cd reviews
Het Britse Vega, want over die band gaat het hier, is met 'Stereo Messiah' toe aan zijn derde album, maar ik moet eerlijk toegeven dat dit vijftal een onbeschreven blad zijn in mijn muziekkennis. De heren brengen hier twaalf melodieuze rocksongs die je kan plaatsen in het straatje van bands als Tesla, Bon Jovi, FM, Europe, … Leuke “eighties styled melodieuze rock” dus waarin sterke vocalen voorkomen, goed gearrangeerde nummers met veel ruimte voor keyboards, zonder de knappe gitaarriffs en gitaarsolo's te vergeten en die in de vergeethoek werd gedrumd door de opkomst van de grunge begin jaren negentig. Gepolijste rockmuziek noem ik dit ook wel en die was vooral populair in de Verenigde Staten (alwaar tal van radiostations dit soort muziek vierentwintig uur per dag in de eter brachten) en in Scandinavië. Ook tegenwoordig zijn er weer tal van zo'n bands actief, de ene al een ietsje meer rockend dan de andere maar allen hebben ze gemeen dat ze uiterst verzorgd gearrangeerde songs brengen waar ook telkens een aantal ballades in voor komen. Dit is met deze Vega niet anders en fans van het genre kunnen hier gerust hun hartje ophalen. Dat Joe Elliot (Def Leppard) dit vijftal een song aanleverde waarop hij dan ook nog te horen is in duet met Nick Workman kan een extra troef zijn om fans te overhalen om dit album te kiezen uit het ruime assortiment aan “melodic rock”-albums, maar echt wild wordt ik hier zeker niet van. Luc Ghyselen (3½)
0 Opmerkingen
Het Griekse Varathron werd in 1988 opgericht en mag je dus gerust beschouwen als een van de grondleggers van de Helleense black metal scene. Niet dat de band zo productief is want deze 'Untrodden Corridors Of Hades' is pas hun vijfde full-album. Dat neemt niet weg dat de albums steeds opnieuw goede tot uitstekende kritieken werden toebedeeld. En dat zal met dit zeven nummers tellend nieuwe album niet anders zijn. Koorgezang opent het eerste nummer ('Kabalistic Invocation Of') en meteen dus dit album in een grootse stijl. Daarbij komen dan satanisch klinkende drums, waarna ook de overige instrumenten rustig en uiterst sfeervol invallen. Het is pas als de demonisch klinkende vocalen hun intrede doen, dat je er stilletjes aan ongemakkelijk bij gaat voelen (iets wat toch wel de bedoeling is). Het medium tempo en de eerder log en zwaar klinkende muziek past daadwerkelijk perfect om die ongemakkelijk klinkende boodschappen weer te geven. Die boodschappen worden je gebracht al fluisterend of net met een heel diepe schreeuw die uit de onderste gangen van Hades lijken te komen. Al meteen na het eerste nummer weet je al niet meer waar kruipen door de erg duistere, donkere en dreigende sfeer die dit vijftal weet op te roepen. 'Realm Of Obscure', de volgende track, gaat gewoonweg op de ingeslagen weg verder zij het dit hier het tempo met een ruk de hoogte in schiet. Maar hoop niet op blijmoedig nummer, want ook dit blijft heel duister en vooral erg dreigend klinken. Een log medium tempo wordt opgediend voor 'Arcane Conjuring' dat een aantal maal wat meer vaart lijkt te gaan krijgen om dan terug te vallen en een duistere en ongemakkelijke sfeer nalaat, dat ook nog eens extra in de verf wordt gezet door de vocalen die hier over de muziek worden uitgespuwd. En zo gaan de heren nog vier nummers verder met hun vooral in medium tempo gebrachte donkere, duistere en dreigende muziek dat ervoor zorgt dat je ergens uiterst ongemakkelijk weg kruipt in … een onbetreden gang in de Hades? Maar elke rechtgeaarde black metal fans is reeds op weg naar de platenboer. Luc Ghyselen (4) Agonia Records I ARCD 130 I Varathron
Het jaar 2014 is blijkbaar het jaar van de come-backs en/of de reünies voor veel Prog rock groepen: op het Loreley Prog Festival zagen we fantastische optredens van Clepsydra en Collage, tien jaar na de stopzetting van deze groepen. Enchant bracht met 'The Great Divide' na tien jaar afwezigheid op het muziekfront nog eens een cd uit. Ook The Tea Party verrast muziekland met een nieuwe cd: het was opnieuw tien jaar wachten hier op. Deze groep is een vreemde eend in de bijt want moeilijk te catalogeren in één genre: daarom wordt hun stijl dan maar snel progrock genoemd maar op 'The Ocean At The End' is een mix van allerlei genres te horen en gezien deze groep uit 3 leden bestaat, ook uit Canada komt en bij hetzelfde platenlabel als Rush, zit wordt hen wel invloeden van deze grootmeesters van de progrock toegeëigend. Maar er zijn veel meer invloeden te horen van andere genres en supergroepen: het album start sterk met The L.o.C.: een sterk prognummer, in 'The Black Sea' hoor ik Deep Purple weerklinken. 'Cypher' en 'The Cass Corridor' doen me denken aan Led Zeppelin uit hun periode met Oosterse invloeden. Er is ook rock en wat blues te horen zoals in 'The Maker', 'Black Roses' en 'Water’s On Fire' en het fantastische 'The Ocean At The End'. Van 'Brasil' word ik echt vrolijk: stevig nummer met fantastisch drumwerk wat inderdaad doet denken aan Neil Peart van Rush. Deze cd wordt beter telkenmale je hem beluistert, wat typisch is voor echt goede cd’s. Gezien er naar mijn persoonlijke mening iets te veel rustiger nummers op staan krijgt deze cd van mij een waardering van drie en een half. Maar gezien het brede gamma van muziekstijlen is dit wel een schijf geworden die door een ruim rockpubliek zal gesmaakt worden. Bart Verlinde (3½ The Sirens is de naam van een project van drie uitstekende vocalistes waarvan hun sterren reeds lang schitteren in de wereld van “female metal”. De Nederlandse Anneke Van Giersbergen (die zowel bekendhied vergaarde als frontvrouw van The Gathering als onder eigen naam (en nu ook een samenwerking mat Arjen Lucassen is gestart)) heeft de aanzet gegeven voor dit project. De Noorse Kari Rueslatten was frontvrouw bij The 3rd And The Mortal, en beïnvloedde zo tal van andere vrouwelijke vocalisten, maar heeft ook al een aantal albums onder eigen naam uitgebracht. De Noorse Liv Kristine Espenaes Krull was jarenlang het boegbeeld van Theatre Of Tragedy, maar tegenwoordig werkt ze verder aan haar carrière onder eigen naam maar ook als frontvrouw bij Leaves' Eyes. Deze drie topvocalistes gaan nu samen op tournee en zullen zo een set brengen van zo'n anderhalf uur waarin de dames zowel songs solo zullen brengen als duetten om tenslotte alle drie samen een “grande finale” te brengen. Als voorsmaakje werd deze single op de markt gebracht en, als we heel eerlijk mogen zijn: dit smaakt echt naar een full-album ! 'Sisters Of The Earth' is het stevigste nummer van de twee en laat ons de drie zangeressen horen met een stevige beat en een strakke begeleiding. Dat hun nummer een meer dan aanstekelijk refrein bevat is natuurlijk heel leuk meegenomen. Voor 'Embracing The Seasons' tappen de drie dames uit een volledig ander vaatje want dit is een uiterst gevoelige en sfeervolle ballade geworden. Ik ben dan ook uiterst benieuwd naar hun doortocht op het Metal Female Voices Festival dit jaar te Wieze. Een waarderingscijfer is hier niet van toepassing daar ik hier maar twee nummers te horen kreeg, maar dit smaakt, echt waar, heel duidelijk naar (heel) veel meer! Luc Ghyselen Het vijftal Neonfly ontstond in 2007 in de Britse hoofdstad Londen. Ze brengen melodieuze rock/metal en deze 'Strangers In Paradise' is hun tweede full-album. Hun debuutalbum, 'Outshine The Sun' (2011), deed het vooral heel goed in het Verenigd Koninkrijk en ook hun shows als voorprogramma van o.a. Magnum, Sonata Arctica, Pagan's Mind en Alice Cooper om maar die te noemen, konden steeds rekenen op een uitstekende kritiek van de aanwezige pers. 'Strangers In Paradise' is voor mij de eerste kennismaking met dit kwintet rond oprichter/gitarist/songsmid Frederick Thunder. Tien nummers vrij krachtige, lichtjes progressieve power metal vind je op dit tweede album. Het album opent met het aanstekelijke 'Whispered Dreams' die al meteen stevig en krachtig uit de boxen knalt en waar je meteen kennis maakt met de troeven van dit gezelschap: krachtige, stevige cleane vocalen en uitstekende, flitsende gitaarsolo's die ondersteund worden door een solide basslijnen en knappe drumpatronen. Meteen is de toon gezet en kan het album verder groeien met even krachtige als aanstekelijke songs als 'Highways To Nowhere' (waarin ook wel een paar kalmere fragmenten in langskomen), 'Bitter Angels' (dat opent met hoekige ritmes en dan langzaam open bloeit tot een medium tempo rocksong en als single wordt naar voor geschoven), het vlotte 'Heart Of The Sun', het stevige 'Fierce Battalions' (bemerk ook hier weer een kalmere passage), het vlotte 'Sons Of Liberty' (een leuke korte bassolo is hier duidelijk hoorbaar) en 'Chasing The Night' (dat een intro op akoestische gitaren meekreeg). Daarnaast krijg je hier ook nog twee mooi uitgevoerde ballades te horen ('Rose In Bloom' en het afsluitende 'Falling Star') en het instrumentale 'Aztec Gold'. En met een producer als Dennis Ward (o.a. Pink Cream 69, Unisonic, Primal Fear) kan er weinig mislopen zodat dit, net als de meeste van de albums die verschijnen op Inner Wound Recordings, een erg knap album is geworden die fans van, laat ik het melodieuze rock/metal noemen, zeker zal bekoren Luc Ghyselen (4) Het Britse trio Fen is afkomstig uit een regio die men er “Fens” noemt en waar vlakke, mysterieuze landschappen een groot deel van uitmaken. Dit is een gegeven dat het drietal ook nadrukkelijk verwerkt in de teksten die ze schrijven voor hun gitzwarte mix aan progressieve en atmosferische black metal songs. In 2006 werd Fen opgestart door drummer Theutus, bassist/vocalist Grungyn en vocalist/gitarist The Watcher. Eigenlijk eerst als studio project, maar het trio vond tenslotte dat het ook schitterend zou zijn om hun muziek live te brengen. Intussen zijn we een achttal jaar verder en werden een paar wijzigingen in de line-up gepresenteerd. Zo is er sinds een drietal jaar een nieuwe drummer van de partij, Derwydd genaamd. Deze 'Carrion Skies' het vierde werkstuk van de heren en je krijgt hier zes lang uitgesponnen nummers opgediend. Openen doen ze meteen in stijl met het uit twee delen bestaande 'Our Names Written In Embers'. De twee delen samen tellen al meer dan zeventien minuten, maar je wordt hier meegevoerd op een overdonderende en atmosferisch beklijvende trip doorheen de muzikale wereld van Fen. Ook het bijna tien minuten durende 'The Dying Stars' dat heel rustig, kalm en atmosferisch opent is een mooi voorbeeld van hoe de band ingrediënten van progressieve metal verwerkt in hun toch zeer donker klinkende black metal. 'Sentinels' opent ook al atmosferisch en beklijvend maar ook hier word je na een tijdje meegesleurd door het donkere en dreigende black metal gekrijs van zowel The Watcher als van Grungyn, terwijl er verder in het nummer ook rustiger fragmenten langskomen met cleane zang. Het brutaal klinkende 'Menhir – Supplicant' is de volgende dreigende mokerslag die je verwerken krijgt. Gelukkig bevat het nummer een vrij lang maar zeer atmosferisch middenstuk waardoor je weer overeind kunt krabbellen anders bleef je na de ongeveer twaalf minuten die het nummer telt onbeweeglijk tegen het canvas plakken. Afsluiten doet het trio met het bijna dertien minuten durende 'Gathering The Stones' waarin je nogmaals wordt getrakteerd op alle ingrediënten die de muzikale brij vormen van dit trio: black metal, progressieve elementen en atmosferische passages. Als we The Watcher vragen naar het verschil met het vorige album, 'Dustwalker' uit 2013, komt zijn antwoord er heel kordaat en vlug uit: “'Carrion Skies' is veel donkerder en intenser.” Fans van de band moeten niet meer overtuigd worden om ook dit schijfje aan hun collectie toe te voegen en ik vermoed dat ook elke black metal fanaat dit voorbeeld zal volgen. Luc Ghyselen (4) De naam van Dennis DeYoung moet bij de fans van het Amerikaanse symfonische rockgezelschap Styx zeker een belletje doen rinkelen. De toetsenist/vocalist was immers een van de leadzangers tijdens hun meest succesvolle periode (1972-1984). Begin dit jaar, op achttien maart om precies te zijn, zorgde Dennis met zijn band voor een opgemerkt concert in het “El Rey Theater” in Los Angeles dat live werd opgenomen en nu dus op cd/dvd verkrijgbaar is dankzij het label Frontiers Records. De setlist (zeventien nummers) bestond uitsluitend uit nummers die uit de Styx-songbook voortkomen en het spreekt voor zich dat dit waarschijnlijk het beste is wat je tegenwoordig nog kon gaan horen als je graag nog eens Styx live zou meemaken. Dit album zal het hoogst waarschijnlijk uitstekend doen op de Amerikaanse markt, daar Styx zelf en ook het solo-werk van Dennis DeYoung hoofdzakelijk scoorde in de Verenigde Staten. Nochtans had de band uitstekende nummers te bieden (die je ook hier allemaal terugvindt). Nummers als 'The Grand Illusion', 'Blue Collar Man', 'Show Me The Way', 'Mr. Roboto', 'Rockin' The Paradise', en natuurlijk hun absolute millionseller de ballade 'Babe' ontbreken hier niet, zodat dit meteen een feest ter herkenning word voor de echte Styx-liefhebber. Luc Ghyselen (3½) Melodieuze rock was echt “in” in de jaren tachtig, zeker in Zweden waar ook een paar bands vandaan komen die het echt maakten. Ik denk daarbij aan Treat, maar vooral aan Europe. In de shaduw van deze bands waren er natuurlijk tal van andere en een ervan was Dalton (opgericht in 1986 door ex-Treat drummer Mats Dahlberg) die toch vrij populair werd in Zweden en twee albums op de markt bracht vooraleer de band er begin jaren negentig, door opkomst van grunge, de brui aan gaf. Maar een tweetal jaren terug werd de band gevraagd om samen te komen voor een reunie-concert en een documentaire voor de Zweedse TV. Het vijftal – met naast drummer Mats ook nog Bo Lindmark (zang), Anders Lindmark (bass), Leif Westfahl (gitaar) en Ola Lindstrom (keyboards) – hapte toe en, omdat dit alles naar meer smaakte, besloot om Dalton terug onder de levenden te brengen. Dit resulteerde dus uiteindelijk in dit nieuwe album met elf rockende melodieuze tracks die evengoed in de jaren tachtig konden zijn uitgebracht. Echt spectaculair zal ik dit zeker niet noemen, maar wie bands als Bon Jovi, Europe, Treat en dergelijke hoog in het vaandel voert, zal ook deze 'Pit Stop' weten te waarderen. Je krijgt hier immers uiterst sterke vocalen voorgeschoteld die ook nog eens veelvuldig worden ondersteund door extra backgroundkoortjes die de overige bandleden verzorgen, knap gearrangeerde songs waar de keyboards een belangrijke plaats in nemen, maar waar ook ruimte is voor sterke en krachtige gitaarsolo's. Dat er ook een aantal ballades op het album ('Don't Tell Me Lies', 'Follow Your Dreams') terug te vinden zijn is in dit genre natuurlijk een uitgemaakt feit. Gelukkig blijven er voldoende rockende tracks over om uit de bol te gaan. De betere op dit album zijn volgens mij openingsnummer 'Ready Or Not' dat ook nog een paar kaar van tempo wisselt, het dankzij mooie drumpatronen stevig uit de startblokken schietende 'Bad Love' en het krachtig en aanstekelijke 'TGIF' dat staat voor “Thank God It's Friday'. Fans van eerder genoemde bands en van het genre kunnen dit meteen aan hun “wanted-lijstje” toevoegen Luc Ghyselen (3½) Met deze 'Were Dreams are Forgotten' levert het Zweedse viertal van het melodieuze power metal gezelschap Axenstar zijn zesde studio-album af sinds hun oprichting in 1998. De eerste drie jaren deed de band het als coverband onder de naam Powerage maar sinds het debuutalbum, 'Perpetual Twilight' uit 2002, werd de naam Axenstar gekozen. Elf knappe nummers melodieuze power metal krijg je hier aangeboden in een kristalheldere mix van Pelle Saether. Alles wat je kan verwachten in het genre is hier voorhanden: sterke en krachtige vocalen van bassist/vocalist Magnus Wilterweld, harmonieuze twin gitaar riffs en flitsende solo's door het duo Jens Klovegard en Joakim Jonsson, en natuurlijk vlotte drumpartijen die hier in de bekwame handen lagen van Adam Lindberg. De nummers worden allen zeer vlot en uptempo gebracht en zijn eigenlijk beperkt tot de essentie. Geen oeverloze lange tracks – het afsluitende 'Sweet Farewell', dat aan een medium tempo krachtig uit de speakers knalt, is met zijn zes minuten de langste track – maar allemaal songs met een knallend begin en verzorgd middenstuk en een strak einde. Echte uitschieters telt het album niet (en dat is misschien het enige kleine minpuntje aan dit album), maar mindere tracks zijn evengoed uit den boze zodat je hier wel degelijk te maken krijgt met een knap album die vele liefhebbers van power metal zou moeten kunnen bekoren. Als ik dan toch favoriete tracks moet aankruisen, ga ik voor het snedige 'The Reaper', het gevoelig uit de startblokken komende 'Annihilation' dat wel degelijk een krachtige en uiterst vlotte power metal song is geworden en het krachtige 'Curse Of The Tyrant'. Ook het verzorgde artwork, van de hand van Felipe Machado Franco, zal de aandacht naar dit album trekken. Luc Ghyselen (4) Inner Wound Recordings I IW 83039 I Axenstar
'The Great Divide' is het vierde album waarop vocalisten Russell Allen (Symphony X) en Jorn Lande (Jorn) samenwerken. 'The Battle' (2005) was het debuut en werd meer dan uitstekend ontvangen door pers en publiek, misschien mede door de sterke songs die gitarist/songwriter Magnus Karlsson (o.a. Primal Fear) had voorzien. 'The Revenge' (2007) deed daar een schepje bovenop en was misschien iets steviger dank zij de medewerking van Dennis Ward (o.a. Pink Cream 69). Het derde album, 'The Showdown', verscheen in 2010 die deze trilogie afsloot. En nu zijn deze twee uiterst sterke vocalisten er met hun vierde album 'The Great Divide' waarop je tien nummers terugvindt die ditmaal uit de pen en koker komen van niemand minder dan Timo Tolkki (ex-Stratovarius, Timo Tolkki's Avalon) die hier ook instaat voor keyboards, bass en gitaarpartijen. De drumsticks werden in de bekwame handen van Jami Huovinen gelegd. En dit duo zorgt hier voor een krachtige en toch uiterst melodieuze basis waarop beide vocalisten kunnen schitteren zonder dan ook nog de schitterende gitaarsolo's te vergeten. Maar zoals eerder gemeld zijn het de twee vocalisten die hier schitteren in deze tien duetten. Of het nu in het uiterst stevige en krachtige 'Down From The Mountian' is, of in het op medium tempo gebrachte 'Solid Ground', of in het slepende 'Lady Of Winter', of in de superbe hymn 'The Hymn To The Fallen' of in de afsluitende ballade 'Bitter Sweet', telkens opnieuw bewijzen beide heren dat ze echt wel tot de top behoren op gebied van metal zangers. Opnieuw een uiterst knap album die de fans van beide zangers met de ogen dicht aan hun collectie kunnen toevoegen. Ook aanbevolen bij elke liefhebber van melodieuze rock/metal. Luc Ghyselen (4½) |
|