cd reviews
Serpentine ontstond in Wales in 2007 en vooral in Japan gooide hun debuutalbum, 'A Touch Of Heaven' (2010), hoge ogen. Ook opvolger 'Living & Dying In High Definition' (2011) werd, zeker in het verre Japan, uitstekend ontvangen. Hun derde album, 'Circle Of Knives', liet wat op zich wachten wegens tal van wijzigingen in de line-up. Maar deze 'Circle Of Knives' – wat voor mij de échte kennismaking is met deze band – bevat tien nummers waarvoor melodic rock fans vingers en duimen aflikken. Fans van o.a. Magnum en heel zeker van Ten zullen hiervan smullen, want meteen bij het beluisteren van de eerste track op dit album, het knap opgebouwde 'Season Of The Witch', gingen mijn gedachten al uit naar de band rond Gary Hughes. En eindelijk is dit helemaal niet zo verwonderlijk daar Gary ook als producer van dit album vermeld staat. Maar dit doet helemaal niets af van de capaciteiten van dit vijftal. Vocalist Adam Payne, opvolger van Matt Black die zelf opvolger was van Tony Mills, beschikt over een krachtige cleane stem die perfect past bij dit soort muziek. Bassist Owen Crawford en drummer Roy Millward zijn de rots in de branding en zorgen met knappe basslijnen en mooie drumpatronen voor een erg solide basis. Toetsenist Gareth David Noon en gitarist Christopher Gould, die beiden aan de wieg stonden van deze Serpentine, zorgen voor de mooie orkestrale ondersteuning, het melodieuze en toch krachtige gitaarspel en de meestal flitsende solo's. Mag ik er hier ook op wijzen dat Serpentine niet in de val is getrapt waarin zoveel andere melodic rock / AOR bands in trappen als ze albums maken: het album volproppen met radiovriendelijke ballades. Nee, slechts 'Bleed' is een ballade geworden en daar tegenover staan dan krachtige rockende nummers als het energieke 'Bound By The Strings Of Discord', het machtige 'Suicide Days' of het uiterst vlotte 'Forever'. Ik hoop dat deze 'Circle Of Knives' ook eens wat poorten opent hier op het Europese vasteland voor Serpentine want met zo'n album onder de arm verdient dit vijftal zoiets zeker! Luc Ghyselen (4)
0 Opmerkingen
Het Italiaanse Secret Sphere is geen onbekende naam in het wereldje van symphonic power metal. De band werd in 1997 opgericht door gitarist Aldo Lonobile en dankzij het succes van het tweede album, 'A Time Never Come' (origineel opgenomen in 2001), brak de band echt door. Toen schreef men dat Secret Sphere klonk als een mix van Quuensrÿche, Helloween en Fates Warning. En wie ben ik om dit nu te gaan ontkennen nu het album opnieuw werd opgenomen met de huidige line-up om de vijftiende verjaardag te gaan vieren van dit baanbrekende album. Enkel Aldo en bassist Andy Buratto waren erbij in 2001 zodat we bij de nieuwe editie van het album vier andere bandleden in de line-up mogen verwelkomen: Marco Pastorino (gitaar), Gabriele Ciaccia (keyboards), Federico Pennazzato (drums) en vocalist Michele Luppi. En terwijl de nummers nog steeds staan als een huis – kan dit anders met iemand als Simone Mularoni (DGM) als ervaren mixer? –, is het vooral de krachtige stem van Michele die voor de grootste verandering zorgt. En als ik dan heel eerlijk moet zijn, vind ik Michele inderdaad de betere zanger van de twee – op het originele album hoor je Roberto “Ramon” Messina. Nog een grote verandering is de metamorfose die de cover – de nieuwe is van de hand van Nathalia Suellen – heeft ondergaan die ik een stuk helderder vind dan de ietwat duister ogende originele cover. Dus ook hierin scoort Secret Sphere naar mijn gevoel een stuk beter dan in 2001. Dus wie dit album toen gemist heeft, krijgt nu een uitstekend alternatief. Fans die het album toen wel in huis haalden, kunnen met deze versie meteen gaan vergelijken en dan kan de discussie gaan losbarsten welke van de twee je boven de andere verkiest. Mijn keuze is alvast gemaakt en ik raad meteen elke rechtgeaarde fan van symphonic power metal aan om dit twaalf schitterende nummers tellend schijfje aan zijn collectie toe te voegen. Luc Ghyselen (4) Het Canadese Moxy ontstond in 1974 en zorgde met 'Moxy' (1974), 'Moxy II' (1976), 'Ridin' High' (1977) en 'Under The Lights' (1978) voor vier uiterst goed ontvangen albums. Zodanig zelfs dat de band in een adem werd genoemd met Aerosmith en landgenoten Rush terwijl men in Engeland gewag maakte van 'The Canadian Led Zeppelin'. Maar allerhande strubbelingen in de band zelf en natuurlijk het tragische overlijden van vocalist Douglas “Buzz” Shearman (waarvan de naam een tijdlang circuleerde als opvolger van Bon Scott bij AC/DC) besliste daar anders over. Intussen zijn we zo'n veertig jaar verder en wilde men in het Moxy-kamp die verjaardag enig luister geven. En met dit nieuwe album is dit dus een feit. Vijftien nummers, waarvan eentje nooit eerder uitgebracht, krijg je hier aangeboden. De nummers werden volledig opnieuw opgenomen door wat we kunnen beschouwen als de huidige line-up van de band: gitarist Earl Johnson (de man waarmee het allemaal begon), vocalist Nick Walsh, drummer Alexis Von Kraven, gitarist Rob Robbins en bassist Oscar Anesetti. Dit vijftal brengt hier dus de nummers die we gerust kunnen beschouwen als “The Best Of Moxy”. Fans van het eerste uur kunnen de oude elpees uit de kasten gaan zoeken om te gaan vergelijken met de nieuwe versies die de heren hier hebben opgenomen. Jongeren kunnen nu gaan ontdekken waarom Moxy verdiende om een topact te worden in het hard rock/heavy metal circuit. Nog steeds krijg ik kippenvel als ik nu opnieuw de fantastische groove hoor van 'Can't You See I'm A Star', het krachtige en gedreven 'Moon Rider', het prachtige melodieuze en rockende 'Sail On Sail Away', het kloeke en gedreven 'Midnight Flight' of het uiterst stevige en energieke 'Riding High' om maar die te noemen. Moet ik er hier nog aan toevoegen dat ik hier intens van genoten heb? En misschien heeft dit, voor mij althans, veel met een vorm van nostalgie te maken, toch weet ik heel zeker dat ik veel jongere rock– en metalfans hier intens van zullen genieten. En dan vergeet ik er nog bij te vermelden dat de eerste 2000 copies beschikbaar zijn met een extra cd en dvd (elf nummers) die live werd opgenomen in Toronto in 2013. Wie haalt Moxy anno 2015 naar de lage landen? Luc Ghyselen (4½) Het Zweedse melodic rock/AOR gezelschap Miss Behaviour ontstond in 2004 toen gitarist Erik Heikne en toetsenist Henrik Sproge elkaar leerden kennen in school. Daar beiden een immense passie hadden voor “eighties styled melodic rock en AOR” was het maar logisch dat dit ook de sound was waarnaar ze zochten voor hun eigen band. Een drie nummers tellende ep en het debuut werden uitgebracht, maar deden nog niet het verhoopte aantal stof opwaaien. Met een nieuwe vocalist, Sebastian Roos, werd dan in 2011 'Last Woman Standing' opgenomen. En nu lukte het wonderwel om voet aan de grond te krijgen, zeker in thuisland Zweden alwaar de single uit het album, de ballade 'Till We Meet Again', uiterst succesvol werd onthaald. Het album zelf (elf nummers) werd in datzelfde jaar verkozen als AOR-album van het jaar en het rockende 'Cynthia' werd verkozen tot een van de beste tracks van 2011 bij het Britse Classic Rock-magazine. Dit om maar aan te tonen dat deze Miss Behaviour toch al heel wat adelbrieven kan voorleggen in het genre. En toch vind ik dat allemaal veel te gepolijst, veel te radiovriendelijk klinken zodat deze band hier in de lage landen niet zwaar en stevig genoeg is om de metalfans echt aan te spreken – en daar kan ook de gastbijdrage van gitarist Roland Grapow (ex-Helloween, Masterplan) in 'Perfect War' niets aan verhelpen – maar dan waarschijnlijk wel weer net iets te stevig klinkt voor de modale muziekliefhebber. En het is natuurlijk een feit dat melodic rock en AOR, net als tal van andere subgenres op gebied van rock en metal, hier niet aan bod komen op de radio. Naast de elf nummers die het originele album 'Last Woman Standing' sierden, krijg je nu nog twee extra nummers aangeboden met de huidige line-up (naast het trio dat ik eerder vernoemde, hoor je hier ook nog bassist Niclas Lindblom en drummer Magnus Jacobson). Zowel 'Run 2 You' als 'True Man Show' passen perfect in het straatje van wat Miss Behaviour voor ogen heeft: mooie zang, mooie arrangementen, perfecte balans in samenspel tussen gitaar en toetsen, melodieuze solo's, kortom radiovriendelijke rustig rockende nummers. Fans van het genre doen er goed aan deze heruitgave te beluisteren, maar toch vrees ik dat dit allemaal net niet voldoende is om de “die hard rock en metalfan” voor zich te winnen. Luc Ghyselen (3) Met 'Awaken The Fire' is het Nieuw Zeelandse trio van Like A Storm aan het eerste album dat wordt uitgebracht door een groot label daar alle ze alle vorige opnames zelf bekostigden en uitbrachten. De drie broers – Chris, Matt en Kent – zijn alle drie multi-instrumentalisten en zorgen op 'Awaken The Fire' voor elf knappe moderne rock songs. Toch zijn ze ook niet blind voor de roots van de rockmuziek. Zo hoor je duidelijke invloeden uit de Mississippi blues weerklinken in 'Wish You Hell'. Dat ze ook hun thuisland niet vergeten, bewijzen ze door het gebruik van de didgeridoo in een aantal nummers. Iets wat heel mooi op zijn plaats valt in 'Love The Way You Hate Me' dat ze als singel naar voor schuiven en waarvan ook een videoclip te vinden is op wereldwijde net. Maar waarschijnlijk de opmerkelijkste song op dit album is hun versie van Coolio's 'Ganaster's Paradise'. Al bij al een goed album waarmee fans van o.a. Creed, Shinedown en Staind duidelijk raad zullen mee weten, al klinkt dit alles iets te mainstream, te gepolijst in mijn oren. Luc Ghyselen (3) Het Italiaanse Furor Gallico zorgde een paar maanden terug voor een hier ten huize van je reviewer nogal fel gesmaakt tweede album dat 'Songs From The Earth' als titel meekreeg. Mijn verbazing was dan natuurlijk erg groot als van deze folk metal nu opnieuw een album in de bus belandde. Maar het betreft hier de heruitgave van hun titelloze debuutalbum uit 2010 dat dertien nummers telt. En al is dit debuutalbum nu misschien net iets minder sterk dan het eerder dit jaar besproken tweede album, toch valt hier al immens veel te genieten voor de liefhebbers van Celtic folk metal. Vocaal krijg je een afwisseling van fragmenten die met mooie cleane mannelijke stem worden gebracht en dan fragmenten waarin erg rauwe en zware vocalen te horen zijn. Heel sporadisch krijg je ook nog wat samenzang te verwerken. Muzikaal tapt de band ook uit twee verschillende vaatjes. Enerzijds zijn er de uiterst stevige en zware stukken waar de metal-instrumenten (bass, drums en dan vooral gitaren), als ik ze zo mag noemen, de bovenhand voeren terwijl je anderzijds meegevoerd wordt op de feeërieke klanken – zonder dat die zeemzoet worden – van fluiten, viool en Keltische harp. Dit zorgt natuurlijk voor een enorme afwisseling in tempo, ritme en sfeer. Zo kan je rustig wegdromen op folkmuziek tijdens o.a. het instrumentale 'Golden Spiral' om meteen daarna meegesleurd te worden in een wilde rondedans tijdens het energieke en aanstekelijke 'Curmisagios' om daarna, na een korte intro, het zware en krachtige 'Miracolous Child' voor de kiezen te krijgen waar metal duidelijk de bovenhand neemt en je getrakteerd wordt op een meedogenloze gitaarsolo die dan abrupt wordt afgebroken om verder te gaan als een dromerig folknummer. Als je liefhebber bent van het genre doe jezelf dan gewoon een dubbel plezier: haal zowel deze 'Furor Gallico' als 'Songs From The Earth' in huis en ik garandeer je ontzettend veel folk metal plezier! Luc Ghyselen (4) Frantic Amber werd door Mary Säfstrand in 2008 als een project met een compleet andere sound dan wat we nu horen. Sinds 2010 werd Frantic Amber geboren zoals we het nu kennen: als melodic death metal band. Het vijftal – naast Mary (gitaar) hoor je ook lead-gitariste Mio Jäger, bassiste Madeleine Gullberg Husberg, vocaliste Elizabeth Andrews en drummer Mac Dalmanner – is met deze 'Burning Insight' toe aan zijn debuutalbum al is de band al vrij bekend in Zweden waar ze al op het podium stonden van befaamde festivals als “Sweden Rock Festival” en “Rockstad Falun”, maar ook het Duitse publiek maakte al kennis met de band dankzij hun doortocht op het “Wacken Open Air”-festival. Fervente internet gebruikers kennen het vijftal misschien ook al een tijdje daar er reeds drie video's op het wereldwijde net te zien zijn: het energieke 'Wrath Of Judgement', het gedreven en groovy klinkende 'Bleeding Sanity' en het langzaam uit de startblokken komende 'Ghost'. Deze drie tracks prijken samen met nog acht anderen – als ik het korte instrumentale 'Intro' – meereken op dit debuutalbum. Maar voor mij is dit album echter de eerste kennismaking met deze band en … die bevalt me echt. Echt krachtige melodic death metal krijg je hier voorgeschoteld gebracht met een zware, donkere en agressieve stem waar zelfs menig mannelijk vocalist jaloers kan op zijn (al kan ze ook met haar cleane stem schitteren: dat bewijst ze heel kort tijdens 'Awakening'). Voeg daaraan toe dat elk nummer een mooie eigen “twist” heeft gekregen en je kan spreken van een heel knap debuutalbum die visitekaartje toch ook heel wat deuren zou moeten kunnen openen naar andere festivals toe. Naast de drie eerder aangehaalde tracks waarvan je een video kan vinden op het wereldwijde net, zorgt het vijftal ook voor een single die je o.a. op Spotify kan gaan vinden: het machtige 'Soar' met zijn rustige melodieuze break werd daarvoor gekozen. Waarmee ik maar wil zeggen dat elk nummer die je hier hoort echt wel de moeite waard is om gehoord te worden. Luc Ghyselen (4½) Deze Epsilon komt uit Oostenrijk en brengt death metal. Deze 'Zu Richten' is het tweede full-album en werd net op tijd klaargestoomd om de tiende verjaardag van het gezelschap te vieren. Je kan de stijl van dit vijftal – Krise (vocals), Freaky & Schmidi (guitars), Mecki (bass) en Urge (drums) – het best gaan vergelijken met bands als Bloodbath, Vallenfyre of Entombed (maar dan wel hun beginperiode). Helemaal niets nieuws onder de zon dus en als ik de elf tracks hoor die op dit album werden geperst, geloof ik echt niet dat dit kwintet ooit boven de middelmaat zal uitkomen. Begrijp me echter niet verkeerd: dit is zeker niet slecht te noemen: de agressieve, rauwe vocalen worden ondersteund door fel van leer trekkende brutale drumpatronen, stevige basslijnen en furieus klinkende gitaren. Maar nergens wordt het echt spannend zodat je dit eerder als achtergrond kan gebruiken tijdens een avondje “kroeg hangen”. Dat ze ooit (2012) de affiche van het “Wacken Open Air”-festival sierden, zal waarschijnlijk het enige echte hoogtepunt worden uit hun carrière en danken ze, waarschijnlijk, aan het feit dat een deel van de teksten in het Duits worden gebruld. Luc Ghyselen (3) DSG staat voor David Shankle Group. Misschien doet de naam van David Shankle een belletje rinkelen als ik je vertel dat hij tussen 1988 en 1994 de gitarist was bij Manowar. Maar sinds 2002 gaat hij dus verder onder de naam DSG met zijn eigen band waarmee hij reeds twee albums heeft uitgebracht: 'Ashes To Ashes' (2003) en 'Hellborn' (2007). Pas nu laat hij ons kennis maken met zijn derde album, maar misschien is dit vooral te wijten aan de wisselingen in de line-up. Op 'Still A Warrior' laat David zich omringen met bassist Michael Streicher, drummer Gabriel Anthony en vocalist Warren Halvarson. Het kwartet zorgt voor tien stevig en krachtig klinkende nummers US power / heavy metal met uiterst strakke riffs, donderende drumpatronen, immens krachtige en soms hoog uithalende vocalen en natuurlijk krachtige melodieuze gitaarsolo's. Tweemaal wordt van dit beproefde patroon afgeweken want er prijken twee instrumentale tracks op dit album: het demonisch klinkende 'Demonic Solo (From The Movie Jezebeth) en het voor mij veel te lang uitgesponnen 'The Hitman' waarin gitaar en bass tegen de sterren op soleren maar waar men waarschijnlijk toch wel de richting kwijt was. Nee, geef mij dan maar liever de nummers met een begin, een tussenstuk en een einde waarin de krachtige vocalen ook hun werk kunnen doen. Ik denk hierbij aan o.a. het vlotte en krachtige 'Ressecution' of het al even krachtige en energieke 'Fuel For Fire' om er maar die uit te pikken. Fans van genre zullen deze 'Still A Warrior' ongetwijfeld aan hun collectie willen toevoegen, anderen beluisteren dit misschien best even vooraleer tot een aankoop over te gaan. Luc Ghyselen (3½) Chabtan, een Franse melodische deathcore band, werd gevormd in 2011. Ze brengen ons hun debuutalbum The Kiss Of Coalicue. Met dit album tonen de vijf bandleden Cristofer Rousseau als zanger, Jean-Philippe Porteux en Dimitri Merly als gitaristen, Laurent Gasperetti als bassist en drummer Yanis Bergheul waartoe ze in staat zijn. 'The Kiss Of Coatlicue' begint met 'The Nahual’s Omen'. Dit nummer heeft een zeer rustig begin, er klinkt een gitaar die een prachtig melodisch stuk speelt. Je zou haast denken dat het daarbij blijft, maar nee. Er volgt een opbouwend stuk dat het nummer pas echt van start doet gaan. De distorted gitaar treedt op de voorgrond, de drum voegt zich erbij en drijft het tempo hoog op en als kers op de taart komen daar nog eens de vocals bij van Cristofer Rousseau.'Ixtab' is het tweede nummer van het album. Dit is een korter nummer, maar daarom niet minder krachtig. Het tempo ligt zeer hoog vanaf de eerste seconde. Yanis Bergheul houdt het drumtempo op een extreem niveau. De gitaren worden in dit nummer wat meer naar de achtergrond geschoven, maar dit is echter geen nadeel voor het nummer zelf.'Born From Vucub Caquix' heeft, net zoals 'The Nahual’s Omen', een rustig begin. Maar dit is van korte duur. Na een paar seconden bouwt het nummer op naar een stevige en harde track. Een krachtige stem die op meerdere manieren gebruikt wordt in combinatie met de drum en gitaren, die op hun beurt een solide basis voor het nummer vormen. 'Reptile' is een zeer interessant nummer. Het begint zeer interessant en uniek, je hoort een slang en een zeer duistere toon. Wanneer de gitaar begint bouwt het nummer op naar, alweer, een zeer snel en loeihard nummer. De drumpatronen zijn op bepaalde momenten snel en op andere momenten dan weer wat trager, deze variatie zorgt ervoor dat het nummer niet snel vervelend wordt. De gitaren gaan mee met deze variatie, alle instrumenten sluiten perfect aan bij elkaar. Het stemgebruik is ook hier de kers op de taart. 'The Kiss Of Coatlicue' is een keihard debuutalbum. De nummers liggen voor het grootste deel in dezelfde lijn dus je weet wat je kan verwachten. Maar dan zijn er nummers zoals 'Born From Vucub Caquix', 'Reptile', 'Obsidian Butterfly' en 'Visions Of The Snake' die dit album een onverwachte draai geven. Robin Vandenbulcke (3) |
|