cd reviews
Watch Them Fade is een nieuwe naam in het segment melodic metalcore dat met deze 'Welcome To My Void' hun elf nummers tellend debuut aflevert. De band ontstond in 2011 toen bassist Marc Fisher en gitarist Jürgen Bischoff de koppen bij elkaar staken. Begin 2013 werd de line-up dan vervolledigt met vocalist Christoph Aggou en drummer Daniel Maier. Wie instaat voor het toetsenwerk, zoals o.a. mooi werd uitgewerkt op het einde van het titelnummer, kon ik niet achterhalen. Verder is alles voorhanden om degelijke, ja zelf goede, metalcore de wereld in te sturen: stevige basis door denderende drumpatronen en en pompende baslijnen, duurzame riffs en zware, krachtig en soms echt wel brutaal klinkende vocalen. Maar zoals vele andere bands in het genre voegen ze echt niets nieuws toe aan het genre, zodat ik na een paar nummer reeds aan het kijken ben op het hoesje naar welk nummer ik nu weer precies aan het luisteren ben. Een beetje een eenheidsworst die ik niet slecht durf noemen, maar die, naar mijn smaak, ook echt niet boven het maaiveld uitsteekt en deze 'Welcome To My Void' zou ik dan ook maar enkel aanraden bij fervente fans van het genre. Anderen zullen, net als ik ongetwijfeld, dit album gaan beschouwen als een “dertien in een dozijn”. Luc Ghyselen (3)
0 Opmerkingen
Het Japanese Vamps is een vrij populaire rockband in hun thuisland en begint ook wat voet aan de grond te krijgen in de V.S. Hun drie laatste singeltjes (het rustig rockende 'Ahead', 'Get Away' (een mix van wat new wave en rock) en de ballade 'Vampire's Love' die in de Japanse taal wordt gebracht) haalden alle drie een top-drie notering in het thuisland. En deze drie vind je hier terug samen met nog tien andere nummers op deze 'Bloodsuckers' wat reeds het vierde album is van dit duo – zanger/ritme gitarist Hide en lead gitarist/backing vocalist K.A.Z. – dat zich voor dit album, en ook voor hun shows, laat omringen met Ju-Ken (bass), Arimatsu (drums) en Jin (keyboards). Dit levert dus dertien nummers op die ik het best kan gaan omschrijven als een mix van glam rock, hair metal en arena rock: kortom een muziekstijl die het in de V.S. duidelijk heel goed kan doen. In Europa is succes in dit genre een pak minder evident daar het genre enkel belletjes doet rinkelen als de hele groet namen in het genre opduiken – ik denk o.a. aan Bon Jovi, Def Leppard, W.A.S.P. of Mötley Crüe – of bij de die hard fans van het genre. Slecht is het natuurlijk allemaal niet en voor een nummer als het energieke en gedreven 'Evil' mag je me altijd wakker maken, maar bij de meeste tracks overheerst een gevoel, bij mij althans, van “hopelijk scoren we hiermee een reusachtige hit en zijn we vertrokken voor een goedbetaalde carrière”. Dus kom ik tot de eindconclusie dat dit veel te weinig zal zijn om echt opgemerkt te worden in de zee aan releases die ons iedere week opnieuw overspoelt. Luc Ghyselen (3) Nog maar pas ligt het live opgenomen akoestische 'Live & Acoustic' in de winkelrekken of daar is Thurisaz met dit negen nummers tellend nieuw album 'The Pulse Of Mourning'. Het mix van atmosferische doom, black en death metal wordt hier verder uitgediept. Zo opent het vijftal dit nieuwste werkstuk heel rustig, kalm en ingetogen met het atmosferische 'Longing …' dat naadloos overgaat in het van ruwe vocalen voorziene '… For A Change' waarin de heren je meenemen op een rit die zowel stevig en hard klinkt als melodieus en rustig. Als single werd hier gekozen voor het meer dan zes en een halve minuut durende 'Patterns Of Life', een nummer dat meteen een mooie symbiose vormt waarvoor het West-Vlaamse vijftal – Peter Theuwen (grunts, clean voice, guitars), Mattias Theuwen (screams, guitars), Pepijn De Raeymaecker (drums), Kobe Canniere (keys, clean voice) en Nick Meganck (bass) – echt voor staat: diversiteit, agressie en atmosferische pracht. 'Rays Of Light' is nog zo'n nummer waarin alle ingrediënten die de sound uitmaken van de band tot één geheel worden samengesmolten waarna 'Tangram' langskomt: een rustig voortkabbelend atmosferisch nummer waar strijkers en toetsen overheersen en die me, als liefhebber van het steviger werk, iets te lang lijkt. Dan bevalt 'One Final Step' me weer een heel stuk beter daar de heren hier weerom kiezen voor een samenvoeging van hun diverse stijlen, al is de atmosferische, rustige break ook hier toch vrij lang te noemen. Ze gaan akoestisch verder met het korte 'Enslaved Dreams' om daarna met 'In All Remembrance' opnieuw te kiezen voor een mix van rustig werk die wordt afgewisseld met erupties van naar black en death metal neigende fragmenten. Met het kalme en eigenlijk zeemzoete 'Stargaze' wordt een punt gezet achter dit album dat, naar mijn smaak, te veel kalme stukken bevat om van een echte aanrader in het genre te gaan spreken. Luc Ghyselen (3½) Het Duitse Morgoth is aan een tweede carrière bezig. Deze death metal band ontstond immers in 1987, boekte mooie successen met o.a. de albums 'Cursed' (1991) en 'Odium' (1993), maar hield het in 1998 toch maar voor bekeken. Maar sinds 2010 is de band dus aan een tweede carrière begonnen en deze 'Ungod' is het eerste album in dit tweede leven, nadat we vorig jaar kennis konden maken met de single 'God Is Evil', een gedreven en brutaal nummer dat je hier op dit elf tracks tellend album ook kan terugvinden. Andere nummers die me kunnen bekoren zijn het vrij melodieuze instrumentale titelnummer, het energieke en vlot gebrachte 'Snakestate', het stevige 'Traitor' dat op een rustige manier afsluit, en het agressief en brutaal overkomende 'Prison In Flesh' dat heel abrupt aan zijn einde komt. Maar daarmee wil ik echt geen afbreuk doen aan de overige tracks op dit album, daar echt zwakke nummers hier niet te vinden zijn. Samengevat durf ik zeggen dat het vijftal met 'Ungod' een nieuw, mooi en modern visitekaartje heeft afgeleverd die er zou moeten voor zorgen dat er nog mooie een toekomst voor Morgoth in het verschiet ligt. Ook de cover van de hand van Seth Siro Anton (Septic Flesh, Moonspell) mag er best wezen. Luc Ghyselen (4) Met deze 'Captain's Loot' is het Duitse heavy metal vijftal Messenger klaar om een nieuw hoofdstuk te toe te voegen aan hun carrière. De acht nummers die hier dit vierde full-album vormen zijn een samenraapsel van covers en eigen, wat obscure, nummers. Openen doen ze hier met 'Sign Of The Evil Master' dat je eerder reeds kon vinden op het 'See You In Hell'-album uit 2011. Het Duitstalige 'Tod Dem DJ' was een bonustrack op dat album en is iets waarvan ik denk: “zo zijn er meer als dertien in een dozijn”. 'Asylum XTC' – ook al niet echt een nummer dat me op het puntje van een stoel laat belanden – ontdekte ik op het gelijknamige album van Messenger, maar of die band iets te maken heeft met het huidige vijftal kon ik niet achterhalen. Pure piraten metal krijg je dan aangeboden met 'Black Bone Song' waarop je ook vocaliste Jutta Weinhold als gaste hoort. En dan zijn er nog vier covers: 'Port Royal' (Running Wild) krijgt hier ook een piraten metal sausje over zich heen, terwijl Helloween's 'Dr. Stein' vakkundig de nek wordt omgewrongen en Ronnie James Dio zich waarschijnlijk omdraait in zijn graf als hij deze versies van 'Kill The King' (Rainbow) en 'Don't Talk To Stangers' (Dio) aanhoort. Kijk, als je er echt maar dit kan van maken: blijf dan met je vingers van deze prachtige songs af – ik vermoed dat vele Belgische regionaal bekendere bandjes er het een heel stuk beter zouden vanaf brengen dan wat ik hier te horen krijg! Met dit album onder de arm moet ik deze band toch met een onvoldoende naar huis sturen. Luc Ghyselen (2) Melodic metal band Lancer ontstond toen de leden elkaar leerden kennen tijdens hun lessen aan de Music Academy Of Ingesund in Arvika, Zweden. Het vijftal – Isak Stenvall (vocals), Fredrik Kelemen (guitar), Per-Owe “Ewo” Solvelius (guitar), Emil Öberg (bass) en Sebastian Pedernera (drums) – heeft een voorliefde voor bands als Iron Maiden, Helloween en Gamma Ray en voegen daar dan een moderner klinkende sound aan toe. Tot nu toelegde dit de band geen windeieren want zowel de ep, 'Purple Sky' (2012), als hun titelloos debuutalbum uit 2013 kreeg in thuisland Zweden en in Japan lovende kritieken. Met deze 'Second Storm' wil het kwintet een volgende stap op de internationale metal ladder zetten. Het album bevat negen krachtige melodieuze heavy metal tracks waarvan de refreinen gemakkelijk blijven rondtollen in je hoofd. Zwakke nummers heb ik niet gehoord, maar echte uitschieters vond ik hier ook niet. Als ik dan toch een paar favoriete tracks moet gaan aanduiden, kies ik voor het gedreven en aanstekelijke 'Masters And Crowns', het machtige en lichtjes epische 'Aton' dat tal van wisselingen in tempo en ritme bevat en het uiterst vlotte 'Steelbreaker' met zijn knappe twin-gitaarbreak. En als iemand als Oscar Dronjak, gitarist bij Hammerfall, deze 'Second Storm' tot een van zijn huidige favoriete albums bombardeert, wie ben ik dan om te stellen dat dit geen sterk album is. Maar ik kan hem volmondig gelijk geven en dit album eveneens van een mooi waarderingscijfer voorzien. Luc Ghyselen (4) 'Remembrance' van het Zweedse melodic metal vijftal Harmony bevat zes tracks waarvan er vier reeds eerder werden uitgebracht op het debuutalbum van de band: 'Dreaming Awake' (Massacre Records – 2003). Wel moet ik er nu toch bij gaan vertellen dat de band ondertussen een gedaanteverwisseling heeft ondergaan: de line-up is stevig veranderd en natuurlijk heeft dit vijftal intussen pakken ervaring. Drummer Tobias Enbert en gitarist Markus Sigfridsson zijn de enige overblijvers van de originele line-up. Nieuw, en dat sedert het vorig jaar verschenen album 'Theatre Of Redemption', zijn bassist Raphael Dafras, toetsenist John Svensson en zanger Daniel Heiman. Samen blikten ze dus vorig jaar een nieuw album in en nu zijn ze er dus reeds terug met deze zes nummers waarvan je er dus misschien reeds vier kent: het gedreven en krachtige 'Eternity', het stevige 'Dreaming Awake', de vrij zeemzoete ballade 'Without You' en het vlotte en uptempo gebrachte 'She'. Volledig nieuw zijn dan weer melodieus rockende 'In His Heart', waar je als extra pigment wat samenzang in het refrein hoort, en 'Feed My Hunger', dat met een akoestische intro opent en waarin toetsen hoort van muziek uit het Midden Oosten. Fans van het eerste uur kunnen met deze epee vier nummers gaan vergelijken met wat de band er van terecht bracht op het debuutalbum en krijgen er twee mooie nieuwe tracks bij. Andere liefhebbers van het genre moeten gaan afwegen of ze wel hun zuurverdiende euros aan een zes nummers tellende epee willen gaan uitgeven of dat ze toch maar kiezen voor een of ander full-album. Ik kan dit bezwaarlijk slecht noemen, maar denk toch dat er betere opties zijn om je zuurverdiende euros aan te spenderen. Luc Ghyselen (3) Exxiles is een symfonische progressieve metal band en werd opgericht door de Mexicaanse drummer Mauricio Bustamante die sommigen onder jullie misschien wel kennen van zijn vorige band Reign Of The Architect. Voor dit eerste album van Exxiles dat 'Oblivion' als titel meekreeg zorgde hij wel voor een indrukwekkende line-up, want naast Mauricio zelf hoor je hier Simon Rojas, Noel Martínez, Mike Lepond (Symphony X), Chris Caffery (Trans Siberian Orchestra), Zak Stevens (Circle II Circle), Marcela Bovio (Stream of Passion), Oddleif Stensland (Communic), Wilmer Waarbroek (Ayreon), Gus Monsanto ( Ex-Adagio), Øyvind Hægeland (Spiral Architect), Mats Haugen (Circus Maximus), David Grey ( Lost in Thought), Sergio Agilar (Agora) en Antonio Rivera (Solitude). Dus in hoeverre je hier van een vaste band kan gaan spreken weet ik echt niet. Misschien moet je deze band (of project) eerder gaan beschouwen als een soort van Tobias Sammet's Avanatasia maar dan wel in de progressieve symfonische metal hoek? In ieder geval krijg je hier elf indrukwekkende nummers voorgeschoteld die zowel op muzikaal als op vocaal vlak heel inventief, groots en bombastisch overkomen. Ik kan je enkel nog vertellen dat je de wisselingen in tempo, ritme en sfeer niet op de vingers van je beide handen kan gaan tellen (en dat in vrijwel elke song), dat verschillende stemmen zowel samen als door elkaar heen worden gebruikt zonder dat die in een kakofonie veranderen, en dat vrijwel elke track krachtig en uptempo klinkt. De grote uitzondering hierop is het door Marcela Bovio in het Mexicaanse Spaans gezongen weemoedige 'Llorona', dat ook op gebied van muziek danig afwijkt van wat we anders op dit album horen. Weg zijn de instrumenten die we associëren met metal (elektrische gitaren, drums, bass) want die worden hier vervangen door een instrumentarium dat we eerder bij Spaanse en/of Mexicaanse folkmuziek verwachten. En zo krijg je toch een van de vele onverwachte wendingen mee op deze 'Oblivion'. Is je interesse genoeg opgewekt geworden? Durf je jezelf als grote liefhebber van progressieve metal beschouwen? Of ben je eerder een immense fan van symfonische metal? Ben je fan van een van de medewerkende artiesten? Of ben je gewoonweg geïnteresseerd inmetal muziek in het algemeen? Als je op minimum een van die vragen positief antwoord, dan raad ik je ten stelligste aan om deze 'Oblivion' van Exxiles aan een luisterbeurt te onderwerpen. Heel waarschijnlijk raak je dan even verknocht aan dit meesterwerkje als ikzelf. Luc Ghyselen (4½) Het Britse Damnation Angels, een symfonische metal band die in 2006 werd opgestart door William (guitars, orchestration, backing vocals) en John Graney (drums), brengt met deze 'The Valliant Fire' het tweede full-album op de markt nadat we eerder konden kennismaken met de band dankzij de ep 'Shadow Symphony' (2009) en het debuutalbum 'Bringer Of Light' (2013). Dat debuutalbum werd overal meer dan lovend ontvangen en ik ben even in mijn eigen archieven gaan neuzen om te zien wat ikzelf erover schreef en ik mag gerust stellen dat wat ik toen aanhaalde – “... enorm krachtige drums, de monsterachtige riffs, de machtige en deskundig gebrachte vocalen en dat allemaal vermengd met de massieve kracht van een orkest. ...” – ook hier van toepassing is. Het orkestrale is nog indrukwekkender geworden zodat een immense grootsheid ontstaat terwijl de gitaarriffs en de solo's heel melodieus en overtuigend overkomen en de drumpatronen het geheel op passende wijze krachtig ondersteunen. Vocaal wordt alles met een gewone cleane zangstem gebracht – geen screams, grunts of gebrul dus – maar een echt prachtige melodieuze stem (Per Fredrik “Pelle K” Asly) die nu en dan wat extra ondersteund wordt door koor– of samenzang. Dat de band reeds werd uitgenodigd voor het Amerikaanse ProgPower Festival verbaasd me dan ook echt niet, want naast die symfonische grandeur hoor je ook invloeden uit de progressieve muziekwereld voorbij komen. Negen nummers lang wordt je gewoonweg in de ban gehouden van dit symfonische meesterwerkje (een nummer als 'The Fire Inside' – maar zo zijn er nog tal van anderen hier op dit album – kan zo gebruikt geworden als soundtrack voor een of ander fantasy-serie of film) en bij elke nieuwe luisterbeurt ontdek je wel iets dat je de vorige keer nog niet was opgevallen. De nummers mag je allen als vrij lang beschouwen, maar door tal van wijzigingen in tempo, ritme en sfeer vervelen die nooit terwijl de orkestrale ornamenten voor een een immens wijds aspect zorgen. Dit is gewoonweg super klasse van een hier in België weinig bekende en zwaar onderschatte band. Als de band wat ze hier laten horen ook live op een podium kunnen brengen, zou ik deze Damnation Angels graag eens aan het werk zien en horen. Wie kan daarvoor zorgen? Luc Ghyselen (4½) Barren Earth werd in 2007 opgericht door Olli-Pekka Laine (bass) en Marko Tarvonen (drums) met de intentie om het donkere gevoel van death metal te combineren met elementen die hun oorsprong vonden in seventies styled prog rock en folk. Samen met Janne Perttilä (gitaar), Sami Yli-Sirniö (gitaar), Kasper Martenson (toetsen) en Mikko Kotamäki (vocals) werden een ep ('Our Twilight' (2009) en twee full-albums ('Curse Of the Red River' (2010) en 'The Devils Resolve' (2012)) ingeblikt. Deze drie wapenfeiten, die allen van goede tot uitstekende kritieken kregen, zorgden ervoor dat de verwachtingen voor nieuw werk van deze band erg hoog waren. En nu krijgen we dus het vierde wapenfeit van dit zestal in de vorm van dit acht nummers tellend derde full-album. Twee opvallende wijzigingen dienen te worden opgemerkt: vocalist Mikko Kotamäki werd vervangen door Jon Aldara en voor het eerst gaat de band in zee met het label Century Media (daarvoor: Peaceville Records). Openen doet het zestal met klassieke toetsen op piano, waarna strijkers en gitaren heel rustig de song volmaken. Heel lang moet je je niet wentelen in deze kalme muzikale pracht daar het instrumentale nummer, 'The Depths Of Spring', nog geen anderhalve minuut in beslag neemt. Met 'Howl' worden meteen alle register open getrokken: de brutale en donkere elementen uit death metal worden hier voor het eerst in de verf gezet, maar de band vergeet zeker niet om het geheel melodieus te laten klinken dankzij kleine toetsen die naar folkmuziek neigen. En omdat dit alles nog niet volstaat krijg je hier ook fragmenten aangeboden die naar pure doom metal neigen. Voeg daarbij de verschillende vocale nuances aan toe als een donkere rauwe death metal stem, een melodieuze cleane zangstijl en een stem die neigt naar opera en je kan gaan begrijpen waarom deze track eigenlijk maar moeilijk te beschrijven valt. En meteen valt het niet meer stil: in elke volgende track worden elementen gebruikt die je er toe aanzetten om dit derde full-album van Barren Earth keer op keer opnieuw te gaan beluisteren. Want naast eerder genoemde invloeden als death metal, doom metal, prog rock en, zij het minimale, toetsjes aan folkmuziek krijg je hier ook invloeden te verwerken van gothic en black metal. Het zorgt meteen voor een luisterervaring die zijn gelijke niet kent. Beluister daarvoor eens een nummer als 'A Shapeless Derelict' waar waarschijnlijk elke genoemde invloed zich manifesteert en waar hoogst waarschijnlijk iedereen nog een andere invloed zal aanhalen. En dan heb ik het nog niet gehad over het verbluffende titelnummer waar zo goed als in een perfecte plooi valt. Ik mag maximum vijf punten (of sterren) uitdelen voor een review, en eigenlijk ben ik geneigd om dit nooit te doen, daar je na verschillende luisterbeurten altijd wel iets zal vinden die je liever anders hoorde. Maar wat ik hier hoor is gewoonweg een symbiose van muziek die ik graag als een geheel hoor, al mag het van mij misschien nog iets grandiozer opgevat worden met bijvoorbeeld meer orkestrale ondersteuning. Maar dit is gewoonweg iets zoeken om toch maar wat kritiek te kunnen leveren. Kunnen deze heren dit ook live waarmaken? Luc Ghyselen (5) |
|