CD & vinyl REVIEW BLOG |
0 Opmerkingen
The River Curls Around The Town/Eddy Verloes/Benno Barnard: Buiten Zinnen/Losing Our Minds11/7/2021
In 2013 verscheen ‚The North Borders’ van de Britse elektronicamusikant Bonobo, zijn vijfde studio-album. Het was een plaat die erg organisch en melodieus aandeed, zacht en vol heerlijke samples. Het was ook een heel warm album, gebalanceerd, niet knalhard, maar wel heel uitnodigend. ‘The North Borders Tour - Live’ is een neerslag van het uitgebreide tourtraject dat Simon Green – echte naam van Bonobo – sindsdien heeft afgelegd. Dat label Ninja Tune het reden vond om te vieren is duidelijk wanneer je de deluxe-uitgave bekijkt: behalve het album zit er ook een 70 pagina’s tellend boek met foto’s en anekdotes bij, en een DVD met een verzameling van enkele memorabele live-uitvoeringen. Het album gaat meteen sterk van start met ‘Cirrus’. Dit is hoe dan ook een geweldig nummer, een pulserend klokkenwerk met een zachtjes melancholische melodielijn, en brengt je meteen in een ideale sfeer om de rest van dit samengestelde concert te beluisteren. Helaas valt ook wel op dat het nummer in de live-uitvoering wat ‘body’ mist, een lijn die zich blijkt door te trekken in het hele album. De dikke baslijn die de studioversie extra gelaagdheid gaf mist hier een groot deel van z’n diepe impact. Hetzelfde geldt voor de ingenieuze zuiverheid en zorg die in het studio-album werd gestoken: veel details gaan verloren, en hoewel dat vaak eigen is aan live, is het in geval van een fijnzinnig album als ‘The North Borders’ toch ook erg spijtig. De warmte van de stem van Andreya Triana op ‘Stay the Same’ (een nummer van ‚Black Sands’ uit 2010) bijvoorbeeld, wordt hier zeker wel opgeroepen, maar eigenlijk hoop je toch dat ze wat meer in je oor kon komen fluisteren dan dat ze de hele weide had moeten entertainen. Jammer is ook dat ze in de hogere noten toch te onzeker zingt, wat even kleine grimasjes kan veroorzaken bij de onvoorbereide luisteraar. Op ‘Heaven for the Sinner’ neemt Szjerdene het live over van Erykah Badu, die het origineel van zang voorzag. Ze doet dat goed, maar qua audiokwaliteit is het hetzelfde probleem. De studioversie opent met enkele heel fijne, harp-achtige, naar chiptune neigende samples, die meteen een heel bevreemdende sfeer inzetten; live hangen diezelfde sampletjes ergens op de achtergrond te dralen. ‘Kiara’ is al een kleine klassieker in het oeuvre van Bonobo, en staat hier tussenin het drieluik ‘Prelude/Kiara/Ten Tigers’. Een prachtig nummer, met emotionele strijkers erbij, waarna een stel onderwaterbeats de melodie geweldig komen vergezellen. Het publiek gaat uiteraard uit z’n dak wanneer het de opening ervan hoort – en de albumbeluisteraar ook – en het lijkt, alleen al vanwege die strijkers, een logische keuze om het samen met ‘Ten Tigers’ te brengen. Helaas is de realiteit toch nog iets anders: de meer dan 8 minuten voor deze uitvoering blijken te lang te duren, en je verliest je aandacht ergens halverwege. Het is iets waar ook de even lange combinatie ‘Kong/Ketto’ aan lijdt. Samen met Emkay, het zesde nummer op dit live-album, dreigen ze te veel naar de achtergrond te verdwijnen, zijn ze wat te flets; je hoort meer de ruimte tussen publiek en podium dan de muziek zelf. Er is te weinig punch om je als luisteraar aan de muziek te laten kleven, en dat is jammer, omdat de nummers van nature heel erg sterk zijn. Op ‘Recurring/We Could Forever’ zit een dikke onderstroom die goed werkt, en die gemorst wordt in vage dikke strijkers. Even wordt het moeilijk om blijvend in het nummer op te gaan vanwege de “make some noise for Mr Jack Baker on the drums”, maar daarna krijgt het nummer heel wat extra power, waardoor je de klanken tegen de randen van de feesttent of zaal hoort bonken, en weer voelt terugspringen tot tegen je lichaam. Het publiek vindt het allemaal geweldig, en de solitaire luisteraar in z’n kamer ook. Samen met ‘Cirrus’ en ‘Know You’ de grootste live-sfeermakers hier aanwezig. Wat ‘Know You’ betreft, trouwens: de live-uitvoering maakt het nummer wat vuiler, het heeft baat bij de korrelige ruisende randjes, en had de ideale afsluiter geweest. Hierna volgt echter nog ‘Pieces feat. Cornelia’, wat hier toch te mak is als afsluiter. Het stoort allemaal niet, het is best prettig. Maar dat is ook de zwakte van het album: door de ijlere opnames verliezen de nummers veel van hun robuustheid — een robuustheid die voordien net zorgde dat de muziek niet te veel behangpapier werd. In ‘The North Borders’ kon je verdwijnen, maar de liveversies verdwijnen soms zelf. Een goeie collectie is het zeker, met enkele heel sfeervolle uitschieters, maar bij muziek die zoveel lichaam als die van Bonobo kan hebben, voel je in deze uitvoeringen toch wel eens een materieel gemis. ‘The North Borders’ is een album dat verdient om in je oren te smelten, en vanwege de extra ruimtelijkheid in de live-opnames gaat een groot deel warmte verloren, en blijf je met een lauwere editie van de nummers achter, een droesem die wel herinnert aan de sfeer van het genieten in groep, maar die muzikaal of auditief daardoor onvoldoende tot z’n recht komt. Je krijgt de ruimte erbij, waardoor de muziek aan massa verliest. Kort gezegd staat ‘The North Borders’ als liveplaat net iets te ver weg van de luisteraar. Wel is het een meerwaarde als je het studio-album al uitvoerig beluisterd hebt en je enigszins andere versies wil, of als je heerlijke herinneringen hebt aan die keer dat je stond mee te draaien in die bepaalde zaal of weide, je handen rustend op buik of schouders van die schone dame/heer vlakbij je, kijkend en luisterend naar Bonobo. Peter De Voecht (3) ‘The North Borders Tour - Live’ has some great highlights, including ‘Cirrus’, ‘Recurring/We Could Forever’ and ‘Know You’. It brings a nice atmosphere to an already great album, and the deluxe edition is a nice celebration of the expansive live tours Simon Green has undertaken as Bonobo. Ninja Tune I Promo CD I Bonobo
Er wordt vaak geklaagd over hoe mensen tegenwoordig zo snel verveeld zijn. Moeten we even ergens wachten, dan schuiven onze vingers al trillend van de afkickverschijnselen over onze blinkende smartphones. Laadt een webpagina niet meteen in, dan zijn onze zenuwen al vijftien keer refreshed. Alles moet hapklaar zijn, meteen verteerbaar, meteen aan te vinken met een duimke omhoog. Ga ik even de prekerige kant op? Misschien, maar met een goed doel: ‘Adrift’, van het Duitse post-rock-slash-elektronica-duo Tarwater, is een album dat je tijd moet geven. Daarom wordt deze recensie in twee gedeeld, met een volta ertussen. Te beginnen met de eerste impressies. Die waren niet onverdeeld positief. Duidelijk was dat de muziek zelf en de samples weloverwogen waren, en zeker aantrekkelijk. De songs zelf leken goed gestructureerd, zij het soms wat braafjes. De zangstem daarentegen kwam toch vaak te geforceerd over, te beperkt, te weinig strak. Daarnaast voelt het initieel erg jammer aan dat de nummers steevast in eenzelfde sfeer lijken te blijven hangen. Daardoor krijg je wel een homogeen album, maar dat werkt tegelijk ook nadelig, zeker omdat de verschillende klanken en de subtiele ruimtelijkheid van de nummers veel ruimte laten voor variatie en experiment. ‘Adrift’ komt in plaats van op drift of drijvend te zijn, over alsof het album voortdurend een beetje kopje onder wil dobberen, waardoor het bewust onder je radar lijkt te willen vliegen. En dan blijf je luisteren, al is het maar om er een recensie over te schrijven. Je beseft dat de samples en instrumenten toch écht wel goed ingezet worden, en mooi gebalanceerd zijn. Enerzijds zit je met een sfeertje dat soms naar de zwartheid van het diepste moment van de nacht neigt, anderzijds voelen de klanken en muzikale randen van dit album toch ook heel erg vers, alsof het net opgevist werd in fel maanlicht. De zangstem, het blijft een acquired taste. Zeker op ‘They Told Me in the Alley’ lijkt je geduld wat op de proef gesteld te worden vanwege het herhalende karakter van de tekst. Even verlang je naar de meer geaffecteerde stem van een John Maus, en wil je vooral uit dat steegje weg. En tegelijk, moet je toegeven, werkt de zang bezwerend, wat je wellicht pas beseft tijdens de korte muzikale stukjes, waarbij een trippelend piano-achtig deuntje voorbij pinkelt. Plots wil je geen voller timbre meer, of een technisch sterkere klank. Je wil enkel nog wat het is. En wanneer bij een latere luisterbeurt het titelnummer ‘Adrift’ weer passeert, hoor je plots hoezeer het zonder meer prachtig is. Een instrumentaal nummer van 1 minuut 40 waarbij in zo’n korte tijdsspanne zoveel sfeer en serene emotie opgeroepen kan worden verdient alle aandacht die het kan krijgen. Een nummer om op repeat te zetten, en jezelf mee in te graven. Misschien is het wel ideaal dat dit als tweede staat op het album, én het titelnummer is, want het is het beste bewijs om je te overtuigen dat de hele cd echt wel meer is dan een allereerste kennismaking je kan laten vermoeden. Het teerwater dat dit album aandikt werkt overigens het beste met de hoofdtelefoon, waardoor je de verschillende intricacies het beste kan opmerken. Je hoort plots de Steve Reich-achtige piano ondergedoken bij ‘Inreturn’, de zachte, hoge toontjes die in een instrumentaal stukje in ‘The Glove’ over de oppervlakte van het water schitteren, of de knisperende ritmes in ‘Log of the Sloop’. In ‘Homology Myself’, waarbij de geaccentueerde stem van dichteres Ann Cotten naar spoken word dobbert, voel je des te beter hoe fijn er gespeeld wordt met de stereomogelijkheden, met samples die links-rechts zwerven als vuurvliegjes. En dan begin je in te zien dat elk afzonderlijk nummer een schat aan muzikale niveau’s omvat waar je voldoening uit kan halen. Je moet alleen even door het troebele water heen kijken. Doe jezelf het grootste plezier, en geef ‘Adrift’, en Tarwater, een kans. Eens je het toestaat te groeien, wordt dit een heel erg kostbaar album, een reis naar het einde van de nacht, en in een nog later stadium, een reis naar het begin van de nacht. Muzikaal geduld, het is iedereen gegund — en al zeker bij ‘Adrift’. Peter De Voecht (4) Initially, ‘Adrift’ was not entirely my taste. Clearly the music and samples were balanced and meticulously created, but the general atmosphere seemed lacking: there was a homogeneity that contrasted with the different sounds and the subtle spaciality of the songs, and which called for more variation and experimentation. Instead of truly being adrift, at first the album comes across as if it wants to stay below the surface, and deliberately fly under your radar. Bureau B I Promo CD I Sonic Rendezvous I Tarwater
Het hing al enkele dagen in de sociale medialucht, en plots was het zover: gisteren werd het nieuwe album van Thom Yorke, ‘Tomorrow’s Modern Boxes’, te koop aangeboden op BitTorrent. De eerste single daarvan is ‘A Brain in a Bottle’. Die gaat gepaard met een lichtjes bevreemdende video, een montage van Thom Yorke zelf die, met grijzende baard en strakke paardenstaart, voornamelijk bezig is Thom Yorke te zijn. ‘A Brain in a Bottle’ doet vanaf de eerste luisterbeurt als vertrouwd aan binnen het solowerk van de Radiohead-frontman. Sinds hij zich is gaan verdiepen in experimentele elektronische muziek, is Yorke meer en meer een eigen stijl gaan ontwikkelen, met samples die geregeld ontregeld zijn, en gekoppeld worden aan de etherische falsettozang waarvoor Yorke bekend staat. Als je een beetje zijn eerdere soloplaat ‘The Eraser’ kent, of ‘Amok’, het album dat hij met Atoms for Peace maakte, of zelfs de laatste Radiohead-langspeler ‘The King of Limbs’, dan komt ‘A Brain in a Bottle’ zeker niet al te verrassend over. En misschien is dat meteen ook het probleem: hoewel ‘A Brain in a Bottle’ een klein vijsje kwijt is, had het eigenzinnige karakter nog wat meer doorgedreven kunnen worden. Uiteindelijk zijn de afzonderlijke samples op zich wel interessant genoeg, maar de structuur van het nummer is eigenlijk relatief braaf. Waar een band als Autechre - belangrijke invloed voor Yorke - vaak volledig uit de pan swingt, worden hier de teugels veel strakker aangetrokken. Daardoor wordt het geheel iets soberder, iets kaler ook, en de vraag rijst hoe snel het nummer hierdoor z’n replay value zal verliezen. Er zit een soort degelijkheid in ‘A Brain in a Bottle’ waar de sfeer van de muziek eigenlijk niet ten volle om lijkt te vragen. Dat het niet overdreven verrassend is, houdt ‘A Brain in a Bottle’ echter niet tegen om je binnen te brengen in een lege kamer vol kale, gebarsten muren, waar je met kil gegrom uitgenodigd wordt om langzaam te verdwijnen met je brein diep verzonken in een hermetisch afgesloten koptelefoon. Peter De Voecht |
Archives
Oktober 2024
|