cd reviews
Firespawn is een nieuwe naam in het death metal landschap. Nochtans zijn deze vijf heren geen groentjes want ze hebben pakken ervaring opgedaan in andere bands. Vocalist LG Petrov en gitarist Victor Brandt zou je moeten kennen van o.a. Entombed A.D., bassist Alex Impaler en gitarist Fredrik Folkare moeten een belletje doen rinkelen als ik de naam Necrophobic laat vallen en drummer Matte Modin verdiende zijn sporen bij Raised Fist. Gezamenlijk wil dit vijftal zorgen vor death metal die steviger en harder klinkt dan in elke band waarbij ze vooraf reeds speelden. Of ze daarin geslaagd zijn, kan en mag je nu gaan beoordelen. 'Lucifer Has Spoken', het nummer dat al een tijdje circuleert op het internet, is een stevige indicatie van wat je hier mag verwachten: agressieve, loodzware, brutale death metal die toch wel melodieus klinkt (luister bijvoorbeeld maar eens naar de gitaarsolo). Voeg daar wat samenzang aan toe en het geheel klinkt zelfs aanstekelijk – mag het woord “aanstekelijk” wel gebruikt worden in death metal kringen?. De overige tien tracks liggen duidelijk in het verlengde van deze uiterst heavy, maar knap klinkende single. De samenzang is niet in elke track te horen – een beetje afwisseling mag immers wel – de zware, brutale klanken die LG Petroc produceert zijn immers meestal al voldoende. De melodieuze gitaarpartijen worden wel in elke track op de voorgrond geplaatst. Slechts een maal wordt afgeweken van het brutale, agressieve pad. 'Complete Death' bewijst dat er achter al deze brutale agressie ook mensen met het hart op de juiste plaats zitten en ze zorgen dan ook voor een anderhalf minuutje gevoelig en akoestische gitaar intermezzo. Ik heb genoten van dit debuutalbum van dit Zweedse vijftal,nu jullie nog. Luc Ghyselen (4½)
0 Opmerkingen
Het Amerikaanse trio van The Shrine – Josh Landau (vocals, gitaar), Court Murphy (bass) en Jeff Murray (drums) – brengt op hun derde studio-album elf nummers in een mix van klassieke hard rock, punk en hard rock 'n' roll overgoten met een sausje psychedelica. Volgens de begeleidende promo informatie mag je een mix verwachten van bands als Black Sabbath en Black Flag en daar kan ik me wel een beetje in vinden als je daar ook nog een scheut Motörhead mag aan toevoegen. Het trio grossiert in vrij korte en gebalde nummers die ook wel invloeden uit de punk verraden. Al zijn er natuurlijk de uitzonderingen op die regel. Er is het uiterst korte instrumentale 'Pull The Trigger' (iets meer dan anderhalve minuut) dat je kan omschrijven als een psychedelische gitaarsolo en het afsluitende meer dan zeven minuten durende 'Space Steppin' dat vooral invloeden van Black Sabbath laat horen maar ook wat invloeden uit de space rock (ik denk hierbij aan Hawkwind). Maar de overige tracks klokken allen of onderd e vijf minuten en zijn een gedreven combinatie van de eerder vermeldde stijlen. Het geluid is “right into your face” en kon evengoed gehoord worden in de jaren zeventig of begin jaren tachtig. “Wereldschokkend?”: nee zeker niet. “Goed met een paar leuke vondsten?”: dat wel. Maar is dit echt voldoende om boven de massa uit te steken? Nee,niet echt – althans voor mij niet. Luc Ghyselen (3) Houd u van pretentieloze hard rocking bluesy hard rock en rock 'n' roll? Dan zit je met deze AC/DC-kloon gebeiteld. Want wat Airbourne, als Australische band, brengt, dat doet dit viertal uit Spanje ook al. Ik bedoel ermee: het is allemaal niet slecht, het is live zelfs heel aanstekelijk te noemen (zie maar wat een massa AC/DC onlangs hier in België opnieuw op de been bracht), maar elke track lijkt toch zo verdomd goed op de vorige track. En, als je van het genre houd, is daar dus niets mis mee. OK, het ene nummer klinkt een ietsje meer bluesy, een ander is net dat ietsjes meer groove en boogie, en nog een ander klinkt net dat tikkeltje meer gedreven en krachtiger. Maar waar het bij dit soort van muziek echt om gaat, is het feit dat je je echt amuseert, een biertje drinkt met de vriend(in)en, en dus heel gewoon een heel leuke avond beleeft zonder dat je moet gaan nadenken wat, wie en hoe het nu precies gespeeld wordt. Dat ook op tekstueel vlak het allemaal niet hoogstaand moet zijn, bewijst dit Spaanse viertal nu al voor de vierde maal en als je je oren wat dichtstopt voor het nu en dan kleine accent in de Engelstalige zang dan is dit best wel heel goed te noemen zonder dat het kwartet zich hier aan iets wereldschokkends waagt, want dat deed een vijftal uit Australië hen al allemaal voor. Maar voor wie fan is van het genre, is dit opnieuw een meer dan aardig album voor de verzameling, al lig ik er zelf niet echt wakker van. Luc Ghyselen (3) De lat lag hoog, heel hoog. Na de release van Emerald Forest and The Blackbird (2012) wist iedereen dat het moeilijk ging zijn voor de Finnen van Swallow The Sun om een nog betere plaat uit te brengen. Drie jaar later staan ze er echter terug met niet één, niet twee, maar drie albums die simultaan op één release worden gepropt. Aan ambitie zal het alleszins niet liggen. De plaat bestaat uit eenentwintig nummers en heeft een speeltijd van meer dan twee uur en half. Zelfs voor de grootste diehard fan is dit van epische proporties, ter vergelijking: het iconische dubbelalbum van Pink Floyd The Wall duurde “slechts” 81 minuten. Deze 'Songs From The North' gaat verder dan wat Swallow The Sun tot nog toe heeft gebracht. Een genre plakken op wat de heren brengen is niet gemakkelijk maar er wordt zeker gedweept met progressieve metal, death/doom of zelfs funeral doom. Maar deze termen dekken de lading zeker en vast niet. Voor het gemak van deze review zal elk deel afzonderlijk besproken worden aangezien elke plaat een eigen thema heeft – Somberheid, schoonheid en wanhoop (in die volgorde) – en de sound en stijl deze thema’s verder ondersteunen. 'Songs From The North I' borduurt het meest verder op diegenen die bekend zijn met het voorgaande werk. Dit deel ademt melodische doom met heerlijk diepe grunts en enorm melodische momenten. 'Lost & Catatonic' is hier een prachtig voorbeeld van met zijn heerlijke opbouw, viscerale grunts en melodische refrein. 'Heartstrings Shattering' is dan weer een ballad die ontaard in heerlijke doom, maar o zo melodisch aangekleed. Fans van Paradise Lost zullen hier een hele kluif aan hebben. 'Songs From The North II' is de vreemde eend in de bijt, hier laat de band het hele metal gebeuren achter zich om de tristesse en de schoonheid, die bands als Antimatter en Anathema brengen, te verkennen. Als dit deel afzonderlijk was uitgebracht zou dit wel eens een sterkhouder voor plaat van het jaar kunnen zijn. 'The Heart Of A Cold White Land' opent met akoestisch gitaarwerk en meteen het betere stemmenwerk van zanger Mikko. De harmonieën zijn prachtig uitgevoerd, het hele nummer is materiaal om uren te herluisteren en laag na laag te ontdekken. '66,50 ́N,28,40 ́E' is dan weer een parel van het instrumentale werk dat zo had weggerukt kunnen worden uit de catalogus van Godspeed You Black Emperor. Wanneer de laatste noot van afsluiter 'Before The Summer Dies' valt, blijf je verbaasd achter om zoveel schoonheid terug te vinden tussen al het geweld van dit death/doom gebeuren. 'Songs From The North III' is het laatste onderdeel van dit monstergebeuren en ondertussen zitten we al een dik anderhalf uur na het beginnen van de plaat. Dit deel bestaat uit zware, zwarte funeral doom. Dit is voor mij meteen ook het minste deel van de plaat. De nummers zijn niet meteen diegene die mij het meeste bewegen: 'Gathering Of The Black Moths' duurt maar liefst dertien minuten, 'Empires of Lonliness' duurt elf minuten. Hoewel de nummers goed worden gebracht, tippen ze bijlange niet aan het niveau van de eerste twee delen. Na meer dan anderhalf uur was dit deel sonische geweld er voor mij dan bij momenten ook te veel aan. Een slotsom opmaken van deze 'Songs From The North' is niet eenvoudig omdat de luisteraar zoveel krijgt aangeboden. Ergens is het een zonde dat deze platen niet afzonderlijk zijn aangeboden. De hele rit is niet voor diegenen die een snelle brok muziek willen beluisteren of het geduld niet hebben om sommige van de parels die op deze plaat staan te ontdekken. Toch loont het de moeite om de stap te wagen en je in dit magnum opus te gooien, al is het maar om er zelf een playlist uit te distilleren. Nathan Mussche (4) Als doorwinterde progfan sta ik open voor complexe, gevarieerde, lange nummers en weet ik dat om dit genre muziek echt te appreciëren er vaak diverse draaibeurten nodig zijn om de schoonheid en kwaliteit van de muziek te ontdekken. Maar deze schijf van Nucleus Torn is hier in wel een echt buitenbeentje. Dit Zwitsers trio, met als masterbrein Fredy Schnyder, combineert diverse stijlen gaande van progrock, avantgarde, een vleugje dark metal, wat klassiek tot een soms wel chaotisch geheel. Deze cd bevat ook maar drie nummers, wat ik wel wat weinig vind: het openingsnummer duurt drieëntwintig minuten en is een puur prognummer: niet slecht maar wat te traag en te veel stiltes voor mij. Het tweede nummer duurt tien minuten en is zeer stevig, een groot contrast met het vorige nummer. Het laatste neemt acht minuten in beslag en … “thats it”. Ik zit hierdoor een beetje op mijn honger voor een full cd. Op de kwaliteit valt er niets aan te merken: zowel de muzikanten als de productie zijn van goede kwaliteit maar de muziek laat geen onvergetelijke indruk achter en nodigt niet echt uit om steeds opnieuw te beluisteren, zelfs de uitmuntende zang van Anna Murphy van Eluveitie ten spijt. 'Neon Light Eternal' is volgens Fredy Schneider het laatste album van Nucleus Torn, wat jammer dat het afscheid wat in mineur is. Zonde voor toch een groot muzikant. Bart Verlinde (3) 'Her Halo' is het vijfde full-album van dit Australische gezelschap. De band ontstond in 1993 en bracht al vlug het debuut 'Doxology' (1995) uit. In 1998 werd een volgende stap gezet met 'Tears To Dust' maar daarna bleef het opmerkelijk stil rond dit progressieve metal/rock gezelschap. Pas in 2012 werd een nieuw teken van leven gegeven dankzij het album 'Anhedonia' dat in 2014 werd gevolgd door 'Esoteric Symbolism'. Deze twee albums kregen vrij goede kritieken en dat zal waarschijnlijk ook wel de reden zijn dat we nu reeds deze 'Her halo' mogen begroeten. Het ijzer smeden terwijl het heet is, heet dit dan. Het huidige viertal – Dean Wells (gitaar/backing vocals), Nathan Peachey (vocals), Dean Kennedy (drums) en Luis Eguren (bass) – brengt acht tracks die op een track na allen gemakkelijk de grens van vijf minuten overschrijden. Maar het is niet omdat dit vrij lang uitgesponnen nummers zijn dat die niet genietbaar zijn. Het tegendeel is waar, want vanaf de eerste tonen van 'An Ordinary Dream' tot de laatste noot van 'Delusions Of Grandeur' wordt je meegesleept in de muziek van dit kwartet. Muziek die gaat van uiterst krachtig en uptempo tot heel rustig, kalm en ingetogen en dat allemaal in een tijdspanne van een paar seconden. Nathan beschikt over een krachtige loepzuivere stem die hier prachtig tot zijn recht komt. De drumpatronen van Dean Kennedy kan je soms wel fenomenaal gaan noemen zonder te vergeten dat ze ook zorgen voor de stevige basis. En ook bassist Luis weet van wanten: ook hij vergeet niet dat de bass wel degelijk als fundament wordt gebruikt, maar ook hij kan zijn klasse niet onder stoelen of banken steken. En dan is er nog Dean Wells. De man zorgt voor prachtige riffs, uiterst inventieve en melodieuze gitaarsolo's waarbij collega gitaristen waarschijnlijk staan te likkebaarden om dit allemaal te gaan volgen. Ik was al vrij onder de indruk van hun vorig werk, maar deze 'Her Halo' gaat nog net dit stapje verder en zou er eigenlijk moeten voor zorgen dat je deze Teramaze in een adem uitspreekt met gereputeerde bands als Dream Theater of Symphony X want een nummer als het afsluitende 'Dilusions Of Granndeur' zou ook op een album van die twee grootmachten niet misstaan. Een aanrader voor de fans van het genre. Luc Ghyselen (4½) Scarleth is een vijftal dat zijn thuishaven heeft in Donetsk, Oekraïne en in 2005 werd opgericht door, naar ik vermoed, gitarist Viktor Morozov. Pas in 2011 verscheen het eerste album, 'Break The Silence', dat ons een mix bracht van melodic metal die zijn invloeden haalde uit power metal, doom metal, folk metal en gothic metal. Intussen zijn we vier jaar verder en is de enige overgebleven man in de line-up Viktor (vandaar mijn vermoeden dat hij de bezielende kracht is achter dit vijftal). Op dit tweede album laat hij zich omringen mat mensen die al heel wat ervaring hebben opgedaan in de muziekwereld. Artem Kravchenko (bass) en Philipp Kharouk (drums) zijn de mensen die nu instaan voor de erg subliem klinkende ritmesectie, Yana Kovalskaya (keyboards) zorgt samen met Viktor voor de mooie melodieuze klanken en Oksana Element beschikt over een warme soepele stem die echt wel voor de kers op deze taart zorgt. 'The Silver Lining' is mijn kennismaking met dit vijftal, maar de negen tracks bevallen me enorm zodat ik het aan mezelf verplicht ben om op zoek te gaan naar hun debuutalbum. En inderdaad invloeden uit de vier vermeldde subgenres zijn hier allemaal terug te vinden. Heel vaak allen samen in een en dezelfde track maar soms ook slechts een paar ingrediënten die in een fragment worden verwerkt. De hoofdeigenschap van de nummers is melodie en dat vertaalt zich dus in vrij melodieus klinkende tracks die zorgen voor heel wat luisterplezier. Mijn lievelingstrack op dit bevat alle ingrediënten die het muzikale aspect vormen van Scarleth in een song waarin de band afwisselt van meer doom gerichte passages over folky toetsen tot krachtige en aanstekelijke fragmenten. Voeg daarbij de uiterst soepele vocalen van Oksana die zich in zowat alle bochten kan wringen (en heel af en toe wat wordt ondersteund door mannelijke grunts) en je begrijpt dat ik het meer dan acht minuten durende 'The Gates Of Dark Sun' als het paradepaardje op dit album beschouw. Maar vrees echt niet dat de overige tracks minderwaardig zijn: niets is immers minder waar. Vanaf de eerste klanken van de krachtige openingstrack 'Night Of Lies' zit je immers gebeiteld en komen prachtige fragmenten, spitsvondige ideeën en indrukwekkende passages in sneltreinvaart over je heen gewalst. Deze pracht stopt enkel bij de laatste tonen van het afsluitende 'Last Hope'. Meteen opnieuw een bewijs dat je een “onbekende” band soms wel degelijk een echte kans moet geven en misschien doe je dan wel de ontdekking van de maand of zelfs van het jaar. Luc Ghyselen (4½) De titel van dit album heeft volledig weer wat je hier kan verwachten al is “Gems” misschien net iets te hoog gegrepen. Het Duitse vijftal Roxxcalibur – Alexx Stahl (vocals), Mario Lang (bass), Holger Ziegler en Kalli Coldsmith (gitaar) en Neudi (drums) – brengt zo in ieder geval hulde aan tal van pioniers uit de N(ew) W(ave) O(f) B(ritisch) H(eavy) M(etal). En dit is reeds het derde album van deze heren want eerder was er ook al 'NWOBHM For Muthas' (2009) en Lords Of The NWOBHM' (2011). Op dit derde album vind je veertien covers van songs van bands die hun glorieperiode hadden ten tijde van de NWOBHM. En laten we heel eerlijk zijn: velen bleven eigenlijk best wel minder bekend om niet te zeggen onbekend want niet iedereen heette immers Iron Maiden, Saxon of Def Leppard om dan nog maar te zwijgen van bands die niet zo grrot werden als Jaguar, Diamond Head, Praying Mantis, Quartz of Tygers Of Pan Tang om het maar bij die te houden. Geen van de hier genoemde bands komt hier aan bod, wel krijg je hier telkens een nummer te horen van Legend, Satan's Empire, Taurus, Bashful Alley, Virtue, Trespass, Mythra, Split Beaver, Marquis De Sade, White Spirit, Aragorn, Smokin' Roadie en Fist. En dan is er nog een vreemde eend in de bijt want alhoewel 'Panzer Division Destroyed' werd uitgebracht in 1980, dus ten tijde van de NWOBHM, komt dit nummer van een band die zijn sporen al veel langer had verdiend: Budgie. Misschien voor velen een leuke kennismaking met een van die bands, maar voor anderen wordt het heel leuk om te gaan luisteren of er verschillen zijn met het origineel. Nog anderen zullen dit gewoon in huis halen omdat ze ofwel van zijn van de heavy metal uit die periode ofwel omdat ze fan zijn van Roxxcalibur. En ook de cover draagt bij tot wat we toen kregen daar die van de hand is van Rodney Matthews die toen voor heel wat leuke covers zorgde (o.a. Magnum, Tygers Of Pan Tang en Praying Mantis deden toen immers beroep op de kunsten van deze artiest). Luc Ghyselen (4) Het Zweedse Manimal werd in 2001 opgericht en debuteerde, albumsgewijs dan toch , met het vooral in eigen land goed ontvangen 'The Darkest Room' (2009). Het viertal – Samuel Nyman (zang), Henrik Stenroos (gitaar), André Holmqvist (drums) en Kenny Boufadene (bass) – brengt een mix van traditionele heavy metal met wat invloeden uit de progressieve metal. Als ik bands als voorbeelden moet aanduiden dan kom ik uit bij iets als drie vierde Judas Priest, Accept en een vierde Queensrÿche. Openingstrack 'Irresistible' is er al meteen recht op: een gedreven en krachtige track waar het vocale inderdaad accenten bevat van een jongere Rob Halford en meteen ook het nummer dat als eerste single naar voor wordt geschoven en waarvan er een videoclip werd gemaakt. Meteen een track op hoog niveau en dat niveau wordt gemakkelijk aangehouden. De gedreven ritmesectie zorgt voor een meer dan solide basis waarop krachtige gitaarriffs worden gedrapeerd die worden afgewisseld met melodieuze solo's. Maar de grootste troef van dit kwartet lijkt me toch de vocalen te zijn die meer dan eens accenten laten horen die je ook hoorde bij een jonge Rob Halford. Onder andere de krachtige hoge uithalen van Samuel kan je door naar toe herleiden. Dat de heren wat afwisseling in hun muziek steken is natuurlijk ook mooi meegenomen want naast de krachtige uptempo tracks als het eerder vermeldde openingsnummer of het energieke 'Trapped In The Shadows', hoor je dat de heren ook op een logger tempo een dijk van een song kunnen brengen. Invloeden uit de doom metal duiken immers hoorbaar op in 'Man Made Devil'. In het mooi opgebouwde, maar daarom niet minder krachtige 'Screaming Out' laten de heren een kinderkoor aanrukken om het refrein een extra pigment te geven: een geslaagd idee. En voor 'The Journey', een krachtig stevig rockend nummer dat opent als een ballade en waar het tempo toch eerder ligt, werd Udo Dirkschneider (U.D.O.) erbij gehaald om een duet aan te gaan met Samuel. Laat me eindigen met de conclusie dat deze 'Trapped In The Shadows' een uiterst aangename kennismaking is geworden met de Zweden van Manimal. Luc Ghyselen (4½) Erimha, een viertal dat je om de oren slaat met “melodic blackened death metal”, is afkomstig uit het Canadese Montreal. De band ontstond in 2010 en is met deze 'Thesis Ov Warfare' al toe aan zijn derde album na debuut 'Irkalla' (2010) en opvolger 'Reign Through Immortality' (2013). Tussen de opnames door zijn de heren vooral “on the road” te vinden en de spanningen die zo worden veroorzaakt zorgde ook reeds voor een aantal wijzigingen in de line-up. Al deert dit het huidige viertal – Kronik (gitaar), Ksaos (drums), Kthien (ritme gitaar) en Gore (vocals) – om nu uit te pakken met tien nieuwe composities. Die worden uitstekend gebracht, maar door het feit dat de meeste tracks toch wel wat lang uitvallen, valt er, bij mij althans, een soort van verveling te bemerken: de nummers kunnen me echt niet boeien van begin tot einde. Neem bijvoorbeeld het bijna tien minuten durende 'The Process Of Reversal' dat met onaards aanvoelende klanken vrij naargeestig opent. Na een goede twee minuten komt de track dan echt los met blasbeats, denderend en donderend gebeuk, zwaar naargeestig gekrijs, en zelfs een melodieuze gitaarsolo: allemaal precies zoals het handboek '”Blackened Death Metal for dummies” voorschrijft, maar nergens zit er dan iets in waarvan je denkt: “dat is het het, hiermee tilt men de track naar een hoger niveau”. Of ben ik teveel gewoon aan het worden dat ik het gewone niet goed genoeg meer vind? Fans van het genre zullen mijn waarderingscijfer waarschijnlijk niet correct vinden en eigenlijk gun ik Erimha wel een mooie toekomst, maar dan zullen ze, zeker voor mij,toch eens moeten uitpakken met betere ingevingen om hun songs gestalte te geven. Deze 'Thesis Ov Warfare' vind ik goed zonder meer,maar zal hierten huize je reporter op niet veel draaibeurten meer hoeven te rekenen omdat er toch wel betere producten op de markt zijn. Luc Ghyselen (3) |
|