cd reviews
Waar te beginnen met The Dear Hunter? Een genre plakken op het sonische kunstwerkje dat de heren afleveren met 'Rebirth In Reprise' is onbegonnen werk, maar ik kan alvast zeggen dat dit een van de meest frisse en betere platen is die ik in lange tijd heb gehoord. Het muzikale brein achter The Dear Hunter is Casey Crescenzo, voormalig zanger van The Receiving End Of Sirens, maar het is pas met The Dear Hunter dat zijn muzikale ambities duidelijk worden: een theatrale reeks conceptalbums op ons loslaten die doorzinderen in de prog-rock wereld. Bedoeling was een zesluik dat het verhaal schetst van een 20-jarige die opgroeit in de 20ste eeuw. De eerste drie lp’s van de band schetsten dit verhaal, maar in 2011 en 2013 werden andere concepten aangeboord met 'The Color Spectrum' (2011) en 'Migrant' (2013). Eindelijk, na zes jaar wachten keren ze terug met 'Act IV: Rebirth in Reprise'. En wat een terugkeer is het: ik heb zelden een band zo succesvol weten gebruik maken van harmonie en melodie en het samenbrengen van zovele stijlen in enkele nummers. Rock, prog rock, indie, pop, zelfs folk en vaudeville – en het beste van al is dat dit prachtig klinkt. De plaat is doorspekt met theatrale elementen, strijkers, blazers en dat alles zorgt ervoor dat de luisteraar bijna op een filmische belevenis mee glijdt. Opener is 'Rebirth', een vocaal zeer complex nummer dat prachtig georkestreerd is en ontaard in wat een soundtrack kon zijn voor Alice In Wonderland. Deze loopt prachtig over in 'The Old Haunt', een typische rocker van The Dear Hunter: catchy chorus, interessante melodieën, slimme teksten. Dit nummer liet mij in stilte achter. Een stuk epische saga vinden we dan weer terug in 'A Night On The Town'. Strijkers, blazers, geweldig werk van de sologitarist en een prachtige atmosfeer – dit nummer maakt meteen duidelijk dat de heren van The Dear Hunter voor een grandeur gaan die de twijfelaars van hun sokken blaast. Verder bestaat Rebirth In Reprise nog uit twaalf andere nummers die ik iedereen aanraad om zelf te ontdekken. The Dear Hunter brengt geweldige verhalen en koppelt dit aan een muzikaal niveau om u tegen te zeggen. Verplichte kost voor elke prog liefhebber. Nathan Mussche (5)
0 Opmerkingen
Waar te beginnen met The Dear Hunter? Een genre plakken op het sonische kunstwerkje dat de heren afleveren met 'Rebirth In Reprise' is onbegonnen werk, maar ik kan alvast zeggen dat dit een van de meest frisse en betere platen is die ik in lange tijd heb gehoord. Het muzikale brein achter The Dear Hunter is Casey Crescenzo, voormalig zanger van The Receiving End Of Sirens, maar het is pas met The Dear Hunter dat zijn muzikale ambities duidelijk worden: een theatrale reeks conceptalbums op ons loslaten die doorzinderen in de prog-rock wereld. Bedoeling was een zesluik dat het verhaal schetst van een 20-jarige die opgroeit in de 20ste eeuw. De eerste drie lp’s van de band schetsten dit verhaal, maar in 2011 en 2013 werden andere concepten aangeboord met 'The Color Spectrum' (2011) en 'Migrant' (2013). Eindelijk, na zes jaar wachten keren ze terug met 'Act IV: Rebirth in Reprise'. En wat een terugkeer is het: ik heb zelden een band zo succesvol weten gebruik maken van harmonie en melodie en het samenbrengen van zovele stijlen in enkele nummers. Rock, prog rock, indie, pop, zelfs folk en vaudeville – en het beste van al is dat dit prachtig klinkt. De plaat is doorspekt met theatrale elementen, strijkers, blazers en dat alles zorgt ervoor dat de luisteraar bijna op een filmische belevenis mee glijdt. Opener is 'Rebirth', een vocaal zeer complex nummer dat prachtig georkestreerd is en ontaard in wat een soundtrack kon zijn voor Alice In Wonderland. Deze loopt prachtig over in 'The Old Haunt', een typische rocker van The Dear Hunter: catchy chorus, interessante melodieën, slimme teksten. Dit nummer liet mij in stilte achter. Een stuk epische saga vinden we dan weer terug in 'A Night On The Town'. Strijkers, blazers, geweldig werk van de sologitarist en een prachtige atmosfeer – dit nummer maakt meteen duidelijk dat de heren van The Dear Hunter voor een grandeur gaan die de twijfelaars van hun sokken blaast. Verder bestaat Rebirth In Reprise nog uit twaalf andere nummers die ik iedereen aanraad om zelf te ontdekken. The Dear Hunter brengt geweldige verhalen en koppelt dit aan een muzikaal niveau om u tegen te zeggen. Verplichte kost voor elke prog liefhebber.
Nathan Mussche (5) Waar te beginnen met The Dear Hunter? Een genre plakken op het sonische kunstwerkje dat de heren afleveren met 'Rebirth In Reprise' is onbegonnen werk, maar ik kan alvast zeggen dat dit een van de meest frisse en betere platen is die ik in lange tijd heb gehoord. Het muzikale brein achter The Dear Hunter is Casey Crescenzo, voormalig zanger van The Receiving End Of Sirens, maar het is pas met The Dear Hunter dat zijn muzikale ambities duidelijk worden: een theatrale reeks conceptalbums op ons loslaten die doorzinderen in de prog-rock wereld. Bedoeling was een zesluik dat het verhaal schetst van een 20-jarige die opgroeit in de 20ste eeuw. De eerste drie lp’s van de band schetsten dit verhaal, maar in 2011 en 2013 werden andere concepten aangeboord met 'The Color Spectrum' (2011) en 'Migrant' (2013). Eindelijk, na zes jaar wachten keren ze terug met 'Act IV: Rebirth in Reprise'. En wat een terugkeer is het: ik heb zelden een band zo succesvol weten gebruik maken van harmonie en melodie en het samenbrengen van zovele stijlen in enkele nummers. Rock, prog rock, indie, pop, zelfs folk en vaudeville – en het beste van al is dat dit prachtig klinkt. De plaat is doorspekt met theatrale elementen, strijkers, blazers en dat alles zorgt ervoor dat de luisteraar bijna op een filmische belevenis mee glijdt. Opener is 'Rebirth', een vocaal zeer complex nummer dat prachtig georkestreerd is en ontaard in wat een soundtrack kon zijn voor Alice In Wonderland. Deze loopt prachtig over in 'The Old Haunt', een typische rocker van The Dear Hunter: catchy chorus, interessante melodieën, slimme teksten. Dit nummer liet mij in stilte achter. Een stuk epische saga vinden we dan weer terug in 'A Night On The Town'. Strijkers, blazers, geweldig werk van de sologitarist en een prachtige atmosfeer – dit nummer maakt meteen duidelijk dat de heren van The Dear Hunter voor een grandeur gaan die de twijfelaars van hun sokken blaast. Verder bestaat Rebirth In Reprise nog uit twaalf andere nummers die ik iedereen aanraad om zelf te ontdekken. The Dear Hunter brengt geweldige verhalen en koppelt dit aan een muzikaal niveau om u tegen te zeggen. Verplichte kost voor elke prog liefhebber. Nathan Mussche (5) Rude Records I The Dear Hunter
Het Duitse pagan metal gezelschap Varg werd in 2005 opgericht door vocalist/gitarist Philipp “Freki” Seiler en drummer Silvester “Fenrier” Grundmann. Het vijftal wordt nu gecompleteerd door Timo “Managram” Schwämmlein (zang, gitaar, bass), Patrick “Hati” Zarske (gitaar) en Thomas “Skoll” Winkelmann (bass). Het nummer 'Rotkäppchen' kon je origineel vinden op hun derde full-album 'Wolfskult' uit 2011. Het is een uiterst aanstekelijk, vlot en uptempo nummer dat uitnodigt tot rondedansjes, vooral dankzij de folkloristische toets die de hurdy-gurdy van Anna Murphy (Eluveitie) meebrengt. De originele versie is één van acht nummers die je hier krijgt. Maar je krijgt ook nog een aantal andere versies van deze track, namelijk een opnieuw opgenomen versie (met opnieuw Anna Murphy), een karaoke versie, een Engelstalige versie met Christopher Bowes (Alestorm, Gloryhammer) en een Noorse versie (met de heren van Trollfest in steun). Meteen kan je nu gaan uitzoeken welke versie je voorkeur wegdraagt. Verder vind je hier ook twee nieuwe nummers: 'Ein tag Wie Heute', een uiterst gedreven en stevig doorhakkende track (met Dom R Crey (Equilibrium) als extra gitarist) dat je binnenkort ook mag verwachten op het nieuwe album ('Das Ende Aller Lügen') dat er aankomt, en 'Abendrot', een korte gebalde en energieke track die naar meer smaakt en hier exclusief wordt uitgebracht. Fans van pagan metal in het algemeen, maar zeker van de band zelf, doen er goed aan deze ep aan hun collectie toe te voegen. Ik heb er in ieder geval enorm van genoten en ik laat jullie zelf maar raden welke versie van 'Rotkäppchen' ik het meest waardeer. Luc Ghyselen (4) Misschien herinner je je de scene in het begin van de jaren tachtig toen tal van bands uit de omgeving van Los Angeles de kop opstaken. Ik noem voor de vuist weg Van Halen, Mötley Crüe, Dokken, Ratt, Quiet Riot en natuurlijk W.A.S.P. Hun mix van glam rock, hard rock, heavy metal en schok rock zorgde vanaf het eerste album, 'W.A.S.P.' (1984), voor vele gefronste wenkbrauwen. Nu zijn we intussen meer dan dertig jaar verder, liggen de grootste successen reeds lang achter ons, maar nog steeds is het viertal rond Blackie Lawless op tournee en brengen ze met mondjesmaat (hun laatste album, 'Babylon', dateert reeds van 2009) ook nog nieuw werk op de markt. 'Golgotha' is intussen het vijftiende officiële studio-album van het viertal en de negen tracks die je hier te horen krijgt, zijn stuk voor stuk uiterst knap te noemen. Ze hebben de “feeling” van seventies en eighties styled hard rock/glam rock, maar zijn wel een stuk langer dan bijvoorbeeld de tracks waarmee het allemaal begon voor de band. En dat het viertal in die langere nummers ook nog steeds boeiend kan overkomen bewijzen ze hier heel duidelijk met het prachtige, vlotte en energieke 'Slaves Of The New World Order' en het al even indrukwekkende sfeervolle titelnummer. Ik ben nooit een echt grote fan geweest van de band, maar deze 'Golgotha' kan duidelijk op mijn goedkeuring rekenen. Maar dan doe ik eigenlijk de overige zeven tracks oneer aan, want die zijn best wel allemaal van heel hoog niveau. Meteen een nieuw album van deze “oudjes” die, zeker bij de fans van het genre en de band, in hun collectie thuishoort. En dat ze dit ook live nog steeds kunnen waarmaken, bewezen ze onlangs nog op het Alcatraz Metal Festival en dat zullen ze heel binnenkort (26 oktober) in de Kreun in Kortrijk nog eens overdoen. Allen daarheen! Luc Ghyselen (4) Sailing To Nowhere is een Italiaans zestal – Marco Palazzi (vocals), Veronica Bultrini (vocals), Andrea Nazillo (gitaar), Valentina De Iuliis (keyboards), Carlo Cruciani (bass) en Giovanni Noe (drums) – dat ontstond in 2013 en ons nu met 'To The Unknown' probeert warm te maken voor hun melodieuze power metal. Negen tracks, waaronder hun versie van Anastacia's 'Left Outside Alone', sieren dat eerste album. Er wordt vrij knap geopend met 'No Dreams In My Night', een track die mysterieus begint met weemoedige vioolklanken, om na die intro in vol ornaat open te barsten. Ook de afwisseling tussen de krachtige cleane stem van Marco en de cleane stevige vocalen van Veronica is een goed gegeven. Verder valt de mooie melodieuze gitaarsolo hier op en de toch wel prominente rol van de toetsen. Maar eigenlijk, en dat is toch wel spijtig, gaat het vanaf de tweede track al bergaf: in plaats van krachtige powermetal te horen worden we vanaf die tweede track wat bemoederd met tracks waar er te veel kalme, rustige en trage passages in langskomen zodat ik de indruk krijg te luisteren naar nummers waar de kracht uit wegvloeit en plaats maakt voor ballades met wat energieke fragmenten. Gelukkig passeren er toch nog een paartracks de revue waar ik me wel in kan vinden. 'You Won't Dare' bevat net iets meer krachtiger fragmenten dan de meeste andere tracks en 'Saling To Nowhere' mag je zelfs als een pure power metal track bestempelen maar dan wel een met een, hoe kan het hier anders, op een ballade geënte brug die de vaart wat uit het nummer haalt. Dat ze term “melodic power metal” gebruiken in de promo aankondigen voor dit album, begrijp ik dus echt niet goed, want echt veel “power” en metal is hier niet te bespeuren. Dit valt duidelijk beter te klasseren onder de term melodic rocken zal onder die rubriek een pak meer mensen gaan aanspreken. Maar aan de andere kant zitten hier, naar mijn gevoel, te veel rustige en kalme passages in om echt te blijven boeien. Luc Ghyselen (3) Riwen is een zijproject van Johannes Persson (Cult Of Luna) in samenwerking met Christoffer Jonsson, Jonas A. Holmberg, Fredrik Lindkvist en Christian Augustin. 'The Cold' is een ijzersterk album dat door merg en been gaat wanneer je het beluistert. Dit album is een prachtig voorbeeld van hoe de pure kern van de hardcore klinkt. Zware gitaren, stevige drumpatronen en ruwe vocals. De eerste track op 'The Cold' is 'Crucifix'. Het nummer begint met een zeer kort inleidend stuk, maar na een paar seconden besef je dat deze mannen er geen gras over laten groeien. Wat zeer sterk opvalt in dit nummer is het drummen. Het tempo ligt zeer hoog en zorgt ervoor dat adrenaline doorheen je lichaam wordt gepompt. Het tweede nummer op 'The Cold' heet 'The Blackest Blood'. Het tempo ligt in dit nummer alweer zeer hoog, waardoor er aan energie geen gebrek is. De vocals klinken eerder aan de simpele kant in dit nummer, er wordt namelijk veel herhaald en er is niet zo veel diepgang in de tekst op zich. Maar spel dit nummer live en gegarandeerd krijg je je publiek mee en wordt er hartelijk op gemosht. Het derde nummer heet 'Orcus'. Het nummer begint zeer traag met een intro gespeeld op de bas. Doorheen dit nummer houdt de drummer een stevig tempo aan, maar de andere instrumenten spelen trager en zorgen voor een zeer zware sfeer binnen het nummer. De gitaarsolo in dit nummer is ook zeer aangenaam om te horen. De nummers zijn zeer zwaar, waardoor een solo een lichtpuntje kan zijn. Je kan als het ware wat recupereren, diep ademhalen en dan weer in het album duiken. Het doel van de artiesten in Riwen was de kern van de hardcore weergeven. Met het album The Cold hebben ze dit zonder enige problemen kunnen waarmaken. De nummers zijn ruw, snel en meedogenloos. Op instrumentaal vlak springt vooral het drummen in het oog, het tempo ligt in bijna alle nummers zeer hoog. Het drummen is ook voor een groot deel de bron van de energie in dit album. Robin Vandenbulcke (2½) Monster Magnet is nog steeds de band rond vocalist Dave Wyndorf. In 2010 kregen we van de heren het album 'Mastermind' en dat album wordt nu op zijn zachtste gezegd binnenste buiten gekeerd op deze 'Cobras And Fire (The Mastermind Redux)'. Persoonlijk ben ik nooit wild geweest van Monster Magnet en wat het huidige viertal – naast Dave zijn er ook nog Phil Caivano (gitaar), Garrett Sweeny (gitaar) en Bob Pantella (drums) – hier presteert is een mix van stoner rock, hard rock, psychedelic rock en dat allemaal overgoten met een meer dan stevige scheut space rock. De tien tracks die je hier op je bord krijgt werden dus allen reeds eerder gebracht op 'Mastermind' maar kregen hier dus een andere versie en de nummers werden ook opnieuw gearrangeerd en ze worden ook in een andere volgorde gebracht zodat het geheel klinkt als iets compleet nieuws. En waarschijnlijk is het dat ook wel – ik kan niet vergelijken met het in 2010 uitgebrachte 'Mastermind', maar echt veel heb ik toen waarschijnlijk niet gemist als ik moet afgaan op wat ik hier hoor. En nee,ook deze 'Cobras And Fire (The Mastermind Redux)' zal niet hoog eindigen in mijn top-album-lijstje van dit jaar. Luc Ghyselen (3) Millennial Reign werd in 2010 opgestart als solo-project van bassist/gitarist Dave Harvey. Toen vocalist Trae Doss en drummer Bryan Diffee aan boord werden gehaald was het plaatje compleet en in 2012 verscheen het in eigen beheer uitgebrachte debuutalbum: 'Millennial Reign'. Toen Dave begon te werken aan een tweede album waren Trae en Bryan niet meer beschikbaar en werd eerst vocalist James Guest binnen gehaald en wat later ook drummer Wayne Stokely. Na wat gesprekken over de toekomst werd beslist om van Millennial Reign een “full-band” te maken en werden bassist Daniel Almagro en tweede gitarist Jason Donnelly aan de line-up toegevoegd. Het eindresultaat van deze eerste samenwerking tussen dit vijftal ligt nu voor mij: 'Carry The Fire', een tien tracks tellend power metal album met een symfonisch en progressief randje die me vooral doet denken aan Queensrÿche. De tracks zitten erg goed in elkaar, er wordt sterk, krachtig en goed gemusiceerd en de lichtjes hoge vocalen van James passen hier perfect bij. Met een melodieuze kalme intro mag 'Forever Changed' het album openen. Het nummer kabbelt aan een medium tempo verder en beschikt over een paar steviger fragmenten die de potentie meteen onderlijnen van dit gezelschap. Het gedreven 'Way Up High' is er meteen recht op: stevig, krachtig en toch melodieus. En vanaf dan laten de heren echt geen steekjes meer vallen en blijf je op het puntje van je stoel gekluisterd om ook maar geen enkele noot te missen van dit kwintet. Slechte tracks zijn in geen kilometers in de omtrek te bespeuren, echte uitschieters eigenlijk ook niet. Als ik er dan toch een paar nummers moet uitpikken, kies ik voor het uiterst vlotte, snedige en gedreven 'This Day' met zijn rustige en kalme break en het misschien nog net iets vlotter gebrachte 'I'll Try' waarmee dit knap album wordt afgesloten. Luc Ghyselen (4½) Bassist/vocalist Jeff Brown is reeds heel lang actief in het rockwereldje. In het begin van de jaren was hij bassist bij Wildfire, hij beroerde ook de snaren bij Statetrooper, speelde met rockgrootheden als Ian Gillan en Bernie Marsden, en was zo'n zestien jaar lang lid van het toch wel befaamde glamrock gezelschap Sweet (eerst enkel als bassist, later als zanger/bassist). En nu acht Jeff de tijd rijp om met een album onder eigen naam uit te pakken. Met een vaste band – gitaristen Niko Arvanitis en Peter Szigeti, drummer Jürgen Reinert en toetsenist Gary Moberley – en een reeks gastmuzikanten blikte hij deze elf tracks in die nu samen '23 Years' vormen. Het is een mix geworden van klassieke hard rock en glamrock. Helemaal niets mis mee dus, ware het niet dat er, naar mijn gevoel toch, te veel kalme en rustige passages langskomen en zelfs een aantal gewoon rustig voortkabbelende tracks die meteen de vaart uit het album halen. Maar voor muziekliefhebbers die zweren bij die seventies en eighties styled muziek, valt er hier wel wat te genieten. Ik, persoonlijk, vind dit iets te gedateerd en iets te radiovriendelijk, Al mag dit natuurlijk heel zeker afgespeeld worden om de soms te lange werkdagen op te fleuren. Luc Ghyselen (3½) |
|