CD & vinyl REVIEW BLOG |
0 Opmerkingen
Gonzo MultiMedia, gespecialiseerd in (her)uitgaves van legendarische en nooit verschenen lp’s, verblijdt de muziekwereld weer met een juweeltje uit 1999. Sedert de late jaren ‘60 tastte Mick Farren met zijn kind The Deviants de grenzen van de garagerock af. Resultaat was een mix van rock, punk, heavy metal en psychedelica. Ondanks de magere respons op zijn doorleefde poëtische zieleroerselen, bleef Mick doorgaan tot hij er in juli 2013 letterlijk bij neerviel tijdens een concert in de Londense club Borderline. Jammer dat erkenning dikwijls komt na het verlaten van dit aardse tranendal. Op ‘Barbarian Princes’ hoor je een legendarisch concert opgenomen in Japan met Mick Farren’s beste gitaarvriend Andy Colquhoun. Enkele songs later besef je dat beide heren talentvol omsprongen met instrument en teksten. Je vindt er onder andere een eigenzinnige cover van een Dylan-song ‘It’s allright Ma’. Want dat schepte bij Mick een zeldzaam genoegen: een metamorphose toepassen op een klassieker zodat je amper het origineel herkent, maar overweldigd wordt door de genialiteit. In de ‘Lennon Song’ word je bij de strot genomen door de eigenzinnige Beatles’mix. ‘Dogpoet’ en ‘Lurid night’ staan dan weer volledig in het teken van Mick’s dichtkunst. Voor de rest drijf je op het sublieme gitaarspel van Andy. Oh ja, het 11de nummer is een Hidden Track, een toemaatje. Laat je verrassen door deze cd/dvd die vooral de ruige rock van The Deviants belicht en iets minder het literaire zangtalent van wijlen Mick Farren. De bijhorende dvd, opgenomen op hun concert in Tokyo op 2 november 1999, is helaas niet van dezelfde kwaliteit. De beelden zijn soms moeilijk herkenbaar maar de geluidsband daarentegen is dan weer perfect. Van de 10 nummers vinden we er een goede negen terug op de cd-versie en eentje niet, nl. ‘Walk On’. En nu ben ik er achter gekomen hoe je “we want more” in het Japans moet krijsen. Marino Serdons (3½) Gonzo Multimedia I HST187CD I Glass Onyon I The Deviants
Draai de volumeknop open en ’Dr. Crow turns on the radio’ schalt als een sneltrein door je huiskamer. De re-issue van dit verloren meesterwerk uit 2002 mag niet ongemerkt voorbij gaan aan de ware muziekliefhebber. Mick Farren, tijdens een optreden in Londen in 2013 in mekaar gestuikt, realiseerde met deze plaat een eigenzinnig rockalbum. Ruig en toch subtiel in compositie. Getuige hiervan de Beatlescover ‘Strawberry Fields Forever’, die loeihard en ingenieuzer wordt gebracht dan door de zeemzoete Fab Four. In ‘The murdering officer’ drink je ‘a pint’ (of meer) en zing je lustig mee op het folkie deuntje (en laat je dan verrassen). Mick Farren is sterk in spoken word en gitarist Andy Colquhoun voelt perfect de poëtische kant. Het slagwerk van Rick Parnell maakt de compositie af. Sterk! ‘Bela Lugosi’ (Hongaarse acteur die Graaf Dracula speelde) is dan weer een straaltje heavy metal dat geen pijn in de oren veroorzaakt. Snerend gitaarwerk met zware freaky teksten brengen je in de juiste sfeer: you don’t know what the hell was happening. In ‘You gonna need somebody’ kreunt hij de hele buurt bij mekaar in een duet met Johnette ‘Concrete Blonde’ Napolitano. (Is er een dokter in de buurt?). En de emotionele sax van Jack Lancaster laat je gelukkig niet onberoerd. ‘What do you want (more)? Niet alleen Dr. John en Arno-adepten zullen met Dr. Crow van The Deviants hun hartje kunnen ophalen. Garagerock/punk- en de ruige literaire know-all fans likken vingers en duimen. Verscheen eveneens op het Gonzo-label: ‘The Deviants have left the planet’. Nog knapper!! Marino Serdons (3½) Gonzo Multimedia I HST186CD I Glass Onyon
Ongeveer een jaar na het plotse overlijden van bandleider Mick Farren, brengt Gonzo Multimedia het album ‘The Deviants Have Left The Planet’ terug uit. Oorspronkelijk verschenen in 1999, zonder veel potten te breken, maar nu waardig terug in de belangstelling. De plaat is een mix van studio en livemarteriaal, opgenomen met vriend gitarist/bassist Andy Colquhoun en Motorhead-drummer Phil Taylor. Maar ook Andy Ward (Camel, Bevis Frond) is te horen op slagwerk. The Deviants, soms onterecht geklasseerd als punkband, zijn echter niet te vangen onder één noemer. Laat je meeslepen op het ritme van ‘Aztec Camera’ of de cover van Dylan’s ‘It’s alright ma’, (vreemde versie maar o zo origineel). ‘Yellow Dog’ is een blues-nummer zoals alleen Kevin Coyne zijn keel kon schrapen (dacht ik) met een puike Jimi Hendrix-riff. Punk slaat je om de oren in ‘Let’s loot the supermarket’. En vanaf ‘Mick Farren left the planet’ drijf je op een oceaan van psychedelisch gitaarwerk richting ‘Twilight of gods’. Gelukkig bleef Mick Farren nog tot 2013 in ons midden alvorens hij in een Londense pub de ultieme geest gaf. Mick Farren was een woordkunstenaar, muzikale poëet, een genie met ongebreidelde fantasie én eigengereid (tijdgenoot van Daevid Allen bij Gong natuurlijk). Zijn pscychedelische garagerock trekt je tijdens het headbangen met de neus op de feiten: dit is pure klasse. Neem je tijd en geniet! Oh ja, ook de postume release in 2013 ‘Mick Farren-Black Vinyl Dress’ is een run naar de platenboer waard. Marino Serdons (4) Wie de jaren zestig net zo levendig als ik heeft meegemaakt zal zich nog wel sommige van de vaandeldragers herinneren die de garagerock vertegenwoordigen. Ik geef je enkele namen 13th Floor Elevators, MC5, New York Dolls, voeg daar zelf maar wat Blues Magoos aantoe en de Seeds en je weet meteen welke richting we met deze schijf uitgaan. De start van deze band kwam eigenlijk uit de richting van het wereldvermaarde Altamont festival, zeg maar het Westcoast equivalent van Woodstock dat plaatsvond op zaterdag 6 december 1969, dus enkele maanden later dan het roixk festijn in de staat New York. In 1999 vinden enkele muzikanten voldoende inspiratie om een band op te zetten en zichzelf als de Lords Of Altamont kroonden. Het waren vooral Jake “The Preacher” Cavaliere en Johnny “Stiggs” Devilla die verantwoordelijk voor de opzet van deze outfit waren. Beiden maken nog steeds deel uit van de band en met nog een aantal andere ‘lords’ blijven ze nog steeds schitterende, energieke muziek maken. Getuige hiervan dit knap muziekpalletje, waarvan maar 200 vinylexemplaren gemaakt werden, en waarop we inderdaad nog de echte spirit van de garagerock (neen, zeg niet te snel punkrock) in al zijn facetten te horen krijgen. 13 schitterende covers waaronder Taj Mahal’s ‘Six Days On The Road’, ‘Live With Me’ en ‘Sympathy For The Devil’ van de heren Jagger/Richards flitsen aan je voorbij maar met een pracht die je zeker niet snel zult vergeten. Nog een knappe cover van de Stones is ‘Stray Cat Blues’ en soms lijkt het wel alsof de cover beter klinkt dan het origineel. Zelfs Stephen Stills’ ‘Black Queen’ krijgt hier een ferme opknapbeurt en hopelijk zal Robert Johnson zich met hun versie van ‘Love In Vain’ niet te veel gaan ronddraaien in zijn graf. Kun je je een garagerock versie voorstellen van Santana’s ‘Jingo’? Je krijgt het hier gewoon gepresenteerd naast Fred Neil’s ‘The Other Side Of Life’. Hoe dan ook, waneer garagerock wordt gebracht op een briljante manier zoals we het hier van de Lords Of Altamont kennen kunnen we alleen maar zeggen: “We Want More…”. 15 jaar na de oprichting van deze Lords brengt Gearhead Records een verbluffend staaltje garagerock uit zoals we het alleen nog maar horen op festivals als Sjock waar trouwens dit jaar de Lords Of Altamont geprogrammeerd stonden. Gelukkig stonden de Lords hier garant voor het heruitvinden van obscure songs die op het gelijknamige festival gespeeld werden en dan denken we hierbij aan werk van o.m. de Flying Burrito Brothers, Grateful Dead maar vooral natuurlijk de Stones. Alfons Maes (4) |
Archives
November 2024
|