cd reviews
Samen met Destruction en natuurlijk Kreator is Sodom een van de absolute toppers als het aankomt op Duitse thrash metal. Nu komt het trio rond vocalist/bassist Tom Angeltripper eraan met deze ep, omdat Tom vind dat het nummer 'Sacred Warpath' nu moet gehoord worden. Het is een rauwe en brutale track geworden die alles probeert te reflecteren waarvan we bang zijn en/of nachtmerries krijgen. En dan denkt Tom daarbij vooral wat er allemaal loos is op de wereld. Daarna volgen nog drie live opgenomen tracks: 'The Saw Is The Law' (titelnummer van een ep uit 1991, dat ingezet wordt met een stukje Ramones), het brutale 'Stigmatized' (uit het album 'Epitome Of Torture' (2013)) en 'City Of God' (uit het album 'Sodom' (2006)), een krachtig nummer dat het huidige trio – naast Tom ook nog gitarist Bernemann en drummer Markus “Makka” Freiwald – hier vol overgave voor een enthousiast publiek brengt. Meteen een heel leuk zoethoudertje voor de fans van het trio in afwachting van een nieuw studio album. Luc Ghyselen (3½)
0 Opmerkingen
Season Of Ghosts is een project van vocaliste Sophia Aslanidou die hier ook instaat voor de composities en het volledige idee hierachter. En dat idee is eigenlijk heel groots te noemen: een combinatie brengen van extreme rock en metal met elektronica die een beeld van science fiction en horror films oproept. Een hele boterham dus, maar ik denk eindelijk dat ze daar wel in is geslaagd. Twaalf tracks telt het album dat instrumentaal opent met 'Nothing Disappears Without A Trace', een nummer dat inderdaad kan gebruikt worden voor een horror film. Vooral de intro vind ik daarvoor erg geslaagd. Daarna volgt een stuk waarin de elektronica de bovenhand neemt, en dat vind ik een pak minder. Met 'Genesis – The Phoenix Syndrome' komt een eerste vocale track langs. En dat Sophia kan zingen wisten we eigenlijk al daar ze dat al ruimschoots bewees met haar vorige band, het Japanese Blood Stain Child. Hier worden steviger fragmenten afgewisseld met rustiger deeltjes, terwijl een mannelijke grunt opduikt en voor wat contrast zorgt. Met 'Time Travellers' bewijst Sophia dat ze ook een nummer kan schrijven die op een klankband van een science fiction film kan gebruikt worden. Ook nu weer komen zwaardere delen langs (die je dus eerder als metal of rock kan bestempelen), naast kalmere stukken waar keyboards duidelijk de boventoon voeren (meteen dus de invloed van de elektronica). Een goede mix van alle invloeden krijg je te horen in 'Dream, Paralysis'. Het titelnummer, The Human Paradox' opent heel gevoelig met piano en viool, twee instrumenten die dit rustige nummer beheersen naast de mooie stem van Sophia. Daar sluit dan naadloos 'Nemesis – The Kiss Of Justice' op aan. Opnieuw een rustige track waarin de elektronica het met veel gemak wint van de invloeden uit rock of metal. En dat geldt ook voor de daarop volgende tracks: 'Beautiful Eternal Things', 'Dreaming In The Gray Lands' (een kort instrumentaal weemoedig stukje) en 'The Road To Acheron'. Voor 'Quantum – Through The Looking Glass', dat verhalend opent, worden opnieuw elementen uit de metal gebruikt zodat dit toch een steviger en krachtiger nummer is geworden dat ik meteen meer kan waarderen. Ook in de twee afsluitende nummers, 'Reincarnation' en 'There And Back Again' (instrumentaal), hoor je eigenlijk niet zoveel elementen uit de rock of metal weerkeren, zodat echte metalfans dit niet zullen waarderen. Al bij al een goed werkstuk van Sophia waarin haar mooie vocalen op tijd en stond in de spotlight staan. Maar om hiermee door te breken in het rock of metal milieu zal dit album duidelijk niet krachtig genoeg zijn (lees: te veel keyboards (elektronica) op de voorgrond), al komen er wel krachtiger fragmenten langs. Dat ze dit ook live kan brengen bewees Sophia eerder dit jaar tijdens het Metal Female Voices Festival te Wieze. En daar liet ze een knappe indruk na en kreeg ik de indruk dat de nummers live een heel pak steviger en krachtiger overkomen. Luc Ghyselen (3½) 'Anomic Nation' is het debuut van het uit Noorwegen afkomstige Sarpedon, een project waaraan gitarist/songschrijver Torgeir P. Krokflord al heel lang mee bezig is. De overige leden van de band bleven in die tijd niet stilzitten. Zo is vocalist Eirik P. Krokfjord (inderdaad, broer van) afgestuurd aan de “Norwegian Academy of Music” waar hij twee verschillende graden voor zang haalde en is drummer Carl Engström actief bij een aantal extreme en black metal bands. De line-up van Sarpedon wordt vervolledigt door Andreas Waerholm (toetsen). Volgens de release info kan je in de muziek van Sarpedon heel veel invloeden terug vinden van bands als Savatage, Nevermore, Symphony X, Emperor en zelfs Queen. Maar deze invloeden gebruiken ze slechts om nog een stapje verder te gaan, althans als je die release info moet gaan geloven. Het resultaat kan je hier dus vinden in de vorm van acht nummers, waarvan de laatste twee één geheel vormen. Openen doen ze heel gedreven met 'Anomic Nation', een nummer dat me instrumentaal wel goed bevalt (vooral door een aantal tempowisselingen), maar me vocaal eerder koud laat. Let op: ik wil hiermee niet gezegd hebben dan Eirik niet kan zingen, maar zijn stem timbre bevalt me niet echt. En dat is meteen het euvel dat me het volledige album lang in de ban houdt: uiterst knap uitgevoerde stukken muziek, maar de zang pakt me eigenlijk nergens. En dan kom ik meteen terug ter zake: ja, je kan inderdaad invloeden bespeuren van elk van de eerder genoemde acts, maar dat stapje verder heb ik hier heel zeker niet gevonden. Zelfs na een aantal luisterbeurten blijf ik het houden op knap gearrangeerde nummers, meer dan degelijk gespeeld, maar vocaal niet “my cup of tea”. Vandaar mijn maar matig waarderingscijfer. Wie echter wel voor de best wel warme stem van Eirik valt, graag verschillende soorten metal door elkaar geklutst vindt in één en dezelfde track, zal dit waarschijnlijk een pak hoger inschatten dan wat ik hier deed. Luc Ghyselen (3) Het Duitse Voices Of Destiny is een epische symfonische gothic metalband. De geschiedenis van het vijftal begint in 2004 als gitarist Christopher Gutjahr en bassist Jens Hartwig hun droom waar kunnen maken om een eigen band te starten. Lukas Palme (keyboards), Erik Seitz (drums) en Patricia Riegraf (vocals) vervolledigen de line-up. In 2006 komt Maike Holzmann in de plaats van Patricia waarna in 2007 een eerste ep volgt. Het jaar nadien volgt een tweede ep waar er voor het eerst kennis wordt gemaakt met de grunts en shouts van Lukas die voor een mooi contrast zorgen met de sopraan van Maike. In 2010 wordt dan een eerste full-album, 'From The Ashes', op de markt gebracht, in 2012 gevolgd door 'Power Dive', het tweede album en het eerste met drummer Klaus Ackermann. En nu is nummer drie klaar, maar opnieuw is er een wijziging in de line-up: Ada Flechtner vervangt Maike Holzmann. Je krijgt tien knappe nummers aangeboden op dit derde werkstuk van het vijftal. Al moet ik er wel aan toevoegen dat het vijftal mooi binnen de lijntjes van genre blijft: een knappe vrouwelijke stem die op tijd en stond van repliek gediend wordt door een mannelijke rauwe stem zodat er een mooi contrast ontstaat, krachtig en knap gitaarwerk, een solide basis gelegd door drums en bass en keyboards die voor het symfonische deel zorg dragen. Op een nummer na, de stevige ballade 'At The Edge' – met gastvocaliste Manuela Kraller (ex-Xandria) – zijn alle nummers uptempo, al krijg je wel heel wat graduaties daarin te horen zodat het album niet vlug gaat vervelen. Zeker nog niet echt de absolute top in het female fronted metal genre, maar toch duidelijk meer dan zomaar een meeloper – iets wat ze duidelijk bewijzen met het knappe en meer dan zeven minuten durende 'The Great Hunt', waar je je geen seconde van beklaagt. Luc Ghyselen (4) Het Franse Lonewolf, origineel uit de buurt van Grenoble afkomstig, ontstond in 1992 maar gaf er na een uiterst slechte ervaring met een of ander label de brui aan in 1996. Maar het bleef kriebelen en in 2000 ging Lonewolf opnieuw van start en ditmaal lukt het vrij goed voor dit heavy metal viertal want met 'Cult Of steel' zijn ze nu toe aan hun zevende album. Tien echte heavy metal hymns krijg je op dit album voorgeschoteld – twaalf als je kiest voor de limited digi pack versie. Dit betekent gemakkelijk in het gehoor liggende melodieuze heavy metal die je na een paar maal beluisteren gewoonweg kunt gaan meebrullen. En, om een leuk metalfeestje te bouwen, of om compleet uit de bol te gaan tijdens een concert van het kwartet, heb je echt niet meer nodig. Speciaal of indrukwekkend is het allemaal niet, maar de tracks stormen beukend uit je speakers terwijl je of met je luchtgitaar in aanslag of met je vuist hoog in de lucht de aanstekelijk en gemakkelijk te onthouden refreinen mag meebrullen. Ik heb in ieder geval genoten van die no nonsense pure heavy metal zonder franjes of intellectuele hoogstandjes. Luc Ghyselen (3½) Het Duitse Vanish was me tot hiertoe onbekend. Groot was mijn verbazing dan ook toen ik ontdekte dat het vijftal – Bastian Rose (vocals, keys), Philipp Schönle (gitaar), Thomas Rösch (gitaar), Daniele Dei Giudici (bass) en Ralf Nopper (drums) – al sinds 2000 samenwerkt. Toch is dit pas het tweede album, na 'Separated From Today' (2006), van het kwintet. Maar het is beter om sterke albums uit te brengen dan elk jaar opnieuw iets afleveren dat er niet echt staat. Met dit elf nummers tellende 'Come To Wither' heeft het gezelschap duidelijk voor kwaliteit gekozen. Ze combineren moderne heavy metal met tal van elementen uit de progressieve metal zodat je de band gerust mag onderbrengen in dit laatste segment. Een aantal kleine accenten uit de elektro-muziek, die echter maar heel sporadisch worden gebruikt, vervolledigt de sound. De heren openen met met het titelnummer dat me eigenlijk op het verkeerde been zette: ik dacht echt met een elektro/space-band te maken te hebben. Gelukkig zorgden de uitstekende drumpatronen bij het begin van 'Great Collapse' ervoor dat ik al meer adem binnen kreeg. Want daarna zorgen stevige riffs en een uitmuntende, krachtige stem voor een sterke track die ook nog wordt opgefleurd met mooie keyboard arrangementen. Een mooie sfeervolle gitaarsolo blijkt de kers op de taart te vormen. Het gedreven en krachtige 'Bless the Burried Child' zorgt ervoor dat alle muzikale ingrediënten in de juiste plooi vallen en dat ik het erbarmelijke openingsnummer al vergeten ben. Een stevige en mooie baslijn wordt als intro gebruikt in 'Renewal', waarin verder een aantal elementen uit de electr-rock langskomen alvorens krachtige, cleane vocalen die bij momenten ondersteund worden door rauwe mannelijke grunts en growls. Het stevige en energieke 'This Is How We Die' start misschien wat aarzelend en wordt verder vooral gekenmerkt door scherpe gitaar uithalen en vooral veel verandering in ritme en tempo. Het langste nummer van dit album, 'Curtain Call', klokt af na iets meer dan negen minuten. Het nummer opent ingetogen, kalm en rustig, maar wint na een poosje wel duidelijk aan kracht, terwijl ook het tempo wordt opgetrokken. Misschien wel het knapste nummer op dit album daar er ook hier weer veel verschillende ritmes en sferen in opduiken, terwijl het nummer wel kracht blijft uitstralen. En de elementen uit de elektro muziek zo goed als achterwege zijn gelaten! 'Silence', is in tegenstelling tot wat de titel je misschien laat denken, een uiterst stevig, krachtig en energiek nummer waarin de titel nogal hoog en stevig wordt gezongen. In 'Hollow' worden dan weer stevig rockende fragmenten afgewisseld met tragere stukjes die evengoed krachtig blijven klinken. Na een eigenzinnige intro wordt voor 'Hope Shall Rise' het zelfde trucje boven gehaald, al is het nummer misschien een ietsje radiovriendelijker en toegankelijker voor de modale muziekliefhebber te noemen. 'Reboot' is hun stijloefening om een ballade op je los te laten al passeren er hier ook tal van uptempo fragmenten en zelfs echt zwaar beukende stukken. Afsluiten doe ze hier in grote stijl met het krachtige en opzwepende 'The Grand Design' waarvoor de heren zelfs Ralf Scheepers (ex-Gamma Ray, Primal Fear) konden strikken voor een krachtige extra vocale inbreng. Meteen, samen met 'Curtain Call', mijn favoriete track op dit album. Dit goed verborgen Duitse geheim heeft heel wat moois te bieden voor elke muziekliefhebber die het moet hebben van albums die bij elke beluistering een beetje meer van zijn geheimen prijs geeft. Zeker fans van bijvoorbeeld Queensrÿche kunnen dit blindelings aan hun collectie toevoegen. Luc Ghyselen (4) 23 Acez is een melodieuze hard rock band uit de buurt van Wachtebeke en is met deze 'Redemption Waves' toe aan zijn tweede full-album. Daar ik het debuut van de band niet ken, kan ik daarmee niet gaan vergelijken, maar dit nieuwste werkstuk bevat tien nummers. Het viertal – Benny “Zors” Willaert (zang/gitaar), Tom tas (lead gitaar), Tom Mundez (bass) en Jonathan Braeckman (drums) – laat zich hier op elk nummer bijstaan door Pete Mush (keyboards). Het album opent vrij krachtig met 'Loopholes' dat een stevige openingsriff mee kreeg om dan verder te gaan als een mooie melodieuze hard rock song. Meteen zorgen de toetsen er voor dat het nummer een voller geluid krijgt aangemeten, terwijl een leuke gitaarsolo met de meeste aandacht gaat lopen. Niet onaardig allemaal, maar zeker niet wereldschokkend. 'Alone' rockt nog lekker en stevig, maar hier nemen de toetsen al de bovenhand en dat zal zo blijven voor de rest van het album. Dat en ook al het feit dat de nummers eerder een medium tempo tot zelfs een slow tempo meekrijgen, zorgt ervoor dat de aandacht al vlug gaat verslappen. Vocaal is het allemaal niet slecht te noemen, maar echt een geweldige stem heeft Benny nu ook weer niet. Voeg daarbij het feit dat de nummers ook niet echt blijven hangen, zelfs na verschillende luisterbeurten, en je begrijpt dat ik niet zat te wachten op deze 'Redemption Waves'. Ik vermoed dat dit album enkel zal opgepikt worden door vrienden en kennissen van de band en tijdens live concerten. Sorry, heren, een volgende keer beter dan maar? Luc Ghyselen (3) Het Spaanse Distance ontstond in 2007 en zou volgens de begeleidende promobrief een progressieve metalband zijn. Uiteindelijk brengt het zestal metal waar ik invloeden in ontdek uit de thrash, nu metal, heavy metal, wat industrial en zelfs wat melodieuze death metal. Maar om dit allegaartje nu te moeten catalogeren als progressieve metal, dat vind ik echt wel veel te ver gaan. Maar goed, deze 'I' is het debuut van het zestal en telt acht tracks, goed voor zo'n vijfenveertig muziek. Maar hier wordt ik echt niet wild van, in tegendeel, ik denk dat de modale Studio Brussel luisteraar hier meer aan heeft dan een metalfan, en dan nog! Nee, ik kan tientallen Belgische bands – en dat in verschillende genres! – gaan opsommen die geen platencontract kunnen versieren en die beter presteren dan wat ik hier allemaal heb gehoord. Ik hoop voor de band dat ze een uitgebreide kennissenkring hebben en dat ze zo toch wel een acceptabel aantal albums aan de man/vrouw zullen kunnen brengen. Nee, deze Distance is niet echt niet aan mij besteed en kan ik onderbrengen in mijn rubriek “dertien in een dozijn” of “moeten nog veel boterhammetjes eten vooraleer met nieuw werk op de proppen te komen”. Luc Ghyselen (2½) Het Deense vijftal Saint rebel is met dit titelloze album toe aan hun tweede album na het goed ontvangen 'The Battle Of Sinners And Saints' dat het tot de achtentwintigste plaats schopte in de US metal hitlijst. Het tweede album van deze uit Kopenhagen afkomstige hard rockers telt twaalf tracks. Stevige drumpatronen, pulserende baslijnen en groovy gitaren zorgen voor het pure muzikale gedeelte terwijl de zang van Jonas Kaas varieert tussen sterke cleane vocalen en hoge screams. In veel van de tracks op dit album krijg je een variatie in tempo aangeboden. Ik zeg maar iets: heel strak en krachtig openen om dan een uiterst kalme en rustige passage in te lassen om dan terug “full speed” te gaan. Of ook wel gewoonweg omgekeerd. In ieder geval komen er, naar mijn gevoel, te veel passages in voor waar de gaspedaal niet volledig wordt ingedrukt en waar dan ook de kracht ontbreekt. Dat neemt niet weg dat er hier een paar erg sterke songs langs komen. Opener 'My Patient' is er zo een van. Het nummer knalt energiek en uiterst krachtig uit de speakers waarin Jonas in het refrein aanhaalt geen satan te zijn, maar wel een rebel, waarin een hysterisch klinkende vrouw je waarschijnlijk het tegendeel wil bewijzen, én waarin Jonas op het einde zowaar de ziel uit zijn lijf schreeuwt. Maar na deze werkelijk sublieme opener blijf ik eigenlijk wel een beetje op mijn honger zitten. Het duurt dan immers tot track nummer vijf, 'Mr. Knife', dat ik opnieuw echt bij de les wordt gebracht. Een sfeervol, maar echt wel krachtig nummer met een heerlijke gitaarsolo. Ook de stevige, maar pakkende ballade 'I Give It Up' kan op mijn goedkeuring rekenen. Ook het stevige en uiterst agressief overkomende 'Desperate Measures' reken ik tot mijn favoriete tracks, terwijl ik ook wel viel voor het vurige 'Red Zone' met zijn krachtige gitaarbreak. Dus zeker niet dé top plaat die ik verwachtte na het eerste nummer, maar wel de moeite waard om uit te zitten. Misschien zitten ze met een volgend album wel de stap naar dat top album? Luc Ghyselen (3½) Moeten we nog uitleggen wie deze Australische rockformatie is? Neen, we dachten van niet gezien hun huidige status en dat ze nog steeds een van de grote grondleggers zijn van wat we nu eigenlijk een beetje verkeerd interpreteren als Metalgenre. AC/DC is géén metal maar wel een stevige hardrock band pur sang. Sinds de eeuwwisseling hebben ze weer enkele officiële studio langspelers de wereld ingestuurd: ‘Stiff Upper Lip’ (2000), het nog steeds overtuigende ‘Black Ice’ uit 2008 en dan krijgen we nu hun jongste worp ‘Rock or Bust’. Toen hun vorige zanger Bon Scott in 1980, tengevolge van een acuut drinkprobleem, overleed en net op de moment dat ze supergroot werden schoven enkele zwarte wolken voor hun ogen. Het was net deze pijnlijke gebeurtenis die hen aanzette om een van de allergrootste rockalbums allertijden te kunnen realiseren. ‘Back in Black’, de titel laat hier geen vermoedens over bestaan, is inderdaad een serieuze ommekeer geweest in hun carriére die toen op een laag pitje brandde na het verlies van hun charismatische zanger. Ondertussen heeft Brian Johnson de micro van Bon Scott overgenomen en met zijn speciaal strottengeluid bewees hij de plaats van Scott in de band waardig te zijn. Nog meer tegenslag is hen recent te beurt gevallen. Malcolm Young is er niet meer bij omwille van zijn slechte gezondheid (sommige bronnen verklaren dat hij in een psychische staat van dementie verkeert, andere houden er dan weer een geheel andere mening op na) en neefje Stevie Young heeft zijn plaats in de band opgenomen. Drummer Phil Rudd was laatst het onderwerp van wel vreemde beweren dat hij een hitman onder de arm zou genomen hebben om iemand om te leggen. Hoe dan ook werden deze beweringen deels vernietigd maar hij is nog steeds een vette kluif voor justitie. De uiterlijke présence van de band mag dan hier en daar licht gealtereerd zijn, we horen dit niet echt op deze nieuweling. Met de ondertussen zalige AC/DC-riffs waarmee ‘Rock Or Bust’ begint krijgen we meteen een leuk gevoel. AC/DC is er weer en hoe? Alle nummers hebben weer die typische, zeg maar gerust, commerciële sound die sinds hun prille begin met ‘High Voltage’ te kop opstak, en alleen een band als AC/DC die kan creëren. Zelfs hun eerste single ‘Play Ball’ is hier weer een schitterend statement van hoe je hardrock moet verkopen aan zeer uiteenlopende doelgroepen. Hoogtepunten zijn er niet gezien de ganse schijf één groot hoogtepunt is. Alle songs voldoen weer aan de vraag van de miljoenen AC/DC fans ter wereld: geef ons een schijfje waarvan we het ene na het andere eargasme krijgen… en dit zonder de hulp van een Viagra pil. AC/DC is glansrijk in zijn opzet geslaagd en levert hiermee het zoveelste bewijs dat hun muziek nog het beste kan worden omschreven als ‘Rock for all Ages’. Een absolute aanrader… en niet alleen voor de fans. Alfons Maes (5) CBS I 88875 034852 I Sony Music I AC/DC
|
|