CD & vinyl REVIEW BLOG |
Sinds ze in de jaren negentig in de groep van hun vader, een oudegediende van The Falcones, debuteerden hebben de Garza boertjes een hele weg afgelegd met de met latinelementen en hun Mexicanse roots verweven bluesrock. Het met de hulp van producer John Porter gelanceerde debuut werd destijds opgepikt door Epic en groeid tot een millionseller uit. De opvolgers ontgoochelden evenmin maar gitarist Henry, bassist JoJo en Ringo de man achter de drumkit keerden terug naar het huislabel Lonely Tone voor de vierde studioplaat ‘Rockpango’ waarin met hiphop, soul en folkrock gejongleerd werd. Het is ondertussen alweer drie jaar geleden dat de Chicano broertjes uit het Texaanse San Angelo nog in de studio gesignaleerd werden. Hardnekkig stemproblemen van Jo Jo gooiden lange tijd roet in het eten. Maar nu staan ze er terug, sterker dan ooit met ‘Revelation’ dat grotendeels onder hoede van Don Geham (Blasters, Stephen Stills, Mellencamp, REM) tot stand kwam. In vier tracks waarbij Matthew Gerrard aan de schrijftafel zat zorgt die eveneens voor de productie Er wordt staf afgetrapt met het met accordeon gelardeerde ‘Blame It All On Love’, een resolute terugkeer naar de begindagen, sterk refererend naar de Mexicaanse roots en in een catchy hitgevoelige verpakking verwerkt, het soort song waarop Los Lobos het patent heeft. ‘Familia’ en vooral het La Bamba ritmiek geënte ‘Dream Away’ blijven eveneens opvallend dicht in de buurt van de vertrouwde barrio .In het strakke ‘Give A Little More’ en een wat een luchtiger ‘It’s Just My Heart Talkin’ huizen eveneens onmiskenbare Latinelementen, het vloeiende snarenspel van Henry lonkt onbeschaamd naar Santana, hetzelfde geldt voor ‘Don’t Walk Away’. ‘Can’t Slow Down’ en zeker het rockende ‘Rule The World’, met dat wah-wah gitaartje een iets te evidente Kravitz doorslag, neigen te nadrukkelijk naar het hardere segment van de bluesrock. Neen, dan prefereren we toch het semi-akoestische, door harmonische zang en laidback snarentwang gedomineerde ‘The Greatest Ever’en bovenal de hitsige soulschuiver ‘So Sensuel’, die zo lijkt weggelopen uit de jaren zeventig . Cis Van Looy (3½)
0 Opmerkingen
Uit Brighton, UK komt het geluid van de groep The Impellers. Dit tienkoppige gezelschap, dat opgericht werd in 2009 brengt soul, funk, afrobeats en hiphop. Hun debuut ‘Robot Legs’ verscheen in 2009 op het onafhankelijke label Freestyle, en sindsdien toeren ze rond in de UK, Nederland, Spanje, Frankrijk enz. In 2012 verscheen de opvolger ‘This Is Not A Drill’, en ze stonden ook op al het podium met o.a. Marva Whitney, Breakestra, James Taylor Quartet, The Bamboos, Lack of Afro, Kid Koala, Hexstatic, Mr. Thing (The Scratch Perverts), DJ Bizznizz (UK DMC Championships winner), DJ Vadim, Speedometer, Polar Bear, Part Time Heroes en The Nextmen. Nu is hun derde album uit, en bijna alle tracks werden geschreven door gitarist, keyboardspeler en zanger Glenn Fallows. Leadzangeres Clair Witcher zei: “We wanted this album to be different to other material we’ve produced, but still keeping the big and heavy sound which people have liked about us. There’s a couple of reasons why we hope this album will surprise people.”. Ze hebben hun stijl wat heropgefrist, en Fallows zei: “We were kind of recognisable but never truly bedded in and this is a significant change for album three. The current line-up has been together for over two years and we were so excited when rehearsing for the recording, it finally feels like it has all fallen into place. We've used different musical styles which match the stories and sentiments in each of the songs. There's a couple of soulful ballads, some acoustic folky soul, a bit of R&B-inspired stuff. Having said that, there's a load of influences from individual band members too, which seem to bleed through into the overall sound.” Er staan instrumentale tracks, soulvolle ballades en folkachtige soul op. De instrumentale opener ‘Veeber’ gaat er al flink tegenaan. Ook stevig klinkt ‘I Don’t Care’, en de titeltrack gaat over onzekerheid. ‘My Tears (Too Good for You)’ gaat over de grote vrouwelijke funkzangeressen van de jaren zestig zoals Marva Whitney, Lyn Collins, Vicki Anderson. De eerste single is ‘Last Dance of The Moai’, en die stond ook al op hun debuut, maar hier kreeg die funky song een nieuwe baslijn. De song gaat over de reusachtige stenen hoofden op Paaseiland en de mens die zijn planeet verwoest. Afsluiter ‘Something Only Happens To Me’ is trager, en klagende soulballade. Indien je houd van rauwe funk, dan is dit iets voor u. Patrick Van de Wiele (3½) If you love raw funk, then this release is something for you! Légère Recordings I LEGO 072-VL I The Impellers
Alweer aan de dertiende editie toe van dit Duitse loungegezelschap toegekomen. Opnieuw kan u op deze muziek loungen, relaxen, chillen, dansen en wegdromen. Ze schreven, componeerden, arrangeerden alle tracks en namen ze nog op ook. Deze keer gaan ze de zuiderse weg op, want enkele Latin tracks op, zoals de opener ‘La Guitarra’. ‘Give it a Sigh’ is gezongen, en dansbaar, waarna ‘Salsa, vamonos’ weerom de Latin toer opgaat. Op ‘Zeit’ wordt een Duits gedicht voorgedragen tegenover een loungeachtige achtergrond. ‘Exhaling’ is een rustig tussendoortje, waarna de dansvloer lonkt met ‘Love of You’. Loungen kan u dan weer met ‘Fire-Fly’, terwijl ‘Mi Merengue’ een up-beat dansnummer is. Op ‘Feuer’ wordt weer een Duits gedicht voorgelezen, waarna ‘You’re being Watched’ een relaxed intermezzo is. ‘Sacred Moments’ is ook ontspannen, gevolgd door de Latin beat van ‘Conchita’. Dansbare house komt aan bod op ‘I Remember’, is het relax met ‘Right There’ en sluiten we in Braziliaanse stijl af met ‘The Goodnight Bossa’. Patrick Van de Wiele (3½) Some spicy Latin tunes, musically interpreted poems, a little house, a bit of lounge. Werken voor Keys and Chords kan therapeutisch en louterend zijn, maar vooral beschamend wanneer je voor de zoveelste keer met de beperkingen van het eigen vege lijf wordt geconfronteerd. In de reeks "Schande voor je onkunde, deel 837" moet ik u, beste lezer, bekennen dat ik weinig tot niets van Deep Purple ken. 'Child in Time', uiteraard. 'Smoke on the Water', jazeker. 'Speed King', toppertje. 'Lazy', wow. En 'One Eye to Morocco', het uitstekende solo-album van zanger Ian Gillan. Maar verder? Een groot gapend gat. Schande, inderdaad. Daarom is het prettig kennismaken met 'Live in Graz', een concertregistratie van de band uit 1975. Het jaar waarin mijn ouders elkaar leerden kennen. Het jaar waarin Steven Spielberg 'Jaws' op de wereld losliet. Maar ook: het jaar dat ondertussen bijna 40 jaar achter ons ligt. Is het uitbrengen van dergelijk oud materiaal nog relevant in 2014? En riskeert de band niet om met een betere en potentere versie van zichzelf geconfronteerd te worden? Vergeet niet: Deep Purple toert heden nog steeds, al spelen ze 'Child in Time' wegens de té hoge noten niet meer. Sneu, want je kan toch desnoods die 'aaah aaah aaahs' door een gastzanger laten uitvoeren? Of ze desnoods instrumentaal brengen? 'Live In Graz' is slechts acht nummers lang, maar dat hoeft niet te verbazen wanneer 'Space Truckin'' al afklokt op meer dan 20 minuten. Progrockers ahoy! Dat Deep Purple heel wat bands beïnvloed heeft, is ontegensprekelijk duidelijk. In 'The Gypsy' hoor je heel wat Iron Maiden ten tijde van 'Dream of Mirrors'. De bindteksten zijn grappig, maar soms zijn de ellenlange songs ook een beetje vermoeiend voor niet-kenners. 'Lady Double Dealer' lijkt me het beste nummer, maar vraag me dat over een halfjaar nog eens en een andere mening wordt mogelijk gepresenteerd. Over de kwaliteit bestaat echter geen twijfel: die is uitstekend. 'Live in Graz' laat een band in grote vorm horen, een vorm die vandaag nog quasi intact is. Julian De Backer (3½) 1975: the year of 'Jaws', and the year in which my parents first met. Forty years is a long time ago, so why release a live album now? 'Live in Graz' presents the English hard rock band Deep Purple at its commercial, electrifying peak. Some songs tend to drag ('Space Truckin'' takes more than 20 minutes!), but the quality is undeniably present. Eight songs with funny introductions to boot. Yours truly isn't a Deep Purple fan (for he currently doesn't know their output well enough to justify being called a connoisseur), but 'Live in Graz' makes a strong case: these lads deserve to be studied. 'Lady Double Dealer' is this set's highlight. Recommended! Dat countrymuziek niet noodzakelijkerwijs uit Nashville of een van de andere Zuidelijke Staten hoeft te komen, beseffen we al een tijdje. Cina (spreek uit als Keena) Samuelson speelde zich in haar thuisland al meer dan behoorlijk in de kijker, met Freetown Highway won ze in 1988 de Zweedse Country Award. De afgelopen vijf jaar bracht ze onder eigen naam drie langspelers uit waarvan het recente ‘The Fast Road Home’ evenals de voorgangers integraal met eigen werk is opgebouwd. Enkele maanden geleden maakte ze nog indruk met haar bijdragen op ‘Music From Home / Home is Where The Heart Is’, een sampler van Hemifran met muziek uit Skandinavië. Op ‘Roots and Memories’ zijn geen nummers van Samuelson te bespeuren maar de blonde countrylady brengt met geïnspireerde interpretaties hulde aan de pioniers die haar inspireerden om country zangeres te worden. Zo passeren smartelijke verhalen van Dallas Frazier, Merle Haggard en op fijne fingerpicking leunende huppelend Buck Owens. Met opnieuw de hulp van broertje Johnny op akoestische en de zogenaamde tic- tac gitaar in het eveneens behoorlijk up tempo gebrachte ‘There’s More To Leaving Than Just Saying Goodbye en de vertrouwde producer Berra Karlsson op pedal- en lapsteel benadert Cina de verrichtingen van haar Amerikaanse collega’s zoals Dottie West. Luister maar eens naar de voortreffelijke uitvoering Wests ‘Mommy, Can I Still Call Him Daddy’. Echt sterk blijken de duetten met rasechte Texanen. Via de wonderen der techniek horen we in het van ‘The King Of The Broken Hearts’ geleende ‘Take me’ Dale Watson die in de huid van de betreurde George Jones kruipt. In ‘Love’s No Excuse’ is John Trevino haar ‘long distance’ zangpartner terwijl Bobby Flores, eveneens vanuit Texas, de honky tonk slijper ‘Are You Sure’ kreunt. Cinna Samuelson, een getalenteerde countrydiva die geenszins verbleekt bij de grote voorbeelden uit de V.S. Dat wordt ter afsluiting met de lichtjes fantastische tearjerker ‘You Took Him Off My Hands’ nog eens ondubbelzinnig geïllustreerd. Cis Van Looy (4) De progressieve rockband Tin Sprits ontstond eigenlijk in het jaar 2008 in Swindon, VK. toen zanger/gitarist Daniel Steinhardt, XTC vocalist/gitarist Dave Gregory uitnodigde om in een lokale studio een video te registreren voor Dan’s groep The Hi-Fidels. Nu is er dus het project Tin Spirits dat verder is aangevuld met Mark Kilminster (lead en backing vocals, bas gitaar) en Douglas Mussard (zang, drums en percussie). Meteen hadden dit kwartet een stevige reputatie opgebouwd. De sound omvat, in de ruime zin van het woord, progressieve rock met zeer melodieuze tunes. De acht nummers werden door de diverse bandleden bij elkaar gepend en het album is de opvolger van het succesvolle ‘Wired To Earth’. De basis voor alle songs zijn de twin gitaren. De luchtige instrumentale ‘Carnivore’ heeft de eer om het album te openen. Om al snel te vervolgen met de single ‘Summer Now’. En die steekt naast enkele knappe gitaargrooves vol met strakke drumslagen en drijvende baslicks. De track ‘Old Hand’ heeft een speelduur van meer dan 8-minuten, maar gaat op geen enkel ogenblik vervelen. De variatie die in het nummer is verweven is zo uniek dat het een boeiend luisterstuk is van begin to einde. In ‘Binary Man’ wordt het zwaardere geschut bovengehaald. Alles blijft gelukkig binnen de perken door de gezellige vocale zangpartijen. Het contrast met het semi-akoestische ‘Little Eyes’ is dan ook een kleine verademing voor de sound. Met ‘Wrapped And Tired’ gaat het dan weer crescendo. De gitaarriffs vieren hoogtij en de samenzang zorgt alweer voor unieke hoogtepunten. De akoestische klassieke gitaar wordt omgord door Steinhardt in het instrumentale ‘She Moves Among Us’. De afsluiter ‘Garden State’ opent lekker funky om met ontwapende en vingervlugge gitaartechnieken de song te vervolledigen. De soulvolle vocals en de knappe gitaartunes zijn een verademing in voor de progressieve rockwereld. Philip Verhaege (4) The soulful vocals and clever guitar tunes are a breath of fresh air in the progressive rock world. Great stuff! Gonzo MultiMedia, gespecialiseerd in (her)uitgaves van legendarische en nooit verschenen lp’s, verblijdt de muziekwereld weer met een juweeltje uit 1999. Sedert de late jaren ‘60 tastte Mick Farren met zijn kind The Deviants de grenzen van de garagerock af. Resultaat was een mix van rock, punk, heavy metal en psychedelica. Ondanks de magere respons op zijn doorleefde poëtische zieleroerselen, bleef Mick doorgaan tot hij er in juli 2013 letterlijk bij neerviel tijdens een concert in de Londense club Borderline. Jammer dat erkenning dikwijls komt na het verlaten van dit aardse tranendal. Op ‘Barbarian Princes’ hoor je een legendarisch concert opgenomen in Japan met Mick Farren’s beste gitaarvriend Andy Colquhoun. Enkele songs later besef je dat beide heren talentvol omsprongen met instrument en teksten. Je vindt er onder andere een eigenzinnige cover van een Dylan-song ‘It’s allright Ma’. Want dat schepte bij Mick een zeldzaam genoegen: een metamorphose toepassen op een klassieker zodat je amper het origineel herkent, maar overweldigd wordt door de genialiteit. In de ‘Lennon Song’ word je bij de strot genomen door de eigenzinnige Beatles’mix. ‘Dogpoet’ en ‘Lurid night’ staan dan weer volledig in het teken van Mick’s dichtkunst. Voor de rest drijf je op het sublieme gitaarspel van Andy. Oh ja, het 11de nummer is een Hidden Track, een toemaatje. Laat je verrassen door deze cd/dvd die vooral de ruige rock van The Deviants belicht en iets minder het literaire zangtalent van wijlen Mick Farren. De bijhorende dvd, opgenomen op hun concert in Tokyo op 2 november 1999, is helaas niet van dezelfde kwaliteit. De beelden zijn soms moeilijk herkenbaar maar de geluidsband daarentegen is dan weer perfect. Van de 10 nummers vinden we er een goede negen terug op de cd-versie en eentje niet, nl. ‘Walk On’. En nu ben ik er achter gekomen hoe je “we want more” in het Japans moet krijsen. Marino Serdons (3½) Gonzo Multimedia I HST187CD I Glass Onyon I The Deviants
Deze soulvolle band die afkomstig is uit Michigan en is genomineerd door de Music Resource Group (MRG) voor de 13e Independent Music Award (The IMAS), in de categorie Blues CD of the Year en Blues Song of the Year met het nummer ’Baby, You’re Bad’. En eerlijk gezegd verwonderd ons dit niet na een eerste luisterbeurt. Op het hoesje prijkt vocalist Freddie Cunnigham die de ballen klaar legt voor een partijtje poolbiljart. En deze sport en blues gaan eigenlijk wel eens hand in hand. Op een doodgeverfde avond waren wij eens te gast in een juke-joint in West -Side van Chicago toen het optreden van Cyrus Hayes and Lady Lee enkele uren werd uitgesteld voor het plaatselijk biljarttornooi. Moet kunnen. Niet ? Het album ‘Bew Attitude’ is alweer het vijfde album voor de Root Docter. Freddie Cunningham werd geboren in Clarksdale, Mississippi en is de ziel van de band. De ruggengraat van de band wordt verder verstekt door James Williams (vocals, bas), Mike Skory (Hammond orgel, vocals), Bil Malone (gitaar, vocals) en Bobby Gardner (drums, vocals). Occasioneel komen ook Lisa Bonotto (die heel wat nummers van een tekst voorzag) en Glenn Brown een woordje meezingen in het duet ‘Set Me Free’. Het album bezit acht originele songs en is twee cover rijk. De perfecte opener is hier onvoorwaardelijk ‘Rear View Sight’. Meteen is duidelijk dat Freddie’s stemtimbre is begeesterd met een hemels gospelgeluid. Het wordt sterk ingewilligd met snedige gitaarlicks en Dave Matchette harmonicariffs. In ‘Set Me Fee’ zorgen de pianotoetsen voor New Orleans ritmes. De song ‘Bring It Back’ is een waardige soul en gospelbeïnvloede ballade. De samenzang werkt opnieuw wonderwel en de Hammond B3 is meer dan een simpele toegevoegde waarde. Enkele knappe gitaarsolo’s, de strakke percussievibes en de ingetogen pianotoets zijn alweer dragende onderdelen in de bluestrage ‘Pay The Rent’. Als vocaal instructeur leidt Freddie ons moeiteloos doorheen ‘The Other Way’. En het wordt nog straffer in het zydeco gesmaakte ‘Louisiana Bound’. R. Gardner is granduos op wasboard en Mike Lynch zorgt voor de nodige touch met zijn accordeon. On va danser..et toi ! Na enkele -waarschijnlijk meer dan belachelijke- danspasje is het moderne bluesgetinte ’You’re Gonna Lose’ met zijn aanstekelijke ritmes aan de beurt. Tijd voor een volgende ballade in ‘Someone Else Is Steppin’In’, origineel van Dennis LaSalle en de funky ingeklede afsluiter ‘Land Of The Free’. Van een superieur project gesproken! Philip Verhaege (4½) 'New Attitude' is a great album which earned a place in you collection. Highly recommended disc! De Canadese cowboy die vanuit Canada naar Price Edward Island verhuisde startte in 2005 het countrycombo Nudie and The Turks op, een naam ontleend aan couturiers Nudie Cohn en Nathan Turk. Turk hees zingende cowboyiconen als Roy Rogers en Gene Autry in flamboyante pakken en hemden. Cohn deed hetzelfde maar reikte met Elvis ook buiten de countrywereld met veelkleurige pakken, de zogenaamde Nudie suits waarmee Gram Parsons maar ook ZZ Top en voordien Porter Wagoner, Cash en Hank Williams in ietwat soberdere versies in de kijker liepen. Met Williams deelt Nudie een uitgepuurde minimalistische benadering die buiten de strikt afgebakende countrylijnen kleurt zoals met het op rockende riffs drijvende ‘Sex Kisses’ en ‘My Sweet Heartache’met een prominent aanwezig orgeltje dat bij momenten op een ritmiek drijft die vaagweg aan een overbekende sixties hit van Them herinnert. In de openingssong ‘If A Heard Could Tell’ , een fraaie countryfolk ballade, horen we naast mariachi trompetjes tedere zang van Molly Rankin, de jongste telg van The Rankin Family, op de achtergrond. Titelnummer ‘Remember This’ leunt nauw aan bij de in de jaren zeventig immens populaire countrypop uit Nashville. Terwijl het op pedalsteel en aanstekelijke gitaartwang evoluerende ‘You Try To Be Right’ en ‘Why Do We Keep Hangin’ On’ nadrukkelijk naar de honky tonks van Bakersfield uit een lang vervlogen periode lonken. ‘The Pain In You’huppelt in gestrekte draf voorbij. In smartelijke slepers zoals met snikkend gejodel ingezette ‘Fiona’ en ‘Pawn Shop’, een verstild niet van ironie gespeend epos over een eenzame troubadour die zijn gitaar noodgedwongen aan het pandjeshuis uitleent om ze vervolgens terug op te pikken blijkt Nudie op zijn best. Liefhebbers van Dwight Yoakom en Daniel Romano hebben er een muzikale cowboy bij om te koesteren. Cis Van Looy (4) Singer-songwriter, gitarist en producer Michael Ward is sinds 1974 onafgebroken aan het werk in en rond de San Francisco Bay Area. In zijn muziek weerlegd hij maar al te graag de accenten van R&B, country en opzwepende wereldmuziek. In deze aantrekkelijke muzikale stoofpot laat hij zich begeleiden door een hele waslijst aan gastmusici. Maar meest bekende artiesten zijn misschien toch wel drummer Prairie Prince, Paul Robinson (gitaar), Jeff Cleland (bas), Chris Von Sneidern (gitaar) en drummer, percussionist Fernando de Sanjines. De elf originele tracks zijn een ware smeltkroes van popgetinte en knappe rocksongs. Het schijfje opent meteen met het gezellige ‘Your Language’. De tonale verrijking, het gebruik van een marimba en de hemelse saxtunes zijn meteen effectieve en doelbepalende instrumenten. En het feest gaat gezellig verder in het harmonieuze ‘One Bright Night’. Het hoge niveau word ook hier moeiteloos aangehouden en de gitaarriffs vieren mateloos hoogtij. De knappe percussie in ’Don’t Talk About’ en ‘Working For The One Percent’ worden sterk ingewilligd met opwindende Hammond B3 tunes. De rumba en Caribische ritmes van ‘Engine Eddie’ en ‘Bad Boy Rules’ werken zo aanstekelijk dat het ook voor ons plots moeilijk is om stoïcijns te blijven. Op naar de countryballade ‘Taking My Time’ en de crescendo oplopende rockarrangementen van ‘The Pearl Gone By’. In het bluesy nummer ‘My Neighborhood’ omgord Michael graag zijn dobro. Maar het afsluitende ‘Chicken Blood and Gin’ herbergt iets mysterieus. De knappe muzikale arrangementen volgen elkaar in hoog tempo op, en dat tekent toch wel de rasartiest die schuilt in Michael Ward. Philip Verhaege (4) The musical diversity is an important asset in this release. Eigen Beheer I Zonder Nummer I Hemifran I Michael Ward
Kenny Loggins kennen we nog het best van zijn samenwerking met Jim Messina, toen hij geen deel meer uitmaakte van Buffalo Springfield waar we ook Stephen Stills en bard Neil Young een tijdje in terugvonden. Voor Messina zelf ging het muzikale verhaal nog even verder in de vorm van Poco. Het duo (ze maakten samen zeven langspelers) maakte in de jaren zeventig enkele opmerkelijke plaatjes: ‘Danny’s Song’, ‘Vahevella’, ‘House On Pooh Corner’ maar ze scoorden vooral zeer goed met het in 1972 uitgebrachte ‘You Mama Don’t Dance’ dat toch een vierde plaats wist te bereiken in de US Hot 100 hitparade. Na deze samenwerking bleef Loggins zelf zich nog meermaals in de spotlight werken. Dankzij Beat Goes On krijgen we nu twee schitterende langspelers van Loggins, nl. ‘High Adventure’ (1982) en ‘Vox Humana’ (1985), twee albums die toch goud voor hem opleverden. ‘High Adventure’, waarop een medewerking van o.m. Steve Perry (Journey) en Michael McDonald (Doobie Brothers) een beetje voor de hand lag. Met McDonald schreef Kenny de superhit ‘What A Fool Believes’ voor de Doobie Brothers. Met nummers als ‘Don’t Fight It’ en de albumversie van ‘I Gotta Try’ zitten we meteen op het juiste spoor. Schitterende AOR rock waar vele Amerikaanse bands voor bekend stonden. Met het prachtige ‘The More We Try’ kunnen we even een moment voor onszelf nemen en dat geldt ook nog voor ‘Heart To Heart’ waarop David Sanborn even voor de prachtige saxgeluiden zorgt. Nog meer rockgeweld overlaad ons met ‘If It’s Not What You’re Looking For’ en met ‘Only A Miracle’ dat hij schreef vlak na de geboorte van zijn zoon (maar dat hij liever niet deed) en dat natuurlijk over zijn zoon gaat, zorgt Michael McDonald weer voor een prachtige pianobegeleiding. Crosby Sullivan Loggins geboren op 15-12-1980: “When I Held You I held a miracle in my hands…”. Prachtig, top! Op ‘Vox Humana’ ontbreekt de aanwezigheid van zijn buddy Michael McDonald maar we zien natuurlijk weer enkele andere knappe muzikanten de revue passen: superproducer, David Foster die ook eea deed op de vorige langspeler, Carl Anderson (judas uit ‘Jesus Christ Superstar’), Michael Landau, Steve Lukather (Toto), en diens collega Steve Porcaro ontfermt zich hier over de synsthesisers. Ook weer van de partij is saxofonist Dave Sanborn. Meteen weer zo’n album dat we best als ‘commercieel eindproduct’ mogen noemen is een nu haast volledig funkygetint album geworden. Slechts ‘I’ll Be There’ en ‘Forever’ wijken enigszins af van dit patroon. Niet meteen het album dat ik zou kopen omdat het de naam Kenny Loggins draagt maar dat kan ik wel zeggen van ‘High Adventure’. Alfons Maes (3½) Dit is het debuutalbum van The Garden Music Project, gemaakt door Adriana Rubio, en uitgevoerd door Alexander Ditzend (guitars & lead singing), Stefan Ditzend (bas & saxofoon), Nicolás Saganías (drums & percussie) en Fabrizio Gamba (keyboards & synthesizers). Het album is geïnspireerd op de schilderijen van Syd Barrett, de oprichter van Pink Ffoyd die in 2006 is overleden. Adriana lijdt aan synesthesie. Dat is een vermenging van de zintuigen. Je proeft bijvoorbeeld een kleur of als je iets hoort dan zie je een bepaald beeld voor je. Adriana heeft deze eigenschap ten positieve benut om de beelden van Syd Barrett om te zetten naar muziek. Als je naar de schilderijen van Barrett kijkt dan zie je veel kleuren en een drukke warboel van lijnen. Ik vind het vaak wat moeilijk te doorgronden en heel vrolijk is het niet, wat natuurlijk te verklaren is: Barrett's leven liep ook niet altijd over rozen. Dit klinkt ook door in de muziek. Ditzend heeft een wat kille stem en de melodielijnen liggen niet erg gemakkelijk in het gehoor. Samen met het gitaar- en hammondgeluid doet het klankbeeld wel denken aan 'Piper At The Gates Of Dawn', het eerste album van Pink Floyd waar Syd Barrett een groot stempel op heeft gedrukt. Persoonlijk vind ik de voornamelijk instrumentale nummers het mooist. ' Transformation' begint heel rustig met een beklemmende sfeer (heerlijke bassdrum sound!) en wordt daarna meer psychedelisch. Ook 'Coliseum' is voornamelijk instrumentaal; de mooie percussie valt daar op. Het up-tempo 'Bullying' zou het op een groot festivalpodium goed doen: veel energie en geluidsfragmenten die doen denken aan wat Pink Floyd in hun jonge jaren ook gebruikte. 'Tour bus' doet zelfs een beetje denken aan het recentere 'The Wall'. Het is een album met geslaagde en minder geslaagde tracks, waar zo nu en dan echt wel de geest van Sid Barrett rondwaart en ook invloeden van Pink Floyd zijn te onderscheiden. Geen gemakkelijk toegankelijke muziek, maar interessant materiaal voor de Syd Barrett fans. Gerlof Hoekstra (2½) Indien u al gekeken heeft naar Amerikaanse tv-zenders en programma’s als Saturday Night Live (NBC), Good Morning America (ABC), The Weather Channel, E Entertainment, Lifetime, Fox Business of Maury Povich bekeken heeft, of indien u gevlogen heeft met Continental, Airtran, Frontier of Jetblue, dan is de kans groot dat u muziek gehoord heeft afkomstig van de Afro-Amerikaan Darryl Alexander. Tijdens zijn universiteitsjaren zat Darryl al in de band Love, Life, and Light. Op zijn nieuwe cd krijgt hij medewerking van Kenny Blake, Ken Karsh, Brett Williams, Pete Tokar, Wilber Krebs, Fred Ervin, Joe Graziosi, John Madgett, en Brandon Howard. “What I enjoy working with this group is there is a light heartedness in their soul, and it comes out in their performances,” zei Darryl. “I remember Kenny Blake saying one day in the studio that EMS personnel see some pretty horrific things every day. As artists we have an opportunity to make someone’s day just a little bit lighter, little bit easier, even if just for a moment.” Darryl componeerde alle 11 songs zelf, en speelt drums, percussie, orgel en keyboards. Opener ‘On E. Street’ is een opgewekt en leuk nummer, waarna ‘No Turning Back’ is iets meer funky. ‘Never Alone’ daarentegen is zeer “laidback”, gevolgd door de leuke samba ‘Hey Senorita’. ‘Too Late For Love’ gaat meer de smooth jazz uit, en de ballade ‘If Only You Knew’ is ideaal om romantisch te dansen. Zeer ontspannen wordt het met ‘Cruzin’, waarna de “feel good” song ‘When Little Birds Fly’ eraan komt. ‘Remembering You’ is weerom leuke smooth jazz, maar afsluiter ‘Who’s Watching Who’ komt funkier over. Een soulvolle smooth jazz cd, die je een goed gevoel geeft. Ideaal om bij te ontspannen. Patrick Van de Wiele (4) A soulful album that gives you a good feeling. Ideal for relaxing. DAP Entertainment I DAP 00132-4 I CD Baby I Darryl Alexander Sr.
Brian Barnhouse begon reeds met gitaarspelen op zijn 15e levensjaar. Drie jaar later speelde hij bij diverse coverbands, om niet veel later de groep Rayze te vervoegen. Na heel wat omzwervingen heeft hij nu zijn album ‘Clarified’ te promoten. En dit nieuwe album klinkt niet echt origineel. Het is powerrock die we eerder mochten ontdekten in onze jeugdjaren midden jaren ‘80. Toch verduidelijkt Brian zijn sound enigszins met frisse en moderne interpretaties. Zijn scheurende gitaarsolo’s worden vlotjes ingewilligd met zijn vurige zangpartijen en pakkende melodielijnen. De stellaire line-up van Bobby Barth (gitaar), Jimmy Hunter (drums) en Troy Johnson (bas) zijn meer dan een helpende hand voor de muzikale arrangementen. Gelukkig heeft Brian niet geprobeerd om een sound te kopiëren, maar vormen solide songs de basis voor het album. De tien originele tracks zijn dan ook een vlotte beweging naar old-school rock-’n- roll en powergetinte poptunes. Met het album ‘Clarified’ zal Brian Barnhouse toch wel een ruime afzetmarkt weten te vinden. Dat hopen wij althans. Philip Verhaege (3½) Nothing new under the sun ... But with the album 'Clarified', Brian Barnhouse will surely find an extensive market. That we can at least hope… Eigen Beheer I Zonder Nummer I Brian Barnhouse
Met langspelers als ‘Tall Texan Tales’ en ‘Smoke & Mirrors’ is Bob Cheevers ondertussen een vertrouwde naam is deze rubriek. De country outlaw met het aan Willie Nelson herinnerde stemtimbre timmert al een tijdje aan de weg met verhalen in de betere troubadourstraditie die ook op zijn recentste werkstuk opduiken. Als Cheevers in 2010 tijdens een Europese tournee op de gitaarkist van zijn Engelse tourmaat Dave Graves een sticker met het opschrift ‘On Earth As It Is In Austin’ ontdekt vormt dat de aanzet voor een eerste nieuwe song, de latere titeltrack, die in nauwelijks twintig minuten tot stand komt. De uit Memphis afkomstige singersongwriter verzeilde na een kwarteeuw in Los Angeles in Austin en voelt zich blijkbaar bijzonder goed thuis in het Texaanse muziekmekka. Op de vijftien songs figureert telkens een andere muzikant, met uitzondering van Charlie White die in Arkansas resideert, allen woonachtig in Austin. Vooraleer we halverwege bij het op fraaie fingerpicking van Bradley Kopp geënte titelnummer, een dromerig visioen waarin inspirator Willie Nelson opduikt, bevestigd Bob geflankeerd door wonderlijke akoestische picking van Chris Gage nog eens de onmiskenbare gelijkenissen met Highwayman Willie in ‘You Sound Just Like Willie’. Wat verderop stoten we op ‘Blue Eyes Always On My Mind’, eveneens een onverbloemd eerbetoon aan Nelson. ‘Snake Oil Man’ is een intrigerende song op banjotonen van Dustin Welch terwijl de accordeon van Chris Dolan voor de occasionele Tex Mex toets zorgt in ‘Creaky Old Bones’ en de fiddle van Waren Hood ’Hey Billy’, een westernepos over The Kid passend inkleurt. Bij al dit fraais zouden we zowaar fraai werk als ‘Western Sundown’, een samen met oude vriend Jeff Tveraas gedebiteerde ode aan Cheevers nieuwe thuishaven, om nog maar van ‘I Don’t Need A Thing’ met Marvin Dykhuys en de sfeervolle afsluiter op resonerend snarenwerk van Charlie White voltrokken ‘Paradis Lost’ te zwijgen. Weerom levert de uiterst productieve songwriter pure klasse af. Helaas moeten we het kanaal oversteken om Bob Cheevers binnenkort aan het werk te zien. Cis Van Looy (4) Private Angel Records l Hemifran l Bob Cheevers
|
Archives
Mei 2024
|