cd reviews
Na 20 jaar is het Duitse Lucifer’s Friend weer een band geworden. Ze ontstonden in 1970 en maakten klassieke hard rock die zeer typerend was voor de jaren zeventig. Tijdens hun bestaan produceerden ze een goede zes albums maar toen hun frontman John Lawton, die een fantastisch aanbod kreeg om zanger te worden bij Uriah Heep, brak voor de band een periode van grote ergernis aan. In 1982 gooiden ze voor een eerste keer de handdoek in de ring en in 1994 probeerden ze de band nieuw leven in te blazen. Maar anno 2015 staan ze er weer en meteen met een dubbellangspeler en terug met John Lawton als voorman. Line-up voor de 2015 editie ziet er dus als volgt uit: John Lawton (vocals), Peter Hesslein (gitaar), Dieter Horns (bass), Yogi Wichman (keys) en Stephan Eggert (drums). Enkele van hun langspelers uit vervlogen jaren zijn ‘Lucifer’s Friend’, ‘I’m Just A Rock & Roll Singer’, ‘Banquet’, ‘Good Time Warrior’ en nog een hele waslijst anderen. Als Lucifer’s Friend II brachten ze in 1994 ‘Sumo Grip’ uit, een verwijzing naar de periode waarin de band zich toen bevond. Met ‘Awakening’ krijgen we dus een herboren Lucifer’s Friend waarmee ze ons op het eerste schijfje nu een goede tiental knappe nummers presenteren. Dit is eigenlijk een greep uit hun verzameling klassieke hard rock tunes die nu voor de gelegenheid geremastered werden. De nummers werden sterk onder handen genomen en verdienen toch een tweede (of beter derde) kans en niet alleen in Duitsland waar de band zeer populair was. De songs die er nu uitsprongen, en dit dankzij de nog steeds sterke vocale capaciteiten van Lawton, waren mijns insziens ‘Ride The Sky’, het ietwat gematigde ‘Burning Ships’ en om er dan meteen weer stevig tegen aan te gaan met ‘Fugitive’. ‘Fire And Rain’ neemt ons meteen helemaal terug mee naar de beginperiode van o.m. Rainbow. Het tweede schijfje is eigenlijk een EP en bevat vier nieuwe nummers. Ook hier weer sterk aanwezig de knappe riffs van Peter Hasslein die doorheen het ganse ‘Pray’ rollen. De synthesiser wordt op ‘Riding High’ op hoogste versnelling geschakeld terwijl we met ‘Did You Ever’ weer het normale seventies hard rock patroon volgen. Met ‘This Road’, niet meteen een nummer dat potten zal breken, wordt dit tweede schijfje afgesloten. Of Lucifer’s Friend anno 2015 weer diezelfde populareit in Duitsland en omstreken zal ervaren is nog maar af te wachten. Alfons Maes (3½)
0 Opmerkingen
We Butter The Bread With Butter is een Duitse metalcore band en werd opgericht in 2007. De band bestaat uit vier leden: Paul Bartzsch als zanger, Marcel Neumann als gitarist, Maximilian Pauly Saux als bassist en Can Özgünsür als drummer. We Butter The Bread With Butter bracht reeds drie studio albums uit: 'Das Monster Aus Dem Schrank', 'Der Tag An Dem Die Welt Unterging' en 'Goldkinder'. Deze drie albums worden nu dus aangevuld met een vierde studio album genaamd 'Wieder Geil'. Het album sluit perfect aan bij de vorige albums. De typische mix van metalcore met elektronische klanken komt in 'Wieder Geil' ook weer aan bod. In dit album krijg je al luisteraar zeker de indruk dat de band zeer creatief is. Ze experimenteren er op los in dit album. Dit zorgt voor een volledig album gevuld met een aantal zeer opmerkelijke tracks. De eerste track, 'Ich Mach Was Mit Medien', bijvoorbeeld. In deze track is het elektronische aspect prominent aanwezig, men zou de indruk krijgen dat dit nummer de techno remix is van een andere versie. Niets is minder waar, dit is wel degelijk de originele track. Het is zeker geen slecht nummer, maar het voelt wat vreemd aan. Je moet meerdere malen luisteren om het nummer te kunnen vatten. Op twaalf april 2015 kreeg deze track een muziekvideo. Het tweede nummer is 'Exorzist'. Dit nummer begint met een mix van elektronische klanken met metalcore. Dit zijn we echter gewend door het vorige album. Daar was deze mix ook al aanwezig. Hier krijgen de elektronische klanken echter de bovenhand. Het nummer vindt, in tegenstelling tot de eerste track, een balans tussen de elektronische klanken en metalcore elementen. Dit nummer is heerlijk om naar te luisteren. Dit nummer heeft een zeer krachtig refrein. De combinatie van alle elementen (de elektronische stukken, metalcore en de clean vocals van Paul) zorgt voor een prachtig nummer. Dit nummer kreeg op vijf juni 2015 ook een muziekvideo. De derde track, 'Anarchy', buigt in vergelijking met de andere tracks eerder naar metalcore. Er zijn zeer weinig elektronische elementen aanwezig, of toch niet op de voorgrond. Deze track is zeer heavy. Je hoort zeer zware breakdowns, samen met de unclean vocals van Paul. Het refrein van dit nummer heeft dan weer zeer krachtige clean vocals. Dit nummer behoort tot één van de beste nummers die te horen zijn op 'Wieder Geil'. De vierde track heet 'Berlin, Berlin!'. Dit is een nummer die zeer zwaar is, metalcore weegt ook hier sterk door. De lyrics zijn niet zo zwaar, integendeel zelfs. Het is een gek nummer en doet wat denken aan 'Moskau' van Rammstein. In dat nummer worden bepaalde lijnen van de tekst ook door vrouwelijke stemmen gezongen, de tekst in dit nummer ligt niet in dezelfde lijn als die van Rammstein. Dit album is zeer creatief, maar je moet als luisteraar zeker openstaan voor nieuwe en speciale elementen. 'Wieder Geil' past perfect binnen de discografie van We Butter The Bread With Butter, want de typische elementen uit de vorige albums zijn ook nu weer hoorbaar. Dit zijn de elektronische klanken en de metalcore klanken. Als je openstaat voor creatieve en experimentele albums is Wieder Geil een album die je zeker eens moet beluisteren. Robin Vandenbulcke (3) Tesseract is een Britse progmetalband waarvan ik enkele nummers ken en die ik best goed vind. Daarom was ik benieuwd naar hun “nieuwe”, derde cd. Tot mijn verbazing bleek Odyssey een live album te zijn. Mijn eerste bedenking was waarom een band die nog maar twee cd’s heeft uitgebracht al een live cd uitbrengt, waarop dan ook nog geen enkel nieuw nummer staat. Is het creatieve armoede? Is het voor financieel gewin? Blijkt dat de sound en de kwaliteit van deze live cd dan nog ondermaats te zijn en dan heb ik het helemaal gehad. Slecht geproducet, slechte sound, de zanger klinkt alsof hij van op een bergtop aan het zingen is en wij hem in de alpenweide vanuit de verte horen. Wat een ontgoocheling! En dat voor een band die toch wel iets in zijn mars heeft: dat hebben ze immers bewezen met hun cd 'Altered State'. Laat het ons op een “accident de parcours “ houden en nu al uitzien naar hun vierde cd met nieuw werk waarop TesseracT kan bewijzen dat ze wel een goede progmetal band zijn. Bart Verlinde (2½) Nieuw aan het rock/metal firmament is Sunset In The 12th House, een nieuwe band van Edmond Karban en Sol Faur, de twee “masterminds” van Dordeduh. Het kwartet wordt vervolledigt met drummer Sergio Ponti (ook al Dordeduh) en bassist Mihai Moldoveanu. De heren komen aan met hun debuutalbum, 'Mozaic' getiteld, dat slechts zes nummers bevat, maar die dan wel allen afklokken tussen de bijna zeven minuten ('Rejuvenation') en de meer dan veertien minuten ('Artic Cascades'). De enige uitzondering op die regel is 'Seven Insignia' dat net geen zes minuten in beslag neemt, het stevigste nummer op dit album is geworden, en meteen ook het nummer dat het meest in mijn smaak valt. Hun eigenzinnige stijl kan ik misschien het best omschrijven als een mix van psychedelische rock en oriëntaalse muziek. Maar door het feit dat die toch wel lange tracks ook allen zo goed als volledig instrumentaal zijn – ik hoorde wat Oriëntaals klinkend gezang in het overwegend oriëntaals klinkende 'Paraphernalia Of Sublimation' en de stevige, rauwe vocalen in het eerder vernoemde 'Seven Insignia' – blijkt dit, voor mij althans, een heel moeilijk te verteren brok te zijn wegens te langdradig, niet boeiend genoeg. Fans van het genre zullen me waarschijnlijk tegenspreken en zullen ook mijn waarderingscijfer veel te laag vinden. Luc Ghyselen (3) Het Franse post black metal collectief rond mastermind Fursy Teyssier zorgde op negentien april 2013 voor een opgemerkte passage op het Roadburn Festival in het Nederlandse Tilburg. Samen met drie muzikanten die we ook wel kennen van bij Alcest – drummer Winterhalter, bassist Neige en gitarist Zero – bracht Fursy (zang, gitaar) acht nummers die hij opnam onder de naam Les Discrets waarmee hij twee full-albums en een drietal ep's uitbracht. Daar de man intussen besloot om dit project in de koelkast op te bergen is dit live album dus een welgekomen aanvulling op het oeuvre van dit gezelschap. Atmosferische stukken worden hier afgewisseld met stevige black metal erupties zodat liefhebbers van het genre, en zeker van de band zelf, hiermee in de wolken zullen zijn. Zelf ben ik niet zo'n grote fan van live registraties – ik ben liever zelf aanwezig – zodat ik dit album niet van ganser harte zal aanbevelen. Terwijl ook de Franse tekst voor mij een struikelblok blijft. Luc Ghyselen (3½) Er zijn zo van die schaarse keren per jaar dat je bij het beluisteren van een nieuwe cd onmiddellijk beseft dat je een juweeltje in handen hebt, waarvan je direct al weet dat je die zal grijs draaien zonder ooit beu te worden. Wel Eidos van het Italiaanse Kingcrow is er zo eentje. Om je muzikale vingers van af te likken. Ooit begonnen als een bijna kloon band van Dream Theater hadden ze met 'Phlegethon', hun vierde album en tot dusverre zeker hun beste schijf, in 2010 de definitieve stap naar een eigen sound en volwassenheid gezet. Met 'Eidos', hun zesde werk, blijft de band groeien en zetten ze werkelijk met dit meesterwerk hun beste beentje voor. Invloeden van Dream Theater zijn er zeker nog maar Kingcrow is veel meer geworden dan dat. Muzikale top artiesten, goeie zang, een top drummer, ritmewisselingen om U tegen te zeggen (kaliber van Haken maar minder bombastisch). Voer voor liefhebbers van Riverside, Circus Maximus, de hardere jaren van Porcupine Tree maar eigenlijk voor alle fans van progmetal. Het betere beukwerk afgewisseld met fantastisch gitaren en melodieuze stukken, zelfs binnen dezelfde nummers. En het feit dat er geen enkele minder goed nummer te horen valt bewijst des te meer dat Kingcrow met 'Eidos' een geweldig album heeft neergezet. Om er toch enkele sublieme nummers uit te halen: het openingsnummer 'The Moth' zet direct al de toon (leuke videoclip trouwens), 'Adrift', 'Slowdown' gaan op dit elan voort en met 'On Barren Earth' trekken ze alle registers open. Maar de andere nummers verzwijgen doet hen eigenlijk oneer aan. Dit album behoort nu eigenlijk al tot één van de top cd’s van mijn toch redelijk goed gevulde collectie en is mijn absolute nummer één van 2015. Bart Verlinde (5) Vier jaar na de release van 'In Some Way, Shape, or Form' vuurt de vierkoppige band uit Massachusetts haar nieuwste zelfgetitelde plaat 'Four Year Strong' op ons af. Zoals vele fans was ik ietwat sceptisch na het slecht onthaalde 'In Some Way, Shape or Form', maar als snel wordt duidelijk dat de heren van Four Year Strong een muzikale uppercut uitdelen aan de twijfelaars en dat er duidelijk nog een toekomst voor de mannen is weggelegd. Met de nieuwe telg leveren ze hun zwaarste en misschien wel best geschreven songs tot nog toe af. Elk nummer is edgy, agressief, melodieus en poppy tegelijk. Refreinen die je mee kan brullen zijn dan weer het handelsmerk van deze baardige punkers. Deze plaat is geen volledige terugkeer naar het oudere werk, maar alle invloeden uit hun 14-jarige carrière schemeren door en komen tot hun recht. Ook de maffe titels van de nummers zijn opnieuw onder de loep genomen. 'Stolen Credit Card!', 'Wipe Yourself Off, Man, You Dead' en 'Here’s To Swimming With Bow Legged Women' zijn hier goede voorbeelden van. Vooral met 'Wipe yourself Off, Man, You Dead' verkent de band nieuwere horizonten: de introriff is zwaar en dissonant, maar evolueert dan naar een brok pure energie met een meebrulrefrein om u tegen te zeggen. Dit is dan misschien ook wel de meest memorabele track van het nieuwe album. 'Eating My Words' is het enige zwakke moment op de plaat. Het nummer lijkt er op het laatste moment nog opgepropt, maar had evengoed een B-kant kunnen zijn. Al bij al is dit echter een geweldig album. 'Go Down In History' is de afsluiter ervan en laat dit dan, als het even mogelijk is, de plaat zijn waarmee 'Four Year Strong' haar plaats in uw catalogus verovert. Nathan Mussche (4) 'In Vaults' is het derde studio-album van het uit Chicago afkomstige vijftal District 97 dat progressieve rock brengt. De band werd in 2006 opgericht door drummer Jonathan Schang, toetsenist Rob Clearfield, bassist Patrick Mulcahy en gitarist Sam Krahn. Die laatste werd al vrij vlug vervangen door Jim Tashjian. In 2007 vonden ze in de persoon van Leslie Hunt, een top tien finaliste uit de Amerikaanse versie van “Idool”, de ideale vocaliste om hun experimentele rock op te luisteren met zang. In 2010 zorgde hun debuut, 'Hybrid Child', voor de eerste rimpelingen in de prog rock vijver. Dat debuut werd gevolgd door 'Trouble With Machines' (2012) en een tournee als voorprogramma én begeleidingsband van John Wetton waarmee een full set King Crimson nummers werd gebracht. Daarna was het tijd om in de studio te werken aan dit nieuwe album. Het vijftal liet negen nummers vastleggen op dit schijfje en laten je een uiterst technisch onderlegde band horen die rock, metal, jazz en pop tot een geheel smeden. Elk nummer opnieuw springt het kwintet van de hak op de tak en heel wat van ritme– en tempowisselingen vind ik persoonlijk te ver gaan. Maar ik wil hier wel bij vermelden dat prog rock nu niet mijn meest favoriete genre is. Let op: sommige fragmenten vind ik uiterst knap en geslaagd, maar het geheel kan me niet echt boeien wegens waarschijnlijk het feit date r te veel kalmere rustiger passages in de nummers voorkomen. Misschien doe ik dit album met mijn waarderingscijfer dan ook veel onrecht aan (vocaal is dit immer uitmuntend), maar, en ik wil daarin heel eerlijk zijn, dit is me net iets te soft en misschien wel te moeilijk, te technisch. Luc Ghyselen (3) Art Of Anarchy werd in 2011 opgericht door de broertjes Votta – Jon (gitaar) en Vince (drums) – en gitarist Ron “Bumblefoot” Thal die ooit, op een blauwe maandag, nog deel uitmaakte van Guns 'n' Roses. Op bass vonden ze John Moyer (Disturbed) en om de band volledig te maken strikten ze ook nog Scott Weiland (ex-Stone Temple Pilots en ex-Velvet Revolver). Het titelloze debuutalbum van dit vijftal bevat elf tracks als je het korte instrumentale meetelt. De overige nummers laten je een doorsnee grunge/rock band horen die natuurlijk stukken beter klinkt dan zowat alles wat we op onze nationale radiozenders te horen krijgen zonder echt op te vallen. En daarmee kom ik meteen bij het grote pijnpunt van dit album: als je geen tracks hebt die echt opvallen, die er echt boven uitsteken, en alle tracks zijn wel goed, maar toch weer niet zo krachtig en sterk, dan beland je duidelijk in de grijze middenmoot. En om tegenwoordig op te vallen in de muziekwereld heb je ofwel één nummer nodig die er met kop en schouders bovenuit steekt, of moet je een album hebben met tal van uitstekende songs die echt bijblijven. En dat vind ik op deze 'Art Of Anarchy' zeker niet terug! Een volgende keer (veel) beter? Luc Ghyselen (2 ½) Een nieuw album van Arena: elke progger is hier uiteraard benieuwd naar. De band, opgericht in 1995 opgericht door Clive Nolan (Pendragon) en Mick Pointer (ex-Marillion) heeft immers al zijn sporen verdiend in progland. Maar gezien Arena bij momenten ook stevig uit de hoek, komt zullen oude hardrockers die ook best kunnen pruimen. Voor dit album nam Clive Nolan het schrijven van de meeste nummers voor zijn rekening. Paul Manzi verzorgt de vocals, de man was eerder al te horen op hun vorig album en is best wel een hele goede zanger. Zoals de meeste goede (prog) albums moet je die meermaals opnieuw beluisteren voor je je er een idee kunt van geven. Als het album dan telkenmale beter in de oren klinkt weet je dat het goed zit en weet je dan al dat je deze schijf nog vaak zult afspelen. Het openingsnummer 'The Demon Strikes' begint langzaam maar barst dan volop los. En dat geldt eigenlijk wel voor de meeste nummers. Mijn favoriete nummer van deze cd is 'Time Runs Out' (iets voor Threshold fans): subliem gitaarspel, pittig tempo en de zanger scheert met zijn stem hoge toppen. Maar je moet de cd in zijn geheel beluisteren en beoordelen want zoals veel meesterwerkjes bevat 'The Unquiet Sky' geen enkel slecht nummer. Conclusie is dat Arena opnieuw een beresterke cd uitbrengt, die harder klinkt dan hun vorige werk, waardoor ze een breder publiek (lees: hardrockers en progmetal fans) zullen aanspreken. Maar ik onthoud vooral dat deze combinatie van rasmuzikanten opnieuw een sterk staaltje van vakmanschap heeft geëtaleerd met 'The Unquiet Sky'. Bart Verlinde (4½) |
|