cd reviews
Het Duitse Xandria werd in 1994 opgericht door toetsenist/gitarist Marco Heubaum. Op de eerste vier albums van deze symfonische metalband hoor je de vocalen van Lisa Middelhauve. Die laatste verlaat in 2008 de band en wordt vervangen door Kerstin Bischof, die het na een jaar al voor gezien houdt en wordt vervangen door Lisa Middelhauve. Eind 2010 vinden ze dan met Manuela Kraller een nieuwe vocaliste en met haar wordt het vijfde album, 'Neverworld's End' (2012) ingeblikt. Maar in oktober 2013 verliet ook Manuela de band en zij wordt op het vijfde album vervangen door de Nederlandse Dianne van Giersbergen (ex-Libris). Daar Manuela heel actief betrokken was bij het schrijven van de nummers op het vorige album, klinkt 'Sacrificium' helemaal anders. De twaalf nummers die je terugvindt op dit vijfde album gaan duidelijk meer richting symfonische gothic metal uit. Terwijl op het vorige album de nummers heel los van elkaar stonden, en ook gemakkelijk in een andere volgorde konden worden beluisterd, heb ik de indruk dat dit hier niet het geval is. De nummers klonken vanaf een eerste luisterbeurt ook erg toegankelijk en aanstekelijk. Dit is alles is nu een pak minder het geval en je moet echt meer tijd steken in het doorgronden van de tracks. Muzikaal neigt het album ook terug meer richting symfonische gothic metal. En Dianne's stem gaat ook meer richting hoge sopraan uit dan die van Manuela. Het is even wennen toch. Wat niet wegneemt dat 'Sacrificium' een heel knap album geworden is, maar toch minder opvalt tussen albums van andere female fronted metal bands die symfonische metal brengen. Al moet ik toegeven dat het album bij iedere luisterbeurt groeit en een beetje meer van zijn geheimen prijs geeft. Misschien is het wel uitkijken naar een show van de band waarin het nieuwe materiaal wordt verwerkt om echt helemaal overtuigd te raken. Luc Ghyselen (4) Napalm Records I NPR 534 I Xandria
0 Opmerkingen
Het Amerikaanse Winger, een hard rock viertal uit New York City, ontstond in 1987 en had eind jaren tachtig, begin jaren negentig nogal wat succes met hun eerste drie albums en een aantal singles die het meer dan behoorlijk deden op de Amerikaanse hitlijsten. Maar in 1994 gooide het viertal de handdoek in de ring, vooral door de opkomst van de grunge. Maar sinds 2006 komt de band weer aan de oppervlakte dankzij albums als 'IV' (2006), 'Karma' (2009) en nu dus 'Better Days Comin''. Kip Winger (bass, lead vocals) en Reb Beach (guitars – je misschien bekend van Whitesnake) zijn de heren die instaan voor het schrijven van de nummers. Samen met drummer Rod Morgenstein en gitarist John Roth worden die nummers dan ingeblikt. Op deze 'better Days Comin'' vind je tien nummers melodieuze hard rock die het uitstekend zullen doen op de Amerikaanse markt en die dus ook fans van o.a. Def Leppard, Bon Jovi, Europe, enzoverder zullen bekoren. En om heel eerlijk te zijn vind ik de drie eerste nummers op dit album van een zeer hoog niveau. Het knap en stevig rockende uptempo gebrachte 'Midnight Driver Of A Love Machine' opent dit album in stijl. Het tempo wordt ietsjes teruggeschroefd voor 'Queen Babylon', maar ook deze song is nog steeds subliem te noemen dankzij o.a. een verbluffende gitaarsolo en zijn catchy refrein. Het tempo wordt terug de hoogte in gejaagd voor het vlotte, stevige rockende 'Rat Race'. Maar vanaf het titelnummer, dat me veel te commercieel en te radiovriendelijk overkomt, zakt het niveau van de nummers toch wel. Niet dat de nummers nu echt slecht worden, maar het is net of de heren op zoek zijn gegaan naar echt radiosucces. 'Tin Soldier' bevat goede en stevige momenten, maar is in zijn geheel toch een stuk minder dan wat er gebracht werd in de eerste drie nummers. De twee ballades die je hier terugvind, 'Ever Wonder' en 'Be Who You Are', zijn goed en knap te noemen, maar komen toch niet aan het niveau dat bijvoorbeeld Foreigner haalde met 'I Wanna What Love Is'. En ook 'So Long China' (een pop rock nummer), 'Storm In Me' (een melodieuze rocksong) en 'Out Of This World' (dat aarzelend van start gaat en eigenlijk een pop rock nummer is, met wel een heel geweldige gitaarsolo) halen niet meer hetzelfde hoge niveau als in het begin. Toch zullen liefhebbers van het genre hier van genieten en zij zullen mijn quotering waarschijnlijk veel te laag vinden. Luc Ghyselen (3½) Warckon is een trash metal viertal dat in 2009 in de regio van het Oost-Vlaamse Geraardsbergen werd opgericht. 'The Madman's Lullaby' was hun debuutalbum en het verscheen in 2011 voor het eerst. Een jaar later werd het opgepikt en opnieuw uitgebracht, met een andere cover, op een Frans label: Emanes Metal Records. En nu is het viertal – Marijn Lostermans (bass), Marijn Langhendries (drums), Jonas Bergmans (rhythm & lead guitar) en Wouter Langhendries (vocals, lead & rhythm guitar) – er terug met deze 'High Treason'. Het album telt tien nummers waarvan twee intrumentale: het openingsnummer 'Mare Tranquilitatis' dat je kan beschouwen als intro tot het album en het ongeveer zes minuten lange 'Mutant Messiah'. De trash metal van het viertal vertoont duidelijke invloeden uit de jaren tachtig Bay Area trash scene. Zelf noemen ze bands als Megadeth, Testament, Annihilator, Slayer en Exodus als voornaamste invloeden en daar kan ik me best in vinden. Uitschieter voor mij is het net onder de zeven minuten afklokkende 'Dawn Of The Era Gargoylaes', dat rustig en kalm opent maar al vlug krachtig, stevig en rauw rockend verder gaat. Verwacht dus zeker heen vernieuwend werk van deze heren en zo sterk als albums van vernoemde bands is dit ook niet, maar 'High Treason' is wel een heel aangenaam album geworden dat zeker niet zal misstaan in een collectie trash metal. Luc Ghyselen (3½) Independent I Warckon
Na drie epees – '4. September' (2010), 'Pans Skygge' (2011) en 'Mintaka' (2013) – en wat wijzigingen in de line-up, vindt frontman gitarist/vocalist Per Valla de tijd rijp genoeg om uit te pakken met dit debuut. Op dit album krijgt hij “hulp” van bassist John Erik Andersen, gitarist Kristoffer Hansen en drummer Cato Skivik. Het viertal brengt moderne en vrij snelle black metal met melodieuze fragmenten. Dit resulteerde op dit album in negen nummers waarvan het meer dan negen minuten durende epische 'Vinteroffer' het paradepaardje is. Het nummer herbergt alle ingrediënten van de sound van de band en opent melodieus en zelfs rustig en kalm om dan na enige tijd een aantal versnellingen hoger te schakelen in zowel tempo als kracht. Wat later eisen de rauwe vocalen, naast de toch wel knappe melodieuze gitaarriffs, je aandacht op. Maar let op: eigenlijk zitten er geen zwakke tracks tussen de instrumentale dreigende opener 'The Awekening' en de korte, uiterst uptempo, heavy afsluiter 'Admissa'. Black metal fans die hun muziek graag overgoten zien met melodieuze ingrediënten zullen dit album koesteren ! Luc Ghyselen (4½) Three Lions is een nieuwe band met een paar bekende figuren in de rangen. Bassist/vocalist Nigel Bailey laat zich hier omringen door gitarist/toetsenist Vinny Burns (Dare, Ten, Asia) en drummer Greg Morgan (Dare, Ten). Voeg daar producer Alessandro Del Vecchio bij en je krijgt een uiterst sterk team op gebied van melodieuze hard rock. En dat is precies wat je krijgt op dit titelloze debuutalbum van dit trio. Twaalf nummers geschreven door de band – voor twee ervan kregen ze extra steun van Alessandro – die me vooral doen denken aan wat de band Ten vroeger op ons losliet: aanstekelijke melodieuze hard rock waarin, naast uitstekende vocalen, vooral het heel knappe gitaarspel centraal staat. Het album opent meteen al heel sterk: het energieke 'Trouble In A Red Dress', dat ook als eerste single wordt uitgebracht, bevat alle ingrediënten van een knap gearrangeerde melodieuze hard rock song: schitterende emotievolle vocalen, een groovy ritme en vooral een schitterende gitaarsolo. En als je dan ook al meteen de neiging hebt om het refrein mee te brullen dan weet je dat het goed zit. Als je dan ook nog bemerkt dat het gebruik van keyboards er eigenlijk vooral is ter ondersteuning, dat krijgt de band al extra punten bij mij. En dat is hier dus duidelijk het geval. De knappe, energieke songs, die dan ook nog aanstekelijk zijn met catchy refreinen die niet kunnen wachten om mee gezongen te worden, volgen elkaar hier in snel tempo op: 'Hold Me Down', 'Twisted Soul' (met een intro op toetsen die me wat aan Foreigner doet denken), 'Just a Man', het gedreven 'Holy Water', het met invloeden uit de Oosterse muziek opgesmukte 'Kathmandu', het vlotte 'Magdalene', het rockende uptempo 'Hellfire Highway' dat misschien wel het stevigste nummer op dit album is. Ze worden enkel onderbroken door een paar mooi gebrachte ballades of semi-ballades: 'Winter Sun', 'Two Hearts Beat As One', 'Made For One Another', 'Don't Let Me Fall' en het instrumentale 'Sicilian Kiss'. Fans van melodieuze hard rock hebben weeral iets om naar uit te kijken en zeker fans van Dare, Ten, Foreigner en zelf Magnum zullen hier van gaan genieten. Luc Ghyselen (4) De Canadese vocalist Sebastian Bach zal je zeker wel bekend zijn daar hij tussen 1987 en 1996 de charismatische frontman was van Skid Row, een band die hij na een ruzie moest verlaten. Maar geen nood want de man is sinds dien aan een vrij succesvolle solo-carrière bezig en deze 'Give 'Em Hell' is daarvan zijn nieuwste creatie. Voor dit album kreeg hij muzikale bijstand van drummer Bobby Jarzombek (Halford, Riot, Fates warning), bassist Duff McKagan (Guns 'n' Roses, Velvet Revolver) en de gitaristen Devin Bronson (Avril Lavigne, Pink), Steve Stevens (Billy Idol) en John 5 (Rob Zombie, Marilyn Manson). Twaalf nummers leverde deze samenwerking op. En voor wie houdt van bands als o.a. Skid Row, Mötley Crue, Def Leppard, Bon Jovi zullen deze nummers gesneden koek zijn. Het klinkt allemaal heel goed en echt zwakke tracks kom je hier niet tegen, zelfs de ballades klinken niet te zeemzoet. Maar toch klinkt dit allemaal heel gepolijst, op de Amerikaanse markt gestoeld materiaal dat daar zeker in grote getale over de toonbank zal gaan. Hier in Europa is het een stuk moeilijker om dit aan de man te brengen al kunnen fans van uiterst gepolijste en melodieuze hard rock hier natuurlijk hun hartje ophalen. Metalfans die het liever echt stevig en krachtig hebben, zullen hier in een wijde boog omheen lopen. Luc Ghyselen (3½) Savn (armoede, deprivatie) begon als een samenwerking tussen multi-instumentalist Stig Johansen en toetsenist Anders Thue (beiden The Sins Of Thy Beloved, dat al sinds 2000 niets nieuws meer uitbracht). Toen Stig voorstelde om Midnattsol's vocaliste Carmen Elise Espenaes te contacteren om een nummer in te zingen voor het project, waren Stig en Anders het er over eens om Carmen in te schakelen als “full member” en zo gebeurde. Savn brengt een mix van gothic metal met veel invloeden uit de folk. Dit resulteerde in negen krachtige folky gothic metal songs die een aantal keer meer neigen naar de gothic zijde (o.a. 'The Demons In Me' en 'Now Or Never') en een aantal meer richting folk gaan (o.a. 'Musical Silence', 'All I Want', 'I Am Free'). Het trio liet ook een aantal gereputeerde gasten opdraven. Zo hoor je ook violisten Dag Bjorkedal en Lillian Hodne die beiden het klankenpallet van de band versterken. Terwijl extra strijkers, namelijk het befaamde Lingua Mortis Orchestra, op 'Sorrowful' en 'Lengselens Hand' opduiken. In 'The Demons In Me' zorgt Michelle Darkness (End Of Green) voor de mannelijke vocalen als tegenpool voor de loepzuivere vocalen van Carmen. En als kers op de taart is er nog ook Carmen's zuster Liv Kristine (Leaves' Eyes). Beiden zorgen voor de schitterende vrouwelijke vocalen in 'I Am Free'. Als je kiest voor de digi-pack editie van dit album krijg je er twee extra tracks bij: 'Hang On' en 'Demons In Me' worden immers hernomen in een wat steviger versie. Savn zorgt met dit titelloze debuutalbum dat er weer een nieuwe, knappe band aan het “female fronted metal band”-landschap is toegevoegd. Hebben ze op het MFVF te Wieze later dit jaar nog een plaatsje over voor dit gezelschap? Luc Ghyselen (4) Het Amerikaanse Prong werd in 1986 opgericht door vocalist/gitarist Tommy Victor en oogste in het begin van de jaren negentig hun grootste successen dankzij albums als 'Beg To Differ' (1990), 'Prove You Wrong' (1991) en vooral 'Cleansing' (1994). De band bracht steeds een heel eigenzinnige mix van trash, groove, industrial, hardcore en punk. Dat doen ze ook nu weer en het trio voegde daar in een paar nummers ook wat snuifjes matchcore aan toe. Dit resulteerde dit maal in elf nummers die allemaal stevig beukend en rauw gezongen op je af komen. Openen doen ze al meteen heel krachtig met 'Turnover' en dat blijft eigenlijk het volledige album doorgaan tot en met de slotakkoorden van 'Limitations And Validations'. Rustpunten zijn er eigenlijk niet echt te vinden of je zou het meest melodieuze nummer, 'Windows Shut', als een rustiger moment moeten zien daar er hier wel ene paar kalmere fragmenten langskomen. Echte uitschieters vind je hier niet, maar je vindt er ook geen echte miskleunen zodat dit zeker niet echt wereldschokkend te noemen is, maar ik kan het zeker niet slecht gaan noemen ook. Maar of dit voldoende is om echt op te vallen in de massale stroom van metal releases die ieder maand opnieuw over ons komt aangespoeld, betwijfel ik eerlijk gezegd wel een beetje. Dat neemt niet weg dat fans van de band dit toch wel aan hun 'wanted'-lijstje zullen gaan toevoegen. Luc Ghyselen (3½) Het Braziliaanse vijftal Patria bestaat sinds 2008 en is in die periode al heel productief geweest daar reeds een demo, twee tapes, een split en vier full-albums deze 'Individualism' vooraf gaan. Toch is dit voor mij een eerste kennismaking met dit vijftal waarin vocalist Triumphsword en gitarist Mantus de centrale figuren zijn en de enige twee van de originele line-up. Gitarist Ingiis Inferniis, bassist WS Vulkan en drummer Abyssius vervolledigen de huidige line-up. Ze zorgen hier voor elf nummers black metal die vooral doen denken aan de beginperiode van de black metal in de jaren negentig in het Europese hoge noorden. Het album klinkt vinnig en brutaal tegelijk zonder een heel lichte melodieuze inslag te verbergen. Speciaal of indrukwekkend zou ik dit zeker niet noemen, maar liefhebbers van black metal moeten dit beslist een kans geven zonder dat ook zij echt van de sokken zullen geblazen worden. Het kan voor Patria een belangrijke stap worden in hun ontwikkeling als ze erkenning zouden krijgen in Europa en deze 'Individualism', uitgebracht op kwaliteitslabel Indie Recordings, kan daar een belangrijke bijdrage toe leveren. Luc Ghyselen (3) Het Griekse Outloud, een melodieuze hard rock band, laat met 'Let's Get Serious' hun derde full-album op ons los. De band zorgde in 2009 voor een eerste wapenfeit en zag reeds een aantal wijzigingen in hun line-up opduiken zodat enkel de Amerikaanse vocalist Chandler Mogel en Bob Katsionis (guitar, keyboards – en je zeker bekend van 'Firewind') de enige twee overgeblevenen zijn van de originele line-up. Op dit album worden ze vergezeld van bassist Sverd, gitarist Jim Scordilis en drummer George Kollias (Nile) die op dit album vaste drummer Kostas Milonas vervangt. En dan is er ook nog de bijdrage van gastgitarist Mike Orlando (Adrenaline Mob) op 'Toy Soldiers'. Op dit album brengt de band twaalf nummers: elf compleet nieuw en een coverversie van Orchestral Manoeuvres In The Dark's 'Enola Gay' waarmee het album afsluit. De band serveert je dus klassieke melodieuze hardrock waarin de vocalen van Chandler en het knappe gitaarspel meestal de hoofdrol opeisen. Helemaal niet echt spectaculair, maar wel allemaal uiterst degelijk gebracht met soms knappe leuke details. Ik haalde er de voor mij meest opvallende tracks uit. 'Bury The Knife' dat ergens zweeft tussen een ballade en een medium tempo rocksong en waarin je kennismaakt met een flitsende vingervlugge gitaarsolo. De akoestisch gebrachte ballade 'It Really Doesn't Matter' is een echt rustpunt op dit album, terwijl er in de intro van het vlotte 'A While To Go' heel even een harmonica te horen is. Verder valt zeker ook het instrumentale titelnummer op dat vlot en uptempo van start gaat, een rustiger middenstuk heeft om opnieuw in overdrive versnelling te eindigen. En dan is er nog 'Toy Soldiers', met voorsprong het stevigste nummer op dit album en voor mij ook duidelijk het sterkste nummer, terwijl de versie van 'Enola Gay' niet echt iets toevoegt aan de originele versie en dus echt niet op dit album hoeft. Fans van de band en van het genre kunnen dit een kans geven, maar wie echt het zwaardere werk prefereert zal hier toch aan voorbij gaan. Luc Ghyselen (3½) AOR Heaven I AOR 00097 I Outloud
|
|