cd reviews
Orange Outlaw is een nieuwe Nederlandse band uit Amsterdam die lekkere ouderwetse hardrock speelt en die dit verdomd goed doet. Op 'Desert Wolf' zijn alle nodige ingrediënten om een goede hard rock plaat te maken aanwezig: stevige ritmes, de nodige gitaarsolo’s, goede zang, het nodige drumgeroffel, en dit natuurlijk alles met een aangename melodie. Met het openingsnummer 'Charges' zetten ze er direct de beuk in. 'Point Of No Return' is duidelijk geïnspireerd door Alterbridge, de sound van deze superband is trouwens vaak aanwezig bij Orange Outlaw, wat zeker niet negatief is want ze behouden hun eigen sound en identiteit. Met 'Nobody Wants Me Tonight' belanden we bij de, voor dit genre, onvermijdelijke ballade. Verdere aangename nummers zijn 'To Me Your Done', met mooie stijl – en tempowisselingen, 'Fast And Deadly', waar de zanger echt zijn mannetje staat en 'Getting Paranoid', waar rock ’n roll en southern rock invloeden te horen zijn. Conclusie: vernieuwend?: nee. Sterk debuut album?: ja. Goeie hard rock?: ja. Kopen: ja. Live gaan bekijken?: zeker weten. Orange Outlaw is een sterke binnenkomer in dit genre en een meerwaarde voor de muziekscene van onze Noorderburen. Bart Verlinde (4)
0 Opmerkingen
Waken Eyes is een nieuwe progmetal band die met Exodus hun debuutalbum uitbrengt. Mijn interesse voor deze groep was onmiddellijk gewekt toe ik de bezetting onder ogen kreeg: zanger Henrik Bath van Darkwater, bassgitarist Mike Lepond van Symphony x, drummer Marco Minneman die bij Steve Wilson en Joe Satriani met de stokjes roffelde en gitarist Tom Frelek. Die laatste is mij helaas onbekend. Bovendien werd Exodus gemixt en gemasterd in de Fascination Street Studios waar ook Opeth en Symphony X vaste klant zijn. De verwachtingen voor Exodus waren dus torenhoog. En deze werden gedeeltelijk ingelost: de heren bevestigen hun muzikaal talent, één voor één beheersen en bespelen ze hun instrument als vakmannen, de sound is van de beste kwaliteit, de nummers zijn best aardig en worden beter en beter bij het steeds weer opnieuw beluisteren. Maar om een topalbum te zijn bevat Exodus weinig nummers die echt beklijven, die je telkens weer opnieuw wil beluisteren, die in je hoofd blijven rondhangen. Al zijn nummers als 'Aberration', 'Cornerstone', 'Arise' en het 18 minuten durende 'Exodus' wel echt goed hoor. Bij Waken Eyes is Symphony X nooit echt ver weg te denken maar de band is veel meer dan een kloon van deze prog metal grootheid. Bij momenten melodieuzer , ingetogener en meer naar pure prog neigende muziek zonder daarom aan power in te boeten. Fans van, reeds gezegd Symphony X, maar ook van Seventh Wonder en Circus Maximus mogen dit album gerust aan hun collectie toevoegen. Bart Verlinde (4) Gloryhammer is het power metal band rond Christopher Bowes, de toetsenist/vocalist van Alestorm. Sinds 2010 timmert Chritopher ook aan de weg naar roem met deze Gloryhammer en daarvoor vind hij steun in bassist James Cartwright, drummer Ben Turk, gitarist Paul Templing en vocalist Thomas Winkler. Deze 'Space 1992-Rise Of The Chaos Wizards' is het tweede album, na 'Tales From The Kingdom Of Fife' (2013), met opnieuw een knap opgebouwd fantasy verhaal als rode draad doorheen dit album. 'Infernus Ad Astra' opent dit verhaal met een korte gesproken introductie in een voor de rest sfeervol instrumentale track die zo uit de ruimte lijkt te zijn gekomen: iets dat perfect zou passen als filmmuziek bij Star Wars of bij de in de jaren zestig immens populaire tv-serie Star Trek. Het titelnummer start daarna het eigenlijke album: een uiterst aanstekelijke en gedreven track die door koorzang en het gebruik van stukjes Latijn in de tekst me meteen doet denken aan Powerwolf. En geef toe, er bestaan mindere bands om mee vergeleken te worden in het power metal genre. Daarna blijven uiterst aanstekelijke power metal tracks op je afkomen, soms met een scheutje folky metal, maar steeds heel melodieus en met gemakkelijk mee te brullen refreinen. Misschien een nadeel toch: elk nummer is zo en die bezorgen je eigenlijk allemaal een “feel happy” gevoel, en na een paar luisterbeurten heb je het dan ook wel gehoord en gehad. Daarmee wil ik zeker niet beweren dat dit een minder album is,maar een nummer als 'Universe On Fire' bijvoorbeeld vind ik toch te afgelikt, te radiovriendelijk, te mainstream. Luc Ghyselen (3½) Met 'Static' is het Amerikaanse Huntress, de heavy metal band rond vocaliste Jill Janus, toe aan zijn derde full-album. Wie de twee vorige albums in huis heeft – 'Spell Eater' (2012) en 'Starbound Beast' (2013) –, weet wat hij ook nu weer kan verwachten: gedreven heavy metal met strakke en krachtige vrouwelijke vocalen. 'Static' opent met volle orkaankracht in het uiterst snedige en uiterst vlot gebrachte 'Sorrow'. In de daaropvolgende tracks wordt het tempo meteen een goed stuk teruggeschroefd, al betekent dit niet dat je hier nu te maken krijgt met ballades of zelfs maar medium tempo nummers: nee hoor, het tempo en vooral de brutale kracht ligt nog steeds erg hoog in 'Flesh', 'Brian' en 'I Want To Wanna Wake Up'. Een echte ballade, maar dan wel een die krachtige vocalen herbergt, komt er pas aan met 'Mania', een track die bijna negen minuten in beslag neemt en toch een heel aantal tempowisselingen en zelfs wisselingen in sfeer bevat. Wat meteen betekent dat Jill hier haar beste vocale prestatie ooit heeft neergezet: van stevige, krachtige cleane zang tot bijna zeemzoet gefluister. Meteen een mooi rustpunt in het album, want daarna wordt de draad van in het begin van het album weer opgenomen met het vlotte 'Four Blood Moons'. Iets wat ze duidelijk aanhouden in 'Static' en 'Harsh Times On Planet Stoked'. 'Noble Savage' laat dan weer een wat rustiger geluid op je afkomen en opnieuw hoor je dat Jill veel meer kan dan enkel schreeuwen (iets wat ze vooral op de eerste twee albums veelvuldig deed, zodat ze duidelijk gegroeid is als zangeres!) of uiterst krachtig uit de hoek komen. Verder vallen hier een mooie baslijn op en een knappe melodieuze gitaarsolo. Voor het afsluitende 'Fire In My Heart' worden nog eens alle registers open getrokken. Meteen nog een uiterst vlotte, krachtige en uptempo gebrachte track met stevige vocalen die ondersteund worden door een knappe ritmesectie en stevige gitaarriffs. Met 'Static' leverde Huntress zijn knapste album tot nu toe af, zodat fans van de band dit heel zeker aan hun collectie moeten toevoegen. Ook liefhebbers van vlotte en krachtige heavy metal (met krachtige vrouwelijke vocalen) moeten dit honderd procent zeker een kans geven. Luc Ghyselen (4) Wanneer een groep een split kent en de voormalige bandleden verdergaan of een nieuwe groep of een solo carrière opstarten ontstaan onder de fans altijd discussies wat nu de beste nieuwe band is, wie de originele sound meest behouden heeft, enz… Met Queensrÿche en Geoff Tate is het niet anders. Zeker nu deze zanger zijn nieuw project Operation Mindcrime heeft genoemd en elke Queensrÿche fan weet dat dit de titel was van een zeer goed, een fantastisch Queensrÿche album. Dat Geoff zijn ontslag bij Queensrÿche in 2012 en de meerdere rechtszaken die er op volgden, nog niet goed verteerd heeft is te blijken uit de naamkeuze van zijn nieuwe band. Soit, daar trek ik mij allemaal niets van aan: de muziek is het belangrijkste. Queensrÿche werd en wordt bestempeld als progmetal en toen ik het huidige Queensrÿche bezig zag op het Alcatraz Metal Festival vind ik dat hun muziek meer neigt naar metal dan naar prog en vond ik persoonlijk hun nieuwe zanger geen hoogvlieger, al zijn de meningen hierover verdeeld. Altijd fan zijnde van de stem van Geoff Tate was ik benieuwd naar zijn nieuwe groep, waar ook ex leden van Queensrÿche in meespelen: o.a. John Moyer (ook Disturbed) en Simon Wright (ook ex Dio). Het resultaat mag er wezen: de zang is nog steeds van de allerbeste kwaliteit. De muziek heeft duidelijk minder metal en meer prog invloeden dan van het huidige Queensrÿche, zonder daarom een power in te boeten: nummers als 'Burn', 'Re-Inventing The Future', 'The Stranger' en 'Hearing Voices' dragen duidelijk een oud Queensrÿche stempel en knallen er stevig op los. Fans van het heviger werk laten dit album best aan zich voorbij gaan want daarvoor zijn er te veel prog en soms wat pop invloeden aanwezig. Desalniettemin toch een aardig album. Voor fans van de stem van Geoff Tate zeker een aanrader maar muzikaal had ik van een muzikant van zijn kaliber toch wat meer van verwacht. Als er op een cd maar drie à vier top nummers staan, blijf ik toch wat op mijn honger zitten. Bart Verlinde (4) Ritchie Blackmore was, voor zover je het écht nog niet mocht weten, de gitarist die – samen met Ian Gillan, Jon Lord, Ian Paice en Roger Glover – instond voor een van de allergrootste bands uit de rockgeschiedenis. Daarna deed hij dit nog eens over met zijn Rainbow (met natuurlijk o.a. de magistrale vocalist Ronnie James Dio). Met Blackmore's Night gaat Richie een andere toer op: namelijk die van de middeleeuwse folkmuziek. Het titelnummer mag dit album op gang trekken en doet dit meteen in stijl. Meteen krijg je alle ingrediënten van Blackmore's night samengebundeld: middeleeuwse folkmuziek, aanstekelijk ritme en vooral prachtige vrouwelijke vocalen (zijn partner Candice Night). 'Allan Yn N Fan' is een instrumentale track waarin op schitterend wijze een elektrische gitaarsolo wordt verwerkt in een nummer die eigenlijk gewoonweg middeleeuwse folk uitademt. De solo wervelt vanuit je rechterspeaker naar je linkerspeaker en doet dit een aantal maal na elkaar. Spitsvondig en geslaagd! Daarna volgt een instrumentale track ('Darker Shade Of Black'), als je de nietszeggende koorvocalen weglaat, die zo op een album van Rainbow en/of Deep Purple kon hebben gestaan. Het elektrische gitaarspel dat Richie hier laat horen, bewijst dat hij het nog steeds in zijn vingers heeft om dit soort van hypnotiserende rockmuziek te brengen. Candice mag opnieuw schitteren in het gevoelige 'Long Long Time', terwijl ook een fluit (ene Lady Lynn) mooie interventies weeft met de akoestische gitaar. Opvallend dan zijn Mike Oldfield's 'Moonlight Shadow' en Sonny & Cher's 'I Got You Baby'. Wil Blackmore's Night de hitlijsten induiken of is de inspiratie voor eigen tracks opgedroogd? Gelukkig wordt weer veel goedgemaakt met het aanstekelijke middeleeuws aanvoelende 'The Other Side'. 'Queen's Lament' is een donkere, trage instrumentale track die je doet nadenken over het leven. Meteen een enorm contrast met 'Where Are We Going From Here' dat een vrolijk, vlot tempo handhaaft en waar mooie vocalen zweven rond de prachtige muzikale arrangementen. Nog een stapje verder gaat dan 'Will O' The Wisp' dat je opnieuw aanstekelijk mag gaan noemen in middeleeuwse folk muziek. Het temo wordt met een ruk omlaag geschroefd voor het gevoelige 'Earth Wind And Sky' waarin de prachtige stem van Candice duidelijk de hoofdrol opeist. Eindigen doen ze een stuk opgewekter met het leuke en aanstekelijke 'Coming Home'. OK, dit is duidelijk niet voor de echte metalheads, maar muziekliefhebbers met een bredere muzieksmaak zullen dit album wél naar waarde weten te schatten. Naast de gewone cd-versie van dit album, kan je het album ook verkrijgen met een extra dvd met twee video-clips ('All Our Yesterdays' en 'Will O' The Wisp' en een interview met Candice en Richie, als dubbel-LP en als “collector's item” (cd/dvd/vinyl/t-shirt (sizeL)/poster/cover art lithograph). Aan u de keuze dus. Luc Ghyselen (4) 'Symbiosis' is het derde album van het Franse T.A.N.K. (Think Of A New Kind) met twaalf tracks melodieuze death metal. Het vijftal – Raf Pener (vocals), Nils Courbaron (gitaar), Charly Jouglet (gitaar), Olivier d'Aries (bass) en Clément Rouxel (drums) – vist in het vijvertje waar ook Soilwork, In Flames en in mindere mate Machine Head hun aanhang vinden. Helaas zit deze Franse band zeker niet op het niveau van eerder vernoemde bands ook al komt Björn “Speed” Strid (Soilwork) op een nummer “een handje toesteken”. Na een knappe instrumentale intro vind ik de rest van het album stukken minder. Niet slecht allemaal, maar het beklijft niet echt, het blijft niet hangen, zodat ik na verschillende luisterbeurten nog steeds niet weet welk nummer ik nu precies hoorde, laat staan welk nummer ik er kan uitpikken als meest geslaagde. Vocaal wordt er iets te veel in het wilde weg geschreeuwd en gebruld. Maar het zijn vooral de drumpartijen die me nog het meest ergeren: net of die gebeurd zijn op een aantal afgedankte ketels wat voor een uiterst doffe drumklank zorgt. Of, dat kan natuurlijk ook, is dit echt wel de bedoeling en dan vind ik dit persoonlijk niet geslaagd. Luc Ghyselen (3) 'Dark Desires' is het debuutalbum van het Duitse WEAK, een viertal dat je op hun debuutalbum gothic rock brengt, of noem het voor mijn part nog steeds “new wave” zoals we deze elektronische donkere rockmuziek in de jaren tachtig noemden. Want dit is precies wat je van dit kwartet – Quim (vocals), Alex (guitars), Oli (bass), Dieter (drums) – te horen krijgt: donkere rockmuziek met stevige knipogen naar bands als o.a. Sisters Of Mercy. Of zoals je tegenwoordig ook wel hoort van bands als Moonspell of in iets mindere mate Tiamat. Met deze namen als referenties weet je dus wat je mag verwachten. Helaas, is dit echt niet aan mij besteed – wel OK, voor een nummer, maar meer hoeft dit echt niet te zijn. Vandaar mijn, zeker voor fans van het genre, laag waarderingscijfer. Dit neemt niet dat er hier goed wordt gemusiceerd en dat de liefhebbers van het genre hier nummers aangeboden krijgen die ze heel waarschijnlijk heel leuk zullen vinden. De tracks zijn immers best wel catchy te noemen en zullen zeker grote impact maken in een of andere gothic danstempel (zeker in het thuisland), maar aan mij is dit echt niet besteed. Luc Ghyselen (3) Het Amerikaanse Ugly Kid Joe debuteerde in 1991 met de ep 'As Ugly As They Wanna Be' dat in de V.S. twee maal platinum haalde in verkoopcijfers. Het jaar nadien werd hun debuutalbum op de markt gebracht en 'America's Least Wanted' sloeg in als een bom. Ook het album haalde twee maal platinum in de V.S. en singles als 'Everything About You' en vooral Cat's In The Cradle' werden wereldsuccessen. En daarna kon het eigenlijk maar bergaf gaan zodat de band er in 1997 de brui aan gaf. Maar sinds 2010 werken de heren aan hun come back en dat resulteerde in 2012 in de goed ontvangen ep 'Stairway To Hell' zodat het huidige zevental – zanger Whitfield Crane, gitarist Klaus Eichstadt (de enige overlevenden van de originele line up), Sonny Mayo (gitaar), Shannon Larkin (drums), Zac Morris (drums), Cordell Crockett (bass) en Dave Fortman (gitaar) – besloten om verder te gaan en dit eerste album in achttien jaar is nu een feit. 'Uglier Than They Used To Be' bevat tien tracks en sluit naadloos aan bij wat de heren vroeger op plaat konden zetten: aanstekelijke melodieuze en radiovriendelijke rock waarin je ook wel wat invloeden uit hard rock en heavy metal kan bespeuren. Het immense succes van begin jaren negentig zullen de heren met deze tracks niet meer halen, maar dit neemt zeker niet weg dat dit album best wel aardige momenten kent. Openingstrack 'Hell Ain't Hard To Find' is er meteen zo een. Laat dit nummer maar draaien op een radiozender als Studio Brussel en de heren hebben er in ieder geval een dikke radiohit bij. Iets steviger, na de akoestische en rustige intro toch, is 'Under The Bottom' waar invloeden uit de doom metal (lees: “Black Sabbath”) in doorsijpelen, iets wat helemaal niet zo vreemd is als je weet dat ze in hun beginperiode o.a. 'Sweet Leaf' en 'N.I.B.' van Black Sabbath coverden. En van covers gesproken: wat denk je van hun versie van Motörhead's 'Ace Of Spades', waar de heren extra “hulp” kregen van Motörhead gitarist Phil Campbell die ook te horen is op twee andere tracks. Ik vind deze versie best wel geslaagd. Maar ook ballades ontbreken hier niet: Met 'Nothing Ever Changes' krijg je er een die ik persoonlijk te zeemzoet vind, terwijl 'Enemy', waarmee het album afsluit, een dromerige track is die plots ontaard in een uiterst vlotte en stevig rockende song die dan heel abrupt eindigt. Ugly Kid Joe brengt dus helemaal niets nieuws, maar doen gewoon waar ze goed in zijn: pretentieloze, radiovriendelijke rock op de wereld loslaten. En daar zijn ze met deze 'Uglier Than They Used To Be' best wel in geslaagd. Luc Ghyselen (4) Het mij tot nu toe onbekende Nekyia Orchestra werd in september 2011 opgericht in het Duitse Berlijn. Tot in oktober 2013 werd enkel instrumentale muziek gemaakt door de twee gitaristen (Wolf-Georg Zaddach en Philipp Reichelt), de bassist (Christian Schiel) en de drummer (Jan Spänhoff). Vanaf dan kwam er een vocalist bij in de persoon van Felix Hoff. Het kwintet is met deze 'Magnus Chaos' (wat een treffende titel) toe aan hun debuutalbum. De heren brengen iets wat je misschien kan catalogeren onder de noemer progressieve post metal. In ieder geval mixen de heren tal van verschillende muziekstijlen door elkaar om tot hun eigenzinnig geluid te komen: progressieve metal, pure sludge, post black metal, doom, djent en zelfs jazz. Voeg daar de bulderende, krijsende, schreeuwende extreme metal vocalen van Felix aan toe en je begrijpt dat dit vijftal niet in een bepaald hokje te duwen is. Dat Nekia Orchestra dan ook nog vrij catchy fragmenten aan hun muziek toevoegen, zorgt er echt voor dat je toch wel een héél brede muzikale smaak moet hebben om dit echt uitstekend te vinden. De heren proberen je acht nummers lang (de uiterst korte (zo'n achttien seconden), maar bizar klinkende intro 'Magnum Solus' meegerekend) in de ban te houden van hun muzikale ideeën. De overige tracks zijn allen vrij lang uitgesponnen en bevatten dus zowat alle eerder opgenoemde muzikale elementen, terwijl ze de Griekse mythologie gebruikten als basis voor hun teksten. Pas bij de vierde track, het bijna acht en een halve minuut durende 'Athena', voelde ik de muziek echt in mij zinderen. Het uiterst rustige begin, de verdomd zware en beukende fragmenten, de pulserende basslijnen, de eigenaardig klinkende polyritmes van de drums, de immens stevige rauwe en rauwe vocalen, … alles viel plots op zijn plaats. Het beukende immens zware 'Minos' deed daar nog een schepje bovenop terwijl 'Alkestis, met zijn logge zware naar pure doom neigende intro het plaatje eigenlijk compleet maakte. Enkel bij het afsluitende instrumentale titelnummer heb ik eigenlijk weer mijn bedenkingen. En toch rest me maar één ding meer: de repeatknop van de cd-speler opnieuw indrukken. Een album voor liefhebbers van extreme metal met een brede smaak! Luc Ghyselen (4) |
|