf kan verwachten; niet meer en niet minder! Volgens Kobametal, de producer van de band, kwam de naam ‘Babymetal’ in hem op als een openbaring… Een woordspeling op ‘heavy metal’, omdat ‘baby’ op ‘heavy’ rijmt. ‘Baby’ vanwege de schattigheid, & ‘metal’ dat de intensiteit aanduidt en je het kunt interpreteren als ‘pasgeboren metal’. Enrico Ahlig van het Duitse blad Metal Hammer schreef hun succes toe aan de korte rokjes, het schoolmeisjes charme en de hoge piepstemmen - net zoals je in mangastripverhalen kan verwachten -?maar dan allemaal met metal vermengt . Slams, breaks en solo's worden op felle wijze door een blender van piepende technomelodieën gehaald om tot een nauwelijks te aanhoren combinatie gemixt te worden. Het lijkt wel of de gekste ideeën uit Japan moeten komen net zoals de meeste absurde gadgets waarvan je wel eens foto’s vind op het internet of sociale media. Dit album moet in de categorie absurditeiten zeker niet onder doen. Voor wie na dit alles nog moest geïnteresseerd zijn is hier een beetje geschiedenis van de band: De groep werd aanvankelijk opgericht als een subeenheid van de vrouwelijke idoolgroep Sakura Gakuin onder het concept ‘fusie van metal en idoolmuziek’. Geen één van de drie vocalisten wist wat metalmuziek was voor de band werd opgericht. Babymetals eerste in eigen beheer uitgebrachte cd-single, BabyMetal? Kiba van Akiba, werd nummer 3 in de Oricon Weekly Indie Chart en nummer 1 in de Tower Records Shibuya Weekly Indie Ranking. Hun debuutsingle ‘Ijime, Dame, Zettai’ was binnen een week 19.000 keer verkocht en kwam binnen op nummer 6 in de Oricon Weekly Singles Chart. Over absurd gesproken zeg ik dan (je moet de nummers maar eens googlen). In het voorjaar van 2013 had zangeres/danseres Suzuka Nakamoto (Su-metal ) de middelbare school afgerond en moest daarom als ‘afgestudeerde’ de - uit meisjes tot aan de middelbare school bestaande - groep Sakura Gakuin verlaten. Het management besloot dat ‘Babymetal’ zou blijven doorgaan als band en de groep bracht haar volgende single ‘Megitsune’ uit. Babymetal stond intussen op het rockfestival Summer Sonic ( 10 & 11 augustus 2013) in Tokio en Osaka. Dit was hun tweede optreden op het festival ( in 2012 werden ze de jongste artiesten ooit die daar optraden). Later, in oktober 2013, was Babymetal ook de jongste groep ooit die deelnam aan het heavy metal festival Loud Park. In november 2013 bracht Babymetal een promotievideo uit voor de Japanse première van Metallica's film Through the Never. Dit gevolgd door de eerste live-dvd/blu-ray. Deze eindigde op de zevende plaats in de wekelijkse Oricon Blu-ray Charts en op de tweede plaats onder muziek blu-rays. De schijf bevatte drie verschillende concerten. Waar Japan blijkbaar wild gaat voor deze ‘Babymetal’ kan ik (en waarschijnlijk velen met me) er toch niet warm voor lopen. Hiermee is eigenlijk ook alles rond de band en het album omschreven. Ik kan me echt niet inbeelden dat een zaal zou vollopen voor dit concept en hoe vaak ik ook de schijf al in mijn speler geplaatst heb, ik blijf er moeite mee hebben om het tot het einde vol te houden. Muzikaal zijn er best nog wel goede elementen te bespeuren en ik twijfel dan ook niet aan de muzikale- en speltechnische kennis van de muzikanten maar de drie piepende kleuterjuf zangeresjes kunnen me echt niet bekoren. Wil je toch iets nuttig uit deze schijf halen download dan de openingstrack ‘Babymetal Death’ omdat net hier de irritante stemmen niet aan bod komen. Verder zijn er op Youtube ook nog karaoké of instrumentale versies van enkele van de nummers te vinden en deze zijn voor de liefhebbers van snoeiharde speed- & trashmetal wel om aan te horen. Mijn score van 2 op 5 is dan ook voor de muzikaal geleverde prestaties als ik dit enkel op het vocale had moeten waarderen dan had ik in min score moeten gaan. Line up:
Johan Kaethoven (2½) Tracks:
EAR Music I Promo CD I V2 Records Benelux I Babymetal
|
|