cd reviews
Het Finse trio Wolfhorde brengt folk metal waarin je ook elementen van black metal in ontwaart. Het trio werd reeds in 2000 boven het doopvont gehouden maar deze 'Towards The Gate Of North' is pas het eerste full-album van deze band, die voorlopig volgende line-up in stelling brengt: Werihukka (gitaar en tal van andere instrumenten), Hukkapätkä (vocals, drums) en Nuoskajalka (bass). Een demo, een tweetal ep's en evenveel singles gingen dit album vooraf. Negen tracks telt het schijfje en er wordt heel rustig en bedaard geopend met het instrumentale 'Vegvisir', zowaar een puur folk nummer dat op een album van een pure folkband niet zou misstaan. Het daaropvolgende 'Fimbulvetr' – een officiële tekst video kan je hiervan vinden op het wereldwijde net – is een stuk energieker en laat je duidelijk horen dat black metal ook aan de wieg stond van de muziek van deze drie heren. Ook een stukje samenzang zorgt voor een doeltreffend effect, naast de vele elementen uit de folk. En op dit elan gaan ze dan verder met het bij momenten opzwepende 'Taivaankappaleiden Kato', waar ook sfeervolle rustiger passages in langs komen. 'Death Long Due' is uiterst aanstekelijke track waarop tal van liefhebbers zich zomaar aan een rondedansje zullen wagen. In de korte break kunnen die dan even op adem komen. Tal van ritme en tempowisselingen komen aan bod tijdens het toch wel vrij kalme 'The Retribution', terwijl 'Unyielding' zo'n typische folkmetal track is geworden waar beklijvende fluitklanken de bovenhand nemen en waar strak, heavy en zwaar worden geconfronteerd met lichtvoetig, kalm en rustig. 'Boundless Agony' klinkt opent wat steviger, maar is opnieuw een wisselwerking tussen stevig en meer breekbare stukken geworden. Krachtig gaat het eraan toe in het uiterst vlot gebrachte 'Lycomania' waar vooral de gitaarpartijen in de spotlight komen te staan: meteen het nummer dat het meest tot de verbeelding van de pure metalfan zal spreken. Eindigen doen ze met de langste track op dit album: 'The Gates Of North'. Deze track bevat opnieuw tal van tempo's en wordt het ritme constant gewijzigd evenals de kracht van de fragmenten. Een niet onaardig debuutalbum, maar ook niet meer dan dat, van dit trio waar we, hopelijk, in de toekomst wel meer van zullen horen daar dit trio toch nog wel wat groeimarge zou moeten hebben. Luc Ghyselen (3½)
0 Opmerkingen
Hard rock/heavy metal band Shakra komt uit Zwitserland en oogstte in eigen land erg veel succes met hun twee vorige albums: 'Back On track' (2011) strandde op positie twee in de Zwitserse hitlijsten en opvolger 'Powerplay' (2013) deed het zelfs nog net dat ietsje beter! Hier in de lage landen liep het allemaal niet zo'n vaart, al mag de hard rock / heavy metal van dit kwintet best gehoord worden. 'High Noon' bevat twaalf tracks, elf gemakkelijk in het gehoor liggende rockende tracks en een ballade ('Life's What You Need'). Het grootste verschil met de vorige twee albums is het feit dat de vocalist van die albums, John Prakesh, er niet meer bij is en werd vervangen door de man hij zelf verving: Mark Fox. De rest van de line-up is ongewijzigd gebleven: gitaristen Thom Blunier en Thomas Muster, bassist Dominik Pfister en drummer Roger Tanner. Muzikaal ligt dit wat in het verlengde van wat die andere Zwitserse hard rock/heavy metal band ons ook voorschotelt: Krokus. En misschien is dat niet zo verwonderlijk als je ook nog weet Chris Van Rohr aan de zijlijn stond om de band van goed advies te voorzien. Enig nadeel voor Shakra is het feit dat Krokus het net iets beter, iets zwaarder, iets steviger, maar ook iets melodieuzer, iets aanstekelijker en iets strakker brengt. Dit is goed, zonder meer, maar van een band die al sinds 1997 aan de weg timmert, had ik toch wel iets meer verwacht. Luc Ghyselen (3) Sanguine is een Brits viertal uit Exeter dat sinds 2004 werk maakt van een muzikale carrière. Die is een paar jaar terug, meer bepaald in 2012, in een stroomversnelling geraakt dankzij het titelloze debuutalbum, tal van concerten als support voor een aantal grote namen (o.a. Megadeth) en shows op festivals als het Download Festival. In 2013 werden ze voorgesteld aan Jesper Stömblad (ex-In Flames) en Daniel Flores en dit duo hielp hen dan ook met de realisatie van dit tweede album. 'Black Sheep' telt tien nummers alternatieve metal die allen vrij kort en krachtig gehouden worden en die waarschijnlijk voor fans van extreme metal net niet zwaar genoeg zullen uitvallen. En toch valt er hier te genieten. Allereerst zijn deze tracks hier echt wel af en ze laten je een uiterst krachtig geluid horen met stevige en zware gitaarriffs (Nick Magee, die ook instaat voor de rauwe mannelijke vocalen), donderende drumpatronen )Matt Feld) en pulserende basslijnen (Ross Andrew). Maar war tal van bands dan uitpakken met goede verzorgde vocalen, pakt Sanguine uit met superbe vocalen van vocaliste Tarin Kerrey die zomaar gaan van prachtige cleane zang tot immens hoge screams, maar ze kan ook bijna zeemzoete brave fluisteringen over je heen laat zweven. Dit hoor je bijvoorbeeld perfect in het titelnummer en het daarop volgende 'Social Decay' waar dan ook nog de rauwe vocalen van Nick doorheen worden gegooid, terwijl 'The Blue' dan weer eerder zeemzoet en rustig verder kabbelt en zodoende eigenlijk eerder op een popalbum thuishoort. En misschien zijn deze enorme verschillen in zangstijl inderdaad niet aan jou besteed maar dan kan je ook geen liefhebber zijn van bands als bijvoorbeeld In This Moment, want op sommige momenten moet ik toch wel aan Maria Brink en haar kornuiten denken als ik deze 'Black Sheep' van Sanguine beluister. Luc Ghyselen (3½) OMN Label Services I Sanguine
Deze Deense rock 'n' roll band genaamd Electric Guitars viel meteen in smaak in hun thuisland. Met hun twee elektrische gitaren maakten ze een debuutalbum dat veel succes oogstte. Daardoor haalden ze ook het nationale nieuws. Soren Andersen en Mika Vandborg zijn de twee talenten achter Electic Guitars. Ze slaagden er in om bij de tien beste Deense gitaristen te zitten, door maar één nummer: ‘Hero Of Mine’, een track waarmee ze dus geschiedenis schreven. Het duo schrijft al hun songs zelf. Om die teksten tot muziek te laten komen was er ook bass, drum en heel zeker vocalen nodig. Bass en vocals wordt verzorgd door Peter Kjobsted en de drums door Morten Hellborn. Met dit succesvolle album konden ze ook als support aantreden voor Deep Purple. Als je naar de nieuwe album ‘String Fever’ luistert, blijven de songs de hele dag in je hoofd hangen. Al vind je op dit tweede album nog meer energie dan op het debuut. Maar dat eerste album vind ik vocaal toch een stuk sterker. Deze rock 'n' roll band kan het nog ver schoppen mits de juiste stappen te ondernemen. Emile Lowagie (4½) Hell In The Club is een Italiaans viertal die, volgens de release info althans, een mix brengt van classic hard rock, heavy metal, party songs, fifties rock 'n' roll en zowat alles wat daar tussen te vinden is. Ik bestempel dit eerder als hair of glam rock/metal: uiterst aanstekelijke rockende tracks die je ooit kon horen bij bands als Hanoi Rocks, W.A.S.P., Mötley Crüe en noem maar op. Allemaal wel leuk en goed om een keer naar te luisteren, maar om dit album verschillende keren na elkaar te draaien is dit me iets te soft, te gelikt, te braaf en hebben de songs ook niet echt de diepgang die ik liever hoor. Ik wil wel nog meegeven dat het viertal hier afsluit met hun versie van Te Brains' 'Money Changes Everything' (in 1984 een enorm succes voor Cindy Lauper, al zal deze versie niet zo'n hoge toppen scheren!). Ik zal meer eerlijk toegeven dat ik hier een pak meer had verwacht bij het lezen van de release-info. Daarom valt mijn beoordelingscijfer misschien wat tegen voor de échte liefhebbers van het genre. Luc Ghyselen (3) Het Duitse power / heavy metal gezelschap MessengeR is er terug met het tweede luik van hun ruimteverhaal. Eind 2013 werden we immers getrakteerd op “Starwolf – Pt. I: The Messengers”, het eerste deel van dit verhaal dat speciaal voor dit vijftal werd geschreven in samenwerking met novelist Victor L. Pax. Ik was er toen niet echt wild van zonder het slecht te vinden, maar dit tweede deel spreekt me een stuk meer aan. Het is net of de power metal van het gezelschap krachtiger en meer “to the point” klinkt dan wat we op de voorganger konden horen, of ligt dit aan het producen waar het vijftal dit keer kon rekenen op “hulp” van Charles Greywolf (Powerwolf). Ook vocaal kan Francis Blake me ditmaal bekoren al krijgt hij ook veel steun dankzij samenzang en koorzang zodat er toch veel variatie zit in het vocale wat ook al voor meer diepgang zorgt op dit album. Het is natuurlijk moeilijk om met een concept album op te boxen tegen bijvoorbeeld boegbeelden als Avantasia (waar dan wel tal van verschillende vocalisten te horen zijn), maar dit tweede luik uit hun saga mag er echt wel zijn. De meeste tracks zijn uiterst melodieus (zonder aan kracht in te boeten), echt aanstekelijk en ze blijven gemakkelijk in je hoofd rondtollen zodat je ze na een paar luisterbeurten al gemakkelijk kan gaan meebrullen. In die laatste categorie horen ongetwijfeld vlotte tracks als 'Captain's Loot' en 'Wild Dolly' thuis, terwijl 'Pleasure Synth' me doet denken aan Powerwolf (en daar is niets mis mee natuurlijk). Met deze 'Starwolf – Pt. II: Novastorm' zet dit Duitse kwintet duidelijk een grote stap voorwaarts op de internationale power metal ladder. Hopelijk zorgt dit ook voor meer erkenning buiten de grote Duitse markt. Ik gun het hen van harte. Ook nog meegeven dat het album op twee verschillende manieren beschikbaar is: als gewone cd (met tien tracks), maar ook als digi-pack en dan krijg je twee extra tracks. Maak jullie keuze. Luc Ghyselen (4) Als we Images At Twilight-stichter André Aaslie (piano, orchestration, vocals) mogen geloven, dan liep hij al in de jaren negentig van de vorige eeuw rond met het idee om een black metal band te starten die de grenzen op gebied van snelheid maar ook op gebied orkestratie naar de vernieling moest sturen. Maar toen waren de technische mogelijkheden er nog niet echt om het symfonische aspect te verkrijgen dat hij echt wou of hij moest er een groot echt orkest gaan bijhalen. Dus werd zijn droom pas werkelijkheid in 2011 na het vinden van de geschikte personen die mee wilden stappen in dit verhaal. Intussen zijn we een viertal jaar verder – zijn er een aantal shows geweest en hebben er wijzigingen in de line-up plaats gevonden – en is het eerste echte album een feit geworden. 'Kings' laat je kennis maken met acht tracks die gebaseerd zijn op een episch verhaal vol gewelddadige heroïsche gevechten zodat je hier een soort van filmmuziek verkrijgt die heel symfonisch en bombastisch klinkt, maar tevens heel dreigend, rauw en ruw dankzij de black metal die als basis diende voor deze tracks. Het huidige vijftal – Narrenschiff (vocals), Viti (Martin Blystad Almli) (bass, vocals), Bolverk (gitaar), Anders Faret Haave (drums, percussion) en Andre Aaslie (piano, orchestration, vocals) – werd op dit album ook nog bijgestaan door Tom Aril Johansen (aanvullend gitaarwerk). En, eerlijk is eerlijk, dit is inderdaad schitterende muziek geworden waar je zelf zo beelden kan bij gaan verzinnen van heroïsche gevechten, maar ook van rustige, kalme tijden waarin alles in vrede met elkaar leefde. Een voorbeeld van dat laatste is heel zeker het instrumentale 'Created To Destroy' terwijl je in het daaropvolgende 'Awazor' voelt hoe de oorlogsdreiging in kracht toeneemt en tot volle ontwikkeling komt als de rauwe en ruwe vocalen weerklinken. Muzikaal doet het me wat denken aan de metalopera 'Aina' die in 2003 het levenslicht zag, maar dan wel een heel stuk agressiever, rauwer, nog bombastischer en vooral met de nadruk op black metal. En natuurlijk moet je de vele vocalisten die toen aan bod kwamen, hier vervangen door twee personen. Moet ik er nog bij gaan vertellen dat ik immens genoten heb van dit album? Maar, hou er maar degelijk rekening mee dat dit album niet al zijn geheimen na één enkele luisterbeurt heeft prijsgegeven. Meteen opnieuw een voltreffer voor het Noorse kwaliteitslabel Indie Recordings. Luc Ghyselen (4½) 'Time For Revolution' is het debuut van een Zwitsers vijftal dat traditionele heavy metal brengt en daarbij Accept, Judass Priest, Saxon en Iron Maiden als invloeden vermeld. En vooral die laatsten klinken erg door in de sound van dit kwintet (Steff Perrone (vocals), Manu Froelicher (gitaar), Ced Legger (lead gitaar), Mack Machet (bass) en Carlos Bensabat (drums)). En daar is natuurlijk niets mis mee, zolang je het maar eerlijk en recht voor de raap brengt. En ik heb de indruk dat deze Zwitsers dat precies doen, zonder veel franjes, zonder ook maar vernieuwend of origineel uit de hoek te komen: gewoonweg rechttoe, rechtaan stevig rockende en melodieuze heavy metal tracks afleveren. Dat ze daarmee ook wel in een straatje belanden waar reeds tientallen andere acts hen zijn voorgegaan is een vaststaand feit. Of ze daarmee zullen opvallen in de overvolle vijver waarin ze terecht komen, zal vooral afhangen van het feit hoe hun shows zijn. Maar ik hun het ze wel: de weg naar de eeuwige roem, al vrees ik dat dit met dit elf tracks tellend debuutalbum nog zeker niet voor morgen zal zijn. Daarvoor lijken de nummers veel te veel op wat hun illustere voorgangers deden en zit er te weinig “nieuws” of “speciaals” in zowel het muzikale gegeven als in het vocale gedeelte. En vooral dat laatste zou hen wel eens zuur kunnen opbreken daar Steff Perrone helemaal niet speciaal of authentiek klinkt, maar eerder vlakjes en als een “dertien in een dozijn” (terwijl de vier genoemde bands toch alle vier een heel specifieke vocalist in hun rangen hadden (zonder dan nog van de muzikanten te spreken)). Maar goed, wie gewoonweg een “good time” op gebied van traditionele heavy metal wil beleven, zal zich met deze 'Time For Revolution' geen kat in een zak kopen al mag hij/zij zich beslist niet verwachten aan een revolutionaire schijf. Luc Ghyselen (3½) Het Italiaanse viertal – Nick K (vocals, gitaar), Tommy Mastermind (gitaar), Steven F. Olda (bass) en Richard Meiz (drums) – Genus Ordinis Dei ontstond in 2011 en werkte tot 2013 onafgebroken aan hun sound: een mix van moderne metal (lees: “death metal”) met symfonische elementen. Begin dat jaar vond het kwartet dat de tijd rijp was om voor het eerst uit te pakken met een full-album. Het kreeg als titel 'The Middle' mee en bevatte tien tracks. Goede kritieken volgden en in februari van dit jaar werd een ep op de markt gebracht. Intussen werd de band opgemerkt door het Deense label Mighty Music dat besloot om het eerste album nu ook opnieuw uit te brengen. En dat is precies wat hier nu rondjes draait in mijn cd-speler. En we moeten eerlijk toegeven dat dit helemaal niet zo slecht is: vooral muzikaal vind ik dit echt wel goed, zonder dat de band nu vernieuwend over komt. Het is slechts op vocaal vlak dat ik hier een beetje mijn bedenkingen heb en dan vooral als Nick aankomt met vrij hoge screams die, zeker in het begin van dit album, nogal vaak voorkomen en waar je toch wat moet aan wennen. Kiest hij echter voor rauwe en ruwe vocalen dan klinkt dit een stuk beter in mijn oren. Het album opent dreigend en vrij mysterieus met het instrumentale 'And Then …' dat naadloos overgaat in 'The Fall', meteen de eerste echte track op dit album. Meteen wordt de toon ook gezet voor de rest van het album: death metal die wordt opgesmukt met symfonische elementen waar de toetsen meer dan eens de overheersende accenten leggen. Al mag ik zeker niet vergeten dat er ook uitstekende melodieuze gitaarsolo's aan bod komen. Over de vocale capaciteiten had ik het eerder en die blijven me, zelfs na een paar luisterbeurten, wel wat ergeren. Voor de rest heb ik hier niets op aan te merken. Geef deze Italianen dus zeker een kans als je houdt van symfonische death metal. Luc Ghyselen (3½) 'Raben Im Herz' is het nieuwste album, het zevende ondertussen, van deze in 1999 opgerichte Duitse gothic metal band. De band is vrij productief de laatste jaren daar er zowat elk jaar al nieuw werk verschijnt van dit gezelschap. Maar, en dat is toch wel opvallend, telkens met een andere (nieuwe) line-up. Voor dit album bestaat die uit Mats Kurth (drummer, en enig origineel lid), gitarist Oliver D, vocaliste Carmen Lorch (die instaat voor de sopraan vocalen) en vocaliste Anny Maleyes (die instaat voor de rock vocalen). In de studio werd dit viertal aangevuld met bassist Markus Stock en met Dennis Schwachhofer (keyboards & orchestra). Live neemt ene Susanne Bachmann de bass ter hand. 'Raben Im Herz' (dat je kan vertalen tot 'Ravens In My Heart') bevat negen tracks die zowel elementen uit de folk, als uit gothic, als uit de symfonische metal, als uit de opera bevatten. Vocaal wordt er dus afgewisseld tussen sopraan zang en rock vocalen en wordt er ook gewisseld tussen Engelstalige fragmenten en de meer voorkomende Duitstalige stukken. Vandaar misschien dat dit gezelschap (nog?) niet volledig doorbreekt in onze lage landen. Nochtans beschikken beide dames over knappe stemmen, musiceren de heren sterk, en klinken de meeste nummers uiterst vlot en aanstekelijk zonder aan kracht en melodie te verliezen. Maar ik geef eerlijk toe dat er heel wat bands zijn die in deze stijl om uw aandacht vragen en dat maakt iedereen wel zijn keuze: net niet hard en/of stevig genoeg, net iets te veel (of te weinig) sopraan, … En dan kan ik er ook wel inkomen dat je je zuurverdiende euro's uitgeeft aan die albums die je net iets liever in je platenkast wil hebben. Toch is dit zeker geen onaardige aanvulling op je collectie als je van female fronted metal bands houdt. Oh ja, en kies je voor de digipack-versie dan krijg je er nog zes instrumentale versies van zes van deze tracks als extraatje bij. Luc Ghyselen (3½) Massacre Records I MASCD 0926 I Coronatus
|
|