cd reviews
In de jaren zeventig, meer bepaald in 1974 en 1975, zorgde Deep Purple voor drie studio-albums te weten 'Burn' (1974), 'Stormbringer' (1974) en 'Come Taste The Band' (1975). Het waren de jaren dat een jonge David Coverdale deel uitmaakte van deze illustere band. Toe de veertigste verjaardag van die albums er zat aan te komen wilde Coverdale samen met toetsenist Jon Lord en gitarist Richie Blackmore een aantal van die songs opnieuw leven inblazen. Helaas kwam er van die samenwerking weinig terecht wegens het overlijden van Jon Lord en het feit dat Richie Blackmore er toen geen zin meer in had. David Coverdale zette echter wel door en met de huidige line-up van zijn eigen Whitesnake – Reb Beach (lead guitars), Joel Hoekstra (lead guitars), Michael Devin (bass) en Tommy Aldridge (drums) – werden dertien nummers opnieuw opgenomen. – De “Deluxe Edition” van dit album bevat vijftien nummers plus een extra dvd met een viertal muziek video's en een “making of ...”. – Coverdale vraagt ons om niet te vergelijken met de originele opnames, maar onbewust doe je dit toch, al hebben de nummers duidelijk de tand des tijds heel goed doorstaan en krijg je hier wel knappe versies van deze nummers. Wat wel opvalt is dat Coverdale hier vocaal terug stukken beter voor de dag komt dan op zijn eigen nieuwere albums van Whitesnake waar hij vocaal zowaar heavy metal probeert te vertolken. En nee, dat is geen goed idee! Ik zou zeggen: “schoenmaker blijf bij je leest” wat tegen Coverdale zoveel betekent als: “blijf bij de bluesy hard rock”. Als hij, al of niet onder de naam Whitesnake, nieuw werk brengt die in het verlengde ligt van wat hij hier brengt - met nummers als 'Burn', het gevoelige 'Sail Away', het gedreven 'Lady Double Dealer', het machtige 'Mistreated', het meeslepende en gevoelige 'Soldier Of Fortune' of het krachtige 'Stormbringer' – dan kan de man op mijn grootste goedkeuring rekenen. Luc Ghyselen (4½)
0 Opmerkingen
Het Finse Steve 'n' Seagulls presenteert met 'Farm Machine' zijn debuutalbum, een dertien tracks tellend album met hillbilly versies van rock/metal songs. “Wie zit daar nou op te wachten?”, hoor ik je vragen. En om heel eerlijk te zijn: ik weet het ook niet, maar we dachten met zijn allen hetzelfde over Apocalyptica toen ze hun eerste album uitbrachten met hun versie van Metallica tracks op cello en kijk waar de band nu staat. Maar ik begrijp de twijfel en de achterdocht wel, hoor, de klank van een weemoedige, donkere cello is totaal anders dan de vrolijke klanken van een hillbilly-band. Het vijftal opent dit album met het enige stukje dat niet door een of andere metal grootmacht op plaat werd gezet, het korte instrumentale 'Grand Opening'. Maar daarna schiet het vijftal echt uit de startblokken. Led Zeppelin's 'Black Dog' is de eerste klassieker die er moet aan geloven. Met banjo, akoestische gitaar, accordeon en zelfs zelfgemaakte instrumenten klinkt dit zeker niet als metal en ik denk dat metalheads hier in een wijde boog omheen zullen lopen, maar langs de andere kant: metalheads gaan ook graag eens uit de bol op “crazy music” en misschien is dit echt de redding voor dit vijftal. Naast 'Black Dog' krijg je hier ook hillbilly versies voorgeschoteld van AC/DC'S 'Thunderstruck' en 'You Shook Me All Night Long', Iron Maiden's 'The Trooper' en 'Run To The Hills', Metallica's 'Nothing Else Matters' en 'Seek And Destroy', Rammstein's 'Ich Will', Guns And Roses' 'Paradise City', Gary Moore's 'Over The Hills And Far Away', Dio's 'Holy Diver' en Pantera's 'Cemetary Gates'. Wat zo echt opvalt is het feit dat al die nummers echt wel heel goed zijn, want zo in een “stripped to the bone”-versie staan die nummers nog steeds als huis. OK, misschien niet echt voor de die hard metalfan, maar toch een knap album met sterke nummers voor allen die ook eens iets anders dan pure metal in huis willen halen. Ik heb van het album genoten, al zal het toch niet dagelijks op mijn speellijst komen te staan. Luc Ghyselen (4) Het Italiaanse Soul Secret ontstond in 2004 en telt met gitarist Antonio Vittozzi nog één origineel lid. Na een eerste demo en twee full-albums komt het huidige vijftal – naast Antonio hoor je ook Claudio Casaburi (bass), Antonio Mocerino (drums), Lino Di Pietrantonio (zang) en Luca Di Gennaro (keyboards, programming) – op de proppen met hun derde full-album: '4'. Het vijftal koos ervoor om hun progressieve metal te verpakken in elf tracks die samen een verhaal brengen. Extra hulp om het verhaal in goede banen te leiden, kreeg het vijftal van een aantal gasten die kleinere vocale bijdrages verlenen. En als je progressieve metal hoort, denk je waarschijnlijk aan een band als Dream Theater. En ja, je slaat de bal helemaal niet mis daar deze band duidelijk goed geluisterd heeft naar deze Amerikaanse toppers in het genre, maar, dit vijftal is bijlange na niet zo virtuoos als de Amerikaanse band. Vooral het feit dat de keyboards, of het geprogrammeer, hier te pas en te onpas op de voorgrond treedt, zorgt er eigenlijk al voor dat mijn aandacht al heel vlug verslapt, en daar kunnen jazzy accenten helemaal niets aan veranderen. Als die keyboards dan ook nog sommige lijntjes tot in het oneindige herhalen, er te pas en te onpas eigenaardige bieps en belletjes langskomen die eigenlijk enkel irriterend werken, dan begrijp je er hier ten huize je dienaar heel wat frustraties naar boven komen. Dat een aantal nummers naar mijn gevoel veel te langdradig zijn – 'Turning The Back Page' en zeker het afsluitende 'The White Stairs' zijn daar twee voorbeelden van – en dat je heel vaak een tenen krullend accent waarneemt in de zang, zorgt er natuurlijk ook al voor dat ik dit album maar matig kan smaken. Luc Ghyselen (3) 'Avadon' is het debuut van een Belgisch viertal uit het Gentse. De heren brengen zeven tracks op dit album en laten je kennis maken met hun hondsbrutale, agressieve extreme metal waarin je invloeden van zowel black metal als death metal en zelfs wat hardcore in hoort. De teksten gaan over de donkere kant van zowel de bijbel als van een aantal mythen. Dit is zeker geen album op te draaien als je schoonmoeder op bezoek komt. Of misschien net wel want dan is ze binnen de kortste tijd weer vertrokken zo zwaar agressief klinken de zeven tracks. Uitschieters hoor ik hier niet echt, maar dieptepunten zijn er eveneens niet te bespeuren. Enig nadeel is misschien wel de heel korte speelduur (ongeveer tweeëntwintig minuten), maar dat los je gemakkelijk op door het schijfje meerder malen na elkaar te draaien. Beslist het checken waard voor de liefhebber van extreme metal. Luc Ghyselen (3½) De tweelingbroertjes Matthew en Gunnar Nelson zijn de spilfiguren in de band Nelson die met 'Piece Out' aan hun negende studio-album toe zijn. Hun grootste succes kenden ze evenwel in 1990 met hun debuutalbum 'After The Rain' en de daar uit getrokken singel '(Can't Live Without Your) Love And Affection' dat op nummer één landde in de Amerikaanse hitlijsten. Nelson brengt je uiterst gepolijste melodieuze rock die het waarschijnlijk goed tot zeer goed zal doen op de talrijke Amerikaanse radiostations. Maar, om heel eerlijk te zijn, zie ik niet goed in wat dit album kan teweeg brengen in ons eigen belgenlandje: veel te radiovriendelijk voor de liefhebbers van stevige hard rock of heavy metal – en als je dan nog een melige ballade als 'On the Bright Side' brengt, dan mag je het honderd procent zeker vergeten – en dan waarschijnlijk net iets te stevig voor de modale muziekfanaat. Maar voor diegenen die wel weg weten met die melodieuze AOR staat dit album vol met vrij aanstekelijke nummers waarvan je de refreintjes al bij de eerste beluistering kan meezingen. Luc Ghyselen (3) 'Last Crusade' is het vijfde full-album van het uit Sint Petersburg afkomstige Nomans Land dat daar in 1996 het levenslicht zag en het de laatste jaren vrij goed doet in Duitsland. Het huidige viertal – Hjervard (vocals, bass), Ainar (drums), Sigurd (guitar, clean vocals) en Alex (guitar, clean vocals) – brengt acht nummers melodieuze viking/pagan metal. De lead vocals mag je ruw en rauw noemen en doen soms wat denken aan de vocalen bij death metal bands, maar dan zijn er natuurlijk de cleane vocalen die voor tegengewicht zorgen. Die worden als samenzang gebruikt zodat ze de heidense heroïek benadrukken. Wie instaat voor de folkinstrumenten (of worden die geproduceerd op ene keyboard ?) zoals bijvoorbeeld in 'Victory Horns' wordt niet vermeld in de bijgevoegde perstekst, al licht de nadruk hier toch wel op de melodieuze gitaarpartijen van beide gitaristen die in elk nummer opnieuw veel vrije ruimte krijgen. Dit zorgt er wel voor dat het pagan gehalte een stuk naar beneden wordt gehaald. Nog een track wil ik speciaal aanhalen, namelijk het nummer waarmee de band dit album afsluit. 'Bereza' is immers niet meer of minder dan hun versie van een Russisch volkslied dat hier dus in een steviger jasje wordt gegoten. Fans van het genre, of van de band, kunnen dit schijfje zonder zich bedrogen te voelen, toevoegen aan hun collectie. Andere metalfans beluisteren dit toch eerst eens vooraleer tot aankoop over te gaan. Luc Ghyselen (3) Met 'The Congregation' is de Noorse prog (metal) band Leprous aan zijn vijfde album toe. Met hun vorige album, 'Coal' kreeg Leprous meer bekendheid en erkenning van een groter publiek. Dit album werd geproducet door Jens Bogren, die ook al eerder Opeth, Devin Townsend en Katatonia onder zijn vleugels nam. Ondanks de vele inspanningen haalt Leprous zeker het niveau niet van Opeth of Katatonia, maar dat zijn dan ook groepen van buitengewoon niveau. Ook schiet de stem van Einar Solberg wat tekort om zich met deze bands te meten. De man zingt niet onaardig maar daar stopt het dan ook. Het album opent sterk met 'The Price', een nummer dat catchy begint maar sterk eindigt. 'Third Law' doet me qua ritmewisselingen en zang wat aan Haken denken maar dan zonder de keyboards. Ook 'The Flood' is een nummer wat blijft “hangen”, mooie opbouw in het nummer. Met 'Moon' bewijst Leprous dat ze wel degelijk goede nummers kunnen maken: één van de betere op deze schijf trouwens. Goh, welk gevoel heb ik bij dit album van Leprous: verdienstelijk zonder meer, maar zeker geen topklasse. Geen cd die ik meermaals zal beluisteren maar eerder één die ik nu en dan eens van onder het stof zal halen, goeddunkend zal beluisteren maar dan weer netjes opbergen tot een nieuwe luisterbeurt, ergens verder weg in de tijd. Muzikaal wel goed maar de zang is mij te zwak voor deze band: zet hier een sterkere zanger bij, en deze band heeft nog progressiemarge. En sorry, maar grunts in dit genre: daar hou ik niet van, zelfs al zijn ze beperkt. Bart Verlinde (3½) 'Stormcrow' is het tweede album, na 'Gather The Faithful' (2009), van Cain's Offering, een vijftal rond de Finse gitarist Jani Liimatainen mede-oprichter van Sonata Arctica. Samen met vocalist Timo Kotipelto en toetsenist Jens Johansson – beiden actief in Stratovarius – drummer Jani Hurula en bassist Jonas Kuhlberg brengt Jani elf uiterst melodieuze en vlotte heavy/power metal met een symfonische toets. De nummers zijn stuk voor stuk uiterst aanstekelijk te noemen en zowat elk refrein nodigt uit om te worden meegezongen. Om het geheel wat te breken komen er ook een paar ballades op de proppen: 'Too Tired To Run', 'I Am legion' en 'On The Shore'. Soms doet Cain's Offering me muzikaal wat denken aan wat Amaranthe brengt, maar hier dus natuurlijk wel maar met een vocalist: 'Antemortem' en 'My Heart Beats For No One'. Misschien dus iets te aanstekelijk, te radiovriendelijke voor een aantal metalfreaks, terwijl anderen dit juist zullen gaan toejuichen. Maar goed, dat neemt niet weg dat Cain's Offering een knap melodieus heavy/power metal heeft afgeleverd die nog veelvuldig zijn weg zal vinden naar de lade van mijn cd-speler. Luc Ghyselen (3½) Heathen Foray is een Oostenrijkse band die ontstond in 2005 en tot op heden twee goed ontvangen full-albums op de markt heeft. Deze 'Into Battle' is hun nieuwste creatie en wordt zowat gelijktijdig uitgebracht met die van hun nieuwe labelgenoten Nomans Land, een band waarmee je ze ook muzikaal wat kunt vergelijken in de zin dat dit vijftal ook stevige pagan metal brengt. Wel tappen ze uit een ander vaatje. Heathen Foray kan ik het best omschrijven als de Oostenrijkse variant op Amon Amarth, maar duidelijk nog niet zo populair en zo knap als deze Zweedse band. 'Into Battle' gaat furieus en gedreven van start met het ook wel aanstekelijke 'Fight' waarin je kennis maakt met de mooie contrasterende vocalen die Robert Schroll uit zijn strot weet te halen: een rauwe grom en een knappe melodieuze cleane stem. Sporadisch wordt er ook een extra stem bij geroepen om het geheel wat meer heidens te laten klinken (gitarist Zhuan). Die laatste zorgt dan ook nog samen met Alex Windinger voor smaakvolle melodieuze gitaarpartijen. 'Silence' gaat op de ingeslagen weg verder: een gedreven track die op een basis van denderende drumpatronen en solide basslijnen helemaal open bloeit. En opnieuw is Amon Amarth niet ver weg. Heel anders gaat het er aan toe in het langzaam op gang komende 'Wofuer Ich Streit' dat een intro meekreeg van akoestische gitaar. Het is een slepende track geworden met een uiterst melodieuze gitaarsolo. Mooie drumpatronen openen 'Tir na nOg' – ze komen later in het nummer nog een paar maal langs – waar het tempo weer de hoogte wordt ingejaagd en ik visueel een horde krijgers kan zien oprukken die klaar zijn om de strijd aan te gaan. 'Unthinking' heeft zo'n typisch refrein in het pagan metal genre: eentje dat gemakkelijk in je hoofd blijft rondtollen en dus gemakkelijk mee te brullen is. Ook de knappe akoestische break is hier opmerkelijk. Het korte 'Knueppeltroll' tovert een glimlach om mijn mond met een ritme die me wat lijkt gepakt uit de songbook van Rammstein, maar dat voorzien is van een heel leuke tekst. Een uiterst gevoelig stukje piano zet 'Freundschaft' in, maar uiteindelijk verkrijg je een stevige, donkere track waarin fragmenten uiterst zware en logge muziek in langskomen naast een kort gevoelig intermezzo. Het instrumentale symfonische 'Wigrid' sluit het album af: net alsof je de aftiteling van een film bijwoont. En dan is er nog een “hidden track”: het sfeervolle akoestische 'Winterking' waarmee je ongestoord een rondedansje kan maken rond een hoog oplaaiend kampvuur. Heathen Foray zet met deze 'Into Battle' een stevig stap vooruit en hopelijk kunnen we dit vijftal binnenkort ook eens op een Belgisch podium vinden! Luc Ghyselen (4½) Aeverium is een nieuwe naam voor mij alhoewel het zestal in 2013 een vier tracks tellende ep op de markt bracht. Nu zijn ze er terug met hun eerste full-album. Het zestal – Aeva Maurelle (zang), Marcel Roemer (zang), Michael Karius (gitaar), Lars Dannenberg (bass), Andreas Delvos (keyboards) en Klaus Radtke (drums) – brengt een schitterende mix van gothic metal, symfonische metal, nu-metal en electronica. Het doet me een beetje denken aan wat Amaranthe brengt, al heeft Aeverium wel een heel eigen smoel. De twee vocalisten kunnen beide een heel breed scala aan geluiden aan: Aeva heeft een prachtige cleane stem maar kan ook de hoge opera-achtige vocalen aan, terwijl ook Marcel over een mooie cleane stem beschikt, maar evengoed rauwe grunts and screams kan produceren. Elf tracks telt dit uitstekende debuutalbum die een gedreven band laten horen die het wel wil waarmaken in het muziekwereldje. 'Break Out' opent dit album in stijl. Meteen een track waar Marcel al zijn verschillende stemmen op je afvuurt en waarvan je een mooie video kan terugvinden op hun website. 'Distrust' is een nummer dat echt wel aanstekelijk mag genoemd worden en die me dus doet denken aan Amaranthe. 'Departed' opent vrij gevoelig, maar beschikt ook over steviger passages, al kan je het nummer wel als een (uiterst stevige) ballade bestempelen. 'Heaven's Burning (Harvest Time)' en 'Endless Space' zijn twee vrij donkere tracks waar de invloeden van de gothic metal duidelijk de bovenhand nemen. De contrasterende vocale tussen Aeva en Marcel tillen 'Do You Remember' naar een hoger niveau terwijl de keyboards hier ook ruimte laten voor een, zij het korte, gitaarsolo. Heel gevoelig wordt het met 'Ground Beneath Your Feet' waar Aeva echt mag schitteren. 'Rest In Peace' is een stevige track die aan medium-tempo wordt gebracht en waar een korte gitaarsolo te horen is. 'The Other Side' is een aanstekelijke track geworden waarin Marcel zelfs op een vrij indrukwekkende manier een stukje in rapt en, wauw, een gitaarsolo om duimen en vingers af te likken is hier de kers op de taart. Voor het stevige 'What Are You Waiting For' kreeg de band vocale steun van niemand minder dan Amanda Somerville (Trillium, Kiske/Somerville). Tempo en ritme-wisselingen allerhande zijn het grootste kenmerk in het afsluitende 'To Live Forever' waar Aeva echt hoog uithaalt. Twee 'unplugged' tracks ('Distrust' en 'The Ground Beneath Your Feet') bewijzen dat de nummers wel degelijk uitstekend in elkaar zitten. Met 'Break Out' levert Aeverium een uiterst knap visitekaartje af die, zeker voor fans van o.a. Amaranthe en Lacuna Coil meer dan het beluisteren waard is. Luc Ghyselen (4) |
|