CD & vinyl REVIEW BLOG |
“I’ll never be a western hero… zingt Bennett Jackson op de openingstrack ‘Broken Hearted Dude’. In het volgende nummer heeft hij het over de rodeo of love dat op vlijmscherpe riff gescandeerd wordt. Lekker rollende twang en roffelende drums in een rockende attitude met scherp snarenwerk vormen hier de hoofdmoot . Jackson trok ver van zijn thuishaven Austin naar de Mason Jar Studios in in Brooklyn met gereputeerde snarenridders en medeproducers als Dan Knobler en Sean O’Brien, die zijn gitaarescapades ondersteunen. Diep in zijn hart blijft Jackson een lonesome cowboy. Dat illustreren weemoedige songs zoals ‘Denver’ of het langoureuze ‘Girl Of Galveston’, een fraai duet met Michaela Anne. De gitaren verstommen even om plaats te ruimen voor een fijnbesnaarde dobro en de sfeervolle accordeon van Dan Romer. Het blijken zeldzame rustpunten op ‘Texana’, dit balladewerk zet ons even op het verkeerde been. Meestal verlaat Bennett vrij vlug de wat troosteloze truckstops en roadhouses van deze oorden om met zo’n big wheel truck richting van de Lone Star State te denderen langs schier eindeloze highways. ‘In de titelsong ‘Texana’, een instrumentaal snarenepos, zo weggelopen uit een soundtrack van Morricone, wordt met haast cinematische precisie zo’n weids landschap geschetst. Met het rusteloos gedebiteerde parlando van ‘Oklahoma Loner’ dat op nerveuze fingerpicking passeert is deze verkwikkende roadtrip na nauwelijks 32 minuten afgelopen. Uiteraard veel te snel, dat dit naar meer smaakt is het minste wat we kunnen zeggen. Cis Van Looy (4)
0 Opmerkingen
Ter gelegenheid van de 15de verjaardag van deze succesvolle Duitse compilatiereeks, wordt de 20ste uitgave uitgebracht. Gezien de markt evolueerde bleef het niet bij smooth jazz, maar werden genregrenzen overstegen, en zo bevat deze dubbel-cd melodische jazz, electro beat, delicate deep house en singer-songwriter pop. Voor de artistieke vormgeving en foto’s werd beroep gedaan op fotograaf Kai Wiesinger. Deze keer staan er 31 tracks op de dubbel-cd, beginnend met James Vincent McMorrow en ‘We Don’t Eat’, waarna smooth jazzpianist David Benoit ‘Le Grand’ brengt. Dan komt de neo-soul ‘Too Late’ van Tender Games, via ‘Kleines Traumparadies (Original Mix)’ van Tube & Berger feat. Paji, tot bij Whomadewho met ‘Heads Above’. Downtown Party Network feat. Egle Sirvydyte vraagt ons te luisteren naar de elektronische beats van ‘Space Me Out’, met daarachter Da Lata feat. Mayra Andrade met ‘Unknown’ in een mix van Braziliaanse geluiden met Afrobeat. De electrosoul van Georg Levin volgt met ‘Leisure Suit (Original Mix)’, via Chopstick & Johnjon met ‘Run Slowly’, tot bij de mooie Nu-Jazz van Baumgartner/Kraus met ‘Jump or Pushed’. Isabelle Antena brengt zalige loungy bossa met ‘Le Poisson Des Mers Du Sud’, gevolgd door gitarist Chuck Loeb met ‘Las Eras’ en ‘Lounge’ van Maria Gadù. Kyle Eastwood zingt daarna ‘Leave It’, waarna onze landgenoten van Isbells met ‘Elation’ cd één afsluiten. Schijf twee vangt aan met de Noorse jazzpianist Bugge Wesseltoft en zangeres Sidsel Endressen met ‘Out Here In There’, via The/Das met ‘It’s True’ en de electropop van Wild Culture met ‘Fade (Original Mix)’. Lutz Häfner & Rainer Böhm brengen ons terug in de tijd met zalige jazz met ‘The Peacocks’, gevolgd door Movement met ‘Us’. Junip zingt daarna ‘Don’t Let It Pass’, via Low Roar met ‘Just A Habit’ en Disclosure feat. London Grammar met ‘Help Me Lose My Mind’. De Australische Chet Faker brengt moderne soul met future beat in ‘Gold’, gevolgd door Rochus Grolle & Michael Noack feat. Alex Landon met ‘Why’. Jan Blomqvist komt met ‘Time Again (Radio Edit)’, via Erlend Oye met ‘Garota’ tot bij de indie pop van François & The Atlas Mountains met ‘Do You Want To Dance’. Lambert speelt piano op ‘Fagerhult’, waarna S-Tone Inc. de klassieker ‘I Put A Spell On You’ brengt in house & lounge sfeer. Deptford Goth sluit af met ‘Guts No Glory’. Vooral onbekende namen deze keer, alhoewel ik liever wat meer smooth jazz gehoord had. Toch het aanbevelen waard! Patrick Van de Wiele (4) A mixture of melodic jazz, electro beats, delicate deep house and singer-songwriter pop. California Sunset Records I WM-20 I Wave Music
Binnen een maand is het Kerstmis, dus de eerste kerstcd dienen zich aan. Het is al zo’n 3 jaar geleden dat ik nog eens een exemplaar van deze compilatie onder ogen en oren kreeg. Deze tiende editie neemt ons mee ver weg van de bestaande clichés. Er staan deze keer immers enkele bekende namen op de cd, artiesten die voor het eerst op dit label te horen zijn. Neem nu opener Rod Stewart met de klassieker ‘Have Yourself A Merry Little Christmas’, een fantastische bewerking van het origineel. Lekker jazzy en sfeervol. Daarna komt Kim Owens, beter bekend als Kem, met een origineel nummer, ‘Home For Christmas’. De Amerikaanse Mindy Gledhill zingt het originele ‘Winter Moon’, gevolgd door Martin Sexton met zijn bewerking van ‘Christmas Tree’. Daarna is de beurt aan de Noor Kurt Nilsen met het traditionele ‘Auld Lang Syne’, het volkslied van Schotland overigens. Het Canadese trio Good Lovelies brengt dan een leuke cover van ‘Santa Baby’. De Brit Denny Lloyd vertokt een cover van Chris Rea’s ‘Driving Home For Christmas’, gevolgd door Kim Wilde met de klassieker ‘Let It Snow’. De Zweedse trombonist Nils Landgren vervolgt met het originele ‘Christmas Is Here’, waarna Tracey Thorn eraan komt met haar eigen ‘Maybe It’s Christmas’. Meaghan Smith uit Canada zingt het originele ‘It Snowed’, en David Ian volgt met een cover van de klassieker ‘Winter Wonderland’. En de bekende popgroep Maroon 5 eindigt met een cover van John Lennon’s ‘Happy Christmas (War Is Over)’. Laat dit jaar dus deze compilatie de achtergrond vormen van uw kerstfeest. Een aanrader! Patrick Van de Wiele (4) Let this year this compilation form the background of your Christmas party. Recommended! California Sunset Records I XM-10 I Wave Music
In 2005 vertrok Matt Ellis uit Sidney met een soloplaat onder de arm, na een tournee in Canada belandde hij in LA. In zijn nieuwe thuishaven evolueerde de uitgeweken Australiër het afgelopen decennium met een mengsel van folk, country en rock en geïnspireerd door het repertoire van Neil Young, Tom Petty en recenter Ryan Adams tot een bevlogen songwriter die met zijn rauwe zang in de voetsporen treedt van zijn illustere voorbeelden. Tegenwoordig huist Ellis in Venice Beach, samen met zijn vrouw Vavine Tahapehi , die de achtergrondzang verzorgt op de twee voorgaande werkstukken en is samen met Ellis’ backingband opnieuw van de partij op ‘The Greatest Escape’. Eind vorig jaar werden in Tucson Arizona de basistracks vastgelegd door Chris Shultz en Craig Shumacher (Calexico). Dat duo zorgde ook voor de uiteindelijke productie en pianist Nick Luca, eveneens actief bij Calexico, droeg meer dan zijn steentje bij. ‘On the Horizon’ trapt energiek af met het massieve gitaarspan en ook ‘Different Man’ leunt op een krachtige combinatie van akoestisch en elektrisch snarenspel terwijl de titelsong en de wijds uitwaaierende pedalsteeltonen in ‘Greyhound’ een aangenaam zweverig sfeertje scheppen, ideaal voor het ruige stemtimbre van Ellis dat enige gelijkenis vertoont met John Mellencamp. Na een countrygetint ‘Texas Sky’verrast de zanger nog met een door warme pedalsteelklanken ondersteund ontroerend duet met Vavina. De luchtig twangende countrybilly van ‘I Know A Killer’ wordt gevolgd door ‘Thank You Los Angeles’, een oprechte, ingetogen ode aan de blijkbaar inspirerende City of Angels en de fraaie weemoedige afsluiter ‘Ain’t No One Winning’. Thank you Matt for this fine album. Cis Van Looy (4) In september 2009 kreeg onze landgenoot William Beckers het idee om muziek te maken. Via zijn jeugdvriend Luc Descamps kwam hij in contact met producer Frank Van Bogaert en William ging in de studio van Frank zijn muzikale ideeën uitproberen. Maar het valt tegen en er moet op zoek gegaan worden naar een meer gedetermineerde stijl en geluid. Frank begint dan samen met William te componeren en wanneer de twee keyboardspelers mekaar aanvullen, inspireren ze tevens mekaar, in echte progressieve rockstijl. Tijdens de volgende maanden worden 10 songs geschreven met het Alan Parsons Project in het achterhoofd. Na discussies beslist Frank om de lead vocal voor zijn rekening te nemen. Hun debuut ‘Shoot the Moon’ slaat in bij fans van progressieve rock, en de opvolger ‘Airborne’ bereikt nog een breder publiek. Nu is hun derde album verschenen, en de samenstelling van de band daarop is de volgende: William Beckers (keyboards, percussie), Frank Van Bogaert (keyboards, leadzang, achtergrondzang, bijkomende gitaar), Nick Beggs (bas, achtergrondzang), Marty Townsend (elektrische & akoestische gitaar, mandoline) en Marcus Weymaere (drums, percussie). De titeltrack bijt de spits af, en duurt meer dan 10 minuten. Na een akoestische intro, wordt een sterk en melodisch progressief ritme opgebouwd, met zangpartijen die mij onmiddellijk aan The Alan Parsons Project doen terugdenken. ‘Just a Nightmare’ is ietwat zachter, maar toch nog best genietbaar. ‘She Colours the Rainbow’ is een ballade, waarna ‘Callin’ Planet Home’ wat meer bluesinvloeden vertoont. ‘Radio’ begint met het historische afscheid van Radio Caroline, en is weerom compleet The Alan Parsons Project. ‘Sanctuary’ drijft op een vlot ritme, en is hoofdzakelijk instrumentaal, waarna ‘Stay’ mij terugbrengt naar The Alan Parsons Project. Het is een aangenaam album, met melodische songs, die je terugbrengen in de tijd. En dat uit ons eigen kikkerlandje! Patrick Van de Wiele (4) A nice album with melodic progressive rock songs, that transport you back to the days of The Alan Parsons Project. Esoteric Antenna I EANTCD1037 I Cherry Red Records I Fish on Friday
Op 21/2/1933 werd in Tryon, North Carolina, Eunice Kathleen Waymon geboren, en dat zegt u waarschijnlijk niets. Maar als ik u verklap dat ze onder de artiestennaam Nina Simone wereldbekend werd, zal uw euro vallen. Ze vaarde tegen de stroom in, en bracht haar eigen “Great Black American Music”, dat een synthese was van blues, soul en klassieke muziek. Maar ze werd pas ten volle op handen gedragen na haar overlijden in het zuiden van Frankrijk in 2003. Haar nalatenschap bestaat uit songs, die nog steeds gecoverd worden door een jonge garde van soul, rock, rap en elektronartiesten. In dat opzicht zin de artiesten op deze compilatie haar kinderen, omdat ze haar muziek een eigentijdse klankkleur geven. Nina kwam het Spaanse woord voor kind, en Simone de voornaam van de actrice Signoret, die ze bewonderde. Ze vocht indertijd voor de mensenrechtenbeweging, maar toen haar idealen aan diggelen geslagen werden, en de muziekbusiness haar dumpte, trok ze van de Caraïben, naar Afrika en Europa. Tot ze in 1987 herontdekt werd door het nummer ‘My Baby Just Cares (For Me)’. Toen was al vastgesteld dat ze aan bipolaire stoornis leed, werd ze terug op scène geduwd omwille van het geld. Maar toen was haar kracht al verdwenen, en ze consumeerde zichzelf. Elke song op dit eerbetoon wordt gebracht door een andere zanger of zangeres, en opener is Lianne La Havas met Randy Newman’s ‘Baltimore’ uit 1977, een song die Nina ook coverde. Deze nieuwe versie klinkt serener en soulvoller. Daarna volgt ‘Sinnerman’ dat door Keziah Jones terug in Afrika gesitueerd wordt. Het was oorspronkelijk een Negro spiritual en Keziah benadert Nina erin. Hindi Zahra brengt daarna ‘Just Say I Love Him’, dat Nina in 1961 coverde, en hier ook benadert Hindi Nina’s versie. De oorspronkelijke song ‘Black Is The Color (of My True Love’s Hair)’ komt uit Schotland en Gregory Porter zingt het hier met achtergrondzang van Melody Gardot. Het voornoemde ‘My Baby Just Cares For Me’ krijgt een sensuele, speelse aanpak door Olivia Ruiz en wordt een swingnummer. Ben L’Oncle Soul brengt daarna ‘Feeling Good’, een song die we kennen als jazzstandaard via Michael Bublé. Hier wordt het ingehouden en toch ietwat funky gebracht. Melody Gardot zelf komt nu aan de beurt met ‘Four Women’, een track over de 4 stadia van een archetypische Afro-Amerikaanse vrouw. De Koreaanse zangeres Youn Sun Nah zingt ‘Plain Gold Ring’, en dat nummer stamt uit 1957. Het bekendere ‘I Put A Spell On You’, hier vertolkt door Sophie Hunger, komt uit Nina’s creatiefste periode. Tenslotte wordt ‘Lilac Wine’ gezongen door Camille, omringd door delicate arrangementen. Alles bij mekaar een onderhoudend eerbetoon aan Nina, komende van misschien verrassende en onbekende artiesten. Wat weer bewijst dat haar muziek tijdloos is! Patrick Van de Wiele (4) Verve Records I 0602547063137 I Universal Music Belgium I Autour de Nina
De Afro-Amerikaanse R&B zangeres Teri Tobin ken ik via Facebook. Ze werd geboren in Mesa, Arizona, maar groeide op in het zuiden van Californië. Zoals zovele zette ze haar eerste muzikale steppen in de kerk, en daarna deed ze als kind haar eerste studio-ervaring op met soulzanger Jeffrey Osborne. Op school werd ze gerekruteerd om deel te nemen aan een R&B en hiphop soulgroep, Simpli R.A.W. Nadat ze was afgestudeerd, en een belofte voor een solocarrière kreeg, die nooit ingelost werd, ging ze naar Howard University in Washington, D.C. Als deel van het koor daar stond ze op de planken met Patti Labelle en Luther Vandross, en trad tijdens de inhuldiging van president Clinton op met Diana Ross. Na een verhuis naar Atlanta en naar Californië deed ze sessiewerk voor bekende namen zoals Joe, Mica Paris, Chico Debarge en Chante Moore. Maar Teri koos daarna voor een gezin en een zoon, en verliet de muziek. Die relatie liep slecht af en in 2011 keerde Teri terug met haar debuut ‘Love Infinity’. De single ‘Free’ daaruit was een eerbetoon aan Donny Hathaway en werd een hit in de UK en in Nederland. Met kerstmis in dat jaar verscheen de EP ‘Christmas Child’, en het jaar daarop werd ‘So Good To Me’ uitgebracht. Ook is ze te horen in de onafhankelijke prent ‘Fathers of the Sport’ en in diverse commercials. Nu is haar derde album uit, en Teri schreef aan alle songs mee, behalve aan één. ‘Wonderfully Made’ opent de cd, maar ‘Always Be You’ bevalt me beter in een soulvol mid-tempo. ‘Love Happens’ is van hetzelfde gehalte, maar het is vooral ‘Make Beautiful’, dat mijn aandacht trekt. Dit is overigens de single, die zwoel overkomt. ‘#Shine’ is de nieuwe single, waarna ‘Wish You Were Here’ over een gebroken liefde vertelt. ‘I Am Love’ en ‘Where Would I Be?’ zijn twee bonustracks, en Teri heeft het volgende over deze cd te zeggen: “The concept of the album came from wanting to finally get some things off my mind that I may have been too prideful to say, or realizations that we all need to recognize within ourselves. There is something to be said about allowing yourself to be vulnerable and finding that what you exposed about yourself may be able to be a source of strength for someone else going through the same thing. There’s a reason why the album starts the way it does. Aside from the usual formula, to choose songs that “feel good” to me, I wanted to make a statement that not only that I could refer to from time to time, but also an affirmation to those that could use a little light to #shine on their circumstance”. Indien je houdt van een zwoele, soulvolle atmosfeer, dan is deze cd aanbevolen. Patrick Van de Wiele (4) A sultry collection of songs about life, love and the truth. Soulful, melodic and jazzy. SõL 2 KêP Entertainment I 889211162369 I CD Baby I Teri Tobin
Als onderdeel van hun ‘Musical Affair Tour’ trad het mannelijk kwartet Il Divo op 11 maart van dit jaar op in het bekende Budokan Theatre in Tokio, Japan. Dat concert werd opgenomen op dvd en nu uitgebracht in een speciale set, samen met een cd waarop 15 tracks staan. Op de dvd staan er echter 18. De groep Il Divo moet ik hier niet meer voorstelen, want ze kwamen al meermaals aan bod. Hun cd ‘Musical Affair’ werd hier al in een speciale versie met Franse zangeressen uitgebracht, maar hier op de “tournee versie” worden ze soms in duet bijgestaan door Lea Salonga. Urs, Carlos, Seb en David zijn werkelijk in de wolken met deze opname. Urs zei: “we’re so proud to have captured our live show at the Budokan, one of the most iconic venues in the world. It was definitely a career milestone for us.”. Ze brengen op de dvd, de volgende songs: ‘Tonight’ (uit ‘West Side Story’), ‘Some Enchanted Evening’, ‘If Ever I Would Leave You’, ‘Can You Feel The Love Tonight?’ (een duet met Salonga uit ‘’The Lion King’), ‘Memory’ (duet met Salonga), ‘I Will Always Love You (Siempre Te Amaré)’, ‘Don’t Cry For Me Argentina’ (uit ‘Evita’), ‘Pour Que Tu M’aimes Encore’, ‘Somewhere’ (uit ‘West Side Story’), ‘The Winner Takes It All (Va Todo Al Ganador)’ (uit ‘Abba The Musical’), ‘Bring Him Home’, ‘Love Changes Everything’, ‘Who Can I Turn To?’, ‘The Music of the Night’ (duet met Salonga uit ‘The Phantom of the Opera’), ‘The Impossible Dream’ (uit ‘The Man from La Mancha’), ‘You’ll Never Walk Alone’, ‘My Way (A Mi Manera)’ en ‘Time To Say Goodbye (Con Te Partiro)’ (duet met Salonga). Dit is werkelijk een festijn voor liefhebbers van licht klassiek, als voor die van musicals. En geloof me vrij er staan werkelijk fantastische versies op! Aanbevolen dus. Patrick Van de Wiele (4½) SYCO Entertainment I 88843089142 I Sony Music Belgium I Il Divo
In 2010 recenseerde ik hier de tweede cd van de Afro-Amerikaanse gitarist dee Brown uit Detroit, namelijk ‘A Little Elbowroom’. We hebben dus 4 jaar moeten wachten op de opvolger, maar het is de moeite waard gebleken. Hij is ondertussen veranderd van label, en de eerste single ‘Honeycomb’ eruit is een hit op radio en interstations in de USA. Het is met de intro tot die single door DJ Shannon Weiss dat hij dit nieuwe album opent. dee werkte voor dit album samen met songwriters en muzikanten uit zijn thuisstad, zoals Valdez Brantley, keyboardspeler & Musical Director voor Usher; zijn broer bassist Kern Brantley, Musical Director voor Lady Gaga; Chip Dixson, een gospel muzikant die al opnam met Marvin Sapp; en “soul trompettist” Lin Rountree. dee schreef aan alle songs mee, behalve aan één cover. Dan volgt de urban jazzballade ‘My Love’s Forever’, met gospelinvloeden, met de sax van Dezie McCullers Jr. (de zoon van één van de originele Funk Brothers bij Motown). Het refrein van ‘Smile Again’ wordt gezongen door co-songwriter Arnell Carmichael, terwijl dee zelf scat op ‘Pleasurable Dream’. We keren even terug in de tijd met de “old school” soul jam ‘Ice Cream Sunday’, waarna de interlude ‘Power Within’ komt. ‘Natural Love’ is meer funky, in de stijl van Wes Montgomery en George Benson, en het is de nieuwe single. De Philly sound is ook tegenwoordig met een cover van ‘I’ll Always Love My Mama’ van The Intruders, die dee opdraagt aan zijn moeder. Romantiek is daarna aan de orde met ‘I’m Here For You (I’ll Never Leave You)’ met de zang van co-songwriter Shaunia Edwards. De titeltrack is een opgewekte “feel good” song, en de inspiratie kwam voort uit zijn geloof in God, maar ook uit het feit dat honing natuurlijke suiker is, en zijn muziek uit een organische, soulvolle plek komt. “I’m very much into the whole health food thing, and honey and brown sugar are both naturally sweet treats,” zei hij. “But it goes back to Scripture in another way. When the resurrected Jesus appeared to his disciples, they thought he was a ghost, but he said he was hungry. They fed him fish and then it’s said he ate honeycomb for dessert. Even when I’m playing music that both fans of sacred and secular music can enjoy, that’s always a foundational inspiration for me as a songwriter and artist.” De eerste single ‘Honeycomb’ sluit het rijtje, waarnaar ik bovenaan al verwees. dee bewijst hiermee zijn talent als een urban en smooth jazz gitarist, waarmee rekening moet gehouden worden! Patrick Van de Wiele (4) Dee proves with this new album his talent as an urban and smooth jazz guitarist. It sounds indeed like sugar and sweet honey! Innervision Records I INN703 I CD Baby I Dee Brown
In 1967 werd een nieuw muzikaal collectie opgestart met volgende muzikanten: Al Kooper, Jim Fielder, Dick Halligan, Randy Brecker, Fred Lipsius, Steve Katz, Bobby Colomby en Dick Halligan. Een bezetting van muzikanten uit diverse muziekstromingen die nu met hun nieuwe crossover band moeiteloos jazz en pop met her en der wat psychedelische invloeden wist te combineren. Na hun debuut in de New Yorkse club Cafe Au Go Go leek het alsof hun weg met gouden stenen was geplaveid. Het werd inderdaad een succes maar niet voor lang. Hun eerste album, wat we dus hier nu in onze bus hebben gekregen, kwam in 1968 via CBS op de markt maar een live-optreden is niet hetzelfde als een studioplaat en de verkoopscijfers bleven uit. Dit tegen de zin van Steve Katz zelf die door CBS gesteund werd om duidelijk te maken dat Al Kooper zich niet meer als zanger mocht profileren. Vermoedelijk hebben ze achteraf van deze beslissing spijt gekregen want voor Kooper was dit meer dan voldoende reden om op te stappen. En wie de geschiedenis van Kooper zowat heeft gevolgd weet dat hij is uitgegroeid tot een machtig muzikant die met de allergrootsten het podium deelde, zelfs als zanger. Ik denk hier bijvoorbeeld alleen al maar aan ‘The Live Adventures van Al Kooper & Mike Bloomfield’, zijn ‘Kooper Session’, zijn samenwerking met Jimi Hendrix en BB King, enz… Maar goed, terug naar deze re-release via Audio Fidelity, die deze klassieker nu uitbrengt op het SACD systeem. Uit dit album onthouden we vooral de schitterende klassiekers ‘I Love You More Than You’ll Ever Now, nog steeds een dijk van een plaat maar die ik persoonlijk meer toeschrijf aan Al Kooper dan aan BST zelf, ‘My Days Are Numbered’ en ‘I Can’t Quit Her’ en laat het nu net composities zijn van niemand minder dan Kooper, waarom dan al die heisa rond zijn zangperikelen. We hebben al veel slechter gehoord en Kooper was niet meteen de zanger waarvoor je watjes in je oren moest proppen. Meer leuke nummers op deze langspeler waren het van Tim Buckley geleende ‘Morning Glory’, Harry Nillson’s ‘Without Her’ en de slijmplaat allertijden ‘Just One Smile’ van meneer Randy Newman gaan de klassieker van Goffin/King ‘Some Much Love/Underture’ vooraf. Zeker geen slecht album maar niet altijd even toegankelijk voor iedere muziekliefhebber maar dat heb je meer met dit soort crossover bands. Alfons Maes (3½) Audio Fidelity I AFZ5 195 I Glass Onyon I Al Kooper I Blood, Sweat & Tears
Om je een idee te geven wie er achter de Korgis zat moeten we terug naar 1970, meer bepaald naar het beroemde Glastonbury Festival waar in dat jaar Stackridge het festival opende en sloot. Stackridge werd gevormd door Andy Cresswell-Davis en James Warren en enkele andere uitstekende muzikanten uit Bristol. Na zes jaar en enkele opmerkelijke langspelers waarvan we met plezier de volgende onthouden, ‘Stackridge ‘ (1971), ‘Friendliness’ (1972), ‘The Man In The Bowler Hat’ (1974) enz., gooiden ze de handdoek in de ring en Stackridge was verleden tijd. Andy en James bleven samen muziek maken en in 1979 releasten ze hun eerste single ‘Young ‘n’ Russian’ maar dat liet niet echt vettige sporen achter. Een jaar later kwam hun tweede kindje op de markt en een nummer dat nu nog grijs wordt gedraaid op ieder radiostation, ‘Everybody’s Got To Learn Sometime’. De naam van de nieuwe band was The Korgis, een tweetal dat nu samenzweerde met allerlei moog en synthesisers toestanden. Op tournee vonden we ook steeds Glenn Tommey (keys, trombone, fluit,…), Eddie John (gitaar, ukulele) en Clare Lindley (viool, gitaar, zang) terug. In eigen land klom dit nummer tot op de vijfde plaats terwijl het hier bij ons in de lage landen het iets beter deed. Maar ook dit was blijkbaar buiten het Verenigd Koninkrijk weer een ‘One Night Stand’. Gezien het grote onverwachte succes van deze single begonnen er interne spanningen in de band op te treden en kort nadien was het ook met Korgis afgelopen. Opmerkelijk gezien de schijf die we nu via Angel Air mochten ontvangen toch bol staat van leuke deuntjes. Ongetwijfeld zul je je ‘If I Had You’ nog herinneren, een nummer dat nu ook nog veel op parties en radiozenders wordt gedraaid. Nog een dansbare song is ongetwijfeld het schitterende, en ietwat aan 10cc herinnerende, ‘Lines (unplugged versie)’. ‘Perfect Hostess’ drijft op een serieuze drumbeat terwijl we met ‘One Life’ in meer zuiderse klanken worden ondergedompeld. ‘Mount Everest Sings The Blues’ is een uptempo nummer maar niet echt een bluesy nummer te noemen. ‘All The Love In The World (unplugged)’ is net als hun single ‘Everybody’s Got To Learn Sometime’ een van de vele hoogtepunten op dit prachtige schijfje. Zeer knappe ballad die je keer op keer wilt beluisteren, mede dankzij de knappe samenzang en de akoestische piano die de hoofdrol opeist. ‘That’s What Are Friends For’ gaat in dezelfde lijn verder als ‘All The Love In The World’. Weer duikt dat rustige gevoel op, een rustpunt alleen voor jou en genieten is hier aan de orde. Met ‘Something About The Beatles’ krijgen we een hommage aan de Fab Four uit Liverpool. ‘Rover’s Return’ waarmee de cd afsluit is ook weer zo’n song die je onmiddellijk zult herkennen. Het instrumentaaltje met het hondengeblaf. Rings a bell? Na het avontuur met Korgis trok Andy Davis een tijdje op met Tears For Fears als keyboardsman en meer recent zat hij bij het Britse elektronische muziekduo Goldfrapp. James nam enkele soloalbums op en blies voor korte tijd nieuw leven in Stackridge. Maar de liefhebbers van de Korgis, ze hebben besloten om terug bij elkaar te komen en willen in 2015 intensief gaan touren. Misschien komen ze wel bij jou in de buurt? Alfons Maes (4) Angel Air I SJPCD452 I Proper Music Distribution I Korgis
Pink Floyd is wellicht geen onbekende meer in de muziekwereld en de band hoeft dan ook geen uitgebreide introductie meer. We kennen ze allemaal wel als de pioniers van de progressieve, symfonische rock met experimentele geluiden, filosofische songteksten en de daarbij horende schitterende lightshows. The Endless River is ontstaan uit de opnames van ‘The Division Bell’ sessies – van reeds 20 jaar geleden en is een ode aan de in 2006 overleden toetsenist Rick Wright. Je zou dit album dus kunnen beschouwen als ‘left-overs’ van ‘The Division Bell’ maar is in feite meer dan dat. Toen Gilmour, Wright en Mason de studio indoken om aan ‘The Division Bell’ te werken was het van de ‘Wish You Were Here’ sessies geleden dat ze samen musiceerden en dit resulteerde in uren opnames waarvan slechts een klein gedeelte op ‘The Division Bell’ verscheen. Toen Gilmour & Mason deze opnames in 2013 opnieuw beluisterden besloten ze dat ook deze opnames deel konden uitmaken van het Pink Floyd repertoire en het de laatste keer zou zijn dat ze samen op één album te horen zouden zijn. Als ode aan Rick Wright wiens keyboard geluid mede het hart van Pink Floyd vormde hebben Gilmour & Mason er uiteindelijk een jaar over gedaan om de opnames met behulp van de laatste nieuwe digitale technieken op te waarderen en laatste stukken op te nemen om ‘The Endless River’ te voltooien. Iets wat het duo echt wilde doen omdat ze bij het herbeluisteren maar eerst echt beseften wie en wat ze in handen hadden met Rick en dat niet meer bereikbaar was voor hen. Hoewel Gilmour bij aanvang aan Polly Samson, zijn vrouw, gevraagd had om de teksten te schrijven was deze van mening dat de muziek op zich krachtiger was dan datgene wat ze in woorden kon uitdrukken. Uiteindelijk schreef ze dus enkel ‘Louder Than Words’ waarin ze het gevoel, de kracht en de magie verwoord die ontstaat als het trio samen musiceerde. Het album is dus voornamelijk instrumentaal, bestaat uit vier eigenlijke composities, verdeelt over achttien episodes/nummers en bezit slechts één nummer, ‘Louder Than Words’ met zang . Andere gasten op dit album zijn Stephen Hawking met een monoloog in ‘Talkin’ Hawkin’’ en een saxofoonpartij van psych-jazz legende Gilad Atzmon (gekend van samenwerking met o.a. Brian Eno, Paul Weller, Dionne Warwick). Verwacht je aan een sfeervol en rustig album waarin de typische Pink Floyd sound zeker aanwezig is maar op andere momenten dan weer ambient –achtig. Toch herken je steeds de typische elementen die de Pink Floyd albums groot maakten, de toetsenpartijen en special effects van Rick Wright, het majestueuze gitaargeluid van Gilmour en de doordringende maar weldoordachte uitgebalanceerde drumpartijen van Nick Mason. Noem een album of song van Floyd op en je vindt er op deze plaat wel een element van terug. Bij het beluisteren van dit album kan je je zo een beeld vormen van hoe de immense licht- & lasershow er zou uitgezien hebben op een podium. Er kon geen beter eerbetoon voor Rick Wright gemaakt worden dan dit! Het artwork van de albumhoes is bedacht door Ahmed Emad Eldin, een 18-jarige Egyptische digitale kunstenaar. Pink Floyd’s album artwork werd meestal gemaakt door Storm Thorgerson - de eigenaar van kunstdesign studio Hipgnosis - die net zo legendarisch is als de muziek van de band. Na het overlijden van Storm (2013) was het een moeilijke opdracht om een passend beeld te vinden voor ‘The Endless River’. Het artwork moest namelijk in lijn zijn met de erfenis die Storm had doorgegeven aan zijn zakelijke partner Aubrey ‘Po’ Powell. Toen Powell het kunstwerk van Ahmed zag was hij meteen verkocht omdat het direct een Floydiaanse gedachte opriep waarin het raadselachtige te vinden is en open staat voor interpretatie. Het award winnende Brits ontwerpbureau Stylorouge maakte de albumhoes van Ahmed verder af. Het album zelf is geproduceerd door David Gilmour, Phil Manzanera, Youth en Andy Jackson. Line up: David Gilmour: Guitars, Vocals, Keyboards, Piano, Bass (2,4,7,17), voice samples Nick Mason: Drums, percussie, voice samples Rick Wright: Hammond, Farfisa organ, Pipe organ, piano, Rhodes piano, Keyboards, Synthesizer, Vibraphone Johan Kaethoven (5) Parlophone I 825646 21542 I Warner Music I Pink Floyd
Bluegrass en aanverwanten genres zitten ook bij ons al een tijdje helemaal in de lift. Het uit de omgeving van de baai van San Francisco afkomstige Front Country is echter, meer dan de zoveelste stringband. Naast enkele voortreffelijke fingerpickers op het gebruikelijke akoestische instrumentarium huist er een lichtjes fantastische zangeres in deze jonge, zoals de traditie voorschrijft drumloze band. Dat wordt meteen duidelijk in de acapella intro van de traditional ‘Gospel Train’ waarin Melody Walker overrompelend uithaalt. Walker is niet alleen vocaal ongemeen sterk, de jongedame weet perfect hoe je een oerdegelijke song construeert. De titelsong , het meeslepende ‘Undertaker’,het met charmant overslaand timbre gebrachte ‘Colorado’ zijn pareltjes die geenszins verbleken tussen de interpretaties van songwerk van Kate Wolf en folkman Utah Philips. Op de tweede langspeler van Front Country komt ook werk van de jongere generatie uit Nashville aan bod zoals de wonderlijke afsluiter ‘Lovin For Fools’ waarin Walker hemelse stembuigingen etaleert of het van Laura Wortman (The Honey Dewdrops) afkomstige ‘One Kind Word’. Tussendoor levert mandolinespeler Adam Roszkiewicz enkele dartele instrumentaaltjes aan waarin hij samen met fiddler Leif Karlstrom het voortouw neemt . In ‘Daysleeper’ resulteert dat in flitsende fingerpicking waarbij de banjoman en gitarist zich evenmin onbetuigd laten. Dat duo waagt zich aan een uitvoering van Dylans ‘Long Ago, Far Away’ getransformeerd in een sprankelend western epos. Uiteraard ademt zowat elk song een grenzeloos respect uit voor de traditie maar in een gezonde verruimde visie wordt er ook gretig buiten de krijtlijnen van de bluegrass en folk gekleurd met avontuurlijke en voortreffelijke hedendaagse muzikale exploraties die vakkundig door producer Kai Weh ondersteund worden. Cis Van Looy (4) Eigen Beheer I CD Baby I Bloody Great Promo I Front Country
Net zoals de Britse kwaliteitslabels Esoteric Recordings, Beat Goes On en Angel Air profileert het Duitse platenlabel Music In Germany, vooral bekend van hun dvd’s van de Rockpalast concerten, zich nu ook al enkele jaren in het heruitbrengen van klassieke vinylabums van weleer. De cd die nu in onze bus terecht kwam gaat om een samenwerking twee Britse rockiconen, Georgie Fame en ex-Animals keyboardwizzard Alan Price. In 1970 gaf Georgie Fame een concert in de befaamde Revolution Club en toen hij aanving met een Animal-klassieker merkte hij plots dat Alan Price in de zaal aanwezig was. Meteen werd deze gevraagd om hem op het podium te vergezellen en van het een kwam het ander. In 1971 lag het product van hun samenwerking ‘Fame & Price / Price & Fame: Together’ in de platenrekken. Op deze klassieker vinden we enkele welbekende songs waaronder het nog steeds fris klinkende ‘Rosetta’, de Billy Rich-cover ‘Ballad Of Billy Joe’ maar ook het van Roosevelt Jamison geleende ‘That’s How Strong My Love Is’, een nummer dat je nog steeds iedere dag kunt draaien zonder dat het gaat vervelen. Nog meer moois komt ons tegemoet in de vorm van ‘I Can’t Take It Much Longer’ (en dit nummer heeft niets te maken met Robin Trower’s nummer ‘I Can’t Wait Much Longer (van zijn ‘Twice Removed From Yesterday’)’ zoals andere media dit durven te beweren) waarvoor Gary Cooper (neen, niet de Hollywoodster) en Delany Bramlett tekenden. De vier extra tracks zijn een meerwaarde op dit schijfje. Ze komen voort van enkele oude, raar te vinden vinylplaten. Het gaat om ‘Don’t Hit Me When I’m Down’, ‘Street Lights’, ‘Follow Me’ en het prachtige ‘Sergeant Jobworth’ geschreven door Clive Powell maar iedere diehard muziekfan weet ondertussen wel dat Powell de échte naam is van Georgie Fame. Beiden heren, zowel solo of als deel van een band zijn nog vrij actief. Price toert vrij frequent rond met zijn eigen Alan Price band terwijl Fame de piano en de Hammond B3 beroert bij o.m. Bill Wyman (op 7 december 2014 in Het Depot te Leuven). Wie het werk van de prille Animals kent zal ongetwijfeld her en daar wat links vinden met hun werk van toen maar je moet dit schijfje beluisteren als zijnde een nieuw project van twee stermuzikanten die in 1971 hun krachten bundelden en met deze fraaie langspeler tevoorschijn kwamen. Alfons Maes (4) MIG I MIG01202-CD I Georgie Fame I Alan Price
Een liveconcert op DVD? Het is geen nieuwigheid, natuurlijk. Maar als je weet dat de meest recente concertfilm van stilaan oude rotten Depeche Mode verzorgd is door niemand minder dan de geweldige fotograaf en regisseur Anton Corbijn, heb je reden genoeg om toch aandachtig oren en ogen te spitsen (hoe je dat laatste doet, moet je zelf maar bepalen). De Deluxe versie van ‘Depeche Mode Live in Berlin – A Film by Anton Corbijn’ is net zoals de titel niet min: je krijgt de concert-DVD, de ‘Live in Berlin Soundtrack’ op twee CD’s, een tweede DVD (‘Alive in Berlin’) en het laatste studio-album van de groep, ‘Delta Machine’, op Blu-Ray in 5.1 audio. Van de soundtrack leest u hier de recensie. Je hoort trouwens al heel snel: dit live-dubbelalbum klinkt erg goed. Het is fijnzinnig en toch krachtig geproducet, en weet het publiek op de juiste manier te integreren om een maximum aan sfeer te bereiken. De versies van de gebrachte nummers zijn bovendien afwijkend genoeg om toch weer als nieuw aan te voelen, zelfs al heb je sommige nummers al (terecht) ettelijke malen beluisterd. Dat wordt meteen duidelijk bij de aanhef van CD1: ‘Welcome to My World’ strooit z’n bassy synthlijnen losjes over het publiek heen, om pas na een tweetal minuten echt op te starten. Hierdoor wordt meteen de toon gezet: deze ‘my world’ is er één van bijzondere uitvoeringen, en je bent er heel welkom. Een minpuntje is dat Dave Gahans zangstem het op enkele zeldzame momenten een beetje laat afweten. Vals wordt het niet, maar doet vooral hier en daar een beetje te geforceerd aan. Op A ‘Question of Time’ bijvoorbeeld kan Gahan onbedoeld een beetje storend werken, zeker in contrast met de toch heel krachtige instrumenten. Backing vocals worden dan al snel back-up-vocals, en het publiek je refrein laten zingen – toch een standaard crowdpleaser – kan door een al te humeurige criticus opgevat worden als een handige vermomming van je eigen zwaktes als zanger. Een al te humeurige criticus willen we echter niet zijn, en daarom veel lof voor de overheersende tendens van de plaat: de versies zoals je ze hier aantreft geven echt wel een meerwaarde tegenover de albumversies. Het publiek wil heel erg graag, de productie en mixage goed, en er is schwung met hopen. Minder zijn enkele eerder melige songs zoals ‘The Child Inside’ of ‘Shake the Disease’ – die doen wat passé of zelfs wat klagerig aan. En ‘But Not Tonight’ is een nummer om genadeloos te skippen (al zorgt het publiek op het einde toch wel voor een lichtpuntje). Jammer is ook dat ‘The Child Inside’, ‘But Not Tonight’, en ‘Heaven’ vlak na elkaar geprogrammeerd zijn, waardoor we te lang in de meligheid blijven zitten. Gelukkig zijn er genoeg uitschieters om deze mindere kantjes snel te laten vergeten. Enkele magistrale momenten beleef je tijdens het eerder vermelde ‘Welcome to My World’, het opzwepende ‘Soothe My Soul’, een heerlijke ‘Enjoy the Silence’ (al klinkt Gahan ook hier toch iets minder dan in de studio), een bijzonder dreigende ‘I Feel You’, en een versie van ‘Personal Jesus’ met trage, slepende intro die het nummer de nodige eer aandoet. Zelfs ‘I Just Can’t Get Enough’, het nummer waartoe de groep helaas soms nog steeds tot herleid wordt, is in een fijn nieuw jasje gestoken, en doet net iets minder kazig (‘cheesy’ voor de vrienden) aan. Het nieuwe middenstuk in ‘Never Let Me Down Again’ stelt absoluut niet teleur. Dit is een erg mooie uitgave – vooral de deluxe extreme ultra megawatt etc.-versie zal fans van Depeche Mode of Anton Corbijn kunnen bekoren. Hun klassiekers echter, hebben we al wel vaker live op drager mogen aanschouwen, en daardoor verliest het album een beetje noodzakelijkheid. Daarnaast hadden enkele flauwere nummers gerust thuis mogen blijven, maar wees gerust, die blijven niet hangen. Wat je wel bijblijft is een knaller van een concert. Don’t enjoy the silence, en draai die speakers open voor je eigen persoonlijke Berlijn. Peter De Voecht (4) The Deluxe version of ‘Depeche Mode Live in Berlin – A Film by Anton Corbijn’ is a very ‘lush’ release: there’s the concert-DVD, the ‘Live in Berlin Soundtrack’ on two CD’s, a second DVD (‘Alive in Berlin’) and the band’s latest studio release ‘Delta Machine’ on Blu-Ray in 5.1 audio. This is the review of the soundtrack. CBS I 888750 35572 I Sony Music I Depeche Mode I Anton Corbijn
In 2011 besprak ik hier de cd ‘Come Together’ van de Zweed Vail Johnson, die bas speelt bij Kenny G. Daarnaast heeft hij ook al basgitaar gespeeld bij Herbie Hancock, Stevie Nicks, George Benson, Michael Bolton en Whitney Houston. Hij speelt al bas sinds zijn dagen aan de hogeschool in Seattle. Hij trad voor het eerst professioneel op met twee van zijn oudere broers op een plein in Seattle. Daarna volgden optredens in clubs met pop/rock en R&B. In 1986 kreeg hij de mogelijkheid aangeboden om bij Kenny G te gaan spelen, en hij verkaste naar L.A. Nu is zijn zesde solo album uitgebracht, en hij zegt er het volgende over: “This CD is all about simply playing what was in my heart and how I felt about music presently and how other bassists approach their solo albums. I wanted to make my mark with this one and give something that would represent my decades of experience with playing live, recording, listening and writing.” Het album vangt aan met ‘Southern Spring’, een ontspannen track met een mooie melodie. Daarentegen drijft ‘Funk Hard’ op een funky baslijn, en nodigt uit tot dansen. ‘Cerulean’ is weer meer ontspannen, terwijl ‘Midnight’ met ingehouden funk aankomt. ‘Once and for All’ is een echte basgitaar track, waarna de titeltrack rustig voorbij kabbelt. ‘Mechanic’ heeft het ritme van een wandelpas, terwijl ‘One Man in Paris’ akoestische bas ten tonele voert. ‘New Kind of Blue’ is trager, en de enige cover ‘Amazing Grace’ sluit af. Deze overbekende song werd uitgevoerd in een funky versie. Een basgitaar album dat niet enkel de fans van basgitaar kan bekoren, maar elke muziekliefhebber! Patrick Van de Wiele (4) A album of bass guitar that’s not only for lovers of bass, but for every Music lover. SwedeSong Music I 888295012256 I CD Baby I Vail Johnson
Raphael Wressnig is steeds een bezige bij geweest. Is hij niet op tour met de één of andere blues artist dan is hij zeker bezig met het plannen van een nieuw album. Zo trok Raphael eerder dit jaar van de besneeuwde bergtoppen in Oostenrijk richting Louisiana en, meer bepaald naar de Music Shed studio’s in New Orleans. Ginds contacteerde hij enkele fijne collega-muzikanten zoals NO legende Walter ‘Wolfman’ Washington, Tad Robinson, Jon Cleary, George Porter Jr. en Larry Garner voor het maken van zijn nieuw studio album ‘Soul Gumbo’. De vaste begeleiders vond hij in Alex Schultz op gitaar en Stanton Moore op de drums. ‘Soul Gumbo’ is een album geworden met de diepe grooves van New Orleans aangevuld met een sausje van soul en funk. De spits wordt afgebeten door de hoge soulnoten zoals we die bij Tad Robinson gewoon zijn en ‘Chasing Rainbows’ is meteen en lekkere soul-funky inswinger geworden met ook een gastoptreden voor tenor saxspeler Jimmy Carpenter. Dat het niet alleen jazz-funk hoeft te zijn bewijst Raphael met zijn eigenste ‘Soulful Strut’, een souljazz instrumentaaltje zoals we ze van Jimmy McGriff nog kennen. Naast Raphael Wressnig op de B-3 en zijn ‘copain’ Alex Schultz horen we ook hier een oude bekende op terug met Sax Gordon. Niet te versmaden op dit nummer is zeker Eric Bloom met een intense trompet interventie. Met ‘I Want To Know’ brengt legende Walter ‘Wolfman ‘ Washington een slowbluesje van eigen makelij en wordt er een eerste maal beroep gedaan op George Porter Jr. van de even legendarische funkgroep The Meters. ‘Mustard Greens’ is een instrumentaaltje dat ook Raphael zelf heeft geschreven en waarop Alex Schultz en Sax Gordon weerom present tekenen. Lekkere swingende jazz dat in de zestiger jaren tijdens de MOD-jazz periode zeker zou zijn grijsgedraaid en waarop Booker-T de diepe soulgrooves zeker zal benijden. Bij ‘Sometimes I Wonder’ mag Jon Cleary hier meewerken met een eigen nummer. Alhoewel Jon in Engeland is geboren wordt zijn leven in New Orleans geleefd waar hij zich al meer dan 20 jaar zich verdiept in de funk en jazz van NO en daar als songwriter en keyboardspeler bijzonder goed uit de verf komt. Op Lowell Fulson zijn ‘Room With a View’ krijgen we terug de mooie soulstem van Tad Robinson te horen. Zeer rustig gebracht met een intense Raphael aan zijn Hammond en een subtiel uit de hoek komende Alex Schultz. ‘Slivovitz For Joe’ is een eresaluut aan zijn landgenoot Joe Zawinul. Joe zelf was beste maatjes met Willie Tee van The Gators en de geruchten doen de ronde dat Joe de meesterlijk hit ‘Mercy Mercy Mercy’ in 1966 zou geschreven hebben door naar The Gators te luisteren, en dat weten we nu ook weeral. Met ‘Soul Jazz Shuffle’ komen we aan bij een instrumentaaltje van Raphael Wressnig waarop hij de medewerking krijgt van Craig Handy op de tenorsax en wat meteen mijn favoriet is van deze ‘Soul Gumbo’. Afsluiter is ‘Nobody Special’ van en door Larry Garner gebracht. ‘Soul Gumbo’ laat zich heerlijk beluisteren en is niet alom Hammond wat de klok slaagt maar een mix van soul, funk en jazz zoals we het liefst horen. Laat ons al een beetje vooruit denken naar een bekend bluesfestival op het derde weekend van augustus en misschien kunnen we al dit moois dan wel eens ‘live’ aanhoren. We blijven hopen! (Met dank aan Raphael Wressnig omdat hij ons dit meesterlijke schijfje alsnog bezorgde.)
Freddy Vandervelpen (4) Pepper Cake I PEC2094-2 I ZYX I Raphael Wressnig
In een vorig leven werkte Duke Way voor NASA, en nu kiest hij voor een tweede carrière als artiest. Zijn debuut bevat gesproken monologen op muziek gezet, die je kan klasseren bij jazz. Maar daarnaast heeft hij invloeden van funk, gospel, wereldmuziek enz. Duke groeide op in Hammond en Port Sulphur, Louisiana, en liep later school in Baton Rouge, waar hij drums bij het Leonard Root Trio speelde. Later ging hij Afrikaanse drums leren bespelen. Zijn filosofische speeches kan je terugvoeren tot de hier onbekende Jack Kerouac, Ken Nordine en Lawrence Ferlinghetti, maar ook tot de stand-up comedy van Lenny Bruce en George Carlin. Duke is nu 76, en de jongere artiesten die hem hier begeleiden stonden versteld van hem. Het project ging van stapel toen producer Jim Cavender hem vroeg om samen op te nemen. Het album weerspiegelt deels de jazzscène in zijn thuisstad Huntsville, Alabama. Duke zei: "It's not like text with background music. They're like equal partners and make a fuller environment for the listener." Duke trekt van leer tegen liberalen, beschaving, broeikasgassen, de gevaren van intoxicatie, heeft het over graancirkels, Adam en Eva enz. ‘Johnny The Lip’ is breed uitgesmeerd over 5 tracks, en is eigenlijk een jazzopera die het verhaal van een jonge trompettist vertelt, die op zoek gaat naar de noot die er niet is. Toch niet zo mijn smaak hoor. Patrick Van de Wiele (3½) Startlingly Fresh Records I SF 1917008 I CD Baby I Duke Way
Dat Mac Rebennack aka Dr. John bijzonder trots is op zijn nieuwste album mag zonder meer als een statement worden aanzien. Dit prachtige studio album is een ode van die ene eminentie aan een andere. Dr. John zelf al een levende legende trok de studio in en samen met tromboniste Sarah Morrow kwamen ze tot een resultaat dat tot de verbeelding spreekt. De lijst opsommen van al wie aan deze tribute heeft meegewerkt zou een beetje veel bladvulling geven maar collega muzikanten die hun medewerking gaven zijn o.a. The Blind Boys Of Alabama, Bonnie Raitt, Terence Blanchard, Shemekia Copeland en The Dirty Dozen Brass Band. In het totaal zijn het een hele hoop artiesten die hebben meegewerkt en dan tellen we de groepen nog maar voor 1. Louis Armstrong (1901-1971) aka Satchmo was tijdens zijn aanwezigheid op deze aardbol al hemels om van te genieten want deze jazztrompettist was bovenal een echte entertainer en met zijn warme hese stem kon hij menige harten doen smelten. Dat Dr. John zich 43 na zijn dood zulk een ode brengt daar moeten we uiteraard het diepste respect voor betuigen. Dat dit album de ‘spirit’ van zowel Satchmo als deze van ‘New Orleans’ in zich draagt hoeft geen betoog want het merendeel van de medewerkers aan deze ‘Ske-dat-De-Dat’ woont en leeft in deze om en rond het French Quarter en daarmee kunnen ze niet nog meer authentiek zijn. De krakende en dreigende stem van Dr. John pakt je onmiddellijk wanneer hij opent op ‘What a Wonderful World’ het nummer dat toch als de vereenzelviging met Satchmo mag worden aanzien. Onmiddellijk na de eerste noten komen the Blind Boys of Alabama hem ter hulp waarna de ganse band invalt en er meteen een eerste highlight wordt afgeleverd. Het nummer krijgt mede door de ganse entourage iets swingend en crooners met zich mee en de opmerkelijke inbreng van trompettist Nicholas Payton brengt ons een eerste gevoel van good mojo. Op ‘Mack The Knife’ krijgen we nog een meester op de trompet en samen met Terence Blanchard brengt Dr. John het hier tot een funky meesterwerkje. Ook ‘Gutbucket’ met weerom jazztrompettist Nicholas Payton kunnen we in hetzelfde rijtje thuis brengen. Meesterlijk mix van blues, jazz en funk gebracht door een voltallige orkest en op het voorplan het indringende pianospel van Dr. John, daardoor beginnen we dit album al na enkele nummers te koesteren. Het rustigere ‘Nobody Know The Troubles I’Ve Seen’ met de vocale ondersteuning van R&B zangeres Ledisi en The McCrary sisters doet dit nummer als gospel naar ongekende hoogten opstijgen. Kiekebisj! Bluessister Bonnie Raitt verleent haar medewerking op I’ve Got The World on a String’ en in dit arrangement kan dit nummer zonder fout meedingen voor de soundtrack aan de volgende Bond-film. Shemekia Copeland doet vocaal haar intrede op ‘Sweet Hunk O’Trash’ en daarmee komen we bij de noemer funky-blues. Een nummer dat me onmiddellijk voor de netvliezen kwam bij het bekijken van het album was zeker ook ‘When You’re Smiling (The Whole World Smiles With You)’ en niet alleen omdat ik het persoonlijk een knappe song vindt maar ook mede doordat er de befaamde Dirty Dozen Brass band op meespelen en meer ‘New Orleans’ kan dit toch niet meer zijn. Meesterlijke bewerking al ging door de instrumentale inbreng van TDDBB meteen het deuntje van ‘Amapola door mijn hoofd zinderen gelukkig bracht na een tijdje de stem van Dr. John hier terug verandering in. ‘The Spirit Of Satch’ is een meesterlijke blend van blues, soul, gospel maar met een zeer hoog New Orleans jazz gehalte georkestreerd door een uitzonderlijke Dr. John en met een keur aan deelnemende artiesten. Een hoogstandje om in huis te hebben. Nu reeds bij de ‘heritage’ van New Orleans te schrijven. Klasse en ‘The Whole World Smiles With us…’
Freddy Vandervelpen (5) Concord Records I Zonder Nummer I Proper Music Distribution I Dr. John
Sterke melodieën, resonerende akkoorden en rijke texturen, dat zijn de handelsmerken van componist/pianist Dan Chadburn, die vooral New Age muziek brengt. Hij is zowel geworteld in de klassieke als in de moderne tradities, en een meester qua improvisatie. Dan werd geboren in Oregon, en begon op negenjarige leeftijd klassieke piano te studeren. Hij behaalde een Bachelor in Muziek en in Piano aan de Pacific Lutheran University. Na 3 nationale tournees als pianist en singer-songwriter, vestigde hij zich in L.A. waar hij muziek voor tv componeerde, en werkte als pianist en studiomuzikant. In 1993 verkaste hij naar Londen, waar hij een Masters of Music in elektronakoestische compositie behaalde. Twee jaar later keerde hij weer naar Washington, waar hij samen met zijn partner Tom Nichols componeert en andere lokale artiesten helpt produceren. Dan heeft al verschillende soloalbums uitgebracht, en dit is zijn recentste uit 2013. Hierop staan 7 solo piano improvisaties, gebaseerd op traditionele kerstliedjes, zoals ‘O Come, O Come Emmanuel’, ‘Silent Night’, ‘Away in a Manger’ en ‘Angels We Have Heard on High’, aangevuld met 3 originele composities. De titeltrack is zo’n originele compositie, waarbij hij zich door de vallende sneeuwvlokken liet inspireren, en de muziek is zacht en mooi. Toch wil Dan dit album niet enkel als een kerstcd beschouwen. Hij wou de gevoelens die met die periode samenhangen, vatten in zijn muziek. Patrick Van de Wiele (4) Solo piano improvisations, based op traditional holiday songs, plus three original compositions, all filled with the sentiments of the holidays. Eigen Beheer I 888174363219 I CD Baby I Dan Chadburn
Working Class Band is een band uit het verre Nova Scotia, Canada die met deze nieuwe schijf een vervolg breien aan hun uit 2012 uitgebrachte cd ‘Restless’ en meteen ook hun vierde full cd. Een sextet dat voornamelijk sterke R&B brengt waarbij het geluid van koperblazers toch voor een meerwaarde zorgt. Sinds 2006 spelen Hugh Clark (gitaar, vocals), Paul Lowe (gitaar), Jamie Sparks (bass, vocals), Dave Pos (keys), Greg Carter (sax) en Brian Steeves (drums) alle locaties plat waar maar een podium staat. Een nieuw schijfje met elf leuke deuntjes waar we ook wat easy listening muziek in ontwaren. ‘Home Again’ is een sterk nummer dat meteen de toon zet tot wat zal volgen. ‘Change’ is lekker swingend waarin de sax en de piano nu de hoofdrollen toebedeeld krijgen. En met ‘All Over The World’ drijven we weer af naar de glorieuze periode toen de drie Gibbs broertjes nog frequent de hitlijsten bestormden. Ook aandacht voor wat funky gekruide muziek met ‘Moves’ terwijl we met ‘Hold Me’ een meer reggae getint nummer te horen krijgen. ‘You Now Have Love’ is dan weer een ingetogen moment. Working Class Band richt zich niet op één doelgroep, dat wordt zeer duidelijk gemaakt en spreekt een vrij grote waaier van muziekliefhebbers aan. Toch een band die ik eens graag op een podium wil zien. Kijken of hun muziek even sterk overkomt als hun muziek hier op deze nieuwe release. Wie weet? Alfons Maes (3½) Eigen Beheer I Zonder Nummer I Working Class Band
Het Spaanse label Vampisoul is terug met een tweede compilatie met Afro & Latin sounds uit de jaren ’60 en ’70, allemaal afkomstig van het Discos Fuentes label uit Colombia. Vierentwintig tracks, waarvan vele voor de eerste maal heruitgebracht werden, die een breed gamma bestrijken zoals salsa, cumbia, tropical funk, Afrobeat, paseato. De term “Afrosound” werd door Discos Fuetentes bedacht, en met deze cd zal u die term beter begrijpen. De muziek uit de Caraïben werd inlands getransporteerd, gerecycleerd en gemoderniseerd. Daar werd het verkocht aan Zuid-Amerika, aan landen zoals Mexico, Peru, Venezuela en Argentinië. Maar uiteraard was te horen in Colombia zelf, in steden zoals Cali, Buenaventura, Cartagena en Baranquilla. De gemene deler van al deze tracks zijn de Afrikaanse roots of invloeden, vermengd met experimenten. Op deze compilatie staan o.a. El Sexteto Miramar, El Combo Loco, Isandro Meza Y Su Combo Gigante, Peregoyo Y Su Combo Vacaná, enz. Het zijn zuiderse, sfeervolle tracks, die je tot heupwiegende dansjes aanzetten. Ik herken geen enkele track, behalve afsluiter ‘Staying Alive’, een cover van The Bee Gees, door Machuca Cumbia. Ze zullen uitstekend dienen ter omlijsting van een zomers feestje, met barbecue, cocktails enz. De songs werden bijeengebracht door Pablo Yglesias, beter gekend als DJ Bongohead. Er zit een dik cd-boekje bij, met de originele covers en foto’s en bio’s van de artiesten. Een leuke Latin sfeermaker! Patrick Van de Wiele (4) The songs on this compilation will serve excellent for a summer party with barbecue, cocktails etc. A nice Latin atmosphere! Vampisoul Records I VAMPI CD 156 I Sonic Rendezvous
Rare kerel die Sauce Boss, dat is het minste wat je kan stellen maar wanneer je zo zijn bio leest zou ik deze blues artiest of kok wel eens aan het werk willen zien. Het begon allemaal in begin zeventiger jaren toen Bill Wharton in zijn tuin een uit 1933 afkomstige National Steel Dobro vond en daarmee gelijktijdig zijn crossroad naar de blues insloeg. Eén van zijn eerste nummers die hij schreef was ‘Let The Big Dog Eat’. We schrijven nu 2014 en Sauce Boss brengt hiermee zijn nieuwste album op de markt met de toepasselijke titel ‘100% Pure’. Zijn naam als Sauce Boss is niet zomaar gekozen want sinds 1990 kookt hij in Florida ‘Gumbo’ voor allerlei goede doeleinden zoals koken voor de daklozen en oorlogsveteranen. Op het zelfde ogenblik dat hij dit lekker gerecht zijnde een maaltijdsoep met garnalen en kip aan het bereiden is brengt Bill ook nog eens lekkere swampy slide blues aan de man met als resultaat dat tegen het einde van het concert ook de ‘Gumbo’ klaar is en daarmee iedereen aan tafel kan. 11 van de 12 nieuwe tracks op deze ‘100% Pure’ zijn van de hand van de ‘chef’ zelve en op hetzelfde moment dat je luistert naar een lekker deuntje blues zoals bij ‘Zipper Bird’ hoor je op de achtergrond het gekletter van potten en pannen. Het is niet zomaar een belevenis om naar te kijken maar Bill heeft ook een echte blues stem en zijn gitaar licks mogen er best zijn. Bij wijlen zoals op ‘Gonna Be All Right’ doet hij ook een beetje aan storytelling of komt er vettige Delta blues op je af zoals bij ‘Chains’ en ‘Delta 9 Blues’. Kan je het gekletter op potten en pannen wegdenken dan krijg je een rasechte blues artiest en een album met 12 sterke nummers tot op het rock kantje af… Wanneer ‘Sauce Boss’ onze contreien aan zal doen weet ik niet maar ik zal er zeker eens naar gaan luisteren als was het maar om achteraf zijn lekkere ‘gumbo’ te kunnen proeven ;-) Album tracks:
Freddy Vandervelpen (3½) Burning Disk Inc I BD009 I Frank Roszak Promotions I Sauce Boss
Deze band liet meteen met een eerste album van zich horen in 1968. Het was CBS die de kerels een contract aanbood. Producer Gary Usher was echter de spilfiguur van dit project. Maar hij huurde voor de opname van dit studiowerkje ook de talenten in van o.m. Glen Campbell, Bruce Johnston, Terry Melcher en meerster componist Curt Boettcher. We krijgen hier net als bij The Merry-Go-Round weer die typische West Coast sound en bij enkele nummers dwaalden onze gedachten af naar de vroege Turtles sound. Op de originele vinyl stonden maar liefst elf nummers waarvan het meeste op de rekening van Boettcher mocht geschreven worden. Een waslijst zeemzoete nummertjes waarbij hier en daar wat speciale gimmicks werden aangewend. Als we hier de hoogtepunten moeten uithalen dan zullen zeker ‘My World Fell Down’, ‘Another Time’ en ‘The Keeper of The Games hiervoor in aanmerking komen. Van de bonustracks op deze release mogen we ‘Mass #586’ en de single versie van ‘Hotel Indiscreet’ als beste nummers aanstippen. Sagittarius was weer een van de vele ‘one night stands’ bands en Usher ging later verder zijn weg als producer. Hij overleed op 25 mei 1990. Alfons Maes (3) Rev-Ola I CD REV 283 I Cherry Red Records
‘The Best Is Not Good Enough’ is het product van het Nederlandse PULSE, een energieke, jonge en enthousiaste hardrockband met een gedeelde passie voor muziek. De band bestaat uit drie leden afkomstig uit omgeving Assen, allen met een eigen en bijzondere passie voor hun instrument. Ze hebben net hun full length debuut album uitgebracht met maar liefst 12 tracks en 8 page booklet! De muziek valt te onder te brengen bij rock/hardrock met een vleugje progressie. De unieke, impulsieve en eigenzinnige twist maakt dat PULSE al snel tot een eigen sound kwam met voldoende variatie in ieder nummer. Ze streven er naar om vernieuwend en interessant te blijven en de luisteraar te boeien tot op het laatste moment. Iedere song bevat zo wel zijn verrassende elementen en staan bol van lekkere gitaar riffs, solo's, duidelijke en gevarieerde baslijnen die de composities een specifieke drive geven. Voeg daar nog boeiende drumpartijen aan toe en je weet dat er muzikaal heel wat te beleven valt. Alissa haar vrouwelijke vocalen bezitten een rauw randje en doen met tijden denken aan de vocalen van Geddy Lee (Rush). Bij de eerste luistersessie moest ik dan ook meteen aan volgende termen denken: 70’s rock, progressive, Rush, maar ook wat Hawkwind invloed en misschien een vleugje oude Deep Purple. De appel valt dus niet ver van de boom als ik je vertel dat Rush - Deep Purple en hun respectievelijke bandleden net de gezamenlijke interesse van alle bandleden zijn. Het is bij het beluisteren van het album ook duidelijk dat ze goed naar hun voorbeelden geluisterd hebben zonder ze echt te kopiëren want PULSE heeft echt de moeite gedaan om een eigen sound te ontwikkelen. De cd werd grotendeels in eigen beheer ontwikkeld en opgenomen in Studio Delay. Ook de lay out van het boekje met teksten en info is in eigen beheer ontwikkeld en oogt professioneel. Enige minpunt: eindmix en mastering had misschien nog iets zuiverder gekund maar dat zie je wel vaker bij een debuut. Deze kleine schoonheidsfout ter zijde gelaten leveren ze toch een puike schijf af die zijn 4/5 quotering meer dan waard is. Line up:
Johan Kaethoven (4½) Soundcloud I Facebook I Pulse
|
Archives
Oktober 2024
|