cd reviews
Triptykon, een vieral dat death, black en doom metal tot een geheel smeed, werd opgericht door vocalist/gitarist Tom Gabriel Warrior nadat de klad in zijn vorige band zat. En dat waren al immens invloedrijke bands geweest: Celtic Frost en Hellhammer. Maar goed, samen met bassiste Vanja Slajh, gitarist V. Santura en drummer Norman Lonhard werd in 2010 'Eparistera Daimones' op de mensheid losgelaten. Een loodzwaar, gitzwart album met negen nummers, als je het korte instumentale 'Shrine' meerekent. Op het vervolg, 'Melana Chasmata', vind je negen mokerslagen terug die me nu zwaarder en donkerder overkomen dan op het eerste album. Openen doet het viertal in stijl met het furieuze en naar Triptykon-normen toch vlotte 'Tree Of Suffocating Souls'. Daarna gaat tempo er duidelijk uit voor 'Boleskine House', dat opent met akoestische gitaren, en 'Altar Of Deceit'. Het zijn twee trage, logge en loodzware mastodonten die waarschijnlijk nog grimmiger overkomen dan alles wat op het debuutalbum reeds te horen was. 'Breathing' brengt een flard aan licht in de duisternis, al is het maar omdat dit heel duidelijk het snelste nummer op dit album is geworden. Opvallend melodieus is dan 'Aurorae' dat je, opnieuw naar Triptykon-normen, als gevoelig kan gaan omschrijven. Bij het dreigende 'Demon Pact', waar eigenaardige geluidseffecten in voor komen, bekruipt je een erg onaangenaam gevoel, terwijl het eveneens log en dreigend overkomend 'In The Sleep Of Death' je meeneemt op een trip over de Britse Emily Brönte, een schrijfster uit de negentiende eeuw. Met zijn meer dan twaalf minuten is 'Black Snow' het langste nummer op dit album en het is waarschijnlijk het logste en zwaarste nummer op dit album geworden, dat op de koop toe uiterst duister en dreigend overkomt. Het viertal eindigt met 'Waiting', een zacht mijmerend atmosferisch beklijvend nummer waarin de vocalen van Vanja de hoofdrol opeisen, maar dat ook steviger fragmenten bevat waarin mannelijke vocalen de bovenhand nemen. Dit is verplichte kost voor fans van het genre en zeker van de band zelf. Luc Ghyselen (4)
0 Opmerkingen
Toen het Deense 'Sons Of Tomorrow' het in 2006 voor bekeken hield, wilde gitarist Nille Schuttman absoluut verder met een andere een band, maar steeds kwam er wel weer een kink in de kabel. Vooral op gebied van line-up wilde het nooit echt vlotten. Tot nu dus, want met vocalist Andreas Sydow (ex-Darkane), drummer Jonas Langebro (ex-Bai Bang) en bassist Joacim Sandin (ex-Bai Bang) klikte het tenslotte wel en werd dit twaalf nummers tellend album opgenomen. Twaalf nummers uiterst stevige, bluesy 'n' groovin' klassieke hard rock met invloeden van o.a. Led Zeppelin, Black Sabbath, The Black Crowes en Mountain om maar die te noemen. Het viertal valt meteen met de deur in huis met 'Get Your Hands Up', een stevig uit de kluiten gewassen bluesy hard rock nummer met een gemakkelijk mee te brullen refrein. Schitterende groovy baslijnen kenmerken het stevig rockende 'Bring Em On', dat opnieuw over zo'n catchy refrein blijkt te beschikken. 'Miss Mississippi' is eerder log te noemen en kan je gemakshalve catalogeren als een nummer waar de invloed van Black Sabbath centraal staat. Alhoewel, voor het aanstekelijk klinkende refrein zochten en vonden de heren inspiratie bij wat ik kan bestempelen als “Southern Rock”. 'Didn't See It Comin'' doet zijn titel alle eer aan: het begint aarzelend met erg eigenaardig klinkende gitaarklanken, gaat over in een log en dreigend nummer om plots een aantal versnellingen hoger te schakelen dank zij een superieure gitaarsolo en om dan weer eerder log af te sluiten. Ook het daaropvolgende 'My Mountain' bevat verschillende tempowisselingen maar de structuur van het nummer is hier een stuk gemakkelijker te volgen. Met een vlot bluesy boogie ritme opent het voor de rest stevige 'Going Undercover'. 'Shine' is met zijn bijna negen minuten het langste nummer op dit album. Het tempo wordt hier teruggeschroefd zonder dat de song aan kracht inboet, terwijl invloeden uit de psychedelica hier de kop op steken. 'Hold Me' is een zo'n typische langzame ballade, zodat ik blij ben dat het tempo weer de hoogte wordt ingejaagd voor het vlotte en ruig klinkende 'Took My Soul Away'. 'Torn' is dan weer eerder een log medium tempo nummer terwijl de slide gitaar de intro van 'Starlight' voor zijn rekening neemt. Het nummer steunt verder op een aantal veranderingen in ritme en tempo. Eindigen doen de heren met het vlotte en rauw klinkende 'Medicine Man'. Fans van bluesy klassieke hard rock en/of van een van eerder vernoemde bands moeten dit beslist eens beluisteren. Er bestaat veel kans dat ze met dit schijfje terugkeren van de platenboer. Luc Ghyselen (4) Metal Ville I MV 0046 I Riot Horse
Gitaarvirtuoos Michael Schenker, jongere broer van Scorpions-gitarist Rudolf Schenker oogstte in de jaren zeventig hel wat roem als gitarist, eerst bij The Scorpions maar vooral bij UFO en dan later met zijn eigen band The Michael Schenker Group. Op deze 'bBlood Of The Sun' prijken twaalf covers van bekende hard rock nummers die hier in een lichtjes ander jasje worden gestoken en die gezongen worden tal van gereputeerde vocalisten. Op een rijtje krijg je hier Gary Moore's 'Out In The Fields' met Gary Barden (o.a. Gary Moore en Michael Schenker Group), 'Save Yourself' met Robin McAuley (o.a. Survivor, McAuley Schenker Group), UFO's 'Doctor Doctor' met Jeff Scott Soto (o.a. Yngwie Malmsteen, Journey, W.E.T.), Black Sabbath's 'War Pig' met Tim “Ripper” Owens (o.a. Judass Priest, Dio Disciples), 'Finding My Way' en Jimi Hendrix' 'I don't Live Today' met Sebastian Bach (o.a. Skid Row), 'All Shook Up' met Joe Lynn Turner (o.a. Rainbow), Mountain's 'Blood Of The Sun' met Leslie West (Mountain), Pink Floyd's 'Money' met Tommy Shaw (o.a. Styx), Mose Allison's 'I'm Not Talking' met Mark Slaughter (o.a. Slaughter), Nazareth's 'Hair Of A Dog' met Paul Di'Anno (o.a.Iron Maiden) en Cream's 'Politician' met Jeff Pilson (o.a. Dokken). Daarnaast vind je hier ook nog twee instrumentale versies van 'Doctor Doctor' en 'War Pigs'. Naast al die vocalisten zijn er ook tal van muzikanten betrokken bij deze opnames, waarvan er reeds een deel het licht zagen in 2005 op het album 'Heavy Hitters' van de Michael Schenker Group. Is dit nu essentieel ? Nee zeker niet, daar de originele versies allemaal staan als een huis en ik persoonlijk vind dat je daar dan niets meer moet aan wijzigen. Maar voor fans van Michael Schenker en de desbetreffende vocalisten is dit toch een leuk hebbedingetje. En je kan dit bezwaarlijk slecht noemen dus zal het misschien ook wel in de smaak vallen van fans van klassieke hard rock. Luc Ghyselen (3½) Collectors Dream Records I CDR DP 0017 I Michael Schenker
De Duitse vocalist Michael Bormann is al sinds 1979 aan zijn carrière aan het werken. Alle bands en projecten opnoemen waarvan hij deel uit maakte zou me te ver leiden. Toch vernoem ik je er een aantal om de vocale capaciteiten van de man te schetsen: Jaded Heart, Bonfire en Silent Force. Op deze 'Love Is Magic' prijken vijftien ballades die de man in de loop van zijn carrière al bij elkaar heeft gezongen. Veertien eerder zeemzoete nummers waarvan er geen enkel zou misstaan op een album in de knuffelrock-reeks. Dus wie een of meerdere albums in die reeks in de platenkast heeft steken kan ook dit album blindelings aan zijn verzameling toevoegen. Het enige aspect dat hier anders is, is het feit dat dit allemaal nummers zijn door de zelfde vocalist. Fans van het zwaardere, het hardere werk zullen hier in een erg heel wijde boog omheen trekken. Luc Ghyselen (2) RMB Records I RMB 47814 I Michael Bormann
Het Zweedse viertal van Miasmal (Pontus (guitars, vocals), Magnus (guitars, backing vocals), Ruben (bass) en Björn (drums)) ontstond in 2007 en zorgde voorlopig voor een paar opgemerkte demo's en één full-album zodat ze nu met 'Cursed Redeemer' een volgende stap zetten. De death metal die het viertal brengt kan je het best gaan situeren “classic 90's styled death metal meets punk”. Acht nummers leveren ze hier af die samen nog onder de achtendertig minuten grens afklokken. De songs zijn krachtig, brutaal en agressief tegelijkertijd en bevatten een vrij constante groove met door merg en been snijdende gitaarsolo's. Slecht of minderwaardig kan je dit zeker niet noemen, maar echt boven de middelmaat uitsteken doet het nu ook weer niet. Na elke beluistering moet ik me echt opnieuw gaan verdiepen in de nummers om me te herinneren wat ik precies allemaal hoorde. Of de band het in zich heeft om ooit uit te groeien tot een topper in zijn subgenre zal de toekomst moeten uitwijzen, maar dit album zal daar zeker niet voor zorgen. Luc Ghyselen (3) 'King Of The World' is het tweede album, na 'R.O.C.K.S.' uit 2011, van dit Noorse vijftal dat je meeneemt op hun twaalf nummers tellende trip doorheen het “classic rock”-landschap. In de begeleidende tekst prijst men je dit album aan als je houdt van bands als Bad Company, AC/DC, Mötley Crüe, Molly Hatchtet, Blackfoot, Kiss. Helaas rijken de capaciteiten van deze heren nog niet tot aan de enkels van ook maar een van eerder vernoemde bands. De hard rock clichés worden je om de oren geslingerd zonder echter ook maar iets nieuws of verrassends uit de mouw te schudden. En je zal inderdaad wel invloeden terugvinden van die eerder vernoemde bands, maar daar houdt het ook echt bij op. Dit is een album dat me geen moment heeft geboeid en waarvan ik dan ook zo'n honderd procent zeker ben dat dit zal verdwijnen zonder ook meer een rimpeling na te laten in het hard rock/metal landschap. Luc Ghyselen (2) Humbucker I Humreck 2014-2 I Humbucker
Opgericht in Zweedse Upplands Väsby in 2007 komt dit vijftal al trouw om de twee jaar langs met een nieuw album zodat deze 'Tearing Down The Walls' hun vierde werkstuk is. Vocalist Erik Grönwall is er bij sinds het vorige album nadat hij in 2009 de Zweedse editie van Idool won. H.E.A.T. tapt muzikaal uit het vaatje waar ook al bands als Def Leppard, Bon Jovi, Europe, … hun ideeën vinden. Een genre dat waarschijnlijk te hard is voor de modale muziekliefhebber, maar niet stevig genoeg is voor de echte metalfreaks. Maar vergis je niet, deze band zorgt op dit twaalf nummers tellend album voor een aantal heel knappe nummers. Het openingsnummer 'Point Of No Return' start met een rustige akoestische intro om al vrij snel los te barsten met een aanstekelijke gitaarriff en donderende drums en mag gerust naast een klassieker in het genre als Europe's 'The Final Countdown' staan. Ook het daaropvolgende 'A Shot At Redemption', dat als single naar voor wordt geschoven, mag er best wezen. Het opzwepende nummer kreeg een stevige scheut country over zich heen. Ook het uiterst vlotte en stevig rockende 'Inferno' kan op mijn goedkeuring rekenen. Het aanstekelijke 'Eye For An Eye', met zijn catchy refrein, is een volgend hoogtepunt. Verder valt ook het stevige, groovy en knap rockende 'Enemy In Me' echt op. Ook de andere songs mogen er best zijn zodat mijn eindconclusie de volgende is: een meer dan onderhoudend album dat liefhebbers van melodieuze hard rock / AOR zowat blindelings aan hun collectie kunnen toevoegen. Luc Ghyselen (4) Het Britse Diesel – verwar dus zeker niet met de gelijknamige Nederlandse band of met de artiest die zich zo laat noemen of met drummer John Coghlan's Diesel – pakt met deze 'Into The Fire' uit met een heerlijk debuut als je houdt van klassieke hard rock met een bluesy inslag. Ik denk hierbij aan een band als Bad Company, al klinken hier de keyboards toch meer door zodat je de band ook kan gaan situeren in het segment melodic rock/AOR. Dat ik de naam Bad Company toch laat vallen is niet zo heel verwonderlijk als je weet dat Robert Hart (Bad Company/ Manfred Man's Earth Band) hier instaat voor het vocale gedeelte. Verder vind je hier ook Jim Kirkpatrick (FM) als gitarist en als extra toetsenist, bassist Pat Davey en drummer Jimmy Copley. Extra “hulp” kreeg het viertal van Adam Wakeman (keyboards), Alisdair McKenzie (blazers op 'Brand New Day') en Steve Overland (backing vocals, extra gitaar op 'Coming Home'). De twaalf nummers die je op dit debuut hoort, klinken dan ook meteen vertrouwd in de oren. Echt zwakke tracks kom je niet tegen, al ben ik vooral gecharmeerd door het vlot rockende bluesy 'Fortune Favours The Brave', het duidelijk aan Bad Company schatplichtige 'Brand New Day', het stevige en uiterst vlot gebrachte 'Bitter And Twisted' en het iets rauwer gebrachte 'Skin And Bone' met zijn catchy refrein. Vooral het feit dat de keyboards niet in elk nummer te veel aandacht opeisen is hier een leuk gegeven dat het iets meer rockende karakter van de band ten goede komt. Fans van iets steviger en vooral bluesy melodic hard rock zullen met dit album hun hartje kunnen ophalen. Luc Ghyselen (4) Escape Music I ESM 264 I Diesel
Het Zweedse zestal Devil's Heaaven is een nieuwe naam in metal landschap. De heren hebben bijna allemaal ervaring opgedaan bij andere bands: vocalist Marcus Nygren (State Of Salazar, ex-Eight Point Rose), bassist Jonas Reingold (Karmakanic, Flowerkings), toetsenist Richard Andersson (o.a. Majestic, Time Requiem), gitarist Jake Sandberg (Aces High, Eyes), Jaime Salazar (o.a. Karmakanic, Jorn/Lande) en gitarist Michael Mansson (Mansson). Hier brengen ze melodic metal waarin je ook wel invloeden uit de progressieve metal bespeurt. Dertien nummers telt dit debuutalbum dat vrij knap opent met 'Welcome II The Show'. Het nummer kan vooral op mijn waardering rekenen wegens de onverwachte mooie break die halfweg het nummer komt en het ritme en het tempo van het nummer helemaal breekt. Eindigen doen de heren ook al vrij knap met het vlotte, stevige en best wel aanstekelijke 'Wine Me' met zijn catchy refrein. Tussendoor vind je ook nog wel knappe songs al lijken ze op gebied van opbouw toch allemaal wel sterk op elkaar, met uitzondering van het immens snel gebrachte en dreigende 'Day Of Doom' dat er echt wel bovenuit steekt. De obligate ballades op zo'n album ontbreken ook al niet en die vind je hier met het vrij stevige 'Touched By An Angel' en het radiovriendelijke 'Cold'. En je kan natuurlijk niet om het feit heen dat, en dat hoort zo in dit subgenre, er op vocaal niveau sterk wordt geacteerd en de gitaarriffs en solo's best heel aardig overkomen. Maar ook de keyboards spelen natuurlijk een prominente rol in het genre en die zorgen er mede voor dat deze muziek niet stevig genoeg klinkt voor de fanaten van het echt zware werk, maar wel te stevig voor de modale muziekliefhebber. Dus vermoed ik dat dit album, hier zeker in België, tussen de mazen van het net door zal glippen zonder veel aandacht te oogsten. En dat zou misschien wel best spijtig kunnen zijn voor de echte liefhebbers van het genre. Luc Ghyselen (3½) Helldiver Records I HCDC 0001 I Devil's Heaven
21 Octayne is een nieuwe band maar de vier leden hebben wel al heel veel ervaring opgedaan in andere bands: vocalist Hagen Grohe (Joe Perry Project), gitarist Marco Wriedt (Axxis), bassist Andrew Lauer (Paul Gilbert) en drummer Alex Landenburg (Rhapsody) kennen dus duidelijk het klappen van de zweep. 'Into The Open' valt moeilijk in een muzikaal hokje onder te brengen daar er hier duidelijk werd gekozen voor een nogal breed spectrum aan stijlen gaande van melodieuze hard rock, over heavy rock tot zelfs pop rock songs. Maar deze sterkte is misschien tevens ook de grote zwakte van dit album. Want welke muziekfans wil je hiermee nu echt gaan bereiken? Liefhebbers van pop rock songs zullen de overige nummers veel te stevig gaan vinden,terwijl fans van heavy rock, de andere nummers maar niets zullen vinden wegens niet heavy genoeg. Dit debuut telt negen nummers, twaalf als je kiest voor de digipack versie. Het album opent vrij heavy met 'She's Killing Me', terwijl 'Dear Friend' de andere kant van de band belicht. Het nummer opent met een kiestoon van een telefoon, bevat korte, echte vrij stevige fragmenten maar is uiteindelijk een stevige pop rock song. 'Turn The World' is een radiovriendelijke ballade die je ook op een AOR-album kunt vinden. Een funky en zelfs jazzy baspatroon dient als intro voor 'Don't Turn Away' dat uiteindelijk uitgroeit tot een stevige funky rocksong. 'My Teddy Bear' is opnieuw een stevig nummer geworden met wel talrijke korte breaks die je op het verkeerde been willen plaatsen. Het titelnummer is een echt radiovriendelijk nummer geworden en ik denk dat de band met dit nummer, zeker in de V.S., een mooie kans maakt op een radiohit. 'Me, Myself And I' opent heel aarzelend en het duurt een tijdje vooraleer het nummer zich ontplooit tot een rustig voortkabbelende popsong. Het gaat er weer wat steviger aan toe in 'The Heart Save Me', zonder dat metalfreaks hier uit de bol zullen voor gaan. Muziekliefhebbers die het graag wat steviger hebben, kunnen hier wel hun gading vinden. 'Your Life' sluit het reguliere album af en kan ik opnieuw het best omschrijven als een melodieuze rocksong. Een album dat ik zeker niet slecht zal noemen, maar door de verscheidenheid aan stijlen waarschijnlijk moeilijk zijn weg naar het grote publiek zal vinden. Luc Ghyselen (3½) |
|