cd reviews
Iron Maiden, een naam als een klok die in de metalwereld geen voorstelling meer nodig heeft. Reeds sinds 1976 is het “Maiden-opperhoofd” bassist Steve Harris de man waarrond deze band draait: hij is de enige overlevende van de line-up waarmee alles begon en hij zorgt nu nog steeds voor het leeuwendeel van de nummers (al dan niet in samenwerking met andere bandleden). Voor het eerst in de geschiedenis van het zestal pakken de heren uit met een dubbel studio-album omdat ze gewoonweg geen songs konden schrappen van wat ze klaar hadden voor dit zestiende studio-album. En OK, de korte gebalde en krachtige nummers van de beginperiode (met Paul Di'Anno als vocalist) liggen al lang achter de rug, en langere meer uitgesponnen tracks maakten op ieder nieuw album hun opwachting, toch werd nog nooit een track van meer dan achttien minuten door deze band aan het publiek toevertrouwd. Openen doet het zestal – naast steve Harris hoor je hier verder drummer Nicko McBrain (sinds 1983), gitarist Dave Murray (sinds 1978), gitarist Adrian Smith (van 1980 tot 1990 en terug sinds 1999), gitarist Janick Gers (sinds 1990) en vocalist Bruce Dickinson (van 1981 tot 1994 en terug sinds 1999) – met het meer dan acht minuten durende 'If Eternity Should Fail', een track die eerder mysterieus opent om dan langzaam aan zijn geheimen prijs te geven. Maar wel een track die precies weergeeft wat we reeds jaren van Iron Maiden krijgen: stevige maar toch melodieuze heavy metal met die oh zo herkenbare vocalen van Bruce. Het nummer eindigt met een lichtjes vervormde gesproken tekstlijn die het mysterieuze opnieuw omarmt. Het gedreven 'Speed Of Light' maakt daarna zijn opwachting en opnieuw valt op dat de stem van Bruce dit, na al die jaren, nog meer dan goed aankan (ik ken een aantal vocalisten die na dertig jaar albums maken en op de planken staan bijlange niet meer zo goed overkomen). En pulserende basslijn mag de intro verzorgen voor 'The Great Unknown', al wordt die heel vlug bijgestaan door een melodieuze gitaarlijn en het zachte drumwerk van Nicko om dan aan kracht en tempo te winnen om terug af te bouwen tot een heel kalm en rustig einde. Een heel typische Iron Maiden-track is 'The Red And The Black' (geschreven door “opperhoofd” Steve Harris) met zijn stevige en machtige klinkende basslijn, de gedreven melodieuze gitaarriffs en daar bovenop de typische Bruce Dickinson stem en de toch wel mooie gitaarsolo's die de drie gitaristen uit hun instrumenten persen. Enkel het feit dat de track meer dan dertien in beslag neemt is misschien wat minder typisch, maar geen mens die daarover zal zeuren. Rustig opbouwend naar een echte climax doet 'When The River Runs Deep', een uiterst gedreven track die ik ook wel graag live zou horen langskomen. De eerste schijf van dit dubbelalbum sluit af met het titelnummer. 'The Book Of Souls' opent uiterst rustig en kalm, maar lang kan je daar niet van genieten daar kracht, tempo, ritme worden opgedreven zodat een uiterst melodieuze metaltrack (met een fantastisch gedreven middenstuk) ontstaat waarin alle Iron Maiden ingrediënten opnieuw hand in hand gaan: krachtige basslijnen, complexe drumpatronen, stevige gitaarriffs, melodieuze gitaarsolo's en die specifieke stem van Bruce. De tweede cd opent met 'Death Or Glory', opnieuw een echt typisch Iron Maiden nummer waar alle ingrediënten van de Iron Maiden sound opnieuw perfect in de plooi vallen. Er wordt nog een tandje bijgestoken voor het vlot in het gehoor liggende 'Shadows Of The Valley', een track waar de gitaristen een vette kluif aan hebben. 'Tears Of A Clown' is het kortste nummer op het album en opent rustig en kalm om stilletjes aan naar een climax te groeien, meteen, voor mij althans, één van de beste tracks op dit album. 'The Man Of Sorrows' volgt een beetje het zelfde stramien maar is misschien wel net iets krachtiger, iets meer uptempo en iets strakker van aanpak. Eindigen doet het zestal met 'Empire Of The Clouds', een net iets meer dan achttien minuten durend nummer dat geschreven werd door Bruce Dickinson (en waar je Bruce ook aan de piano hoort). Een prachtig muzikaal verhaal over de “R101”, het grootste luchtschip dat ooit werd gebouwd (de Titanic paste er zelfs in!), dat zeker geen typisch Iron Maiden nummer is, maar misschien wel een track die ook andere muziekliefhebbers zal overhalen om andere muziek van deze “Godfathers of the New Wave Of British Heavy Metal” te gaan ontdekken. Een echte “top”-Iron Maiden-album is dit misschien niet geworden (liggen de verwachtingen niet té hoog?), maar elke fan van de band zal dit album na meerdere luisterbeurten, want alles in één luisterbeurt ontdekken op dit album is echt wel onmogelijk, naar zijn waarde weten te schatten. Voor mij komt dit studio-album op plaats vier terecht en dat na de drie eerste albums van de band (ik ben immers opgegroeid met die albums), maar dus wel voor albums als 'Piece Of Mind' en 'Powerslave'. Luc Ghyselen (4½)
0 Opmerkingen
Je opmerking wordt geplaatst nadat deze is goedgekeurd.
Laat een antwoord achter. |
|