cd reviews
Bij het beluisteren van Magic Circle waan je je terug in de jaren 70 – 80, de gloriejaren van hardrock en heavy metal. Niets is echter minder waar: de band uit Massachusetts (VS) werd pas opgericht in 2011 en 'Jouney Blind' is hun tweede full cd. Magic Circle staat voor oerdegelijke hardrock met zeer duidelijke invloeden van Black Sabbath: het tragere, slepende geluid die zo kenmerkend is voor deze superband is ook het handelsmerk van Magic Circle. Laat de zanger dan nog de zangwijze van Ozzy ergens benaderen en de vergelijking is snel gemaakt. Ook het occulte randje van hun illustere voorgangers ontbreekt niet. Magic Circle is het bewijs dat hardrock/metal anno 2015 zeker nog niet dood is. Integendeel, met 'Journey Blind' leveren ze een dijk van een album af en blazen ze in een tijdperk waar er ontelbare subgenres van hardrock en metal zijn, de originele sound van de oude hardrock, met een vleugje doom metal, nieuw leven in. Grootste inspiratiebron zijn, zoals reeds gezegd Black Sabbath, maar ook herken je Judas Priest en in de verte zelfs flarden van Manowar. 'Journey Blind' telt slechts zeven songs maar deze zijn allemaal van de beste kwaliteit. Dit werk van Magic Circle is een must have voor elke Black Sabbath fan in het bijzonder, en voor elke hardrock fan in het algemeen. 'Journey Blind' mag in de collectie gerust naast de cd’s van Void of Sleep en Year Of The Goat staan (werden reeds eerder in 2015 besproken). Deze drie groepen bewijzen dat hardrock met een occult kantje fantastische muziek kan opleveren. Bart Verlinde (4½)
0 Opmerkingen
Het van oorsprong Oost-Duitse Macbeth ontstond reeds in 1985 en telt met gitarist Ralf Klein en bassist Hanjo Papst nog twee originele leden. De band hield er al een paar keer voor bekeken maar begon dan telkens weer opnieuw. De laatste doorstart dateert van 2002 en van toen is ook vocalist Oliver Hippauf van de partij. Tweede gitarist Alexander Kopp (2008) en drummer Steffen Adolf (2014) kwamen er maar later bij. 'Imperium', het nieuwste album van dit heavy metal vijftal is pas het vierde full-album in de carrière van het gezelschap en telt dertien nummers waarvan de laatste drie live werden opgenomen – en de twee laatsten zijn zelfs akoestische live opnames. De heren brengen klassieke heavy metal zonder vernieuwend uit de hoek te komen en daar is eigenlijk niets mis mee ware het niet dat alle teksten in de Duitse taal worden gebracht en daar heb ik het wat moeilijk mee. Op tekstueel gebied wordt je door dit vijftal meegenomen in de geschiedenis en meer bepaald in de wereldoorlogen. Ik kan dit bezwaarlijk slecht gaan noemen, maar echt achterover val ik hier ook niet van. En dan is er nog de Duitse taal waar ik het wat moeilijk mee heb. Heb je dat “probleem” niet, dan kan deze 'Imperium' van Macbeth misschien wel iets voor jou zijn. Luc Ghyselen (3) Massacre Records I MASCD 0923 I Macbeth
Het Zweedse Grave mag bijna dertig kaarsjes gaan uitblazen en komt er nu aan met 'Out Of Respect For The Dead', hun elfde studio-album. En zoals je mag verwachten van dit viertal – Ola Lindgren (vocals, guitar), Ronnie Bergerståhl (drums), Tobias Cristiansson (bass) en Mika Langrén (guitar) – krijg je ook nu weer brutaal en agressieve death metal voorgeschoteld. Dit doen ze aan de hand van negen tracks. Indien je echter kiest voor de “limited edition” dan krijg je er nog een tweede schijfje bij met de vijf tracks die je kon vinden op de in 2013 uitgebrachte ep 'Morbid Ascent'. Maar het ons in eerste instantie te doen om de negen nieuwe tracks op deze 'Out Of Respect For The Dead' en die klinken best wel allemaal in orde. Je moet niet gaan verwachten dat het viertal grote wijzigingen in hun muzikale spectrum hebben aangebracht. Zo klinken het titelnummer en 'Redeemed Through Hate' precies zoals klassieke “Grave”-nummers: snel, brutaal en agressief. Dat ze sinds een aantal jaar ook wat meer groove in hun muziek verwerken, hoor je nu ook weer terug in o.a. 'Plain Pine Box'. Misschien is het afsluitende 'Grotesque Glory' wel de meest opvallende track op dit album daar het kwartet hier invloeden uit de doom metal verwerkt tot een episch aanvoelende death metal track. Fans van death metal en zeker van de band kunnen dit blindelings aan hun collectie toevoegen. Luc Ghyselen (4) Dead Soul is een Zweeds duo, dat met 'The Sheltering Sky' hun tweede album uitbrengt. Zanger en gitarist Anders Landelius, een voormalig gerespecteerd blues muzikant en muzikale duizendpoot en producer Niels Nielsen, met roots in de elektrische en alternatieve rock brengen met Dead Soul een heel aparte sound naar voor. Op het openingsnummer, 'Until The last Breathe' is al de combinatie van diverse stijlen te horen: electropop, rock, bluesy gezongen en toch een up tempo nummer. Speciaal maar klasse. 'The Fool' rockt echt, en wordt een echte meezinger, een nummer dat in je hoofd blijft zitten. Dead Soul staat garant voor simpele goede rock nummers, met hier en daar een bluesy invloed en uiteraard invloeden van electro rock/pop. Ook de nodige ballads zijn te horen op 'The Sheltering Sky': 'Shattered Dreams', 'Dirt Road' en 'The Final Day' brengen de gevoeliger kant van Dead Soul naar voor. De stem van Anders heeft een wat zeurderig timbre wat wel goed bij de band past maar waar mogelijks sommige luisteraars rap zullen op afhaken. Hier en daar doet Dead Soul me vaag aan Bigelf denken. Fans die Dead Soul live willen zien: dat kan, ze toeren samen met Ghost, en zijn te zien in december in zaal Trix in Antwerpen. Al bij al een leuke ontdekking. Dead Soul zal ik wel draaien als aangename afwisseling maar behoort niet tot mijn favoriete cd’s van 2015. Bart Verlinde (3½) Black Income is een Deense band, opgericht in 2012. Met 'Noise Pollution' brengen ze hun debuutalbum op de markt. De ambitie van de band is om gewoonweg eerlijke, goede rock muziek te maken gebaseerd op de jaren 90, toen grunge hoge toppen scheerde. De band is hier wonderwel in geslaagd: invloeden van Alice In Chains, Stone Temple Pilots, Soundgarden zijn zeker te horen maar ook hier en daar doet wat stoner zijn intrede waar je spontaan aan Queens Of The Stone Age denkt. Maar Black Income is veel meer dan een nieuwe band die wat grunge topbands kopieert: ze mengen alle invloeden samen tot een mooi geheel en voegen er hun eigen sound en toets aan toe waardoor het eindresultaat er best mag wezen. Laat Henrik Thrane dan nog een goede stem hebben die perfect past bij het genre, de rest van de bandleden prima muzikanten zijn en de cd prima geproducet zijn en je mag van een prima debuut spreken. En zoals het hoort bij een prima album, staat er geen enkel zwak nummer op. Uitschieters of hits staan er niet echt op maar het geheel is echt wel top. Grunge uit Denemarken: niet alledaags maar best een voltreffer. Fans van het genre mogen 'Noise Pollution' zonder aarzelen aanschaffen . Afwachten of deze band kan bevestigen op hun volgende cd. Maar ik ben alvast hoopvol. Bart Verlinde (4) 'Innuendo' is het tweede album, met nieuwe songs, van deze Finse symfonische power metal band met zangeres Päivi “Capri” Virkkunen die de originele vocaliste, Heidi Parviainen, verving in 2013. En de band gaat gewoon verder waar ze met het toch wel knappe 'Magic Forest' (2014) waren gebleven: aanstekelijke symfonische power metal brengen. Of nee, toch niet helemaal daar je een aantal songs op dit nieuwe album eerder pop/rock mag noemen. Er wordt krachtig en toch heel mooi en aanstekelijk geopend met 'Fame & Gloria', een song waar de soepele vocalen van Capri al de eerste keer echt in de spotlight worden geplaatst. En song ook waar steviger fragmenten elkaar afwisselen met rustiger stukken. 'Ladyhawk' gaat op dit zelfde elan verder en ook het uiterst vlot gebrachte titelnummer bundelt nog kracht en finesse tot een geheel. Maar het daaropvolgende 'The Court Of Mirror Hall' is al een stukje anders: het is veel meer mainstream gericht en hitgevoelig. Het is een track geworden waar de zanglijnen me doen denken aan Abba, en daar is eigenlijk niets mis mee, maar als je je muziek liever wat krachtiger en steviger hoort, is dit toch een lichte afknapper. Het uiterst gevoelige en breekbare 'Angelique' gaat nog een grote stap verder: weg zijn hier de stevige basis van drums en bass en ook de gitaar is nergens te bespeuren. De stem van Capri wordt hier immers enkel ondersteund door zweverige toetsen en een kamerorkest. Gelukkig pikt 'Rise Of The Evil' terug de draad op van de eerste drie tracks: aanstekelijke, vlot gebrachte krachtige nummers waar wel een vleugje pop muziek in te ontdekken valt, maar die toch knap genoeg blijft rocken om als symfonische power metal te catalogeren. Met 'Chamber Of Dreadful Dreams' komt een uiterst krachtige track langs die je meteen opnieuw verzoent met het geluid van de band. Vooral de bombast die het nummer uitstraalt, de mooie en krachtige gitaarsolo en de soepel overgang tussen gewone zang en hoge zang zorgen hier voor een prachtige track. Daarna gaat het toch weer wat bergaf met 'Knock Knock Who's There' waar de zanglijnen opnieuw erg aan Abba doen denken en dus aan hitgevoelige populaire muziek. Een knappe gitaarsolo zorgt gelukkig voor wat tegengewicht. Dat hoofdcomponist en eigenlijk ook wel leider van dit kwintet Tuomas Seppälä een klassieke opleiding heeft genoten, bewijst hij hier met 'Symphony Nr 1, Part 1 – The Witchcraft', een track waar al het goed van klassieke muziek en symfonische metal tot een geheel wordt versmolten. Krijgen we op de volgende albums meer te horen van deze 'Symphony Nr 1'? Eindigen doet de band met 'Your Time – My Time', een nummer dat rustige en kalme fragmenten afwisselt met iets krachtiger en steviger stukken en dat aan een medium tempo. Ja, wat moet ik hiermee aanvangen: de krachtige tracks bevallen me duidelijk een stuk beter dan het meer op popmuziek georiënteerd materiaal, maar misschien wil de band wel af van het imago (het vakje) symfonische power metal. Toch blijft dit wel een sterk werkstuk. Luc Ghyselen (4) Het in 1994 geformeerde Draconian is met 'Sovran' pas toe aan zijn zesde full-album. Origineel startte de band als een melodic death metal band met invloeden uit de black metal, maar gaandeweg slopen steeds meer invloeden binnen uit de doom metal en zelfs uit de gothic metal. Het eerste full-album, 'Where Lovers Mourn' (2003), toonde meteen aan dat fans van o.a. Paradise Lost of My Dying Bride wel degelijk rekening moesten houden met dit Zweedse gezelschap. Het gezelschap steunt dus vooral op doom metal maar heeft ook twee speciale troeven: zangeres Heike Langhans die met breekbare vocalen uitpakt en de zware, krachtige en diepe growls van Anders Jacobsson. Twee speciale stemmen die in schril contrast met elkaar staan en hier erg duidelijk een beeld van “de schone en het beest” oproepen. Negen tracks telt hun nieuwste creatie en zoals het hoort in het genre gaat het er ook hier traag, log en zwaar aan toe al komen er in 'Stellar Tombs' verbazend veel fragmenten langs waar het tempo toch duidelijk de hoogte wordt ingejaagd en zodoende is er ook best wel wat afwisseling te bespeuren op dit schijfje. Nog een extraatje, op vocaal gebied dan toch, is de bijdrage van Daniel Änghede (Crippled Black Phoenix) die in 'Rivers Betweeb Us' voor cleane mannelijke vocalen zorgt en zodoende nog een extra pigment aan de vocale kleuren schakering toevoegt. Wegens toch iets te weinig variatie in tempo en ritme is dit niet een album die meteen op vele draaibeurten moet rekenen hier ten huize van deze journalist (nu en dan een track zal wel kunnen, maar het volledige album ...), maar dit neemt helemaal niet weg dat doorgewinterde fans van het genre, of van de band, dit met een meer dan gerust geweten aan hun collectie kunnen toevoegen. Luc Ghyselen (3½) Het Duitse Grave Digger, de heavy metal band rond vocalist Chris Boltendahl, brengt in afwachting van echt nieuw werk dit dertien tracks tellend album op de markt. Alle tracks verschenen eerder, tijdens de beginperiode van de band, maar werden nu dus opnieuw opgenomen met de huidige line-up en met de huidige technische middelen zodat je nu een betere productie aangeboden krijgt. Maar nieuw kan je dit dus niet gaan noemen al is het net of elk nummer kreeg een nieuwe injectie te verwerken en zodoende is dit een album dat zowel bij heavy metal fans die de band nog niet kennen, of in ieder geval het ouder werk niet in hun collectie hebben steken, als bij fervente aanhangers van het kwartet een leuk iets om in huis te halen. Als je op zoek bent naar onbevangen klassieke heavy metal om je vuist in de lucht te steken, je luchtgitaar te omgorden of om luidkeels de teksten (of in ieder geval de refreinen) mee te brullen, dan ben je met dit album aan het goede adres. Luc Ghyselen (3½) 'Volume' is het zesde studio album dat Skindred uitbrengt. De Welsh rockband doet met dit album alweer de grond daveren onder je voeten terwijl je het beluistert. Na zes albums koesteren de leden van de Skindred nog steeds hun alternatieve sound: een mix van reggae, rock, metal, punk en dubstep. De band werd opgericht in 1998 door zanger Benji Webbe en bassist Daniel Pugsley. Gitarist Mikey Demus en drummer Arya Goggin voegden zich in 2002 bij de band. Tot op heden is het viertal nog steeds samen. 'Volume' heeft als eerste track 'Under Attack'. Dit nummer begint met een aangename intro, na deze intro gaat het nummer van start. Benji zingt met zijn unieke stem met op de achtergrond de instrumenten die aanzetten tot bewegen. Halverwege het nummer wordt de track zeer rustig, Benji zijn stem krijgt een elektronische filter en er klinkt een leuke tune op de achtergrond. 'Volume' is de titeltrack van het album. Dit nummer moet je een aantal keer beluisteren eer je het aangenaam vindt. Het nummer begint zwaar, daarna nemen de reggae invloeden de leiding. Tijdens het refrein heeft de rock/metal dan weer de bovenhand. Maar de manier waarop het refrein eindigt is het vreemde aandeel in het liedje. Benji herhaalt een aantal keer “The Volume” en telkens wanneer hij het zegt zingt hij hoger. De laatste keren dat hij het zegt schreeuwt hij “The Volume”. Hij doet dit zo een aantal keer na elkaar. Natuurlijk moet je rekening houden met het feit dat je naar Skindred luistert en dat deze zaken binnen hun alternatieve imago behoren. 'Sound The Siren' is een ander merkwaardig nummer. Het begint met wat elektrische sounds en neemt dan een zeer interessante wending. Je hoort Benji in combinatie met een tamtam en geklap zingen. Het refrein is weer stukken harder. Na het refrein krijgen we terug de sounds van het eerste deel van het nummer. 'Saying It Now' is het nummer dat volgt op 'Sound The Siren'. Het nummer begint helemaal anders dan je zou verwachten. Je hoort namelijk een zeer teder klinkende gitaar en benji die op een zeer gevoelige manier zingt. Ook de tekst is een stuk dieper dan je normaal zou verwachten. De boodschap die het nummer meedraagt is volledig andere materie dan je van Skindred gewoon bent, maar dit zorgt ervoor dat die boodschap een veel krachtiger effect heeft. 'Three Words' is de laatste track op het album. Je hoort eerst een zeer korte maar episch diepe bas. Daarna volgen de ambient sounds. Ze genereren een zeer aangename sfeer, tijdens dit stuk dien je je ogen te sluiten en mee te zweven op de zachte sounds. Tijdens het refrein wordt het nummer stukken harder, maar de ambient sounds blijven op de achtergrond. Na het refrein komen deze zeer aangename klanken terug op de voorgrond. Het nummer gaat dan weer verder met de rockinvloeden tot het einde. Dit is het album waarin Skindred bewijst dat ze hun eigen sound hebben en er zeer sterk aan vasthouden, met hun alternatieve sound zetten ze hun stempel op de muziekwereld. Volumes bevat tracks die stuk voor stuk typisch als Skindred klinken. Je kan dit album perfect naast hun vorige vijf albums leggen en zeggen dat ze in twaalf jaar prachtige tracks hebben gemaakt. Ook de tracks met een eerder serieuze noot zijn een troef van dit album, ze slagen er in om de boodschap zeer duidelijk op een extreem krachtige manier over te brengen. Robin Vandenbulcke (3) Hier klikken om te bewerken.Weh wordt bestempeld als folkmetal: wel, veel metal is hier niet echter niet te horen. Wel een opeenvolging van ingetogen, rustige nummers van een man met zijn klassieke gitaar. Een betere benaming voor dit genre is donkere, akoestische neo folk. Weh hoort misschien niet thuis in de rubriek hard en heavy, maar verdient het wel om hier besproken te worden. Zelfs de grootste hardrocker heeft wel eens een moment om in alle ruste en stilte te onthaasten of te ontspannen met wat muziek om bij weg te dromen. Welnu, Weh is hier uitermate geschikt voor: de nummers zijn echt van een hoog niveau: een aangename, melancholische stem en klassieke gitaar die zeer goed bespeeld wordt en nummers die aardig in de oren klinken. Weh is een éénmansband van de Noor Erik Evju, die met 'Ingenmannsland' zijn vierde album uitbrengt. De nummers zijn afwisselend in het Noors, wat echt een mystieke sfeer oproept: 'Intethet' en 'Der La Et Hav Av Old' en 'Ingmannsland' zijn echte sterke nummers. Al begrijp je er niets van, toch wordt je meegevoerd naar de ruwheid en desolaatheid van het Hoge Noorden. Van de Engelstalige nummers springt 'The Oath' er echt uit: dit is werkelijk het allerbeste nummer van deze cd en een juweeltje. Kortom, Weh is de ideale band om te beluisteren wanneer je een rustig moment wil en toch wil genieten van schitterende muziek. Bart Verlinde (4½) |
|