cd reviews
'Hyaena' is het zevende studio-album van deze uit Genoa, Italië afkomstige band die je een uiterst eigenzinnige mix brengt death metal en progressieve metal. De band werd in 1990 opgericht maar hield het in 2001 voor bekeken om sedert 2005 opnieuw ten tonele te verschijnen. Tien tracks telt hun nieuwste worp en om heel eerlijk te zijn is dit muziek die ik maar met kleine stukjes kan verteren: het lijkt me verdorie heel moeilijk om echt door te dringen tot de gedachten gang van dit viertal – Tommy Talamanca (gitaar, keyboards), Andy Marchini (bass), Trevor Nadir (vocals), Alessio Spallarossa (drums). Voeg door de immens complexe melodieën en ritmes aan toe, de immens rauw en ruwe death metal vocalen, en je kan misschien ook wel gaan begrijpen wat ik bedoel. De gitaar en bass technische hoogstandjes volgen elkaar in razendsnel tempo op terwijl complexe etnische Afrikaanse drumpatronen je oren doen daveren. Voeg daaraan ook nog percussionist Jean N'Diaye aan toe en je begrijpt dat ik maar met mondjesmaat kan verteren. En eigenlijk vraag ik me wel af welke doelgroep men hiermee wil bereiken want voor death metal fanaten is dit duidelijk te progressief, terwijl liefhebbers van progressieve metal heel waarschijnlijk zullen vallen over de vocalen die duidelijk geworteld staan in de death metal. Zelf vind ik dit zeker niet slecht, maar het volledig album in een ruk beluisteren is er ook duidelijk te veel aan. Luc Ghyselen (3)
0 Opmerkingen
Reikhalzend keek ik uit naar het nieuwe, zesde reeds, album van één van mijn lievelingsgroepen: Riverside. Deze Poolse progrock band heeft immers al vijf steengoede cd’s op hun conto en is bovendien een zeer sterke live band, die ik dit jaar aan het werk zag tijdens het voorbije Loreley Progrock Festival en waar ze een geweldig optreden ten berde brachten. En opnieuw ben ik weer zeer aangenaam verrast door hun nieuwe werk: de zang van Mariusz Duda blijft er telkens weer op vooruitgaan en heeft echt het allerhoogste niveau bereikt. Op hun vorige werk had Riverside al wat afstand genomen van ellenlange (doch beresterke) nummers van rond de twintig minuten en hun muziek wat toegankelijker voor het grotere publiek gemaakt. Op 'Love, Fear And The Time Machine' gaat Riverside meer de rustiger, melodieuze toer op, zonder daarom aan klasse in te boeten of commercieel te worden. Het openingsnummer 'Lost' is een juweeltje, ingetogen maar zonder hun roots te verloochenen. 'Under The Pillow' gaat op dit elan verder maar hier horen we toch al weer de wat ingehouden energie waar Riverside prat op gaat. Op 'Saturate Me' horen we dan weer de steviger, oudere Riverside met de agressievere keyboards. Maar alle nummers in detail bespreken zou mij te ver leiden maar neem het van me aan: er staat hier geen enkel minder goed nummer, wat meestal het geval is bij albums van Riverside. Om er toch, als laatste, nog eentje uit te pikken: 'Caterpillar And The Barb Wire', een rustig opgebouwd geniaal nummer waar de klasse van de band van af druipt: een typsich Riverside nummer. Al bij al een fantastisch album, waar de keyboards minder op het voorplan treden, met minder stevige nummers, maar waar het vakmanschap en de veelzijdigheid duidelijk te horen is. Met dit werk heeft Riverside zijn plaats bij de allergrootsten in de Progrock scene definitief veroverd. Ik kan al niet meer wachten om ze in oktober (nogmaals) aan het werk te zien in zaal 013 te Tilburg. Bart Verlinde (5) Negen tracks melodic thrash en death metal is wat het Zweedse Nonexist op je afvuurt op dit derde full-album van dit gezelschap dat in 2001 het levenslicht zag en zich ontwikkelde uit de muzikale ideeën van Johan Reinholdz (Andromeda) die hier instaat voor alle instrumenten (gitaar, bass, synthesizer) maar ook de cleane zang en de backing vocals voor zijn rekening neemt. Ook lead vocalist Johan Liiva (ex-Arch Enemy, ex-Carnage, …) is nog steeds van de partij. Hij verzorgt nog steeds alle extreme ruwe en rauwe vocalen. Dit duo zorgt dus voor de negen tracks op dit deze 'Throne Of Scars'. Zowat alle tracks zijn stevig, snoeihard, brutaal met agressieve randjes maar beschikken ook over uiterst melodieuze fragmenten die voor wat tegenwicht zorgen. Zo komen er bijvoorbeeld in 'Before The Storm Takes Me' een paar fragmenten langs die ik eerder als speels en vrolijk kan bestempelen terwijl de rest van deze track uiterst duister en dreigend overkomt. 'Cathedrals Beyond' kon dan weer evengoed op een of ander album van een doom metal band prijken: een log nummer dat aan een traag tempo over je heen dondert tot het gaspedaal een tijdje wordt ingedrukt om daarna weer losgelaten te worden. Maar al bij al vind ik dat er toch te weinig verschillen worden opgemerkt in de overige tracks zodat die toch wat onderling inwisselbaar zijn. Duidelijk te weinig dus om echt op te vallen in de stroom van releases die ieder week opnieuw worden uitgebracht. Luc Ghyselen (3) Het Amerikaanse Kickin Valentina werd begin 2013 opgericht door gitarist Heber Pampillon en drummer Jimmy Berdine. Korte tijd later voegde vocalist Joe Edwards – de man stond bekend als een ruwe diamant in de muziekwereld – zich bij het duo. Bassist Chris Taylor vervolledigt de line-up. Het viertal brengt een knappe mix van sleazy hard rock waardoor ze een stevige scheut blues en een dosis hard rock 'n' roll mengen. Dit resulteerde al vrij vlug in een titelloze ep, die in 2013 het levenslicht zag op het kleine “Highway 9 Records” label uit Atlanta. Daarna volgden tal van tourneetjes als support voor o.a. Buckcherry, Queensrÿche, Fozzy, Skid Row, Doro, LA Guns, … Hun faam bereidt zich verder uit als ze uitgeroepen worden tot “Rockband Of The Year” in 2014 tijdens de prestigieuze “GA Music Awards”. En nu komt het kwartet er dus aan met hun eerste full-album waarop tien – voor een goed begrip: de ietwat bizar klinkende intro, 'Sermon' tel ik hier niet mee) aanstekelijke, opzwepende hard rock 'n' roll/blues/hard rock nummers prijken die me doen denken aan het jonge AC/DC of aan het ook al Australische Rose Tattoo (vooral muzikaal dan). Muzikaal brengen de heren dus helemaal niets nieuws, maar het klinkt verdorie oh zo lekker terwijl de rauwe vocalen van Joe hier perfect in het geheel passen. Nummers als het opzwepende 'Fist N Twist' – dat gewoonweg moet meegebruld worden tijdens hun live concerten –, het gedreven 'When You're Gone', het stevige medium tempo beukende 'Anita' (lichtjes schatplichtig aan Aerosmith) en het krachtige furieuze 'Dirty Girl' verdienen het gewoon om gehoord te worden. Voeg daaraan toe dat ook de filmindustrie de band heeft ontdekt daar twee tracks van dit album, de single 'Get Ready' en 'Alone' gebruikt worden in de soundtrack voor horror movie “Altered”. Luc Ghyselen (4) Het vorig jaar verschenen debuutalbum, 'Cock Robin', van dit Australische duo – Brendan Harvey (zang, gitaar) en Dale Hudak (drums, zang) – bracht ons een heel zware mix van rock 'n' roll, hard rock, pubrock en punk. Deze twaalf tracks tellende opvolger doet daar nu nog een schepje bovenop. Het gaat er opnieuw snoeihard aan toe, de punkattitude die zowat elk nummer siert (denk aan o.a. The Ramones) is ook al gebleven, terwijl ook nog steeds invloeden uit de pubrock en pure punk hun opwachting maken in de tracks. En als de heren al een bluesy ondertoontje in hun smaakvolle brij van punk, zware rock 'n' roll en hard rock weten te smokkelen is het eentje met een uiterst stevige rand (het snedige en gedreven 'High Love' is er zo eentje, evenals het aanstekelijke 'Sin For Your Lovin''). Maar eigenlijk laat de muziek die dit duo op je loslaat zich niet echt in een hokje plaatsen. Wel, kan ik je vertellen dat de tracks aanstekelijk werken en je na het beluisteren van dit album gewoonweg opnieuw de “play-knop” op je speler indrukt om opnieuw te genieten van de krachtige bizarre mix aan stijlen die dit Australisch duo op je loslaat. Luister maar eens naar hun leuke, stevige en uiterst aanstekelijke versie van Queen's 'Fat Bottomed Girls' om te begrijpen wat ik precies bedoel. Of wat dacht je bijvoorbeeld van 'Devils Door' dat eerder gemoedelijk opent om naar het einde toe werkelijk als een onvervalste pletwals over je heen te donderen. In welk muzikaal vakje moet je dit gaan onderbrengen? Misschien het best bij: “goede, aanstekelijke muziek”? Al moet ik er eerlijkheidshalve aan toevoegen dat niet elke track even goed werkt, maar dit moet wel voldoende zijn om ook eens op een of andere affiche van een groot festival te prijken. Luc Ghyselen (4) Diemonds is een uit Toronto, Canada afkomstige female fronted hard rock band die met 'Never Wanna Die' aan zijn derde studio-album toe is. De band werd in 2006 opgericht maar dit is mijn kennismaking met dit vijftal: Priya Panda (zang), C.C. Diemond en Daniel Dekay (gitaar), Adam Zlotnik (bass) en Aiden Tranquada (drums). Tien tracks telt hun derde worp en om heel eerlijk te zijn: geen van de nummers hier treft me werkelijk. Ik wil zeker niet beweren dat dit slecht is, maar ik denk dat we in onze eigen contreien voldoende bands hebben die dit niveau ook aankunnen. Vooral als het kwintet er dan ook nog een zielloze ballade als 'Secret' tegen aan gooit. De overige tracks zijn uptempo en vormen een mix van hard rock en glam metal die me eigenlijk nooit raken. Zoiets als dertien in een dozijn. Spijtig voor deze Diemonds, maar misschien kan het een volgende keer beter. Luc Ghyselen (3) “2.0” is (logischerwijze) het tweede album van dit drietal bestaande uit ex leden van Axxis en Rhaspody. Hun debuutalbum 'Into The Open' (2014) was een binnenkomer van formaat. Hun muziek kan bestempeld worden als melodieuze rock/hardrock met hier en daar een zeer stevig kantje. Altijd afwachten of de tweede cd van een groep het debuutalbum kan evenaren. Het is enkel de topbands gegeven om hierin te slagen. Wel, 21 Octayne is hier behoorlijk goed in geslaagd. Op “2.0” is een variatie van diverse stijlen te horen zonder aan de eigenheid van de band te raken. 'Devil In Disguise', 'Fly With Me' en 'Slave Shall Serve' zijn stevige knallers, de meer melodieuze nummers als 'When You Go', 'Loves Just A Heartbeak Away' en 'Lost' konden perfect op een Creed album te horen zijn. Maar de uitschieter is het tien minuten durende 'Tale Of Broken Child', waarop warempel prog invloeden te horen zijn, wat toch wel een verrassing is voor deze band. De opbouw, het gitaarwerk en de zang zorgen dat dit nummer de kers is op de taart van een zeer degelijk album. Voor fans van Creed en Alter Bridge in het bijzonder en stevige, melodieuze hard rock in het algemeen zal 21 Octayne voor menige uurtje luisterplezier zorgen. Bart Verlinde (4) |
|