cd reviews
It's an interesting progressive-Death metal album with lot's of unique variations and pleasant songs to hear. Toothgrinder’s full-length : Nocturnal Masquerade is het derde album van deze uit vijf muzikanten bestaande band: Wills Weller (drummer), Jason Goss (gitaar), Matt Mielke (gitaar), Matt Arensdorf (basgitaar) en Justin Matthews (zanger). De heren weten hoe ze een krachtige cd moeten uitbrengen en hoe ze elke keer iets unieks moeten maken om zo de fans te geven wat ze gewoon zijn van deze band. Bij deze cd pakte Toothgrinder uit met een zeer uniek geluid. De overschakelingen van harde naar zachte elementen zorgen voor een verrasende wending dat regelmatig wat chaotisch over komt. Bij deze mening kan ik zeggen dat deze band in een korte tijd veel vorderingen heeft gemaakt. Des ondanks dat ze nog maar een paar jaar bestaan bewijzen ze hun professionaliteit. Zeker een interessante band om eens te beluisteren en waar we nog veel van gaan horen. Silke Goethals (4½)
0 Opmerkingen
This is Female Fronted Metal in all his glory! Top notch level by a band which cannot be forced into one subgenre! Irridiance is een band uit het Noord-Franse Lille, opgericht in 2004 en bulkt van het talent zowel op gebied van songs schrijven, originaliteit alsook speltechnisch. Hun debuut ‘Dissidence’ werd in december in eigen beheer uitgebracht en bewijst dat de groep al een hele weg heeft afgelegd. De opzet was om een project met als sleutelwoord 'originaliteit' op te starten en daarin zijn ze zeker geslaagd. Hoofdingrediënt van dit alles is female fronted metal maar de band laat het niet na om er ook invloeden van jazz tot tribal in te verwerken met extra elementen van klassieke muziek tot blues. Dit is een schijf voor de breed denkende metal liefhebber die ook andere invloeden kan waarderen. Dit album vraagt meerdere luisterbeurten om het volledig te begrijpen en de band weet je in elk nummer wel opnieuw te verrassen met de één of andere speciale wending. De op het eerste zicht soms vreemde combinaties werken voor volle 100%. Dit is muziek van hoog niveau die klopt het als een bus. In elk nummer hoor je wel iets nieuws passeren wat het geheel boeiend en interessant houdt. Sommige van de composities zullen zelfs doorwinterde muzikanten nog verbazen en het kan naar mijn inzien dan ook niet anders of dit moeten geschoolde muzikanten zijn. Op de CD inlay is trouwens nog een indrukwekkende cast aan gast muzikanten te zien die meewerkte aan dit schitterend debuut. Als je bij het openingsnummer ‘Children’s Game’ misleid wordt door de vioolintro met mannelijke koorzangen barst het nummer plots in volle kracht los maar wordt toch licht gehouden door de engelachtige stem van Audrey, ondersteunt door koorzang. Diezelfde opbouw vind je ook terug in ‘The Soldier And The Child’ en ook dit nummer knalt. ‘Theorists Of The Void’ is aan de ene kant licht van karakter maar kent ook een zware gitaarriff die wat industrial aandoet, die anderzijds opgetild wordt door toetsenpartijen en vioolwerk. Hierin wordt Audrey ook bijgestaan door tenor Xavier Mauconduit. ‘Another Day To Rebuild’ gaat de richting uit van twee eerste nummers met hoge koorzangen, een knappe gitaarriff, mooie orkestratie om dan plots een jazz wending te krijgen, voorzien van trompetten en dito bassloopjes alvorens opnieuw los te barsten naar het einde. De spanning opbouwende toetsenintro van ‘Until The Last One’ bereid je voor op de verrassingen die in dit nummer te vinden zullen zijn. Ook hier vinden we weer orkestratie, knap vioolwerk van Alexandra maar ook de gitaarsolo is zeker het vernoemen waard. ‘All My Days’ start rustig en laat Audrey van een andere vocale kant horen. De toetspartijen die bij aanvang nog dieper in de mix zitten doen al vermoeden dat er meer op komst is en eens het nummer over de helft is krijgen we inderdaad een mooi rustig piano intermezzo dat ondersteund wordt door blazers. Het is nog niet afgelopen want op het einde volgt nog een shredding gitaarsolo van Geoffrey. Met een jazzy sfeer wordt ‘Forget-Me-Nots’ ingezet maar dit barst kort nadien weer los. Ondanks alle geweld is er toch een contrast door de zigeuner vioolklanken en de opera-achtige vocalen van Audrey. Verder in het nummer is weerom die jazz invloed te bespeuren die alles zo speciaal maakt. ‘Her Cold Decision’ lijkt donker van karakter te zijn bij aanvang maar ook hier wordt je bij de neus genomen want het vrij snelle nummer met snelle dubbel bassdrum kent enkele verrassende wendingen, details en een min of meer theatraal karakter. Let ook op de gitaarsolo die naadloos overgaat in de toetsensolo. Bij de intro van ‘Wandering In Autumn’ zou je je bijna in een Keltische folksfeer wanen en hoewel het nummer de nodige power heeft blijft dat sfeertje er inzitten maar verweven met typische koorzangen. Ook ‘Vain Bravery’ heeft zo zijn ‘speciallekes’ en details… kortom dit album gaat niet vervelen. Irradiance is constant op zoek naar vernieuwing, verbetering en professionele ontwikkeling. Met dit nu al zo hoge muzikale niveau weet ik niet wat we van een opvolger moeten verwachten maar lang kan het volgens mij niet duren of deze band staat hoog geprogrammeerd op meerdere female fronted Metal festivals. Line up:
Baspartijen ingespeeld door Jean-Jacques Moréac (Misan- Thrope) Johan Kaethoven (4½)
Darkrise is een brutale death metal band uit Lausanne, Zwitserland en werd opgericht in 1998. De eerste demo ‘Slaves Odf Death’ dateert van 2000dewelke werd opgevolgd door inmiddels al 4 albums ‘Massive Retaliation’ uit 2003 – ‘Unbeleiver’ (2006) – ‘Built’ (2009) & ‘Realeyes’ (2013). Eerste twee werden uitgebracht bij Great Dane Records, de twee laatste bij Deadsun Records. In die tijd toerde de band ook met bekende en minder bekende acts zoals: Death To All – Obscura – Dew Scented – Melechesh – Nile – Impaled Nazarene – Morbid Angel – Six Feet Under – Fear Factory – Requiem – Fleshcrawl – etc… Dit alles zorgde voor steeds toenemende vaardigheden en ervaring alsook een steeds groeiende wereldwijde fanbase. Nadat de band tekende bij Punishing Records nam de band onlangs hun vijfde album op in de Parlour Studio in Engeland onder leiding van producer Russ Russell die gekend is van zijn werk met Napalm Death, Dimmu Borgir, Evile, … Dit dodelijk schijfje opent met een Slayerachtige gitaar intro maar laat je hierdoor vooral niet misleiden. Kort daarop barst de schijf in alle geweld los. Hun moderne Death metal sound is doorspekt met thrash invloeden waarmee ze zich onderscheiden van de gemiddelde death metal bands. Verder is Darkrise ook niet vies om her en der een akoestische passage of melodische riff aan het geheel toe te voegen wat de variatie op deze schijf enkel ten goede komt. Ze hebben zeker hun eigen stijl gevonden maar jammer genoeg niet in die zin dat het origineel is waardoor een grotere variatie soms ontbreekt. Aan inzet en enthousiasme ontbreekt het bij Darkrise zeker niet en ook qua productie valt er op deze schijf niets aan te merken en is het allemaal zeer professioneel afgewerkt. Voor wie houdt van diepe woeste grunts op een agressief nagelbed aan gitaargeweld zal deze schijf wel het luisteren waard zijn. Om het nieuwe album te promoten zal Darkrise ook live te aanschouwen zijn op Europese tournee met Morgoth die in April van start gaat. Het album zelf ligt vanaf 18 maart in de rekken bij de betere platenhandel. Line up:
Johan Kaethoven (3)
Tygers Of Pan Tang is voor de één jeugdsentiment, voor de ander vergane glorie, maar waarschijnlijk voor velen ook nog onbekend. De band ontstond al medio 1978. Ze worden beschouwd als één van de grote namen van het zogenaamde New Wave of British Metal, kortweg NWOBH genoemd, dat in die periode grote successen oogste. in 1981 werd uiteindelijk het debuut album ‘Spellbound’ uitgebracht waarmee ze een grote hit scoorden. Na de 'Spellbound' plaat werd het succes echter minder en hoe verder de eighties vorderden, hoe meer de band uit de picture raakte, vandaar dat de meeste jongelingen onder ons de Tygers dus ook niet zullen kennen maar een zekere cultstatus binnen de NWOBHM scene hebben ze wel verworven. Aanhoudende problemen met personeelwissels en platenmaatschappijen, deden Tygers Of Pan Tang in 1984 besluiten ermee op te houden. Sommige bandleden hadden ondertussen succes in andere bands. Zo speelde Sykes bij o.a. Thin Lizzy en Whitesnake. Een jaar later probeerden ze het alsnog, en brachten twee albums uit. ‘The Wreck-age’ (1985) en ‘Burning in the Shade’ (1987). Echter, een tegenvallende respons op dat laatste album liet de band uiteindelijk besluiten er compleet mee op te houden. Tot in 1988 Jess Cox de band Blitzkrieg kwam bijstaan op W.O.A. om drie nummers te brengen van Tygers Of Pan Tang. De respons daar was groot en zoals bij vele bands kriebelt het muzikantenbloed ook bij de Tygers en er werd besloten de band opnieuw op te richten. In 1999 stonden zij op W.O.A. en Anno 2000 werkten ze samen aan een split album ‘The Second Wave: 25 Years of NWOBHM’ met Girlschool en Oliver/Dawson Saxon. Vervolgens kwamen er ook albums met nieuw materiaal: ‘Mystical’ (2001) & ‘Noises in the Cathouse’ (2004). 'Noises From The Cathouse', heeft met NWOBHM niks meer te maken, maar rockt nog. Het is een mix tussen rock en hard rock, met een aparte draai in het geheel. De meeste songs duren gemiddeld vijf a zes minuten en er is ruim de tijd genomen voor de opbouw van de songs en uitwerking van de instrumentale stukken. Aan de ene kant is er variatie te bespeuren in dit album en aan de andere kant is het allemaal een beetje op dezelfde leest geschoeid. De enige uitzondering op de vergelijking zijn de wijze waarop ze vertolkt worden en het glam rock gehalte dat ze bezitten. Een kijk op enkele songs... "Bad Bad Kitty" klinkt al meteen alsof het rechtstreeks uit 1986 hierheen geflitst is. "Boomerang," heeft een bevredigende drijvende ‘hook’ die iets donkerder en trager is en heeft wat weg van sommige Queensryche nummers. "The Spirit Never Dies" is dan weer een deftige power ballad met knap gitaarwerk. "Three in a Bed," heeft vocaal gezien dan weer wat van David Lee Roth imitaties. Ook in "De Ja Vu" vind je diezelfde vocale invloed en in feite kunnen zowat alle songs wel een zelfde kleedje passen. "Master of Illusion" doet me wel even denken aan de oude Black Sabbath met Ozzy en ook de donker doom geladen tekstflarden doen me aan dit era denken. Teksten als "The spell is cast - You're spinning fast - Your soul completes the circle" & "I'll turn your white to black" mogen mooi klinken als Ozzy ze brengt maar hier klinkt het als afkooksel naar mijn mening. Het nummer tikt af op bijna 9 minuten en kent behoorlijk wat progressie. Wat de re release betreft staan de songs in een andere volgorde dan de originele plaat uit 2004 en zijn er ook nog drie nieuwe nummers toegevoegd. Die nieuwe nummers klinken fris en modern van sound en rocken er stevig op los. Ze laten een moderne hedendaagse Tygers Of Pan Tang horen en geven een representatief beeld van waar de band nu voor staat. Als dit de weg is die band wil inslaan dan kunnen we van hen nog stevige platen verwachten. NU afwachten of ze deze verwachting ook inlossen. ((Re-Release with 3 bonus tracks) De huidige line up ziet er als volgt uit:
Johan Kaethoven (5)
Reverence werd in 2010 opgericht door gitarist Bryan Holland (Tokyo Blade, Arrest) en Todd Michael Hall (Riot V, Jack Starr's Burning Starr), nadat ze de gezamenlijke plannen besproken hadden om een nieuwe power metal band op te richten. Met gebundelde krachten begonnen ze song materiaal bij elkaar te schrijven en dat klikte meteen. Brian’s vriend Steve 'Dr. Killdrums' Wacholz (Savatage, Crimson Glory) werd al snel als drummer toegevoegd en die raadde op zijn beurt ook gitaar schredder Pete Rossi (Sanxion, Overland) aan. Ze lieten geen tijd verloren gaan en brachten het debuut 'When Darkness Calls' uit in 2012 en voegde bassist Michael Massie (Overloaded) aan hun rangen toe alvorens aan hun tournee doorheen Europa, Verenigd Koninkrijk en Amerika te starten. Eens terug op de thuisbasis werd meteen van start gegaan met de opvolger die na het succes van 'When Darkness Calls' niet kon uitblijven en er werd kost nog moeite gespaard om er het allerbeste van te maken. Met vier sterke demo’s op zak kon Reverence een deal voor 3 albums sluiten met het hoog gerespecteerde Japanse Marquee/Avalon music label. De band schreef 23 songs bij elkaar alvorens te beslissen welke 11 nummers op het nieuwe album ‘Gods Of War’ zouden prijken. Voor de cover werd opnieuw gekozen voor Jobert Mello (Primal Fear, Sabaton). Dit nieuwe album staat bol van verpletterende ritmepartijen met niet te stoppen riffs, schreeuwende solo’s & hoog kwalitatieve vocalen, die de kernelementen van de groep vormen. Reverence volgt de richting van het debuut en groeit naar een nog nauwere samenwerking bij het schrijven van het materiaal. Er is geen ontkennen aan dat ‘Gods Of War’ zijn voorganger overtreft, de productie is krachtiger, het geheel straalt meer vertrouwen uit en het songmateriaal heeft een aanzienlijke stap voorwaarts genomen. Het materiaal blinkt uit in verschillende stijlen; van uptempo power metal ("Battle Cry", "Heart of Gold ') tot mid-tempo anthems (“Gods Of War”, “Cleansed by Fire,” “Choices Made”) en een meeslepende slow-burn semi-ballad die prachtig opgebouwd is ("Splinter"). Verder zitten er ook memorabele refreinen in (“Angel in Black”). De riffs doen denken aan het oudere werk van Vicious Rumors, Metal Church, Tokyo Blade, Savatage, Crimson Glory & Primal Fear. Ze zijn smorend heet en massief van aard. Todd Michael Hall zijn strot klinkt krachtiger en hij bewijst nogmaals dat zijn stembereik, de kracht en stemcontrole bijna ongeëvenaard is in dit heavy metal wereldje. Hij weet perfect alles clean en zuiver te houden gedurende het ganse album. 'Gods Of War' is agressief genoeg om alles wat in de weg te staat te vernietigen. De albumproductie, mix & muzikaliteit is top! Reverence heeft het talent, de ervaring en de kracht om Detroit Rock City weer op de heavy metal kaart te zetten. Heavy Metal fans zullen bij deze schijf de vingers aflikken. Johan Kaethoven (4)
Secrets Of The Moon heeft voor mij altijd een moeilijk geluid gehad om op één genre vast te pinnen. Ja, de term black metal valt vaak hoewel de band in hun lang uitgesponnen nummers vaak naar doom afdrijven en er ook wel melodieuze passages te bespeuren vallen. Dit zorgt voor een bijna atmosferisch geheel (denk Swallow The Sun). De heren staan er ondertussen terug met hun zesde langspeler 'Sun' na het in 2012 uitgebrachte 'Seven Bells'. Opener 'No More Colours' begint akoestisch om dan los te barsten in blast beats en donkere gitaarriffs. De luisteraar wordt meteen in al dit geweld gegooid, maar halverwege dit acht minuten durende huzarenstukje wordt er wat gas teruggenomen om te eindigen in sereen tokkelwerk. 'Mark Of Cain' en 'I Took The Sky Away' zijn verder voor mij de hoogtepunten op deze plaat. Beide nummers ronden de kaap van acht minuten, maar laten je niet meer los. Prachtige atmosferische elementen om bij weg te dromen en brute, ruwe passages wisselen elkaar af in wat bijna een muzikaal verhaal zou kunnen zijn. Enig minpunt voor mij is de zang van sG, die ik nooit zal catalogeren als een begenadigd zanger. Voor alle duidelijkheid: op deze 'Sun' wordt er gezongen, niet enkel grunt zal uw deel zijn. En laat dit nu net zo zijn wat ik aan deze plaat apprecieer: deze band bewijst na een bestaan van bijna twintig jaar dat ze trouw kunnen blijven aan hun black metal sound, maar ook dat er binnen deze grenzen ruimte is om te experimenteren en dat hierdoor plaats wordt gemaakt voor een beter geheel. Nathan Mussche (3½)
De terugkeer van de Engelse Rock legendes van Thunder leverde hen vorig jaar al het top 10 album in de UK lijsten op. Nu brengt de band een 3 CD set uit dewelke het “Classic Rock Award genomineerde album” ‘Wonder Days’ documenteert. Naast deze komt er tevens een gelimiteerde vinyl oplage uit van hun live show op Loud Park Festival 2014. Deze 3 CD set documentaire bestaat uit een Live Studio sessie, het live album, en de documentaire op DVD. Met hun onmiskenbare classic rock, en het talent om aangrijpende ballads te schrijven, kunnen deze jongens zich zij aan zij meten met de zwaargewichten uit de jaren zeventig en tachtig. Ondanks een paar splits gedurende hun bestaan wisten ze een succesvolle carrière uit te bouwen en hoewel ondertussen al 25 jaar verder, klinkt de band nog steeds fris als toen. Disc 1 - Starter – Live At RAK Studio 1 is een veertien nummers tellend schijfje, live opgenomen, met B-sides en bonus tracks. De twist die in deze opname schuil gaat is dat deze live opgenomen zijn op vraag van het label. Alle tracks zijn dus ingeblikt inclusief gespeelde fouten en zonder enige overdubs of knip en plak werk nadien. De opnames vonden plaats op 4 & 5 november 2014, twee dagen voor hun optreden in de Brooklyn Bowl in de O2 in London. Ze speelde de 14 nummers achter elkaar zonder enige pauze en het resultaat hiervan is verbluffend. Met acht tracks van het ‘Wonder Days’ album, is het de titeltrack waarmee het feest begint. Er is niets beter dan een riff van Luke Morley, maar als hij dit live doet is de man is een beest en zo neemt dit nummer een heel ander karakter aan dan de gepolijste studio versie. Dit wordt gevolgd door “The Things I Want” die er als gebalde sleazy rocker op los dreunt. Het door Blues Rock geladen “Black Water” is met zoveel perfectie gespeeld dat je bijna niet geloofd dat dit in één take opgenomen werd. Danny Bowes weet dit nummer zo te brengen dat je bijna de looks op zijn gezicht kan voorstellen. In “Resurrection Day” gaat hij hierin zelf nog verder met volle gas en op de “I Love The Weekend” toont de inmiddels 55 jarige man dat hij mee tot de grote rock vocalisten mag gerekend worden. “Chasing Shadows” stampt er briljant op los met nog meer Morley Riffs en de achtergrond vocalen geven dit nummer een bar room rock feel, waarbij je bijna je pint onaandachtzaam de lucht zou in zwieren. Voor wie nog het ongegronde vermoeden heeft dat deze collectie songs niet op geniale manier gebracht wordt raad ik aan om eens naar “Serpentine” te luisteren, deze blues klinkt van begin tot einde ongeloofelijk groovy. Aan het einde van deze live studio set voegt de band er nog vijf covers bij waaronder Thin Lizzy’s “The Rocker” – Stevie Wonder’s “Supersticious” – CCR’s “Up Around The Bend” – “I’m Down” van The Beatles & “The Stealer” van The Free. Ook deze worden allen op een eigen boeiende manier gebracht zonder de originele versies te verloochenen maar de norm van coveren ligt hier wel hoog. Er zou daags na deze set ook nog een akoestische set opgenomen zijn maar er wordt overwogen om deze volgend jaar uit te brengen aangezien deze set niet bij het concept van deze release hoorden. Disc 2 – Main Course - Live At The Brooklyn Bowl. Deze opname van 6 november 2014 was een gratis concert dat in samenwerking met Classic Rock Magazine aangeboden werd aan de fans. De fans hadden zich massaal aangemeld om dit concert mee te maken om Thunder de nummers van ‘Wonder Days’ drie maanden voor release live te horen spelen, samen met andere klassiekers uit hun rijke repertoire. De regels waren vrij simpel en verplichtend: geen camera's, geen video, geen sociale media updates, enkel mond tot mond reclame. Acht nummers werden bij het Januari nummer van Classic Rock Magazine gegeven en de rest moest wachten tot nu, want de gehele show staat op dit schijfje. Geopend wordt met “Backstreet Symphony” wat telkens weer zorgt voor een wilde zaal fans als Matthews deze riff bovenhaalt. Bowes van zijn kant is weer één met de muziek en toont dat hij zonder de moeite de vocalen sfeervol kan brengen. Tussen “The Thing I Want” & “Black Water” - twee nieuwe nummers – kondigt Bowes aan dat de klassiekers er aan komen en spoort de fans alvast aan om mee te zingen in het nieuwe nummer. “Low Life In High Places” uit 1992 wordt ingezet en dit wordt door de fans warm onthaalt en meegezongen. Dit nummer is met de jaren gerijpt en groeide uit tot de krachtige versie die op deze schijf te horen is. Hoewel “Wonder Days” hier voor het eerst op het publiek losgelaten wordt zou je bijna gaan denken dat het een nummer is dat al jaren in de set zit. Nog meer nieuw werk wordt geserveerd met “Resurrection Day” dat wat iets ruwer klinkt in vergelijking met de versie op vorige schijf. De klassieker “Stand Up” die na 20 jaar nog steeds de zaal op stelten zet brengt de sfeer naar een hoger niveau. “The Rocker” (Thin Lizzy) wordt als cover op de zaal losgelaten gevolgd door de echte topper van de set, “Love Walked In” dat je zonder twijfel doet ophouden met wat je ook bezig bent en je in de grip houdt door de puurheid en schoonheid van het nummer. Na wat publiek aanwakkeren en teasen is het de beurt aan “Dirty Love” dat zonder moeite al lang als bands signature track kan gezien worden, om vervolgens de tweede cover “Up Around The Bend” van Creedence Clearwater Revival te brengen alsof ze het nummer zelf schreven. Afgesloten word met “Just Another Suicide”. Disc 3 - Dessert - Wonder Days The Film is een 70 minuten documentaire gemaakt door Tim Sidwell van Toward Infinity. Hij verteld het verhaal van de band die na zes jaar terug de studio induikt om het album ‘Wonder Days’ in te blikken. Hier zijn interviews te vinden met alle bandleden, footage van de Wonder Days sessies, briljante clips van o.a. de RAK studio 1 live sessie, The Brooklyn Bowl Live show, de triomfantelijke UK 2015 shows en de Loud Park show die door Tokio TV gefilmd werd. Een erg interessante, informatieve en vermakelijke DVD die veel over de band verteld in hun eigen woorden. Johan Kaethoven (4)
Dit Deense vijftal is alvast een band om rekening mee te houden in de toekomst. Ze veroverde voorbije zomer de 5e plaats op 28 bands tijdens het Wacken Open Air Metal Battle. Daarnaast deelde Savage Machine nog het podium met o.a. Artillery & Dragonforce. Ze lieten voor eerst van zich horen in 2013 met de EP ‘A World In Ruins’ die gevolgd werd door de ‘Through The Iron Forest’ EP in 2014. Anno 2016 start de band met de dubbele digitale single ‘Event Horizon’ & ‘Saviour’ als voorbode op hun nieuwe album. Beide nummers zullen gelijktijdig uitgebracht worden en zijn te vinden via alle bekende major streaming services vanaf 19 januari! Savage Machine trok naar Tommy Hansen’s Jailhouse Studios om deze twee nummers in te blikken. Deze legendarische producer is gekend voor zijn werk met Pretty Maids, Helloween, Jorn,… en zowat de perfecte match voor dit Old School Heavy Metal vijftal. Verwacht je aan beukende baslijnen, bulderende drums, snel gitaarwerk, en hoge vocalen. Vergelijkingen met Pretty Maids & Helloween zijn er zeker wat het geluid betreft maar eveneens een ‘Judas Priest meets Iron Maiden’ kan hier als omschrijving passen. De uithalen van zanger Troels Rasmussen doen me al denken aan uithalen die je ook van een Halford kan verwachten terwijl het snelle gitaarwerk meer weg heeft van het Maiden duo. De riffs die Jacob Bruun & Simon Kalmar Poulsen uit hun gitaren toveren zijn messcherp, scheermesscherp met tijden zelfs. Dit wordt geruggensteund door een krachtige ritmesectie die me veelal aan Helloween doet denken. Dit is Heavy Metal op zijn puurst. Het korte en agressieve ‘Event Horizon’ is niet het origineelste wat ik hoorde maar wel krachtig en herkenbaar. Het staat inmiddels ook op de ‘Fuck You We’re From Aarhus’ vinyl compilatie die uitgebracht werd door Voxhall. Van dit nummer is er ook een video die geproduceerd werd door GotFat Productions. Het langere ‘Savior’ is het origineelste nummer van de twee ondanks het feit dat de invloeden van Priest & Maiden niet veraf zijn. Vooreerst is er in de intro de basslijn die aan Steve Harris doet denken, na de eerste minuut komt een typische Hallford uithaal met typische Priest riff die in de solo overgaat naar een Maiden gevoel. Ook de Pretty Maids ‘feel’ is hier nooit veraf. Op de derde minuut komen de Helloween invloeden dan weer boven. De rustige bridge lijdt me muzikaal gezien naar ‘Rhyme of The Ancient Mariner’ van Maiden terwijl het vocaal dan weer meer weg heeft van de oude Priest passages. Dit gevolgd door een maiden dual gitaarriff. Mooi uitgekiend allemaal en hoewel de invloeden duidelijk zijn is het toch mooi tot een compositie gekomen. ‘Savior’ is alvast mijn favoriet van de twee en ik hoop dat er op het full album veel van deze nummers zullen staan. Line Up:
Johan Kaethoven (3½)
rTaphos Nomos heeft er lak aan om onbekend te zijn maar tot nu toe kent (nog) niemand deze band. Hun debuut "West of Everything Lies Death" is een handleiding over hoe het zonder blikken of blozen te maken in de underground metal scene. Dodelijke Death Metal klinkt als de geur van verrotting en verval ... Taphos Nomos heeft deze misselijkmakende, vuile combinatie van de meest vernietigende elementen in extreme muziek gevonden en op schijf gezet. Een rechttoe rechtaan aanpak doorspekt met heiligschennis wekkende diepe koorzangen en whiplash ontketenende doom elementen in elkaar vermengt tot een dodelijk brutaal brouwsel. Een mix van Death metal, Doom & Black Metal zorgt voor deze diep in de aarde gebrouwde vorm van slijk vermengt met zwaveldampen en rottend vlees. De nummers lijken te zijn gemaakt om kruisbeelden te doen smelten en water te doen koken. Het zal je misschien een paar volledige luistersessies in beslag nemen om de bandstijl en de gelaagde opzet van de nummers te doorgronden. Al van het eerste nummer klinkt dit verdomd vuil en pakt je aandacht onmiddellijk om niet meer los te laten tot het einde van de plaat. Met een tijdloze, Death Metal aanval word je verwelkomt in hun hel alvorens ze hun ware sinistere aard onthullen waarmee je oren 27 minuten geteisterd zullen worden. Als hier je aangezicht niet van wegsmelt wordt je er alvast wel door verminkt alvorens in het hellegat toe te komen. Vergeet de gepolijste releases en afgewerkte albums want deze schijf is zo duister dat je de dood al ruikt vanop afstand. Een aanredar voor fans van Autopsy, Asphyx, old Anathema, Incantation Johan Kaethoven (3)
Dat Denemarken en de rest van het noorden garant staat voor goede hardrock is uit het verleden al gebleken. Dit bewijst ook ‘Section A’ met hun nieuwe en reeds vierde album “Wall Of Silence”. We schrijven anno 2001 alsgitarist Torben Enevoldsen (o.a. Acacia Avenue, Fate, Fatal Force) de tijd rijp acht voor verandering na twee instrumentale albums en schreef toen een vocaal album bij elkaar voor een nog nieuw op te richten band ‘Section A’. De toenmalige bezetting werd vervolledigd met Andy Engberg (220 Volt, Lion’s Share) aan zang en Andreas Lill (Vanden Plas) aan drums. Het Debuut “The Seventh Sign” werd een mix van melodieuze hardrock met complexe progressieve metal elementen en kwam uit in 2003. Op deze plaat verleende niemand minder dan Derek Sherinian (Planet X/Dream Theater) en Günter Werno (Vanden Plas) hun bijdrage op toetsen. In februari 2006 kwam de opvolger “Parallel Lives” een concept album waarop nieuwkomers Johan Koleberg (Therion, Lion’s Share) aan drums en Pontus Egberg (King Diamond, The Poodles) aan bas hun intrede maakten. Ook op dit album waren gast muzikanten van de partij: Mats Olausson(Yngwie Malmsteen), Lotta Malmström, Elizabeth Kirwan & Ulf Pettersson. Het derde album “Sacrifice” mocht het daglicht zien in 2010 en was krachtiger dan de vorige releases, waarbij alles meer song gericht was en de progressieve elementen spaarzamer toegevoegd werden. Weerom wijzigde de drummer en drummer Thomas Heintzelmann (Decoy) werd verwelkomt. Traditiegetrouw ook op deze schijf weer een gastmuzikant, ditmaal was het toetsenist Lasse Finbråten (Circus Maximus) die zijn kenmerkende stijl mocht toevoegen aan de nummers. De nieuwe “Wall Of Silence” gaat verder waar "Sacrifice" gebleven was, met een eenvoudigere maar zware aanpak, maar met het typerende ‘Section A’ geluid nog steeds intact. Voor deze release wordt verder beroep gedaan op een nieuwe zanger Nicklas Sonne (Malrun, Defecto) en nieuwe drummer Dennis Hansen (Acacia Avenue, Fatal Force). Torben zelf speelt op deze schijf naast gitaar ook bas en toetsen. De traditie trouw blijvend doet ‘Section A’ beroep op een gast muzikant voor extra toetsenwerk en ditmaal mag Julien Spreutels (Ethernity, Epysode) zijn kunnen tonen. De toetsenpartijen en gitaarwerk vullen elkaar mooi aan, wisselen elkaar mooi af en zijn met tijden om de vingers bij af te likken. Negen nummers werden voor dit album opgenomen waarbij het titelnummer “Wall Of Sound” meteen de toon zet met een geweldige zanglijn met pakkend refrein, knappe gitaarpartijen en zalige solo’s. Met "All that Matters" wordt het tempo iets terug geschroefd maar het blijft rocken. Ook hier komt de zang weer mooi tot zijn recht en ik moet niet onder stoelen of banken steken dat Niklas een mooi stemgeluid heeft dat bij de muziek past. In “No Tommorrow” moet ik even aan ‘Symphony X’ denken. Niet enkel van de kracht die van dit nummer uitgaat maar ook de progressieve elementen komen hier goed uit de verf en de stuwende riffs geven dit nummer een metal stempel. Met “How Long” nemen we weer gas terug heeft een commerciële inslag in het refrein. Ook “Pray For Freedom” heeft zo zijn rustige kantjes maar alles wisselt zich naadloos af tot een prachtige song. “Bleeding Chains” is het langste nummer op deze plaat en telt over de acht minuten. Toch gaat deze niet vervelen aangezien de variaties in dit nummer er voor zorgen dat de aandacht geen minuut verzwakt. De gitaarriffs zijn sterk en dreigend met tijden en het toetsenwerk past daar ook weer naadloos bij. Ook vocaal wordt hier weer een top notch prestatie geleverd. “Holding On” is meer van straight forward uptempo type en rock er goed op los. Toch toont dit nummer weer de hoge kwaliteit van de composities. Over “Finding The One” & “When All Is Fading” is nog weinig gezegd maar ook deze songs halen het niveau dat we van ‘Section A’ gewend zijn. Ik kan niet echt een reden geven waarom ze uit de boot vielen tijdens mijn bespreking maar op zich is er niets mee, ze behoren misschien meer tot de middenmoot van hun repertoire dan de andere op dit album. Opvullers zijn er o dit album in elk geval niet en je loopt geen risico op een schijf die gaat vervelen. Wie van Goede Hardrock met melodieuze inslag en progressieve elementen houdt moet deze plaat zeker eens checken. Line up: Torben Enevoldsen: Guitars, Bass, Keyboards (Acacia Avenue, Fate, Fatal Force) Nicklas Sonne: Vocals (Malrun, Defecto) Dennis Hansen: Drums (Acacia Avenue, Fatal Force) Julien Spreutels: Guest Keyboard Solos (Ethernity, Epysode) Johan Kaethoven (4)
|
|