cd reviews
Het Duitse Zodiac werd in 2010 opgericht door drummer Janosch Rathmer. Het viertal – met naast Janosch ook nog vocalist/gitarist Nick Van Delft, bassist/toetsenist Ruben Claro en rhythm gitarist Stephan Gall – debuteerde niet onaardig met een gelijknamige ep in 2011 waar we konden kennis maken met hun in blues gedrenkte stevige hard rock. Hun debuutalbum, 'A Bit Of Devil', werd op nog lovender kritieken ontvangen zodat ze daaraan een vervolg breiden met 'A Hiding Place'. En nu komt het kwartet er aan hun opvolger. Dit derde album telt tien tracks waar de bluesy hard rock opnieuw de bovenhand neemt, maar waar dit keer toch heel veel synthesizerklanken in doorklinken. Neem nu bijvoorbeeld het openingsnummer 'Intro Who I Am', een rustig voortkabbelende track die eigenlijk niets met hard rock en/of metal te maken heeft, maar des te meer een popgericht synthesizergeluid laat horen en die je dus, als metalfan, evengoed kan skippen. Gelukkig gaat het vanaf dan heel veel beter. Niet dat je meteen achterover valt, want het viertal blijft mooi binnen de lijntjes van het genre kleuren zonder echt opvallend stevig of krachtige songs uit hun instrumenten te toveren. En als ze dan nog een zeemzoet, rustig en uiterst langzaam gebracht 'Sad Song' brengen, moet je toch even met de ogen blijven knipperen om niet in slaap te vallen. Gelukkig duurt deze dip niet zo lang en wordt je weer een stuk vrolijker met het vrij stevige 'Out Of The City'. Ook daarna houden de heren het bij echt in blues gedrenkte hard rock – het eerste deel van 'A Penny And A Dead Horse' mag je zelf bestempelen als pure blues – zodat je de band misschien beter kan gaan verkopen als een bluesband met rockinvloeden. Maar voor liefhebbers van dat genre is het dan natuurlijk wel genieten. Beluister daarvoor maar eens het knappe en vlotte 'Good Times', dat een break kent waar een bluesgitaar echt op je gevoel werkt, of het lang uitgesponnen 'Rock Bottom Blues', of het mooie en bluesy 'Just Music'. Samengevat is dit dus zeker geen slecht album (laat je immers niet misleiden door die toch wel enerverende openingstrack), al zal die pas echt in de smaak vallen van liefhebbers van bluesrock. Luc Ghyselen (3½)
0 Opmerkingen
Uit Roskilde, Denemarken komt Vanir, een gezelschap dat sinds 2009 je laat kennismaken met hun eigenzinnige viking metal. Eigenzinnig in die zin dat ze een typische Schotse doedelzak gebruiken tussen hun invloeden van verschillende metalstijlen: van death over black en trash tot melodic metal. Deze 'The Glorieus Dead' is reeds het derde full-album van dit gezelschap dat bestaat uit vocalist Martin Holmsgaard Hakan, gitaristen Lasse Guldbaek en Phillip Kaaber, bassist Lars Bundvad, drummer Daniel Kronskov en Sara Oddershede (doedelzak). De muzikale brij die het zestal hier fabriceert vind ik best te pruimen. Helaas ben ik niet altijd overtuigd van de vocalen die erg rauw en ruw worden uitgebraakt. Negen nummers, goed voor iets meer dan achtenveertig minuten, wordt je hierin de ban gehouden over vikings, Noorse mythologie en drinkfestijnen. Mijn favoriete tracks op dit album: de krachtige en stevige opener 'Fall Of The Eagle', het vrij lange en epische 'I Valkyriernes Skod' met zijn talrijke tempo en ritmewisselingen en het krachtige en uptempo gebrachte 'The Flames Of Lindisfarne' dat zelfs vrij aanstekelijk werkt en een mooie break op doedelzak bevat (maar dat zit in meerdere songs verwerkt zonder de meestal melodieuze gitaarsolo's te vergeten). Als je liefhebber bent van het genre is deze schijf beslist de aanschaf waard, anderen beluisteren dit misschien eerst vooraleer tot aankoop over te gaan. Luc Ghyselen (3½) Mighty Music I PMZ 121 I Vanir
Het Amerikaanse Stryper, een glam metal band waar het Christelijk gedachtengoed centraal staat, ontstond in 1983 en scoorde, vooral danzij MTV, heel wat successen met hun nummers en bijhorende video-clips van hun eerste drie albums. Toch moest ook dit viertal wijken voor de massale grunge-wave en in 1991 hielden de heren het voor bekeken. Maar sinds 2003 is het viertal – Michael sweet (zang, gitaar), Oz Fox (gitaar), Tim Gaines (bass) en Robert Sweet (drums) – terug aan het werk met nieuwe concerten en nieuwe albums waarvan het meest recente studio-album, 'No More Hell To Pay', eind vorig jaar werd uitgebracht op het label Frontiers Records. Nu zijn ze er terug met dit zestien nummers tellend live album dat werd opgenomen in 'The Whisky Club' in Los Angeles toen de band daar neerstreek om hun laatste studio-album te promoten. Dat hun klassiekers als 'Soldiers Under Command', 'To Hell With The Devil', 'Calling On You' en 'Free' niet ontbreken in hun playlist is natuurlijk maar logisch. En dat nieuwere tracks zoals natuurlijk 'No More Hell To Pay' hier naadloos bij aansluiten zal er voor zorgen dat fans van de band, en eigenlijk van glam metal in het algemeen, hier duidelijk tevreden mee zullen zijn. Ik heb een klein beetje mijn bedenkingen: vocaal is dit niet steeds top en ook muzikaal kan dit me niet voor de honderd procent boeien daar dit iets te gepolijst overkomt en iets te hard op de Amerikaanse markt is gericht – en daar kan hun versie van The Doobie Brothers' 'Jezus Is Just Alright' niets aan verhelpen. Maar daar zullen liefhebbers van de band en het genre zich geen moer van aantrekken. Luc Ghyselen (3) Het Britse viertal Steak is met 'Slab City' aan hun debuut toe. Tien nummers “desert stoner rock” worden hier gebracht in navolging van wat vooral een band als Kyuss al eens eerder en eigenlijk wel een pak beter voordeed. Maar als je echt warm loopt voor een groovy sound waarin psychedelische invloeden en vooral veel distortion te horen zijn, dan kan je je misschien ook wagen aan deze 'Slab City'. Geen van de nummers liet een grootse indruk op me achter, zodat ik me eigenlijk elke track al niet meer herinnerde nadat hij nog maargoed en wel gepasseerd was. Nee, dit debuutalbum van dit kwartet mocht gerust nog een tijdje in de koelkast blijven liggen om te rijpen. Maar misschien zijn de heren “live” op hun best en dienen ze deze tracks dan in een genietbaarder manier op, want met al deze distortion, die zowel op de gitaren als op de zang te horen valt, is dit iets dat niet echt in mijn smaak valt. Een volgende keer beter? Luc Ghyselen (2½) Napalm Records I NPR 554 I Steak
De geschiedenis van het Amerikaanse viertal Mr. Big is op zijn zachtst gezegd nogal woelig te noemen. Er waren immers geregeld stevige ruzies tussen de bandleden onderling. Nochtans begon alles vrij belovend toe de band in 1988 werd opgericht door bassist Billy Sheehan. Eerst haalde die gitarist Paul Gilbert erbij en wat later werd de band compleet gemaakt door drummer Pat Torpey en vocalist Eric Martin. Hun eerste album, eenvoudig weg 'Mr. Big' getiteld (1989), zorgde ervoor dat de mix van pop en rock uitmondde in erg aanstekelijke en toegankelijke nummers zodat het niemand verbaasde dat de band met het tweede echt een schot in de roos maakte. 'Lean Into It' (1991) bevatte immers het wereldsuccesnummer 'To Be With You'. Na een zoveelste conflict besloot Paul Gilbert in 1996 de band te verlaten (hij werd vervangen door Ritchie Kotzen) al bleef hij wel aan boord als producer . Een zestal jaar viel het doek dan toch compleet. Maar in 2009 besloot het originele viertal terug samen te werken onder de naam Mr. Big. Dit resulteerde reeds in het album 'What If …' (2010), zodat deze 'The Stories We Could Tell' het tweede album is sinds hun terugkeer. En net zoals vroeger kan je hier genieten van uiterst toegankelijke, makkelijk in het gehoor liggende pop/rock songs waarin opnieuw de mooie stem, het sublieme gitaarspel, de soms vrij stevig klinkende bass en de passend drumpatronen op een lijn liggen. Dertien nummers krijg je hier voorgeschoteld waaronder een paar ballades ('The Man Who Has Everything', 'Eastwest' en 'Just Let Your Heart Decide) en voor de rest knappe pop/rock songs die allemaal een kans maken om gehoord te worden op een of ander radiostation. De uitstekende en krachtige vocalen van Eric Martin en natuurlijk het prachtige gitaarwerk van Paul Gilbert zorgen ervoor dat fans van het genre hun duimen en vingers hier kunnen aflikken. Wie vroeger reeds viel voor het geluid van deze band, weet dat hij/zij dit album op nieuw blindelings aan zijn/haar collectie kan toevoegen. Muziekliefhebbers die het graag stevig houden, zullen hier echt hun gading niet vinden en hier dan ook in een wijde boog omheen lopen. Luc Ghyselen (3) Moonland is een nieuw project om de aandacht terug te vestigen op de talentvolle vocaliste Lenna Kuurmaa. De Estse was de frontvrouw van Vanilla Ninja, een band waarmee ze in 2005 Zwitserland vertegenwoordigde op het Eurovisie Song Festival en daar de achtste plaats wegkaapte. Maar sinds 2006 werd de band stilgelegd en Lenna vulde haar dagen als actrice en tv-personaliteit in haar thuisland. Tot Frontiers Records haar overtuigde om samen te gaan werken met toetsenist Alessandro Del Vecchio (Hardline). Deze samenwerking heeft tot dit resultaat geleid: twaalf knap gearrangeerde nummers poprock of AOR met lichte invloeden van bands als Heart, Europe en Roxette die vooral de prachtige stem van Lenna tot hun recht laten komen. Fransesco Marras zorgt met mooie gitaarsolo's voor een extra opvulling, terwijl ook Bruce Gaitsch zich laat opmerken op de akoestische gitaar. De basis van dit alles wordt gevormd door de solide ritmesectie van Anna Portalupi op bass en Alessandro Polifrone op drums. Metalheads zullen hier in een heel wijde boog omheen lopen, maar liefhebbers van poprock met een uitstekende vrouwelijke stem zullen hier echt van genieten. Luc Ghyselen (3) MindMaze is een Amerikaanse band die en mix brengt van power metal en progresieve metal. De band maakte, albumsgewijs, zijn debuut, 'Mask Of Lies', in 2013 waarvan de eerste persing volledig werd uitverkocht in net geen veertien maanden tijd. Van een voltreffer gesproken zodat deze 'Back From The Edge' uiterst welkom te noemen is. De band bestaat uit vocaliste Sarah Teets, gitarist/toetsenist Jeff Teets en drummer Kalin Schweizerhof. Bassist op dit acht nummers tellend tweede album is niemand minder dan Mike LePond (Symphony X). Het titelnummer mag dit album op gang trekken en doet dit meteen in stijl: na een rustige intro barst het geluid open, vooral dankzij een knappe riff, om wat later de toch wel krachtige en uiterst mooie vocalen te verwerken van Sarah. En wat dan te denken van de uiterst inventieve en melodieuze gitaarsolo die Jeff op ons los laat, zonder hierbij de impossante drumpartijen en stevige basslijnen te vergeten. En het viertal gaat op zijn elan verder met het krachtige 'Through The Open Door'. Voor het indrukwekkende en vrij progressief te noemen 'Moment Of Flight', dat na een heel rustige en kalme intro volledig op dreef komt, werd Jens Johansson (Stratovarius) ingehuurd op de keyboards. En dat blijkt een uitstekend keuze ten zijn geweest want wat Jens hier uit de toetsen tevoorschijn tovert is indrukwekkend te noemen, al mag de gitaarsolo er ook meer dan gerust wezen! Het uiterst stevige 'Dreamwalker' wordt uptempo afgewerkt en laat je opnieuw achterovervallen dankzij het sublieme “shredding guitar”-werk van Jeff. Het langste nummer op het album, 'The Machine Stops', duurt meer dan tien minuten. Het is een lichtjes epische track geworden waar gastgitarist Matt Johnson (Pharaoh) voor een lange en toch inventieve gitaarsolo zorgt. In het krachtige en stevige 'Consequence Of Choise' bewijst het viertal andermaal dat ze eigenlijk ook zonder gastmuzikanten kunnen. Vooral het gitaarspel van Jeff vind ik opnieuw een openbaring. In 'End Of Eternity' mag bevriende gitarist Jeff Pouring (Maverick Hunter) een met Jeff gedeelde gitaarsolo volmaken. Met 'Onward (Destiny Calls II)' – 'Destiny Calls' kon je op het debuutalbum vinden zodat dit een vervolg is geworden – eindigt dit album eigenlijk veel te vroeg. Ook dit nummer kent een eerder rustige en kalme openingsfase waarna het nummer aan tempo en kracht wint. Verder komen er hier veel wisselingen in ritme en tempo langs en zelfs een kort fragment uit een oud middeleeuws gevecht lijkt te komen en dat ondersteund wordt door een stukje folkmuziek. Bemerk hier ook het mooie gitaarduel tussen Jeff en Lord Tim (van het Australische Lord). Wat een kennismaking met deze band! Ze mogen van mij meteen met een derde album langskomen en … heel graag zou ik deze mensen eens live aan het werk willen zien. Dit is een absolute aanrader van een band die alles in huis heeft om heel groot te worden. Luc Ghyselen (4½) Inner Wound Recordings I IW 83040 I MindMaze
Sinds 2003 verschijnt de naam van de Italiaanse gitarist Pier Gonella op tal van booklets bij cd's (Athlantis, Wild Steel, Odyssea, Labyrinth, Necrodeath, Amazing Maze en dus ook Mastercastle). Bij Mastercastle is hij samen met de bevallige vocaliste Giorgia Gueglio de drijvende kracht. Sinds het ontstaan in 2008 is deze 'Enfer (De La Bibliothèque Nationale)' het vijfde full-album van dit Italiaanse kwartet die verder bestaat uit drummer Fransesco LaRosa en bassist Steve Vawamas en ze worden hier bijgestaan door de keyboards van Andrea De Paoli (Labyrinth, Vision Divine). Dit resulteert in tien aanstekelijke en catchy tracks die je het best kan situeren onder de noemer power metal met neoklassieke invloeden. Brengt deze band nu iets speciaals in het genre ? Niet echt daar de nummers krachtig en spontaan overkomen, goed gearrangeerd zijn, een solide en stevige basis hebben van drums en bass waarop een mooi keyboards-tapijt, melodieuze gitaarriffs en inventieve gitaarsolo's zich naar hartenlust mogen uitleven. En toch klinkt dit net iets anders dan vele andere bands in het genre en dat komt dan voornamelijk op het conto van vocaliste Giorgia die hier met een cleane stem krachtig en erg melodieus uit de hoek komt zonder dat ze ons laat denken aan alweer een zoveelste 'female fronted metal band' met een een sopraan in de hoofdrol. Toch wil ik hier de rol van gitarist Pier niet minimaliseren want ook hij komt nadrukkelijk op de voorgrond dankzij zijn inventieve en uitstekende gitaarsolo's die in zowat elk nummer opduiken en ervoor zorgen dat het nummer er een meerwaarde door krijgt – beluister daarvoor zeker eens de instrumentale ode aan Bach, 'Coming Bach', waarin Pier alle registers vakkundig opentrekt en je met verstomming laat staan. Naar ik heb vernomen – ik ontdek deze band nu pas – is dit het stevigste album dat ze reeds op de markt hebben gebracht. Dit betekent dat ik mijn oor eens moet te luisteren leggen bij hun vorige albums, maar deze 'Enfer (De La Bibliothèque Nationale)' kan ik aanraden aan elke fan van het genre? Luc Ghyselen (4) Scarlet Records I SC 267-0 I Mastercastle
'Time To Die' is het achtste album van dit Britse viertal en daar moesten we vier jaar op wachten want hun vorige album, 'Black Masses', werd in 2010 uitgebracht. Nog steeds zijn vocalist/gitarist Jus Oborn en gitariste Liz Buckingham met hun duellerende twin gitaren de voornaamste muzikale factor. Terug van een aantal jaartjes weggeweest is originele drummer Mark Greening. Dit trio wort op dit album aangevuld met kersvers bassist Clayton Burgess. Muzikaal tapt Electric Wizard nog steeds uit het doom metal vaatje en voegt daar vooral psychedelische invloeden aan toe. Op 'Time To Die' is dit niet anders, al opent het album nogal beklijvend en erg naargeestig met een klaterende rivier en vreemde klanken die uit een klassieke Hammond B3 afkomstig blijken te komen. Meteen is de toon gezet voor een dreigende en heel duister album waarin naast vrij pure doom tracks (o.a. 'Funeral Of Your Mind' en 'We Love The Dead') ook nummers met andere invloeden hun plaats krijgen. Zo worden in 'I Am Nothing' invloeden vanuit de beginperiode van de death metal verwerkt tot een erg naargeestig iets die een aantal muziekliefhebbers danig op de zenuwen zal werken. En nadat je werkelijk murm werd gebeukt door deze duistere gedrochten, sluit dit album af met 'Saturn Dethroned' waarvan de outtro bestaat uit een klaterende rivier. En zo maakt dit viertal dus de cirkel rond. Dit is een album dat waarschijnlijk enkel de echte doom-puristen zal aanspreken, wegens het echt donkere en zware karakter die het album uitstraalt, maar die zullen dan ook in de wolken zijn met deze 'Time To Die'. Luc Ghyselen (3) Het in Sofia, Bulgarije ontstane Project Arcadia timmert reeds sinds 2007 aan de weg naar eeuwige roem. Hun melodieuze heavy metal bevat voldoende invloeden uit de power metal en de progmetal om ook liefhebbers van die subgenres te kunnen bekoren. Na een drietal singles en het debuutalbum 'From The Deserts Of Desire' (2009) is deze 'A Time Of Change' hun tweede full-album. En sinds dit debuutalbum is de line-up wel drastisch gewijzigd want enkel gitarist Plamen Uuzunov en bassgitarist Dobromir Paraskov zijn nog aan boord gebleven. Drummer Daniel Dimitrov en gitarist Villy Neshev zijn al een tijdje in de band aktief zodat de grootste wijziging er kwam in 2012 met de komst van de nieuwe, zweedse vocalist Urban Breed die je misschien kent van bijvoorbeeld Tad Morose of Bloodbound. Op hun nieuwste album prijken elf melodieuze heavy metal tracks met invloeden uit de prog en power metal. Een “metalen vrouwelijk robotstem” mag een korte zijn proclameren om het album op gang te trekken, waarna de instrumenten gevat en stevig invallen. Wat later maak je ook kennis met de krachtige en cleane zang van Urban. Terwijl die eerste track, 'Here To Learn', nog eerder aarzelend overkomt, zorgt het vijftal dat alle puzzelstukjes – stevige en solide ritmebasis, knappe en krachtige riffs, melodieuze gitaarsolo en vrij catchy en aanstekelijke zanglijnen – op het tweede nummer, 'Shelter Me', perfect op hun plaats vallen. Voor 'I Am Alive' wordt de gashendel een heel stuk minder geopend, zodat dit nummer een traag ritme aanhoudt, terwijl ze voor 'Beggars At The Door' opnieuw snediger voor de dag komen, en zo vind ik ze wel ene stuk beter klinken. 'The Ungrateful Child' is een akoestisch nummer dat opnieuw vaart mist en nu eigenlijk ook wel wat kracht mist. Wie misschien wat is ingedut tijdens het nummer wordt wakker geschud danzij de krachtige, maar veel te korte, intro in 'Timeless'. Het nummer kabbelt dan rustig gedregen door een kanppe baslijn. Gelukkig bevat het ook een aantal steviger en krachtiger momenten. Het korte, instrumentale 'Joy' wordt opnieuw akoestisch gebracht. Het titelnummer opent krachtig en veelbelovend. Maar dit is eigenlijk ook maar kort, want ook dit nummer is eigenlijk een kalm en rustige track geworden met zo nu en dan een krachtige en stevige eruptie. 'Formidable Foe' en het daaropvolgende 'The Deal' bevatten dan wel weer voldoende ingrediënten om meerdere metalfans te bekoren. Eindigen doen ze ook al knap met 'Shadows Of The Night', een krachtig en stevig nummer dat ook kalmere fragmenten bevat, maar dat nooit te gevoelig wordt en dat ik beter kan waarderen dan de paar kalmere nummers met steviger fragmenten die hier eerder langs kwamen. Ondanks een paar goede tot zeer goede tracks is het totaalbeeld van dit album dat het net niet krachtig en stevig genoeg is om veel nieuwe fans aan te boren, zodat vele metalliefhebbers andere albums boven deze niet onaardige schijf zullen verkiezen. Luc Ghyselen (3½) Nightmare Records I NMR 580 I Project Arcadia
|
|