CD & vinyl REVIEW BLOG |
Sinds deze man vanuit Idaho via een tussenstop in Californië terug in zijn geboortestaat Texas belandde besloot hij geïnspireerd door grote troubadours uit de Lone Star State zoals Guy Clark en Robert Earl Keen zijn eigen songs vanuit Austin de wijde wereld in te sturen. ‘Roadside Paradise’ toonde al aan dat dit geen slecht idee is. Samen met multi-instrumentalist Matt Downs zorgt de legendarische Gary Mallaber, lange tijd aan de drumkit in de Steve Miller Band en werd onder andere op sessie met Springsteen, Bob Seger en Warren Zevon gesignaleerd, voor een verfijn ritmepatroon. Camozzi bouwt daarop zijn roadnovelles verder uit en treedt daarmee in de voetsporen van illustere Texaanse voorgangers. In de titelsong ‘Cactus & Roses’ wordt hij bijgestaan door Helen Henderson maar in de overige songs zijn het producer Downs en Danny Wilde die voor de onontbeerlijke harmonische ondersteuning instaan. Evenals de eerder genoemde voorgangers besteed Camozzi bijzonder veel aandacht aan de teksten van zijn songwerk. Na de ogenschijnlijk vrolijke met breed uitwaaierende gitaartjes getooide opener ’Pretty Smile’ wordt de teneur meteen wat somberder. ‘Ballad Of The Mystiqueros’ refereert naar de Mexicaanse roots. ‘Bottom of My Broken Heart’ is zoals de titel al laat vermoeden niet bepaald een vrolijke song en ook de overige tracks van Camozzis derde langspeler ademen een eer bedrukte sfeer uit. Niettemin luisteren we graag naar songs als ‘Like A Child’,‘The Lost Girl’ dat sterk aan het fijne balladewerk van Bob Seger herinnert en het met episch snarenwerk ingeleide ‘The Other Side Of The Mountain. Voor het einde heeft Camozzi nog een schrijnend epos bewaard, na ‘Crooked’ volgt nog het bittere ‘Daddy Don’t Do Cocaine’. Cis Van Looy (4)
0 Opmerkingen
Beginjaren zeventig ontdekte Christian Rannenberg de bluesmuziek. In de huiskamer in oefende hij eenvoudige boogiewoogie deuntjes op de piano en op de radio hoorde hij bluespianist Memphis Slim. Dat was het begin van een ontdekkingstocht. Na een ontmoeting met Champion Jack Dupreee op een plaatselijk concert kwam de zoektocht in een stroomversnelling na het uitpluizen van Paul Ollivers ‘Story of The Blues’. Christian vond een door bluespianisten Cripple Clarence Lofton en Walter Davis gedeelde langspeler, Vooral Davis intrigeerde hem niet in het minst om zijn expressieve zangpartijen. Davis liep op zijn dertiende weg van de boerderij in Grenada, Mississippi en verzeilde in St Louis, Missouri en was van de late jaren twintig tot de vroege jaren vijftig actief in het clubcircuit van het Zuiden en het Middenwesten. Van de jaren dertig tot vijftig nam Davis zo’n tweehonderd singles op. Op zijn vroegste sessies werd hij geflankeerd door pianist Roosevelt Sykes. Een andere bluespionier, Sunnyland Slim ontleende zijn naam aan de gelijknamige song van Davis. Bij Rannenberg, die ondertussen een solocarrière als bluespianist uitbouwt en met pioniers als Sunnyland, Willie Mabon en Henry Gray rondreist, rijpt in 82 het idee om de erfenis van Davis te eren. Het project neemt in 2005 een concrete vorm aan als Rannenberg, die vanuit Chicago naar zijn thuisland Duitsland terugkeert , in de archieven van Horst Lippman in Eisenach het complete oeuvre van Walter Davis op Document otdekt.. Hij contacteert Charlie Musselwhite en samen met de harmonicaman neemt hij in nauwelijks twee uur ‘Whu Should I Be Blue’ en ‘Friends We Must Part’ op. Ook die andere harmonicameester Billy Boy Arnold, waarmee Christian in de jaren zeventig toerde, blijkt een fervent bewonderaar van Davis werk en is hier prominent aanwezig ondersteund door de piano van Rannnen berg en een voltallige band. Op de recentste sessies duikt Keith Dunn op met een fijne interpretatie van ‘Just Can’t Help It’ en‘Ashes In My Whiskey’. In ‘The Dozens According To Mr Davis’, een aanstekelijke boogie woogie, horen we enkel de piano van Rannenberg ondersteund door een drumkit, een zeldzaam instrumentaal uptempo intermezzo. Eveneens opmerkelijk is de aanwezigheid van Henry Townshend, voormalig begeleider van Davis die in 2002 Davis’ levensverhaal‘Nothing But The Blues‘ inblikte, op de achtergrond horen we de harmonica van Bob Corritore en gitaar van Johny Rapp. In 2008 werd Jimmy McCracklin in San Francisco opgezocht, die sessie vond plaats vond plaats even voor de87-tachtigste verjaardag. De stem van de bluesman klinkt nog opmerkelijk expressief en krachtig in ’Blue Sky is My Blanket’ en ‘Don’t You Wanna Go’, een variant op ‘Sweet Home Chicago’. Het zijn wellicht de ultieme sessies van McCracklin’ die in 2012 overleed. In een destijds door Rannenberg afgenomen interview krijgt hij het laatste woord en laat zich bijzonder lovend uit over Walter Davis en zijn muziek die hij als kind leerde kennen. Hopelijk genereert deze schitterende hommage enige erkenning voor Water Davis en krijgt de pianoblues opnieuw de aandacht die het genre verdient. Cis Van Looy (4½) Electro-Fi Records l 3435 l Parsifal
De titel van het vierde werkstuk van Kat Danser laat er geen twijfel over bestaan en de hallelujah’s in openingstrack ‘When The Sun Goes Down’ nog minder. Met de hulp van de Canadese sterproducer Steve Dawson en zijn team weet de zangeres uit het Canadese Edmonton in de Henhouse Studio’s in Vancouver een broeierige deep southernsfeer te creëren die naar de drassige Mississippi Delta refereert. Dat is niet alleen het geval in het meeslepende slavenepos van Barry Mann, Cynthia Weil en Brenda Russell, waarmee Ray Charles en Solomon Burke destijds die duistere episode uit de Amerikaanse geschiedenis nog eens even in herinnering brachten, de versie van Kat klinkt minstens even indrukwekkend als die van haar zwarte voorgangers. De titelsong sluit daar perfect bij aan en er gaat iets mysterieus, dreigend uit van deze op Dawsons pedalsteel geënte lazy blues. ‘O’ Mary Don’t You Weep’stamt uit de Afro Amerikaanse spiritual traditie maar krijgt hier een persoonlijke, jazzy aanpak met de slidegitaar van Kat op het voorplan en toont bovendien haar vocale klasse, middenin krijgen we nog een verfijnde bassolo van Jeremy Holmes. Ook met haar eigen werk overtuigt de zangeres met haar flexibele, expressieve stem. We luisteren ademloos naar akoestisch blueswerk als ‘Winsome, Losesome’ en ‘Notes From The Other Side’, een fraaie ode aan Ma Rainey. Even verderop interpreteert Kat met verve ‘Prove It On Me Blues’ van de illustere bluestante, sprankelende pianoblues en weerom voortreffelijk werk op de resonator. Een ingehouden door orgel aangestuurde ballade ‘Hear Me Out, Think It Over’ sluit daarbij naadloos aan. In van Fred Mc Dowell geleende ‘You Gotta Move’ komt het slidespel nog eens helemaal op het voorplan. Een mooie afsluiter van een bijzonder fraai bluesplaatje dat onvervalste gospel/spiritual traditie en persoonlijk engagement verenigt. Cis Van Looy (4) Outside Music l K006132 l Hemifran l Kat Danser
Ze werd geboren in South Whitley, Indiana op een grote boerderij, waar haar vader haar leerde gitaar spelen. In het kleine lokale kerkje debuteerde ze. Via optredens op country fairs, live shows, opnames in de studio en zelfs op tv bereikte ze miljoenen. Door haar werk in de jingle-industrie werd haar stem bekend via jingles voor United Airlines, Coca-Cola, 7-Up, en Red Lobster. Dat leidde dan weer tot zangsessies voor countryartiesten zoals Loretta Lynn, Eddie Rabbitt, Crystal Gayle, Ronnie Milsap, Barbara Mandrell, Mel Tillis, Johnny Duncan enz. Maar ze zong ook mee op albums van Charlie Rich en Elvis Presley, en was te horen op duetten met Merle Haggard, Moe Bandy e.a. Zo geraakte ze aan haar eerste platencontract in 1977 via producer Billy Sherill. En ze werd populair! Tussen 1977 en 1989 had ze 38 singles in de hitparade, waaronder 9 nummer 1. In 1982 en 1983 werd ze uitgekozen tot Country Music Association Female Vocalist of the Year en in 1983 ook nog tot Academy of Country Music Awards Top Female Vocalist. Op deze heruitgave staan 2 albums: ‘The Very Best Of Janie’ dateert uit 1985, en bevat 2 songs die voor een Grammy Award genomineerd werden. Dat zijn ‘She’s Single Again’ en ‘Your Heart’s Not In It’. Maar het album bevat niet minder dan 9 top tien singles, waarvan er 5 de eerste plaats haalden. Bovendien krijg je als bonustrack het voorheen onuitgebracht duet ‘Ridin’ High’ met Merle Haggard. Het tweede album heet ‘Saddle The Wind’ en stamt uit 1988. Hier staan uiteraard niet zoveel hits op, maar toch wordt het aanzien als één van haar beste. Hierop staat meer traditionele country, met een westerse swing. Er werden 3 singles uit getrokken: ‘Sugar Moon’, ‘Don’t Touch Me’ en ‘I’m not that Good at Goodbye’. Voor romantische cowboys en cowgirls. Patrick Van de Wiele (3½) Two albums on one CD. The first contains 9 top ten singles and the second contains 3 singles. For romantic cowboys and cowgirls Morello Records I MRLL 36 I Cherry Red Records I Janie Fricke
Esther Rose Parkes leeft en werkt tegenwoordig op het Britse kanaaleiland Jersey in de bescheiden hoofdstad St. Helier. Daar belandde de zangeres na de omzwervingen in Europa die ze tijdens haar jeugdjaren, Rose heeft een Duitse vader en Engelse moeder, beleefde. Haar moeder Linda Rose is overigens niet onbelangrijk bij het tot stand komen van deze cd. Drie vierde van de songs van ‘The Other Country’ vermelden haar als co-auteur. Dat heeft er wellicht mee te maken dat de meeste songs een popfolk sfeertje uit de vroege jaren zeventig uitademen. Het feit dat Esther zelfstandige diva’s als Sandy Denny en Joni Mitchell samen met Rickie Lee Jones tot haar favorieten rekent is daar evenmin vreemd aan. De sobere arrangementen en orkestratie die gitarist Brian Kramer en plaatselijke muzikanten in de studio in Stockholm dragen eveneens bij tot een bijwijlen pastorale sfeer. Ballades als ‘Shaking The Dust’ en ‘In The House Of A Friend’ worden enkel door piano en een sombere cello ondersteund. De openingsong ‘High Speed Train’ zou niet in de soundtrack van een of andere Amerikaanse roadmovie misstaan met schitterende bijdragen van Kramer op de National slide gitaar, een instrument dat ook het pure folknummer Water Kings’ sfeervol inkleurt. ‘Pearl’ balanceert fragiel op dartele akoestische basritmiek. In het iets ruimer georkestreerde, knap opgebouwde ‘Dancer’s Devil’ hangt een wat mysterieuze sfeer. We hebben in ieder geval bijzonder aangename luistermomenten beleefd met dit sobere akoestische werkstuk. Cis Van Looy (3½) Eigen Beheer l Hemifran l Esther Rose Parks
|
Archives
April 2024
|