CD & vinyl REVIEW BLOG |
In 1970 werd de band Sassafras opgericht in het zuiden van Wales, en 2 jaar later tekenden ze bij George Martin”s AIR Productions met als line-up: Terry Bennett (zang), Dai Shell (gitaar), Ralph Evans (gitaar), Ricky John Holt (bas) en Congo Jones (drums). Hun debuutalbum dateert uit 1973 en is nu terug uitgebracht. Het is één van die rockalbums uit de jaren zeventig, die de mist ingegaan zijn. Met de opener ‘Electric Chair’ doen ze mij wat aan Status Quo denken, terwijl ‘Busted Country Blues’ de folkrichting uitgaat. ‘Across The Seas Of Stars’ is dan weer een rustig nummer, terwijl je goed de dubbele lead gitaren hoort op ‘School Days’. De titeltrack, samen met ‘Meanwhile Back in Merthyr’ vertoont progressieve invloeden, waarna we twee zeldzame bonustracks krijgen. De eerste is ‘Oh Don’t It Want You Want To Cry’, wat de voorkant van een single was, gevolgd door de achterkant ofwel ‘Kansas City Wine’. De cd is compleet geremastered van de originele Polydor master tapes, en komt er met een cd-boekje met “liner notes”, en een nieuw essay. Patrick Van de Wiele (3½) One of the forgotten beautiful and unsung rock albums of the seventies. You can rediscover it now!
0 Opmerkingen
Reeds meer dan 45 jaar is Santana, de band geleid door de charismatische Mexikaans-Amerikaanse stergitarist Carlos Santana, een synoniem in de Latin rockwereld. In vergelijking met zijn vorige werken is ‘Corazón’ een album dat haast alleen uit Spaanse teksten bestaat. Met deze schijf drukt Santana nogmaals op het feit dat hij het Pan-Amerikaanse rock- en popgebeuren, een gebeuren dat hij zelf jaren geleden in gang zette, nogmaals sterk onderlijnt. Met ‘Corazón’ blijft Santana zijn eigen commerciële strategie volgen en dit leidt ons zonder enige twijfel terug naar zijn blockbuster ‘Supernatural’ uit 1999. ‘Corazón’ is dan ook een Latin pop versie van dit album uit 1999. Net zoals bij zijn vorige album ‘Shapeshifter’ maakt Carlos weer plaats voor enkele collega-muzikanten maar hij blijft nog steeds de drijvende gitaarkracht op alle songs. We krijgen weer een zeer gevarieerde schijf met gastperformanties van o.m. Wayne Shorter, Romeo Santana, Lila Downs, Samuel Rosa maar zelfs Ziggy Marley en Gloria Estefan konden zijn uitnodiging niet terzijde leggen. U wel misschien? Sommige van de nummers op ‘Corazón’ waren hits in Brazilië (‘Saideira’ van de band Slet , in het Spaans gezongen door zanger Slet 's , Samuel Rosa) en in Spanje (‘La Flaca’ van de Spaanse band Jarabe de Palo, gezongen door de Colombiaanse rocker Juanes). En zo gaat het even door. ‘Oya Como Va’ van Tito Puente krijgt hier meteen een jasje aangemeten voor de huidige generatie en we worden bedolven onder rapgeluiden. Gloruia Estefan zet haar beste beentje (of moet ik zeggen beste stemgeluid) bij op het knappe ‘Besos De Lejos’ terwijl Wayne Shorter ons verrast op knappe saxgeluiden op het schitterende ‘Yo Soy La Luz’. Conclusie: niet meteen zijn méést imponerende album en dat is mijn persoonlijke voorkeur. De taal heeft er niets mee te maken maar misschien hier en daar wel met de muzikale inhoud van sommige nummers. Santana draait haast een halve eeuw mee maar hij weet zich steeds –generatie na generatie- aan te passen aan de muzikale wensen van vele muziekliefhebbers. Misschien dat het live stukken beter zal klinken, daar durf ik mijn handen voor in het vuur steken. De dvd geeft ons knappe beelden weer van Carlos zelf maar we mogen ook een kijkje nemen in de studio tijdens de opnames van dit album. De liefhebbers van de visuele rockmuziek zullen aan deze dvd een vette kluif hebben maar voor de muzikale liefhebbers: dis is muziek rechtstreeks uit het hart, zonder al te veel franjes, muziek zoals we ze kennen van Carlos Santana. Alfons Maes (4) Ik geef het grif toe, ik had nog nooit van de naam van Nick Magnus gehoord. Maar als ik dan lees dat de man om brood op de plank o.a. musiceerde als toetsenist bij o.a. China Crisis, Renaissance, Brian May, Richie Havens, David Essex, Peter Bardens, Duncan Browne, Chris Rea en Colin Blunstone, om er maar enkele te noemen. Ja, dan heb ik hem al vaak gehoord. Magnus studeerde piano vanaf zijn zesde jaar, toen hij vijftien jaar was, stapte hij over naar kerkorgel. Nadien legde allerlei toetsinstrumenten toe. Hij startte bij The Enid in 1976 maar trad hij toe tot de band van Steve Hackett, die toen net uit Genesis was gestapt. Magnus, begeleidde Hackett en diens broer John Hackett gedurende jaren, zowel live als op de plaat. Steve Hackett koos nadien meer voor akoestisch werk en Magnus besloot solo te gaan. ‘Time’ is een stevige opener in de beste symfonische traditie met sterke vocalen van Tony Paterson. ‘Memory’ is een compositie die aanleunt bij de klassieke muziek waarbij Kate Faber een fabuleuze sopraan -stem laat horen. Mooie teksten gaan hand in hand met een etherische stem en een prachtige orkestratie. ‘Kombat Kid’ komt wat mars-achtig op dreef maar ontpopt zich tot een aangename, goed opgebouwde rocksong, wederom met vocals van Tom Paterson. ‘Headcase’ zit in dezelfde categorie, hier zingt Magnus zelf en het moet gezegd hij doet dat helemaal niet onaardig. ‘Eminent Victorians’ is wat feller, met stevige gitaren van Steve Hackett en vocalen van Pete Hicks. Magnus houdt wel van lange composities, dat geeft hem ook de mogelijkheid om de sfeer mooi op te bouwen. ‘Broken’ heeft misschien wel de beste zanglijn, gezongen door Tim Bowness, het doet me aan het beste van the Alan Parsons Project denken, ook mooi orgelwerk en de sax en fluiten van Rob Townsend en de arpeggio-gitaar van Steve Hackett maken dat dit het beste nummer is op de plaat. Op het korte ‘Shadowland’ excelleert Steve Hackett op de elektrische gitaar. ‘Entropy’ ten slotte is een tikkeltje aan de melige kant. Maar ion zijn geheel een schitterende plaat die bewijst dat symfonische rock bestaansrecht heeft. Peter Desmet (4) People who think that symphonic rock music is over, should hear this record. It has everything an audience could wish for. Keith Emerson kennen we als een virtuoos op de klavieren die zijn sporen verdiende bij de Engelse groepen The Nice en Emerson, Lake and Palmer, één van de allergrootsten uit de symfonische rock. De plaat werd opgenomen begin jaren ’90 maar werd maar liefst drie jaar later uitgebracht dan ‘Black Moon’ hoewel ze er dus daarvoor was opgenomen. Op deze plaat werd Emerson bijgestaan door minder bekende muzikanten zoals Mike Barsimento, Marc Bonila, Gary Cirimelli en Kevin Gilbert die ook de plaat producte, mixte en opnam. Deze cd begint met ‘Shelter From the Rain’ behoorlijk Toto-achtig. Dat wil zeggen: up tempo met veel synths en blazers en redelijk catchy. In 1995 was deze Amerikaanse groep internationaal echt wel toonaangevend. ‘Another Frontier’ gallopeert vrolijk door de velden, het is Emerson ten voeten uit: erg knap gearrangeerde keyboards in een nummer dat nooit verveelt. Symfonische rock als deze sprankelt als geen ander. ‘Ballade’ is een gevoelig stukje piano. ‘The Band Keeps Playing’ is rechttoe rechtaan rock met overtuigende vocalen van Gary Cirimelli. ‘Summertime’ gaat de jazzy toer op met Emerson als barpianist en het gaat hem bijzonder goed af. ‘The Church’ is van een ander kaliber: barokke klavieren met stevige gitaren in een mini-epos gegoten dat zo als filmsoundtrack kan dienen. Het doet me een tikkeltje aan Yes en Genesis denken, en dat is wel degelijk een compliment! ‘Interlude’ is weer een kort stukje verzorgd en ingetogen pianomuziek. ‘Montagues and capulets’ is heerlijke up-tempo synth-rock, spijtig genoeg wel heel kort, slechts twee minuten. ‘Abandon’s Bolero’ echter is een mini-klassieke symfonie, die erg subtiele muzikale kleuren telt dank zij het London Philharmonic Orchestra. Hiermee bewijst Emerson dat hij wel degelijk van alle muzikale markten thuis is. Het is zonder meer het hoogtepunt van de plaat. De tweede versie van ‘The Band Keeps Playing’ is eveneens te pruimen. In zijn geheel een sterk album met enkele forse uitschieters. Peter Desmet (3) This record is still very enjoyable, despite being 20 years old: good songs, good musicians and a very good production. Keith Emerson shows his musical experience and his classical piece ‘Abandon’s Bolero’ is just brilliant. De Amerikaanse zanger Curtis Stigers hoef ik niet meer voor te stellen, dacht ik. Al meer dan 20 jaar balanceert hij op de grens tussen jazz en pop, en dit is nu zijn elfde album dat uitkomt. Daarop staan klassiekers uit het Great American Songbook, afgewisseld met drie splinternieuwe nummers. Hij zegt erover: On almost all of my Concord records, I've done a standard or two and lot of songs by modern songwriters. This time around, I've flipped it and recorded mostly standards with a few modern songs." Deze naadloze combinatie van oude en nieuwe songs werd opgenomen met jazzmuzikanten en Curtis zegt: "I set out for this album to be like an old Nat King Cole record from the 50's. I've had a lot of people ask me to do more standards, not critics or record companies, but friends. So, I had a running list of songs that I love and have always wanted to record. This time it really made sense." Hij opent relaxt met George & Ira Gershwin’s ‘Love Is Here to Stay’, waarna Steve Earle’s ‘Valentine’s Day’ eraan komt. Hij gaat zelfs Frank Sinatra achterna met ‘You Make Me Feel So Young’, hier gebracht als duet met de Franse zangeres Cyrille Aimée. "Cyrille is a wonderful singer who's in her 20s and I'm in my late 40s so it really works - throughout the track she laughs and pokes fun of me for being old and it's kind of like an old movie, like a Spencer Tracy / Kate Hepburn kind of thing." De titeltrack is een originele track, evenals ‘Give Your Heart to Me’ en ‘A Matter of Time’. Curtis brengt op zachte manier ‘The Way You Look Tonight’, en iets verderop staat ‘If I Were a Bell’ van Guys and Dolls, waarna hij afsluit met ‘You Don’t Know What Love Is’, met daarop een gedempte trompet. Curtis laat het allemaal gemakkelijk uitschijnen, en heeft er duidelijk plezier in. Een aanrader voor wie houdt van “the rat pack”. Patrick Van de Wiele (4) Nadat we het zilte zout van de zee afgewassen hebben, en de dag zijn einde nadert, gaan we op stap, benieuwd naar wat de nacht te bieden heeft. Daarbij denken we terug aan de jaren ’70 met zijn soul, disco enz. Hier op de vijfde editie van deze Le Chic Club gebruikt men die inspiratie en mixt met house en clubsounds met soul en Latin. Die muziek heeft uiteraard beats nodig, en dat gebeurt hoofdzakelijk in het duister. Dat staat garant voor anonimiteit, een sluier voor onze verborgen dromen en onze fantasieën. Koppel aan die songs van o.a. Disclosure, Kraak & Smaak, Fetsum, Choklate, Tigerskin, enz. de foto’s van de New Yorkse fotograaf David Drebin. Hij brengt ons naar een wereld van schaduwen, sensualiteit en suggesties, waarbij de grenzen tussen droom en realiteit vervagen. Zijn beelden zijn soms voyeuristisch en kwetsbaar, maar zinderen met erotische spanning. Hoe dan ook, de muziek moet beats hebben! Deze nachtelijke affaires kunnen we delen d.m.v. deze cd. En ook al ben ik geen fan van housemuziek, moet ik toegeven dat deze compilatie feilloos uitgevoerd is. Patrick Van de Wiele (3½) These nightly beats are a mixture of house, club sounds, soul & Latin. Perfect for an evening of entertainment. California Sunset Records I CC-05 I Wave Music
De wereldbefaamde Akkurat Bar was in maart 2013 in Stockholm ‘the place to be’. De band Tyla Gang werd boven de doopvond gehouden in 1975 door Sean Tyla. Tot dan was hij de bandleader van Ducks Deluxe, dat met gezapige pub-rock een van de meest beloftevolle groepen was. Maar al even snel zocht Sean een nieuwe uitdaging. Hij hunkerde naar een veel agressievere sound. Verschillende line-ups werden uitgeprobeerd en getest, demo’s werden geregistreerd, maar niets leek aan te slaan. Alhoewel Sean krap bij kas zat, sloeg hij een lucratief aanbod af van de Sex Pistols om hun debuutalbum te producen en weigerde hij zelfs om de jonge band Motörhead te vervoegen. Een jaar na het laatste concert in de Londense 100 Club met Ducks Deluxe vond Sean backing bij Bruce Irvine (gitaar), Michael Demarcaties (drums, vocals) en John McCoy op drums en vocals. Het album ‘Live In Stockholm’ is 12 tracks rijk en staan geregistreerd zoals ze live werden gebracht in de Deense hoofdstad. Het concert opent met een tot op het bot ruwe rock-’n-roll song ‘Cannons Of The Boogie Night’. De sfeer zit meteen raak en ‘The Young Lords’ knallen ongenaakbaar door de woofer. ‘Lost Angels’ is een ballade in de ruime zin va het woord, maar de lekker lopende vette boogiegroove van ‘Styrofoam’ is een hoogtepunt in het showgebeuren. In ‘Suicide Jockey’ tovert het kwartet de Zweedse muziekvirtuoos Matz Lorentz op Hammond B3 orgel tevoorschijn. Er wordt lustig gesoleerd en de drummer haalt alle uit de kast op zijn drumvellen. Het trage ‘Moonlight Ambulance’ is de voorbode voor de geweldige rocker ‘Hurricane’. Het heeft zijn naam niet gestolen want Sean en kompanen razen als gekken door het nummer. “Here is another one“, zegt Sean met zijn donker en ruig stemgeluid en het onverwoestbare ‘Texas Chainsaw Massacre Boogie’ wordt ingezet. Het is meteen het orgelpunt -letterlijk en figuurlijk- van een knappe en hoogstaande show. Benieuwd of we Lyla Gang op onze Belgische Festival affiches zullen zien prijken. Philip Verhaege (4) With a great live show Tyla Gang effortless their fans. Great live registration! Deze band was een Britse harmony popband waarin twee grote componisten hun weg naar wereldfaam vonden, nl. Steve Rowland (Amerikaans acteur eigenlijk die Albert Hammond in Spanje leerde kennen), en Albert Hammond. Verder bestond de band ook nog uit Mike Hazlewood, Christine Holmes (aka Kristine Sparkle), Doreen De Veuve en Pam “Zooey” Quinn. In 1967 debuteerde Family Dogg met een nummer van de Bee Gees ‘The Storm’ dat geleased werd MGM. Nog twee singles zagen het levenslicht bij Fontana totdat de band bij Bell Records terechtkwam. Onder dit label wisten ze met ‘A Way of Life’ in de GB een Top 6 notering te behalen. Een eerste langspeler, genoemd naar deze laatste single, zat vol met sessiemuzikanten die later ook de weg naar stardom zouden vinden: Elton John, Jimmy Paige, John Paul Jones, John Bonham, dus driekwart van Led Zeppelin. De band’s best gekende song is uiteraard ‘Sympathy’ dat Rare Bird (origineel van Rare Bird) ook de nodige centen opleverde. Dankzij RPM Records en Cherry Red Records krijgen we nu een leuk overzicht van het meeste werk van deze formatie. Buiten originele nummers krijgen we hier en daar ook een leuke cover te horen. Dacht je misschien dat alleen Elvis ‘In The Ghetto’ op een leuke manier kon brengen dan was dit buiten Family Dogg gerekend en wat dacht je van de prachtige versie van Dylan’s ‘Love Minus Zero’ dat we ook nog kennen van The Walker Brothers. Chrispian Peters’ ‘You Were On My Mind’ krijgt hier wel een zeer leuk jasje aangemeten. Steve Rowland en Albert Hammond maakten samen ook enkele plaatjes en we krijgen hier het ietwat vergeten pareltje ‘Follow The Bouncing Ball’ en ken je Pancho & Cisco nog? Geen probleem, je geheugen wordt hier op een aangename manier opgefrist met ‘Follow The Leader’. Ireen Sheer, die later bij de band kwam maar ook enkele keren de kleuren van diverse landen verdedigde tijdens het Eurovisiesongfestival, zingt hier het verrukkelijke ‘Big Yellow Taxi’ en het beklijvende ‘You Walked Away’. Nog meer imponerende nummers zijn het in parlando gebrachte ‘Jesus Loves Me’ en ‘Crucify Your Mind’. Oke, we hebben jullie nu echt warm gemaakt. Als je houdt van compromisloze popsongs die allemaal een serieuze diversiteit aan de dag leggen, raad ik je aan om deze dubbelaar onmiddellijk aan te schaffen want op deze twee schijven is er geen enkel nummer te vinden dat u onmiddellijk naar de fastforwardtoets zal doen grijpen. En als je deze aanschaft vergeet dan niet dat je driekwart van Led Zeppelin en een nog jonge Elton John in handen houdt maar de naam van de band is nog steeds The Family Dogg. Aanschaffen is de boodschap. Nog een laatste detail: Steve Rowland was begin jaren zeventig de producer van de toen doodgezwegen Rodriguez… Alfons Maes (4½) Singer-songwriter en multi-instrumentalist Shaman Juan viert zijn 50-jarig bestaan als muzikant en filmmaker met het nieuwe album ‘Soothsayer. Wat ooit begon als een solo performen is uitgegroeid tot een dynamische band die uit 9 of zelfs wel eens 11 consistente leden bestaat. De meest opvallende naam in de backing in die toch wel van de legendarische funky drummer Clyde Stubblefield,die zijn funky beats ooit aan James Brown toevertrouwde. De 12 tracks zijn een kleurrijk scala aan muzikale structuren. Shaman tekende als jonge kerel, samen met zijn band The Messengers, een contract bij het label Motown. Ze genoten toen van heel wat nationale en internationale successen. De Wisconsin gebaseerde rocker opent op zijn nieuw album met de lekker groove van ‘Now That I Know’. Hij katapulteert ons meteen terug naar de sixties. In ‘Shake Yer Faith’ overheersen de funky riffs. De glinsterende Hammond orgel van Owen Mooney, het opmerkelijk slagwerk en Jon Prigge’ harptunes vervolledigen de merkwaardige sound. In de smooth sound van ‘Free Your Love’ komen Shamans zangkunsten, de backingvocals en Chris Aaron slidegitaar sterk bovendrijven. In het akoestische ‘Love Will Find The Way’ heeft Juan het samen met Sarah en Nathalie over de ware liefde die ooit wel eens zal opduiken. Het traag tergende ‘Up On The Mountain’ klinkt overheerlijk bluesy, maar ‘Smoke It’ is dan weer een knappe flowerpower popsong. Het wordt alweer gezellig blues time in het akoestische ‘Mamma Told Daddy’. In ‘I Joined the Union’ klaagt Shaman de economische toestand aan, net zoals in ‘Don’t Want to Cry No More’. Waar hij alle moed en blijdschap heeft verloochend. Gelukkig doet Shaman dit niet muzikaal want ‘Soothsaver’ is een dijk van een plaat. Philip Verhaege (4½) Soothsayer is a wonderful album that is full of musical varieties. Eigen Beheer I Zonder Nummer I Michael J. Media I Shaman Juan
Op de hoesfoto zien we een man in onberispelijk maatpak en das met in de ene hand een aktetas, de andere arm leunt op, een gitaarkoffer. Het is het dagelijkse werkplunje van Scott Krokoff, die als advocaat in New York City in zijn levensonderhoud voorziet. Zijn overblijvende tijd investeert hij in zijn muzikale ambities. Geïnspireerd door singersongwriters en muziek uit de jaren zestig besloot hij zijn songs die hij in de loop der jaren bijeen gespaard had op een langspeler te bundelen. ‘A Better Life’ werd in 2007 uitgebracht en we vinden hier een selectie van enkele nummers terug uit die langspeler .Popgetint werk zoals de titelsong ‘A Better Life’ kan zo op de radio evenals het wat scherpere ‘Acid Rain’. Het recentere werk dat in 2012 uitgebracht werd, klinkt stukken sterker. ‘What The Hell’ wordt door de snerpende gitaar van Bob Stander en toetsen werk van Paul Errico ondersteund. ‘Don’t’ flaneert op een zonnige, funky ritmiek met fraaie soullicks en zwierige hammondtonen. Krokoff blijft moeiteloos overeind in meer intimistisch werk zoals ‘Closed’ en soms volstaat de akoestische gitaar. Krokoff toont zich een voortreffelijk fingerpicker in ‘The Vow’, dat met een sfeervolle cello wordt gelardeerd en ook de akoestische reprise van ‘What The Hell’ overtuigt. Ondertussen zou Krokoff al nieuwe nummers hebben opgenomen, het wordt dus even wachten op volume 2. Cis Van Looy (3½) |
Archives
Oktober 2024
|