CD & vinyl REVIEW BLOG |
Gitarist Ron Jackson uit New York heeft in meer dan 20 landen opgetreden en opgenomen, zowel als bandleader of als muzikant. Hij vermengt jazz met soul, R&B, pop en zijn Filippijnse roots. Hij studeerde aan het Berklee College of Music en heeft al 5 instrumentale jazz cd’s op zijn actief. Daarnaast geeft hij zelf gitaarles zelfs tot in Groningen, Frankrijk, Spanje, de UK, Australië en Portugal. Tevens is hij actief in de orkesten op Broadway en schreef hij songs voor pop en jazzartiesten. En uiteraard stond hij op de planken van diverse festivals. Ron bespeelt echter de akoestische jazzgitaar, zoals Eddie Lang, Django Reinhardt enz. dat voor hem deden voor de introductie van de elektrische gitaar. En hij doet dat alleen, zonder begeleiding. Opener ‘Bucket Blues’ werd geïnspireerd door bluesgitaristen zoals Lightnin’ Hopkins. ‘Your Eyes’ is dan weer opgedragen aan zijn dochter Lucia. En de inspiratie voor ‘Park Slope’ kwam door één van zijn favoriete plekken in Brooklyn. ‘Train To Groningen’ staat voor de trein tussen Amsterdam en Groningen. Op ‘Calypso Party’ gaat hij de Caribische richting uit, en de traditionele ballade ‘Londonderry Air’ staat voor ‘Danny Boy’ (de enige cover). Afsluiter ‘Jamaican Sunset’ gaat uiteraard over de zonsondergang op dat eiland. Een festijn dus voor liefhebbers van akoestische gitaar! Patrick Van de Wiele (3½) A dream come true for lovers of acoustic guitar. Roni Music I RM 6653 I CD Baby I Ron Jackson
1 Opmerking
Richard Thompson is naast een fenomenaal gitarist een nauwelijks te overschatten songwriter. Dat is voor de modale liefhebber geen geheim meer, sinds hij als jonge snaak met Fairport Convention de folkrock uitvond en in de vroege jaren voor het solopad koos. Het begrip solo wordt door Thompson niet zelden letterlijk geïnterpreteerd. De afgelopen jaren zagen we de man met de onafscheidelijke baret met enkel een gitaar, meestal een akoestisch exemplaar, als gezel op het podium. Het is telkens een ware belevenis als dat eenmansorkest met nonchalante virtuositeit door het rijke oeuvre bladert. De recentste, overigens schitterende, studiorelease noemde niet zonder reden ‘Electric’. Thompsons laatste unplugged studiowerk prijkte op ‘Small Town Romance’ en is ondertussen ruim dertig jaar oud. Op ‘Acoustic Classics’ worden veertien parels uit de afgelopen veertig jaar tot een subtiel sieraad aaneengeregen. In zijn bescheiden huisstudio in Californië waar het publiek zich beperkte tot een toevallig passerende nieuwsgierige kat ( volgens Thompson zelfs ergens te horen in het resultaat van de opnamesessies) kon Thompson in alle intimiteit sleutelen aan nieuwe sobere, akoestische versies. Uit ‘I Want To See The Bright Lights Tonight’ werd naast de titelsong ‘Down Where The Drunkards Roll’ geselecteerd. Die uit ’74 daterende songs werden oorspronkelijk door Linda, destijds Thompsons echtgenote, gezongen maar ze behoren al een tijdje tot vaste waarden van de setlist. ‘Walking On A Wire’ ademen evenals ‘The Wall Of Dead’ en ‘Shoot Out The Lights’ ook in de sobere herinterpretatie de beklemmende sfeer uit van de nakende onafwendbare echtbreuk. Het melodieuze ‘Beeswing’ en een prachtig ’Persuasion’ staan hier helemaal op hun plaats. Hetzelfde kan gezegd worden van het wonderlijke tweespan uit ‘Rumour and Sigh’. Nooit klonk de fingerpicking in‘1952 Vincent Black Lightning’ zo subtiel en overtreft zelfs de oorspronkelijke versie en in ‘I Misunderstood’ huist meer spankracht dan ooit, hetzelfde kan van een soepel en gespierd ‘When The Spell Is Broken’ gezegd worden. Een sober, verfijnd werkstuk dat niet alleen de verstokte fan zal plezieren. Cis Van Looy (4½) De Amerikaanse pianist & orgelist Patrick Bradley’s muzikale carrière begon als lid van de rockband Joshua. In 2006 bracht zijn debuut ‘Come Rain or Shine’ uit, en vijf jaar later volgde daar ‘Under The Sun’ op. Enkele tracks daaruit waren te horen op de radio. Door de jaren heen sloot hij vriendschap met saxman Dave Koz, zodat hij volgende maand zal optreden tijdens de Dave Koz Cruise to Alaska, evenals in het voorprogramma zal staan van Koz, Mindi Abair, Gerald Albright & Richard Elliot’s ‘Summer Horns’. Op 23/9 aanstaande komt zijn nieuw album uit, maar hier kan u al de recensie ervan lezen. Op dit nieuw project krijgt hij heel wat hulp van Jeff Lorber, die zowel gitaar, keyboards, synthesizer, bas speelt, meeschreef aan de tracks, samen met Bradley voor de arrangementen zorgde, en de cd nog eens produceerde ook. Over die samenwerking zei hij: “When we worked on my last CD, “Under the Sun,” together, it was such an easy process for both of us that the natural thing to do was ask him to do it again. He’s such a gifted writer with so much experience it’s easy for him to get the best out of other players. He really encouraged me to dig deeper. He’s a keyboardist, like me, but really focused on helping me shine. Jeff’s the one who picked up on my organ ability and said, ‘You’re a killer on that thing – you need to get out there and play more of that!’ Our styles complement one another. Things happen really easy in the studio between us and there are always unexpected twists. We never know how something is going to end up.” ‘All In’ opent hij op een ontspannen manier, waarna ‘Blue Skies’ meer de contemporary jazzrichting opgaat met Eric Marienthal als gast op sax. “‘North of Evermore’ also spontaneously came together in the studio. I had basic parts, but the majority of it happened with us in the studio. On that one, I do the first organ and mini-Moog solos. Then the last synth solo is Jeff.” De titeltrack is een sereen nummer, en geïnspireerd door zijn Christelijk geloof en het gemis aan zijn overleden moeder. “My idea was to dig deeper than ever before by pushing through to new personal musical dimensions.” Dave Koz speelt er sax op. ‘Daylight’ is terug contemporary jazz, gevolg door het mooie ‘Shoreline, opgeluisterd door de sax van Marienthal. ‘Catalan’ is een muzikaal portret van Barcelona, waarna ‘For Her’ een sexy ballade is. Daarentegen drijft ‘Sierra’ op een sterke beat, terwijl afsluiter ‘Voyage’ de Latin fusion richting opgaat. Rick Braun speelt er trompet op, en wijlen schoonvader Carlos Vidal is op de achtergrond te horen. Op de cover staat hij tegen een achtergrond van schotelantennes. Met deze mengeling van stijlen, van smooth, via contemporary, naar fusion, geworteld in R&B laat Bradley horen dat hij kan spelen. Een zeer leuke ontdekking! Patrick Van de Wiele (3½) With this blend of smooth, contemporary and fusion, rooted in R&B, Bradley shows that he can play. A very nice discovery! Twaalf jaar geleden kwam het album ‘The Lay of the Land’ uit van deze bassist en componist. Daarop stond traditionele jazz met hulp van o.a. Michael Brecker, Randy Brecker, John Patitucci, Jeff ”Tain” Watts enz. Tijdens het voorbije decennium verhuisde hij naar Maryland en begon aan een familieleven. Zijn nieuwe project komt er na tien jaar stilte en hij heeft er het volgende over te zeggen: “The new album was written for the players who were playing it. The idea was to write stuff that was inspired, worrying less about how it would all go together than how it felt in the moment.“ Hij wordt bijgestaan door een saxofonist, een vibrafonist, een piano & Rhodes speler, en een drummer. Mike bespeelt zowel de akoestische als de elektrische bas. Er wordt deftig op los geïmproviseerd, iets wat mij niet zo ligt. De titeltrack heeft een ietwat sambaritme, en verderop staat de relaxte reconstructie van Frederic Chopin’s ‘Prelude in E Min Op. 28 n° 4’, waarop Alan Blackman piano speelt. Daarentegen is ‘Shadow of a Doubt’ funky. Indien u houdt van traditionele jazz met genoeg improvisatie, probeer dan deze cd eens. Patrick Van de Wiele (3½) Bassist Michael Manson uit Chicago komt uit een muzikale familie, want zijn grootmoeder en moeder speelden piano. Op zijn veertiende kreeg hij een basgitaar en een versterker, die hij moest delen met zijn broer, die een gitaar kreeg. Aan de universiteit ging hij bij het Chicago State Gospel Choir en het ene leidde tot het andere. Nadat hij een Bachelor of Arts in Music behaald had, ging hij verder om een Masters in Music Performance te behalen aan de Nortwestern University. In 1995 ontmoette hij saxofonist Steve Cole, die speelde met Brian Culberston, en algauw speelde Michael ook in de clubs. Later speelde hij met Kirk Whalum, George Duke, en Paul Jackson Jr. Wijlen George Duke inviteerde hem in 2000 voor een optreden op het Montreux Jazz Festival. Later stond hij ook op de planken met Larry Carlton, Boney James, Rick Braun, enz. Nu is er een dubbel-cd uit met daarop 16 tracks, die live opgenomen werden. Het is echter smooth jazz met heel wat creatieve energie, die al begint met opener ‘Coming Right At Ya’. En ‘Just One Touch’ drijft op een Latin ritme, en werd geïnspireerd door salsalessen. ‘Everlasting Love’ is een cover, evenals ‘There’s Nothing Better Than Love’ van Luther Vandross. ‘Keys To My Heart’ is een eerbetoon aan zijn zoon, waarna de mooie Bill Withers’ cover ‘Lovely Day’ eraan komt. De rockende funk van ‘The Bottom Line’ is dan weer een eerbetoon aan wijlen George Duke. Verderop staat een klein funky stukje van ‘Fire’ van The Ohio Players. En het wordt nog funkier met ‘Doin’ it Death (We Gonna Have a Funky Good Time)’ van wijlen James Brown. Het lijdt geen twijfel, Michael kan live een “feel good” atmosfeer creëren! Patrick Van de Wiele (4) A double album from a creative and explosive bassist, who fills this album with feel good energy. NuGroove2 Records I 893422002475 I Michael Manson
De Amerikaanse zangeres Marianne Matheny-Katz werd geboren op Staten Island, en tijdens haar jeugd zong ze volksmuziek in coffeeshops op Staten Island en in Manhattan. Maar alhoewel ze hield van Billie Holiday, Nina Simone en Bessie Smith, voelde ze zich niet geroepen om in hun voetstappen te volgen. Ze trouwde op jonge leeftijd en verliet New York voor Connecticut, Michigan en Massachusetts. Ze trad zelfs een decennium niet meer op. Ze studeerde voor economie aan de universiteit van Massachusetts, en verhuisde na een echtscheiding in 1988 naar Baltimore. Kort daarop begon ze weer te zingen, vooral blues met de groep Park House Jam uit Annapolis. In 2000 stelde een collega haar voor om mee te doen aan de jaarlijkse Billie Holiday wedstrijd, waar ze tweede eindigde. Dat deed ze over in 2002, en zeven jaar later vroeg hem haar om tijdens een eerbetoon op te treden. Maar eerder in 2003 stichtte ze het M2K jazzensemble met tal van lokale muzikanten. Samen met haar tweede echtgenoot, Howard Katz, kocht ze een huis met een concertzaal eraan. Nu is haar debuutalbum uitgebracht, met daarop jazzklassiekers in een nieuw arrangement. Zo brengt ze o.a. George & Ira Gershwin’s ‘Our Love Is Here to Stay’, Miles Davis’ ‘All Blues’, ‘The Way You Look Tonight’. “I hear so many people criticize the older standards for reminiscing a totally different time and not being relevant today,” zei ze. “When you’re doing a song like that, you have to put that image into people’s head in which you can actually see things going away or being replaced by the next big thing.” ‘Comes Love’ is haar favoriete Billie Holiday song. “That’s one of my favourite Billie Holiday tunes; it’s very sexy,” zei ze. Het is duidelijk dat Marianne een voorliefde heeft voor de klassiekers. Patrick Van de Wiele (3½) A debut that speaks of an adoration for the classics. Jazzway I JWY-1401 I CD Baby I Marianne Matheny-Katz
Stockhausen mogen we gerust betittelen als een van de meest invloedrijkste componisten uit de moderne pop- en rockgeschiedenis. Hij was van Duitse afkomst geboren in Mödrath op 22/8/1928 en overleed op 5/12/2007 in Kürten-Kettenberg. Stockhausen is eigenlijk de man, of zeggen we inspiratiebron, die de Beatles aanzette om te experimenteren met technieken variërend van de sound die ontstond via omgekeerde bandterugspoeling of de techniek die ze gebruikten op ‘Revolution 9’. Stockhausen is ook te zien op de prachtige collage van Peter Blakes wereldberoemde coverdesign voor ‘Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band’. Meteen weten we wat voor muziek (!?) we hier te horen krijgen. Hij werd ook, dankzij zijn vrij bijzondere composities, geprezen als de profeet van een Nieuwe Wereld maar daar zat ook een negatieve zijde aan: meermaals werd hij ‘aangevallen’ voor zijn ietwat mystieke, semi-hippie filosofie en voor zijn haast ondoordringbare muziek. Het moet dan toch zowat sinds Stravinsky geleden zijn dat één componist voor zoveel opwinding en controverse in zijn muziek heeft gezorgd. Een van zijn bijnamen was de moderne ‘rattenvanger’ (pied piper of youth) van de jeugd. Wat je hier dus op deze release hoort zal voor sommige muziekliefhebbers van totaal geen betekenis zijn maar dan ga ik ervan uit dat ze nooit de sixties en het daarbij horende hippiesyndroom hebben beleefd. Ik daarentegen beleef weer die speciale momenten van toen muziek her en daar nog in een vorm van zeg maar experimentele fase zat en het is daar dat we de muziek van Stockhausen kunnen onderbrengen. Of hij destijds experimenteerde (met muziek en drugs) of dat het duidelijk uitgelijnde muziekstukjes waren… we gaan het nooit meer te weten komen. Wat hij destijds op vinyl zette kunnen we het beste omschrijven als “music for the mind and soul”. Alfons Maes (3½) EL Records I ACMEMI93CD I Cherry Red Records
‘Use Your Voice’ is de titel van het recentste werkstuk van de uit Noord Carolina afkomstige maar vanuit Chicago opererende fingerpicker. Bijzonder toepasselijk zo blijkt bij het openingsnummer ‘Black Eyed Suzie, een flitsende bluegrassmepper. Banjoman en gitarist Friddle omringd zich met een uitgebreide stringband The Majority en het is niet alleen de fiddelende dame Maria McCullough die zich laat opmerken met welluidende zang. Een pure bluegrassband is het geenszins, getuige de flink uit de kluiten gewassen drumbeats en het orgel dat de stringband vergezelt in ‘Shake It Down’ maar het levert wel fraaie muziekjes op zoals door overstuurde trompet en trombone aangedreven uitbundig dronkenmansepos ‘Keep My Skillet Good and Greasy’ evenals de fijne ragtime ‘Tired Chicken Blues’ een van de traditionals die voortdurend haasje over wippen met Friddles eigen werk zoals ‘The Girls They Dance’ of het op een strakke beat gebouwde ‘Rabbit’ dat vaagweg aan iets van The Band herinnert. Een van de opmerkelijkste nummers is ongetwijfeld het door piano en swingende doowop’s van de dames McCullough en Anna Jacobson. Jacobson is bovendien verantwoordelijk voor het meeslepende countryduet met zoetgevooisde fiddle en blazers op de achtergrond. Ook de knappe titelsong blijft moeiteloos overeind tussen de bewerkingen van de traditionals. Weerom een bank vooruit na de eveneens niet te versmaden voorganger ‘Belle de Louisville’. Cis Van Looy (3½) Eigen Beheer l Jonas Friddle
Deze Oosters ogende zangeres met Schots/ Japanse roots is uit het Canadese Yukon afkomstig ze groeit op in de Kluan regio in de buurt van een uitgestrekt meer, niet ver van de grens met Alaska. In Vancouver rondt ze haar klassieke muziekopleiding af en gaat er als songwriter aan de slag. In 2010 keert Diyet terug naar haar geboorteplaats Burwash Landing, haar prille songwerk komt op het in haar thuisland veelvuldig gelauwerde debuut ‘Breaking Point’ terecht. Ondertussen draagt ze de achternaam Lieshout na een huwelijk met Robert van Lieshout. Deze gitarist uit Nederland zorgt naast muzikale ondersteuning met zijn akoestische gitaar ook voor de percussie. De producer Bob Hamilton lardeert de akoestische basis met banjo, mandoline, elektrische gitaar en pedaal steel. De sfeervolle opener ‘White Flag’ maakt meteen een goede indruk, de aparte klankkleur van vervormde gitaren, met de ietwat ijle zangpartijen met ondersteuning van Sarah Hamilton belanden we meteen in een wat mysterieus universum. De krachtige titelsong leunt meer aan bij alternatieve folkpoptoestanden en een gedreven ‘Like A Drum’ is het eerste nummer dat we onthouden. Daarna wordt het helaas even wat minder en het duurt tot in de tweede helft dat het door pedalsteel geschraagde ‘Gold Miner’ en vooral ‘Fearless Heart’, het enige nummer dat Diyet zonder hulp van haar man Robert componeerde, onze aandacht opeisen. Het op mandolinespel huppelende ‘Doubt’ is inderdaad een twijfelgeval in een voor de helft geslaagde werkstuk. Cis Van Looy (3) Het Britse progressieve Asia ontstond in 1981 en werd gevormd door bassist/vocalist John Wetton (ex King Crimson, Uriah Heep, Wishbone Ash, om er maar een paar te noemen), gitarist Steve Howe (Yes), Geoff Downes (keyboards, ex-The Buggles, Yes) en drummer Carl Palmer (o.a. Atomic Rooster, Emerson, Lake & Palmer). Het titelloze debuutalbum van het viertal verscheen in 1982 en dat zorgde voor wereldwijde erkenning en hitsucces. Daarna de band nog voor knappe stukken progressieve rockmuziek, maar door vele wijzigingen in de line-up was het soms moeilijk te weten wie nu nog echt deel uitmaakte van de band. In 2006 werd de band opnieuw gevormd coor het originele viertal en toen werden opnieuw twee uiterst knappe studio-albums afgeleverd ('Phoenix' (2008) en 'Omega' (2010)). Intussen is gitarist Steve Howe alweer vervangen door Sam Coulson waarmee onlangs het album 'Gravitas' werd uitgebracht. De ef nummers die je hier op dit album terug vindt werden opgenomen op 24 juli 2010 tijdens het High Voltage Festival in Victoria Park in London. Je krijgt er meteen het integrale eerste album, maar dan wel in gewijzigde volgorde gebracht, aangevuld met 'An Extraordinary Life' (uit 'Phoenix') en 'I Believe' (uit 'Omega'). Fans van de band zullen dit waarschijnlijk aan hun wanted-lijstje willen toevoegen enkel maar om dan de studio-versies te kunnen vergelijken met deze live opnames. En muzikaal klinkt alles zeer goed. Ik heb enkel mijn bedenkingen bij het vocale werk van John Wetton, die hier een paar maal erg de mist in gaat. Maar goed, dit mag de pret niet drukken, daar je hier meteen ook een dvd krijgt meegeleverd die er voor zorgt dat dit totaalpakket toch een meerwaarde krijgt. En vergeet niet dat dit ene mooi tijdsdocument is en dat dit de allereerste keer is dat het debuutalbum compleet werd gebracht in een live-set. Luc Ghyselen (3½) Met deze verzamelaar zijn we weer een goed uurtje bezig. De cd presenteert ons wat we tijdens de jaren vijftig en zestig aan vrouwelijk talent dagelijks via onze transistorradio mochten beluisteren. We krijgen hier enkele classy zangeressen waaronder we werk vinden van o.m. Baby Washington, Delores Hill, Linda Queen enz… 20 fantastische nummers om je vingers bij af te likken maar ook soms songs die je een traan laten vwegpinken. Tearjearkers, floor fillers zijn maar enkele begrippen waarover het hier gaat. We gingen even grasduinen tussen al dat moois. En wie dacht dat Tuesday Weld alleen maar een pin-up actrice was slaat hier de bal volkomen mis. Zij krijgt hier met ‘Are You The Boy’ een plaatsje tussen al die andere eredames. Peggy King verrast ons met de jazzy tune ‘Up Up Up’ terwijl Diane Maxwell je e.e.a. bijbrengt met haar ‘Love Charms’. Dee Dee Sharp, een van die vele sixties soulstemmen, brengt ons in een leuke stemming met het knappe ‘The Night’. En op ‘He’s The One Who Rings My Bell’ van Sherri Taylor is het tijd om de beentjes te strekken. Twisten tot je erbij neervalt. En als je van echte tearjerkers houdt, is ‘Now I Lay Me Down To Weep’ van Simone Dina het perfect op maat gesneden nummer voor jou. ‘Popcorn Girls’ is gewoonweg muziek om bij weg te dromen, je hoofd leeg te maken en laat deze songs gewoonweg hun werk doen. Toch leuke muziek voor bij je volgende B-B-Q… als het nu even wil ophouden met regenen. Alfons Maes (3½) Croydon Municipal I CR9008 I Cherry Records
Neen, met ‘Buttermilk Skies’ wordt niet verwezen naar het psychedelische hoogtepunt van de Beatles, ‘Sgt Pepper’s Lonely Hearts Club Band’ maar wel naar het werk van Hoagland “Hoagy” Carmichael, acteur, bandleider en componist van de juweeltjes die onze ouders even het oorlogsgeweld moesten laten vergeten tijdens de Tweede Wereldoorlog. Maar ook na de oorlog bleef Carmichael onvergetelijke nummers componeren. Met deze compilatie krijgen we een leuke herinnering van wat Carmichael zoal allemaal geschreven heeft. Het zijn nummers die we hier en daar nog op de een of andere band zijn setlist vinden, of te horen zijn op diverse radiostations of (her)gebruikt worden voor de promotiespotjes van diverse grote of minder bekende bedrijven. Zeg maar, de bonafide popnorm uit de jaren dertig tot en met de zestiger jaren. 24 korte doch krachtige alltimers passeren hier de revue. Van soloperformers tot grote klassieke big bands als die van Tommy Dorsey en Glenn Miller maar ook enkele jazz standards als Louis Armstrong, Billie Holiday, Dina Shore, Mel Tormé werden hier samen verpakt en dat werd een schijf die we ook als een serieuze “walk through memory lane” mogen bestempelen. Deze muziek was razend populair tijdens de Tweede Wereldoorlog en sommige van de uitvoerders hier, waaronder uiteraard Glenn Miller, Bob Hope & Shirley Ross waren vrij vaak te gast op de locaties van de Amerikaanse strijdkrachten tijdens WOII. ‘Stardust’ van Billy Ward & The Dominoes is een schitterende song die nog steeds weet te bekoren. Verwacht niet van Glenn Miller zijn allergrootste songs maar ‘We’re The Couple In The Castle’ is toch een prachtig voorbeeld van hoe big band muziek toen klonk. Louis Prima komt opzetten met zijn versie van ‘Sing It The Way Down Low’ en van de ene trompetsong naar de andere let Louis Armstrong’s ‘Ev’ntide’ dat toch ook weer bijzondere herinneringen oproept. Ook meer ‘jongere’ performers vinden we hier terug: Bobby Darin overtuigt ons met een sterke versie van ‘Lazy River’, Matt Monro laat ons genieten van ‘Skylark’ maar toch een van de allermooiste songs die Carmichael heeft geschreven is zonder enige twijfel het door Ray Charles de sterren in gezongen ‘Georgia On My Mind’. Hank Jones sluit deze schitterende verzamelaar af met een ander meesterwerk van Carmichael, ‘Heart & Soul’. Wat waren (beter: zijn) dit toch leuke songs, alleen de periode waarin ze zo populair waren was het oorlogsgeweld van de Tweede Wereldoorlog. Alfons Maes (4) De band SulcultuRe komt uit Cobourg, Canada en wil muzikanten met divers etnische achtergronden een kans geven. Robin K. Jayasekera componeert, schrijft teksten,maakt arrangementen en speelt basgitaar. Carlyle Walpola speelt keyboards en zingt op de achtergrond. Russell Almeida is een multi-instrumentalist. Samen met zangeres Samantha Lai (echte naam Santha Tsang) namen ze de single ‘My Love isn’t blind’ op. Deze laatste werd geboren in Maleisië en verhuisde op twaalfjarige leeftijd naar Canada. Ze zong als soliste in schoolkoren, in het Toronto Mendelssohn Youth Choir en in het Waterloo University Choir. In 1991 won ze de Graduate Music Award van het Georges Vanier Secondary School in North York, Ontario en werd tweede in de 1992 Heart & Stroke Foundation’s Sing for Your Heart , Toronto, Ontario. Sindsdien was leadzangeres in talloze bands, maar zingt ook op gala’s, bedrijfsfeestjes, huwelijken enz. Met haar krachtige sopraanstem zingt ze R&B, pop, rock, jazz, opera en dat in Engels, Mandarijns, Kantonees, Spaans en Frans! De song gaat over een lange afstandrelatie, die in dit Internettijdperk heel normaal is. Patrick Van de Wiele (3½) SubcultuRe Music Production I 829982150776 I Subcultu
Mats en Linda Brandemark zijn een muzikaal echtpaar uit Zweden. Linda zingt en speelt akoestische gitaar, terwijl Mats zingt, akoestische en elektrische gitaar bespeelt. Beiden zijn veteranen in de muziekbusiness, want Linda heeft solo al 4 albums uitgebracht onder de naam Malmstrom, en Mats is lid geweest van 3 bands. Nu vormen ze een duo en hebben ze hun debuut gereleased. Ondanks hun Zweedse thuisbasis klinken ze zeer Amerikaans, en dat bengelt ergens tussen Americana en rock-‘n-roll. Samen met Gunnar Hofverberg schreven ze alle songs, en multi-instrumentalist Johan von Feilitzen produceerde de cd. ‘Passing Me By’ is up-tempo, terwijl op ‘As Good as it Gets’ meer de swamp rocktoer opgaat. ‘Struck by Lightning’ bezit zelfs een strijkersarrangement. De ballade ‘Queen of Hearts’ is ook niet mis. Alles bij elkaar een leuk debuut, en je hoort dat je ervaren muzikanten zijn. Melodieuze en “catchy” Americana. Patrick Van de Wiele (3½) A debut album with a crossover between melodic & catchy Americana and rock-‘n-roll. Moody Maraccas I MOM005 CD I Frank Roszak Radio Promotions I Lighthouse
Altijd op een hoog niveau blijven meedraaien is misschien alleen voor den Jagger en de zijnen maar normaliter heeft iedereen wel eens nood aan een rustpauze en daar valt ook ondergetekende onder. Fred Lani voelde ook die behoefte en na acht jaartjes stilzwijgen zijn in 2012 Fred and The Healers als een Fenix herrezen en maar goed ook. Met een volledig nieuwe ritmesectie met Cédric Cornez op de basgitaar en Nicolas Sand op drums zijn Fred and The Healers back on track, en hoe! Na het succes van het behalen van de ‘Belgian Blues Challenge’ in 2013 is dit power trio al onmiddellijk op kruissnelheid en dat moet Fred Lani geïnspireerd hebben om te werken aan een nieuw album. Met ‘Hammerbeatmatic’ is dit er enkele maanden geleden van gekomen. Gespekt met 13 nummers is dit album een stevige voortzetting van het verleden waarbij zowel de muziek als de teksten van de hand zijn van de meester. In mei mochten ze ook al aantreden op het jong maar reeds befaamde ‘Roots & Roses’ in Lessines en daarvoor heeft Fred een ode aan deze happening gebracht met een nummer met dezelfde klinkende titel wat daardoor de nationale hymne zou kunnen worden van dit festival. Nummers als ’Doyle The Hunter’, ‘Burning’ en ‘Scratch My Back’ zijn bluesrock pareltjes van het zuiverste water en laten dit album stevig rocken als weleer. Het energieke gitaarspel met haarscherpe rifjes ondersteund door een stevige ritmesectie laten je gedwee wegdeinen in de nacht alsof het een ‘live’ optreden betreft. ‘A Man For a Day’ is mijn inziens meer een nummer dat geschreven is met de spirit van de sixties in het achterhoofd en zo ook één van mijn favorieten zo niet de beste track van dit album met ‘Lovers Boogie, een meesterlijke boogie waarvan bij het beluisteren een Canned Heat uit de betere dagen in je hoofd komt opdagen en waarbij je op het einde onmiddellijk op de replay button druk. Meesterlijke bluesrock van eigen bodem met ook de aanwezigheid van een mooie ballad als ‘Another Place’. Een album dat zowel op cd als op vinyl te verkrijgen is en je zeker moet in huis halen. Fred and The Healers are back!
Tracklist:
Freddy Vandervelpen (4½) Wellicht zullen vele onder jullie zich nog Manny Charlton herinneren als de man achter het succes van het Schotse Nazareth. Hij was dan ook de producer van hun megalangspeler ‘Hair Of The Dog’ dat zelfs platina haalde. In 2004, nadat hij de band al een tijdje had verlaten, brengt hij zijn solodebuut ‘Sharp’ uit. Deze langspeler krijgt in 2005 een staartje ‘Sharp R-Loaded’ en deze twee albums werden nu door Angel Air weer van een tweede leven voorzien. Op zijn eerste langspeler kreeg hij in de studio begeleiding van Steve Froese (drums) en Billy Pixel (bass). Op het album vinden we voornamelijk wat bekende covers maar Manny doet net als Joe Cocker, hij maakt er een totaal ander nummer van. Het is dus moeilijk te zeggen dat het geslaagde versies zijn maar oordeel daar zelf maar over wanneer je bv. een ‘All Along The Watchtower’ hoort en Manny wilde niet vergeleken worden met de versie van Jimi Hendrix, of een ‘Deeper Well’ van Emmylou Harris. Ook Fleetwood Mac’s ‘The Chain’ krijgt hier’ een grondige opknapbeurt terwijl Manny het van Tim Hardin geleende ‘Hang On To A Dream’ in een schitterend pareltje transformeert. De National steelgitaar wordt ontstoft en dat levert schitterende momenten op die we kunnen linken aan ‘Please Don’t Judas Me’, dus het Nazareth nummer van ‘Hair Of The Dog’. Nog meer leuke covers volgen met ‘Norwegian Wood’ van de Fab Four, ‘So You Want To Be A Rock-‘n-Roll Star’ waarmee we voor het eerst kennis maakten door de Byrds en ‘Wicked Messenger’ van meneer Dylan. De extra tracks op ‘Sharp’ zijn twee door hem zelf gepende nummers ‘Can’t Stop The Rain’ en ‘Cold Front’ terwijl ‘Sharp Re-Loaded’ het moet doen met ‘Mexico’ en ‘Pushing Daisies’. De muziek van Manny Charlton is niet meteen het soort songs die je meteen rond de oren zullen kletsen. Geen krachtige storm die op je afkomt maar het lijkt allemaal meer op een luwe nazomerse storm die van kracht afneemt... Manny Charlton tourt ondanks zijn hoge leeftijd (ge. 1941) nog steeds rond als de Manny Charlton Band. Hij was gitarist bij Nazareth van 1968 tot 1990. Alfons Maes (3) Soms zijn we toch zo zalvend voor al die buitenlandse sterren in de muziekwereld. Is het uit respect of omdat we anders geen CD meer mogen recenseren, feit is dat we niet altijd correct zijn en soms in eigen boezem moeten durven kijken om zo onze eigen kweek te leren waarderen en zo iemand is zeker en vast Kris Valvekens AKA de Kirri. ‘Kirri’ Valvekens gaat al een tijdje mee en zeker in de blues scène waar we hem allereerst leerden kennen met ‘The Moose’, een groepje dat spijtig genoeg te vlug voor mij van de radar verdween. Vervolgens kwam ‘5 O’Clock Shadow Bluesband’ en zijn eerst soloproject onder de noemer ‘Kirri’. Met het EP’tje dat toen op de markt verscheen bewees Kris Valvekens nog maar eens wat een begenadigde songwriter en composer hij wel is. Indien je ‘Mind Your Sleep’ nog kan bemachtigen, zeker doen. Eén van z’n vorige geslaagde projecten is zeker en vast zijn tribute aan Neil Diamond en laat het nu juist die klankleur zijn die ook op Kris zijn laatste project zo in de verf wordt gezet. Onder de leiding van pianist Marc Steenbergen zag ook Kirri’s Way Back het levenslicht, een flashback naar de ’60 en ’70-tiger jaren en je kan je alleen maar afvragen hoe er ‘in God’s name’ nog tijd werd gevonden om ‘Kirri’s Travelin’ Kitchen Jam’ boven de doopvont te houden. Al is de naam natuurlijk een mondvol toch klinkt hij als een klok. Kris ‘Kirri’ Valvekens, Marc Steenbergen, Johan Asselberghs en Eric Hermans moeten verantwoordelijk worden gesteld voor deze creatie en op hun 1/One kan je kennismaken met zes werkjes. Opener is ‘Bad Weather Blues’ en is er eentje dat zo in het repertoire van good old Neil Diamond kan worden opgenomen. Een easy listening, weliswaar poppy maar goed klinkend nummer en waar aan special guest Hugo Boogaerts op de saxofoon en het pianowerk van Marc Steenbergen toch een extra dimensie aan geven. ‘Nothing Matters’ is numero due en de intro en lapsteelsound doen me onmiddellijk wegdeemsteren richting zestiger jaren. Bij ‘Going To Town’ doet de intro me al onmiddellijk richting soul denken maar vliegensvlug moet ik mijn mening herzien want hier krijgen we een lekker rockend en swingend nummer onder invloed van de ongepolijste stem van ‘Kirri’ en de backing vocals van Olivia Delforge. Een nummer waarbij het ritme aanstekelijk werkt en uitnodigend is om de dansvloer te gaan bevolken…put on your dancin’ shoes, en dan,…. dan is er track 4… Iedereen die me kent denkt natuurlijk dat blues mijn voorkeur wegdraagt maar niet is minder waar, want Jazz en niet het minst Jazzfunk prijken bovenaan mijn favorieten. De grenzen tussen Lounge en Smooth Jazz zijn uiteraard flinterdun en in beide strekkingen is het ‘funky’ aspect natuurlijk overvloedig aanwezig. ‘Herman’s Walk’ is een pareltje met een haast perfecte harmonie tussen gitaar, bass, drums, een knappe ‘horn section’ en de black & white keys… jawadde, diegene die hier verantwoordelijk voor is krijgt van mij een vette 10/10. Dit is Klasse met de grote K en ik zit nu al op mijn blote knieën om te vragen zulk een set ineen te steken waardoor alle jazzclubs onmiddellijk in de rij voor moeten staan om te boeken. ‘Kenny G’, Joe Sample, en Lee Ritenour… eat you heart out! Na ‘Sometimes Love’ volgt er nog een mooie ballad. Met ‘These Days’ krijgen we een plakker om eens lekker weg te deinen op 2 stenen met je geliefde of andere gelukkigen. Mooi maar na de heerlijke ‘organ sound’ mag de gitaarsolo voor mij nog een ietsje scherper en langer…. De passie voor muziek druipt er hier onnadrukkelijk vanaf en op deze ‘Kitchen Jam’ mogen jullie terecht fier zijn, TOP! Nu enkel nog een gaatje vinden om jullie live aan het werk te zien.
Tracklist:
Freddy Vandervelpen (4½) Fandango Music I Kirri’s Travelin’ Kitchen Jam
De 26-jarige blonde diva Hannah Aldridge mag niet klagen, haar concertboekje staat goed vol na het verschijnen van haar debutalbum ‘Razor Wire’ (voorlopig alleen in de States) . Afkomstig uit Muscle Shoals, als verboden appel in vaders voetsporen en in Nashville (The Bleubird Café) terecht gekomen,om daar Broadway Street te bekoren met haar pure americana. Hannah blijkt een gevoelig meisje met balls aan haar lijf. ‘You ain’t worth the fight’ zegt heel veel over haar gedachtengoed en ‘Old Ghost’ rockt lustig verder. Drink nog een whisky en betreur je nachtelijke escapedes niet. Prachtig gitaarwerk van Andrew Sovine, maar het is toch vooral het meeslepende timbre van Hannah’s zang die je achtervolgt. Al snel komt die emotionele kant bovendrijven met ‘Stand of Pearls’ en titelsong ‘Razor Wire’. Trek je boots aan en sleur haar tegen je borst zodat ze zachtjes kan uithuilen. Melancholie druipt ervan af en ze leert het niet af in ‘Parchman’ (haar lievelingstown in Mississippi). ‘Howlin Bones’ daarentegen spuwt kracht, zelfverzekerdheid en onafhankelijkheid. Echte verrassingen zal je niet vinden, maar haar zelf geschreven songs zitten goed in elkaar en als pianiste en sound-engineer kent ze de gevoeligheden. Laat je ook niet misleiden door haar hartvretende songs of haar diepgroene ogen. ‘Lonesome’ heeft via televisie al meer mannen op het paard getild. Marino Serdons (3) Troddenback I TB4828 I G Promo Pr I Hannah Aldridge
Draai de volumeknop open en ’Dr. Crow turns on the radio’ schalt als een sneltrein door je huiskamer. De re-issue van dit verloren meesterwerk uit 2002 mag niet ongemerkt voorbij gaan aan de ware muziekliefhebber. Mick Farren, tijdens een optreden in Londen in 2013 in mekaar gestuikt, realiseerde met deze plaat een eigenzinnig rockalbum. Ruig en toch subtiel in compositie. Getuige hiervan de Beatlescover ‘Strawberry Fields Forever’, die loeihard en ingenieuzer wordt gebracht dan door de zeemzoete Fab Four. In ‘The murdering officer’ drink je ‘a pint’ (of meer) en zing je lustig mee op het folkie deuntje (en laat je dan verrassen). Mick Farren is sterk in spoken word en gitarist Andy Colquhoun voelt perfect de poëtische kant. Het slagwerk van Rick Parnell maakt de compositie af. Sterk! ‘Bela Lugosi’ (Hongaarse acteur die Graaf Dracula speelde) is dan weer een straaltje heavy metal dat geen pijn in de oren veroorzaakt. Snerend gitaarwerk met zware freaky teksten brengen je in de juiste sfeer: you don’t know what the hell was happening. In ‘You gonna need somebody’ kreunt hij de hele buurt bij mekaar in een duet met Johnette ‘Concrete Blonde’ Napolitano. (Is er een dokter in de buurt?). En de emotionele sax van Jack Lancaster laat je gelukkig niet onberoerd. ‘What do you want (more)? Niet alleen Dr. John en Arno-adepten zullen met Dr. Crow van The Deviants hun hartje kunnen ophalen. Garagerock/punk- en de ruige literaire know-all fans likken vingers en duimen. Verscheen eveneens op het Gonzo-label: ‘The Deviants have left the planet’. Nog knapper!! Marino Serdons (3½) Gonzo Multimedia I HST186CD I Glass Onyon
Ongeveer een jaar na het plotse overlijden van bandleider Mick Farren, brengt Gonzo Multimedia het album ‘The Deviants Have Left The Planet’ terug uit. Oorspronkelijk verschenen in 1999, zonder veel potten te breken, maar nu waardig terug in de belangstelling. De plaat is een mix van studio en livemarteriaal, opgenomen met vriend gitarist/bassist Andy Colquhoun en Motorhead-drummer Phil Taylor. Maar ook Andy Ward (Camel, Bevis Frond) is te horen op slagwerk. The Deviants, soms onterecht geklasseerd als punkband, zijn echter niet te vangen onder één noemer. Laat je meeslepen op het ritme van ‘Aztec Camera’ of de cover van Dylan’s ‘It’s alright ma’, (vreemde versie maar o zo origineel). ‘Yellow Dog’ is een blues-nummer zoals alleen Kevin Coyne zijn keel kon schrapen (dacht ik) met een puike Jimi Hendrix-riff. Punk slaat je om de oren in ‘Let’s loot the supermarket’. En vanaf ‘Mick Farren left the planet’ drijf je op een oceaan van psychedelisch gitaarwerk richting ‘Twilight of gods’. Gelukkig bleef Mick Farren nog tot 2013 in ons midden alvorens hij in een Londense pub de ultieme geest gaf. Mick Farren was een woordkunstenaar, muzikale poëet, een genie met ongebreidelde fantasie én eigengereid (tijdgenoot van Daevid Allen bij Gong natuurlijk). Zijn pscychedelische garagerock trekt je tijdens het headbangen met de neus op de feiten: dit is pure klasse. Neem je tijd en geniet! Oh ja, ook de postume release in 2013 ‘Mick Farren-Black Vinyl Dress’ is een run naar de platenboer waard. Marino Serdons (4) Deze uit Seattle afkomstige jongeman leverde enkele jaren geleden met zijn tweede langspeler ‘Moth’ verdienstelijk werk af. Tenminste voor muziekliefhebbers die van rustig voortkabbelend popwerk houden. Dat is wat er te vinden is op dit epeetje dat weerom met de hulp van producer Franchot Tone tot stand kwam, bovendien componeerde Tone, die naast pedalsteel voor toetsenwerk zorgt, opnieuw alle songs samen met Lee. Echte verassingen komen we niet tegen wel degelijk songwerk. Het openingsnummer ‘Going West’ leunt enkel op akoestische gitaar terwijl het overig werk wat ruimer georkestreerd is met melodieus toetsenwerk en achtergrondzang van Grace Laxson. ‘From Earth 2014’ gaat over de teloorgang van onze planeet, maar zelfs op die momenten k blijft het opvallend braaf. Na vier nummers begin ik stilaan genoeg te krijgen van de vrijblijvende muziekjes. Het laatste nummer, het titelnummer ‘Declare’, een sobere ballade doet me toch weer even twijfelen en deze jonge singersongwriter alsnog het voordeel van de twijfel gunnen. Cis Van Looy (3) BRB was eigenlijk een kleine super rockgroep die niet echt bestond. Het waren Del Bromham (Stray), waarvan we al ‘Nine Yards’, ‘Devils Way’s bespraken maar ook Stray’s ‘Walhalla’ werd door ons reeds onder het vergrootglas gehouden en Gordon Rowley die het geheel in elkaar staken. Een eerdere uitnodiging om Bromley om tot Midnight te laten toe treden werd door hem van tafel geveegd en het was pas nadat Bromley een goede relatie met Midnight drummer Steve Bartley had opgebouwd dat BRB een feit werd… maar niet voor lang. Gordon werd ernstig ziek en de plannen voor een album moesten helaas opgeborgen worden totdat er zich een nieuwe kans voor deed. Niemand had ooit gedacht dat het meer dan 37 jaar zou duren vooraleer dit weer zou gebeuren. De muziek van BRB Razorback doet ons vooral terugdenken aan wat werk van Mott The Hoople en gooi er gerust maar wat gitaarriffs bij van Mick Ronson. Buiten enkele knappe dingen zoals ‘Here I Go’ en hun versie van de oerklassieker ‘Morning Dew’ zijn het gewoon wat deuntjes waarvan we er dertien in een dozijn vinden. Niet meteen de muziek waarop we zaten te wachten en dan kiezen we toch liever voor het solowerk van Del Bromham dat veel interessanter klinkt dan dat wat we hier te horen krijgen. Alfons Maes (3) Angel Air I SJPCD449 I Proper Music Distribution
Met een naam als Berdon Kirksaether kun je haast van nergens anders vandaan komen dan van Scandinavië. In het geval van Berdon Kirksaether is dit Finland. ‘Latenighters Under A Full Moon’ is het derde solo album van Berdon Kirksaether, na ‘Ray Of Light’, en ‘Blues’. Het werd gedeeltelijk in Finland en gedeeltelijk in Duitsland opgenomen. ‘Latenighters Under A Full Moon’ is een volledig instrumentale plaat en het is daarenboven een concept album geworden. Ik kan je verzekeren dat instrumentale concept albums niet voor het grijpen liggen. Hier gaat het over drie onafscheidbare vrienden die op zaterdagavond een stapje in de wereld zetten. Er is op praktisch elke track een aanloop waar te nemen, daarna komen de heren op temperatuur en zitten ze vrouwelijk schoon achterna en dat hoor je in het aanzwellende tussenstuk met jazz, blues of zelfs rock al naar gelang de behoefte. In een lange ‘fade out’ op het einde van elke track, nemen de vrienden dan afscheid. De opener ‘Go Cat Go’ en ‘Jumping The Night Away’ zijn zuivere jazznummers. ‘Midnight Haze’ is een stuk harder met fuzz gitaar op een Latino ritme. Er moet wel worden aangestipt dat Berdon Kirksaether uitstekend wordt begeleid door de vaste Twang Bar Kings, met name Stein Tumert (bas) en Olaf Olsen (drums). Op ‘Walk And Your Feet Will Follow’ (toch wel een originele songtitel!) komt keyboardspeler Leo Volskiy (keyboards) ook serieus uit zijn pijp. ‘Latenighters Under A Full Moon’ is zeker geen slechte plaat. “Waarom geef je dan slechts 3½” hoor ik de lezer vragen. Wel, ik weet het niet precies maar misschien heb ik het een beetje lastig met de aanzwellende intro’s enerzijds en de ellenlange ‘fade outs’ anderzijds. Op een paar tracks heb ik er geen bezwaar tegen, maar zo een ganse plaat vol is mij wat veel. Ivan Van Belleghem (3½) ‘Latenighters Under A Full Moon’ by Berdon Kirksaether & The Twang Bar Kings is a fine jazz records, but I am not directly a fan of tunes with long fadeouts, although they are kind of necessary within the concept of he record. Roller Records I RRCD08 I Frank Roszak Radio Promotions I Berdon Kirksaether
In de rubriek ‘veelbelovende debuuts’ kunnen we niet om Benjamin Folke Thomas en zijn eersteling ‘Too Close To Here’ heen. Benjamin Folke Thomas is afkomstig van een eilandje ergens dicht bij de Zweedse westkust. Hij verliet echter zijn geboortestreek om zijn geluk in de Londense folk scène te gaan beproeven en dat zou nog wel eens kunnen lukken ook. Benjamin Folke Thomas heeft een goede stem en soms schijnt hij zich kwaad te maken in songs als ‘Someday’ en ‘Love Somebody!’ (het uitroepteken is dan ook een deel van de songtitel). Benjamin Folke Thomas zou zeker niet misstaan in Greenwich Village in New York. ‘Blues For You’ lijkt daar te zijn weggeplukt. In ‘Extend No Greetings’ vergast Benjamin Folke Thomas ons op fraai fingerpicking, dat wordt ondersteund door de dobro van B.J. Cole (ook al niet de eerste de beste). In ‘Bye Bye Baby (Bye Bye), waarop Henning Sernhede met zijn piano het liedje netjes inkleurt, maakt hij een niet mis te verstane verwijzing naar Warren Zevon. Je mag gerust stellen dat beide artiesten geestesgenoten zijn. ‘Let Her Down’ zou als Americana kunnen doorgaan, maar dan zijn we weer bezig met Benjamin Folke Thomas in vakjes te stoppen. Hij is namelijk ook thuis in de blues en bewijst dit op ‘O.K. Blues’, mijn favoriete track op ‘Too Close To Here’. Prima plaat. Ivan Van Belleghem (4½) I’m sure that Benjamin Folke Thomas is bound to make it in the London folkscène. Een song over voetbal, het gaat hier niet alleen om het spelletje met de maar vooral om alles wat daarrond hangt. Of het nu om jonge gastjes die in zuiderse contreien tegen een blikje of in het beste geval tegen een versleten bal trappen of de halfgoden in wanstaltig gigantische stadions gaat. De leden van het team hebben elkaar nodig en bij uitbreiding de hele wereldbevolking. Die boodschap wil de Zweedse singersongwriter Markus Berjlund uitdragen met deze popsong die hij oorspronkelijk in zijn moedertaal componeerde als ’Tid För Fotboll’. Tegelijkertijd is het een persoonlijke ode aan de helden van de groene mat, zo passeren Puskas, Pelé, Beckenbauer, Maradona, Gascogne en Cruyff in een door gitaar en toetsen van producer Andreas Ahlenius (The Church) gedomineerd rocknummer. Het ietwat pathetische duet met de vooral in Zweden wereldberoemde zangeres Caroline af Uglass klinkt overigens stukken sterker in het Zweeds dan in de bij momenten haast even moeilijk verstaanbare Engelse versie. Cis Van Looy (3) Vikinigar orch vral I Vov 32 l Hemifran l Markus Berjlund
|
Archives
September 2024
|