cd reviews
Thor is de band rond de Canadees Jon Mikl Thor (bodybuilder, acteur, songschrijver, vocalist en muzikant). Deze 'Only The Strong' is een cd/dvd-set geworden van een band waar ik nog nooit van had gehoord en die, als je een beetje opzoekingswerk verricht op het wereldwijde net, reeds sinds 1973 albums op de mensheid loslaat. Misschien is gezelschap erg populair in de V.S., maar ik ben er van overtuigd dat dit zeker niet het geval is op het Europese vasteland. Muzikaal kan ik dit het best gaan omschrijven als een mindere versie van Manowar die bijlange zelf zo heavy niet overkomt. Vocaal vind ik dit ook echt niet zo denderend: Thor declameert of schreeuwt of brult zijn teksten zonder veel intonatie. Dit tweeëntwintig nummers – elf nummers aangevuld met bonustracks uit 1987 (4), vijf demo's en twee live opgenomen nummers – tellend album heb ik dan ook maar beetje per beetje beluisterd en dan kan het er mee door. Hetzelfde geldt hier eigenlijk ook over de dvd – zestien nummers (opgenomen tijdens verschillende shows tussen 1982 en 1984) en wat extra's – : indien je die met mondjesmaat consumeert kan het best aardig en goed tot zelfs overkomen. Vooral als je houdt van een typische op de Amerikaanse markt gerichte show. Dat wat de beelden betreft, de muziek (een mix dus van glamrock, hard rock, heavy metal) kan je misschien ook nog als “heeft zijn momenten” bestempelen. Dus voor fans van het genre en zeker van de band kan dit als een mooi tijdsdocument gelden. Luc Ghyselen (3½)
0 Opmerkingen
Het Zuid-Afrikaanse trio van Seether – Shaun Morgan (guitar/vocals), Dale Stewart (bass, backing vocals) en John Humphrey (drums) – is met 'Isolate And Medicate' toe aan zijn zesde full-album. De band werd in Johannesburg opgericht in 1999 door drummer David Cohoe en vocalist/gitarist Shaun Morgan, want die laatste wilde muziek gaan maken naar zijn grote voorbeelden Nirvana. En dat is dan ook al vrij aardig gelukt daar de band tot op vandaag al twee maal platinum haalde de verkoop van vroegere albums. En het zou me echt niet verbazen dat ze dit ook met dit tien nummers tellend nieuwe album zullen verwezenlijken. Elk nummer is immers een potentieel succesnummer: de nummers zijn krachtig, maar zorgen er wel voor dat talloze muziekliefhebbers hier van kunnen genieten door vooral aanstekelijke refreinen die vrij gemakkelijk in je hoofd blijven rondtollen. Invloeden van natuurlijk Nirvana en andere grunge bands zijn er in overvloed, maar ook elementen uit de popmuziek worden hier aangewend. Een ervan is de samenzang die teruggrijpt naar wat o.a. The Beatles deden. Dit zorgt er dus duidelijk voor dat de nummers catchy te noemen zijn en dus ook de aandacht zullen trekken van radiostations als Studio Brussel. Zwakke tracks vind je niet terug op dit album al heb ik persoonlijk het meest genoten van de knappe opener 'See You At The Bottom' met zijn toch stevige riffs en knappe tekst, het vlotte en aanstekelijke 'Same Damn Life' en 'Words As Weapons', een nummer waarin verschillende tempowisselingen zitten en dat als eerste single wordt naar voor geschoven. Wie deze band nog niet heeft ontdekt, moet dit trio beslist een kans geven en misschien eens gaan bekijken tijdens hun passage op de Graspop Metal Meeting waar hun aanstekelijke “Nirvana Meets The Beatles”-muziek voor een heel leuk feestje kan zorgen. Luc Ghyselen (4) Ieder label heeft zo een beetje zijn specialiteit in een of andere deelgenre op gebied van hard rock of heavy metal. Zo ook het label Avenue Of Allies dat zich een beetje profileert als een label die melodic rock of AOR of in ieder geval de meer melodieuze kant van de rockmuziek (vooral gericht naar de Amerikaanse markt of ook wel naar de Scandinavische waar het genre ook enorm populair is (denk aan o.a. Europe)). Mijn verwondering was dan ook vrij groot toen ik dit album zijn toertjes liet draaien in mijn cd-speler, want dit leunt een pak nauwer aan bij melodieuze hard rock dan bij AOR of melodic rock. Of is dit omdat de band uit drie vijfde landgenoten bestaat dat dit zo stevig klinkt? In ieder geval bestaat Rik Priem's Prime uit gitarist Rik Priem, toetsenist Geert Margodt, bassist Vincent De Laat, drummer Ramy Ali (je misschien bekend van Freedom Call, Iron Mask of het Kiske/Sommerville project) en vocalist Carsten Lizard Schulz (je misschien bekend van o.a. Evidence Once, Frozen Rain of Jay Parmar). In ieder geval levert dit vijftal je hier dertien uiterst knap opgebouwde nummers traditionele hard rock of classic rock waarin het uitstekende gitaarspel van Rik Priem met de meeste aandacht gaat lopen. Iets wat vrij vanzelfsprekend is daar Rik, samen met vocalist Carsten instond voor twaalf van de dertien tracks op dit album. Enkel 'Sunset Over Agatha', de instrumentale opener werd niet door hen geschreven maar komt uit de pen van Geert Margodt. Een opener die eigenlijk al meteen de toon zet voor de rest van dit album, daar deze muziek aanleunt bij muziek dat je kan (kon) horen op albums van o.a. UFO, Scorpions, Ozzy Osbourne, Y&T en noem maar op. En vanaf het eerste vocale nummer, 'Babylon Rising', ben je meteen meegezogen in die klassieke hard rock die zo populair was in de jaren tachtig. Een krachtige cleane stem, stevige gitaarpartijen ondersteund door keyboards, een erg solide en krachtige basis van drums en bass, en sublieme gitaarsolo's nemen je mee op een verbluffende reis in de wereld van de klassieke hard rock. Slechts twee nummers veranderen dit stramien een beetje. Eerst is er het instrumentale 'Chameleon', een stevige en eigenlijk best wel sublieme track waarin Rik al zijn kunnen tentoonspreidt en daarna volgt, voor mij, het enige mindere nummer op dit album, de ballade 'Flirting With An Alien', dat gelukkig niet zeemzoet overkomt. Voor de rest niets dan lof voor dit debuutalbum waarmee Rik Priem en zijn band hier een uitstekend visitekaartje afleveren dat oprecht naar meer smaakt. Laat een opvolger maar vlug op ons af komen, Rik, want ik ben nu al benieuwd of je de lat nog een tikje hoger kan leggen. Luc Ghyselen (4) Het Belgische viertal – Jan Coudron (vocals), Joost Noyelle (guitar), Dominiek Hoet (bass) en Jason Bernard (drums) – dat samen King Hiss vormt is echt op new naar de Belgische top in het metal landschap. De band werd opgericht in 2011 en zorgde in januari 2012 al voor een eerste opgemerkte demo. Een jaar later, we schrijven april 2013, wordt een zeven nummers tellende epee voorgesteld. 'Snakeskin' was de titel en ook dit werkstuk zorgt voor heel wat deining daar de band het podium deelt met o.a. Steak Number Eight, Kvelertak, Red Fang, Karma To Burn en The Sword. Dat ze ook de affiche haalden van het jaarlijkse grootste metalfeest in België, Graspop, bewijst dat ze op de goede weg zitten. En nu, opnieuw een jaartje later, komt het viertal er aan met een eerste full-album. 'Sadlands', zo heet het kleinood, bevat twaalf nummers uiterst stevige en knappe stoner rock. Openen doet het kwartet met een schitterende mokerslag die meteen zet voor de rest van dit album. 'La Haine' knalt strak en heavy uit de speakers en bewijst dat er ook in België schitterende stoner rock kan gemaakt worden die gerust naast internationaal gereputeerde acts mag gaan staan. Het tempo zakt voor het eerst een beetje bij 'Temple Of The Eye'. Niet dat dit een ballade is geworden, maar het krachtige nummer ademt een eerder logge sfeer uit die een heel klein beetje richting doom opschuift. Ook 'Weight Of A Tombstone' klinkt een beetje anders dan de meeste nummers op dit album daar dit een instrumentaal nummer is geworden dat evengoed op een album van bijvoorbeeld Karma To Burn kan voorkomen. Andere tracks die ik noteerde: het stevige 'Bite The Bait', het beukende 'King Hiss' met zijn knappe knappe refrein, het vlotte maar krachtige 'Vigilante', en het snedige 'Sadlands' dat dit album afsluit. Liefhebbers van stoner rock hebben er met deze 'Sadlands' meteen een album bij dat ze aan hun collectie zullen willen toevoegen en dat ze ook nog zullen gaan koesteren. Luc Ghyselen (4) Eigen beheer I King Hiss
Deze Jay Smith is een Zweedse vocalist en songschrijver die met 'King Of Man' aan zijn tweede full-album toe is. Zijn titelloze eerste album uit 2010 legde hem geen windeieren daar het in zijn thuisland de charts topte en zelfs platinum haalde. En ook met dit tweede album lijkt de man een echt schot in de roos te hebben afgevuurd daar dit album er reeds vorig jaar werd uitgebracht, maar daar er nu nog steeds nummers van het album frequent worden gedraaid op de Zweedse nationale radio. Twaalf nummers krijg je hier aangeboden die allen rock als basis gebruiken, maar die Jay verder inkleurde met andere muziekstijlen: pop, country, swing, blues en funk. In de begeleidende promo tekst spreekt men ook van grunge en metal, maar dat hoor ik hier echt niet in terug. 'The Blues' opent dit album in stijl: soulvolle maar stevige vocalen worden ondersteund door een melodieuze rocksong die, hoe kan het ook anders als je de titel hoort, ook elementen uit de blues bevat. 'Women' is nog een ietsje steviger maar klinkt toch grotendeels als bluesy hard rock. 'Keeps Me Alive' is een compleet anders: deze song laat invloeden uit de jazz en swing horen en zal ook liefhebbers van popmuziek kunnen bekoren dankzij de vrouwelijke achtergrondvocalen die ervoor zorgen dat dit een aandoenlijke maar toch stevige ballade is geworden. Voor het titelnummer wordt het tempo nog wat meer gedrukt en laat Jay een gevoelige kant van zichzelf horen. In 'Cowboys From Hell' komt country om het hoekje loeren en krijgt het nummer ook wel een dreigend kantje door de gitaarklanken. 'Sanctuary' is een gevoelig nummer geworden met veel toetsen op de voorgrond en dit thema herhaalt Jay nogmaals in het afsluitende 'Sanctuary Revisited'. Maar eerder maakte je dan reeds kennis met het lichtvoetige, swingende en bluesy 'Keep Your Troubles At Bay' dat zo uit de jaren vijftig kon zijn geplukt dankzij dat schitterende ritme en de mooie accenten die door een blazerssectie worden gelegd. Ook 'Ode To Death (Little Sister)' is zo'n swingende fifties styled nummer met een mooi boogie ritme. 'Tramp Of Love' is een stevige rockballade, terwijl 'Evil I Might Be' naast een stevige portie rock ook een grote dosis funk over zich heen heeft gekregen en een vrij catchy refrein heeft. In 'Worries Won't Bring It Back' hoor je vooral invloeden uit de popmuziek en zodoende is dit een van de songs de me minder kunnen bekoren. Al met al een leuke kennismaking met deze Zweedse vocalist die, als hij ook hier wat ondersteuning van een aantal radiostations zou kunnen krijgen, wel eens zou kunnen uitgroeien tot een graag geziene gast op onze talrijke festivals. Luc Ghyselen (3½) Gain Music I Sony I Jay Smith
Imperial Triumphant is een black metal viertal – Ilya (vocals, guitar), Malave (bass), Cohen (drums) en Grohowski (drums) – dat in 2005 ontstond in New York. Na een demo en een aantal epees werd in 2012 een eerste full-album op ons losgelaten. Ook vorig jaar was er nog de uitgave van een nieuwe epee en dan nu dit zoethoudertje. Ik noem dit inderdaad een zoethoudertje daar je hier een compilatie krijgt van tien “oudere”, obscure tracks in afwachting van hun nieuwe full-album die ergens volgend jaar zou moeten worden uitgebracht. De donkere en dreigende black metal van het viertal wordt verder opgesmukt met invloeden uit de death metal. Toch val ik hier niet achterover van verbazing, niet dat ik dit slecht verteerbaar vind, maar het is net af ik het allemaal al eens eerder (en beter) heb gehoord. Toch neemt dit niet weg dat de heren hier technisch vrij hoogstaand musiceren, maar dat zorgt er dan wel weer voor dat ik een stukje bezieling mis. Toch moeten onvoorwaardelijke fans van het genre dit zeker een kans geven, terwijl de echte adepten van de band dit vast en zeker aan hun collectie zullen toevoegen. Luc Ghyselen (3) Code 666 I Aural Music I code 095 I Imperial Triumphant
Gregory Lynn Hall brengt met deze 'Heaven To Earth' een eerste solo album uit. Toch is de man (vocals, guitars, bass, drums, keyboards, harmonica) voor velen onder jullie geen onbekende daar hij, begin jaren tachtig, mee aan de wieg stond van de band Rat Sally en hij sinds 1999 ook te horen is in de band 101 South. Op dit elf nummers tellend solo-album kreeg hij enkel hulp van drummer Bandit Bellamia en van een aantal gastgitaristen die voor een aantal gitaarsolo's instonden. De rest deed Gregory allemaal zelf. Je krijgt hier klassieke melodieuze rock voorgeschoteld met veel ruimte voor het gitaarwerk van Gregory zelf maar dus ook van Craig Goldy ('Heaven On Earth'), Billy Liesegang ('Cry No More'), Jeff Duncan ('Rockin' The Road', Stars In The Night' en 'Cryin''), Mike Turner ('You Got Me Runnin'') en Johnny Navarro ('Mama Said'). Verder valt de schorre, hese stem van Gregory op die wonderwel past in dit soort van rock. Maar of dit alles genoeg is om dit album massaal zijn weg te laten vinden naar het grote publiek, betwijfel ik ten stelligste. Het klinkt me allemaal iets te gepolijst, iets te afgelikt in de oren en waarschijnlijk zal dit album enkel in de V.S. voor wat deining gaan zorgen. Luc Ghyselen (3) AOR Heaven I AOR Heaven 00100 I Gregory Lynn Hall
Het Belgische Control State timmert reeds sinds 2007 aan de weg naar de top. Met 'The Delta Pack' komt dit metalcore vijftal er aan met zijn tweede album. Het debuut, 'The Powerhouse',was er reeds in 2009 en werd, ,et als deze opvolger, ook in eigen beheer uitgebracht. Tien nummers, als je de korte instrumentale intro meerekent, vind je op dit tweede album. De band brengt eigenlijk vrij voorspelbare American style metalcore die niet echt slecht klinkt, maar waar ook niets speciaals mee wordt aangevangen. Nu en dan hoor ik iets waarvan ik denk: “nu laten ze me iets horen”. Maar het blijft allemaal bij korte opflakkeringen die nooit lang duren. En als ik dan ook nog de schreeuwerige vocalen meetel, die me meestal niet bekoren wegens het feit dat die ook niet altijd toonvast klinken, dan weet je meteen dat ik de tweede worp van Contol State' niet zo denderend vind. Ik vrees dan ook dat het kwintet niet echt veel nieuwe fans zal aanboren met dit album en zo een beetje ter plaatse zal blijven trappelen. Luc Ghyselen (2½) Eigen Beheer I Control State
Misschien waren er bij een aantal fans van deze melodieuze death metal band wat twijfels toen ze vernamen dat zowel gitarist Christopher Amott (broer van oprichter/gitarist Michael) en vocaliste Angela Gossow besloten de band te verlaten. Maar bij het aanhoren van het tiende studio-album van dit vijftal – Michael Amott (guitar), Nick Cordle (guitar), Sharlee D'Angelo (bass), Daniel Erlandsson (drums) en Alissa White-Gluz (vocals) – zullen alle sceptische twijfels zeker verbannen zijn! Want het nieuwste werkstuk van het kwintet is zonder meer knapte noemen. Het album bevat dertien nummers, veertien als je gaat voor de 'Special Edition' want dan krijg je er nog een cover van Mike Oldfield's 'Shadow On The Wall' bovenop. Er wordt geopend met een een korte intro getiteld 'Tempore Nihil Sanat', waar je wat vrouwelijk koorgezang hoort, maar meteen daarna wordt je met de neus op de feiten gedrukt met het krachtige en onstuimige 'Never Forgive Never Forget' waarin de band een fantastische groove neerzet die uiterst melodieus en catchy blijkt te zijn en die ook heel wat ruimte laat voor inventieve riffs en gitaarsolo's. Voeg daar de krachtige eerder schreeuwerige vocalen van Alissa (ex-The Agonist) toe en je verkrijgt een eerste echte mokerslag. OK, ik ben volledig akkoord dit is niet meer Angela, zodat de soms cleane vocals hier zowat volledig wegvallen. Maar dit neemt weg dat de vocalen van Alissa al meteen goed ingeburgerd lijken. Wat dacht je immers toen je voor de eerste maal het hier opvolgende titelnummer mocht horen ? Dit is inderdaad een nummer dat op ieder vorig album van de band niet zou hebben misstaan:het is uiterst krachtig, heftig en toch uiterst melodieus dankzij de schitterende gitaarpartijen. Tempo, kracht en melodie blijven hand in hand gaan bij 'As The Pages Burn' waarin verder een toch opmerkelijk aanstekelijk refrein de aandacht opeist. Ook het daaropvolgende 'No More Regrets' blijft op dit strakke, krachtige tempo doorgaan. Voor 'You Will Know My Name' word de gaspedaal net iets minder ingedrukt. Verwacht nu wel geen ballade, want ook deze track wordt stevig en eigenlijk sneller dan mid-tempo door de speakers gejaagd met opnieuw een verbluffende melodieuze gitaarsolo als toetje. Uiterst kalm en rustig krijg je dan het instrumentale 'Graveyard Of Dreams' voorgeschoteld dat je het best kan omschrijven als prachtig melodieus gitaarspel waarna 'Stolen Life' het tempo en zeker de kracht en de furie terug de hoogte in jaagt. Met 'Time Is Black' solliciteert het kwintet om een deel van een soundtrack te leveren voor bijvoorbeeld een animatiefilm van Tim Burton. Voor 'On And On' gaat het tempo en zeker de kracht weer de hoogte in, terwijl het rustig van start gaande 'Avalanche' een schitterend opgebouwde stevige melodieuze metalsong blijkt te zijn waarin de vocalen van Alissa mooi contrasteren met de melodieën die de gitaren uitspuwen. Met 'Down To Nothing' zijn we aanbeland bij de laatste vocale track op dit album: opnieuw wordt hier stevig van leer getrokken en zorgen melodieuze gitaarpartijen voor een groot contrast met de schreeuwerige en toch knappe vocalen van Alissa. Eindigen doet de band hier met 'Not Long For This World', een instrumentaal nummer dat je bijna als opvulling kan beschouwen daar de inspiratie waarschijnlijk net op dit moment was opgebruikt. Maar goed, dit neemt zeker niet weg dat we hier een uiterst knap album krijgen van Michael Amott en de zijnen. Zowat elke fan van de band en van melodieuze death metal zou dit album aan zijn collectie moeten toevoegen, want de band zorgt hiermee voor een schitterend vervolg op 'Khaos Legions' ondanks de wijzigingen in de line-up. Luc Ghyselen (4½) Het Finse symfonische power metal gezelschap Amberian Dawn ontstond in 2006 en is met deze 'Magic Forest' toe aan zijn zesde full-album. De line-up wijzigde reeds een aantal keren in die acht jaar en voor de tien aanstekelijke tracks op dit album bestaat de solide ritmebasis uit bassist Jukka Koskinen en drummer Joonas Pykälä-aho. Het symfonische gedeelte wordt vooral verzorgd door het toetsenwerk van Tuomas Seppälä, al krijgt hij daarbij hulp van de twee uitstekende gitaristen, Emil Pohjalainen en Kimmo Korhonen, die verder ook instaan voor knappe riffs en het geheel kruiden met flitsende en uitstekende solo's. Kers op deze taart zijn de soepele en schitterende vocalen van Päivi “Capri” Virkkunen die in 2012 originele vocaliste Heidi Parviainen verving. – We konden vorig jaar reeds genieten van Capri op het toen verschenen 'Re-Evolution' waarop Amberian Dawn elf 'oudere' nummers bracht met hun nieuwe vocaliste. – Ditmaal krijg je dus tien nieuwe nummers, een kleine veertig minuten, die allemaal, op gebied van teksten, de wonderen van het woud belichten. De nummers liggen erg vlot in het gehoor zodat het album bijna voorbij is vooraleer je het goed en wel beseft. Maar het voordeel is dan wel dat je je geen seconde hebt verveeld en dat je meteen de “repeat-knop” kan gaan in gaan indrukken om nogmaals te genieten van deze songs. Voor het titelnummer kan je bij Youtube terecht waar je een leuke video van de song kan gaan bekijken. Het heeft je meteen een schitterend idee van hoe dit album in zijn geheel klinkt. Fans van symfonische power metal en fans van female fronted bands kunnen dit zonder blikken of blozen aan hun collectie toevoegen. Luc Ghyselen (4) Napalm Records I NPR 545 I Amberian Dawn
|
|