CD & vinyl REVIEW BLOG |
De heerlijkheid gebied mij om te zeggen dat ik nog nooit van Charlie Saibel had gehoord. Toch verrast Charlie ons met een diversiteit aan origineel songmateriaal. Saibel speelt bas, piano en keyboard, maar heeft vooral een zeer aangenaam stemgeluid. Samen met Mike Slivka (drums, percussie), Steve Nowak (gitaar) en Dan Blunck (saxofoon en fluit) presenteert Charlie twaalf originele tracks. Het album dat werd uitgebracht in 2006 opent met de latin groove van ‘Demon Rum’. Na deze mysterieuze song gaan we gezwind naar de jazzy tunes van het instrumentale ‘Gordon’s Blues’. De hoornsectie is een constante, net zoals de ingetogen orgelarrangementen van Charlie. Op naar het bleusy nummer ‘Hot In Heaven’. Charlie’s stem leent zich uitstekend voor het nummer en vormt een harmonie met de opwindende orgeltonen. De titeltrack is een uitgebalanceerde ballade. Maar als de New Orleans sound om de hoek komt loeren valt het ons plots moeilijk om stil te zitten. Net zoals in het aantrekkelijke ‘Way Back When’ trouwens. Voetstampend en heupwiegend gaat het dan gezwind naar het jazzy georiënteerde ‘Meet Me Later’. Steve Nowak gitaarriffs en Bluck’s saxofoonsolo laten zich perfect leiden door Charlie’s orgelklavier. ‘Special guest’ Randy Linder komt in de spotlight met zijn slidegitaar in het donkere klinkende ‘South’. De fluit heeft een ernstig aandeel in het moderne ‘Stealling My Pillow’. En dat is nu net iets wat we niet missen na enkele luisterbeurten. Wat kan ons nu een gestolen kussen schelen, want het gaat er plots heel gezwindheid aan toe in het opmerkelijke ‘Stew’. Het afsluitende ‘You Changed Your Mind’ is alweer een swingende jazzy uitvoering. Het valt dan ook moeilijk om Charlie Saibel in een muzikaal hoekje onder te brengen. Philip Verhaege (4) Charlie Saibel has a diverse album on the market. The diversity runs rampant, and that has been a pleasant given. Eigen Beheer I Zonder Nummer I Charlie Saibel
0 Opmerkingen
Ik denk dat ik de legendarische soulgroep The Temptations niet meer hoef voor te stellen. Enkele jaren geleden zag ik ze, weliswaar in een nieuwe samenstelling, live in Oostende, samen met The Four Tops. Nu is geen enkel oorspronkelijk lid van de groep nog in leven, behalve Dennis Edwards. En u weet zeker en vast dat ze naam en faam maakten bij Motown. Maar toen ze in 1977 dat label verlieten, tekenden ze bij Atlantic Records en namen ze daar 2 albums op. De line-up bestond toen uit Otis Williams, Melvin Franklin, Richard Street (die erbij gekomen was in 1972), en nieuwkomers Glenn Leonard en Louis Price (die Damon Harris en Dennis Edwards vervingen). Ron Baker, Norman Harris en Earl Young uit Philadelphia produceerden ‘Hear To Tempt You’, en uit dat album kwamen 2 singles: ‘Think For Yourself’ en ‘In A Lifetime’. Toch waren we deze verfijnde stijl van the Temptations niet gewoon, en het album flopte. ‘Can We Come And Share In Love’ en ‘Let’s Live In Peace’ zijn ballades. En Melvin Franklin met zijn basstem komt aan bod in de ballade ‘I Could Never Stop Loving You’. Je kan dus spreken van Motown vermengd met Phillysound, en dat is goed hoorbaar in op dit album. Voor hun tweede album bij Atlantic uit 1978 deden The Temptations beroep op Brian en Eddie Holland, de vertrouwde songwriters bij Motown. Die penden 8 songs en de groepsleden zelf schreven ‘I See My Child’. Atlantic trok drie singles hieruit, waarvan er 2, de titeltrack en het mooie ‘Ever Ready Love’ de R&B charts haalden. Je hoort duidelijk het verschil met het vorige album, dit is rauwere soul. Voor de rest is dit een zwakker album, en hierna keerden The Temptations terug naar Motown. Beide albums zijn nu geremastered, en buiten Japan, voor de eerste keer op cd verkrijgbaar. De Amerikaanse auteur Kevin Goins schreef een nieuw essay. Voor fans van The Temptations, die hun collectie compleet willen. Patrick Van de Wiele (4) Two albums from the period when The Temptations left Motown. The first is a Phillysound album, while the second is a Brian & Eddie Holland production. Soul Music Records I SMCR 25118 I Cherry Red Records I The Temptations
Met een nogal vreemd klinkende naam krijgen we van deze cultgroep uit eind jaren zestig een spiksplinternieuwe cd waarop maar liefst vijftien nieuwe nummers staan. Misschien niet meteen een band die bij een grote groep muziekliefhebbers een belletje zal doen rinkelen maar zij die destijds –net als ik- supergenoten hebben van de cultfilm ‘Easy Rider’ met voortreffelijke vertolkingen van wijlen Dennis Hopper, Peter Fonda maar een jonge Jack Nicholsen als een verlopen advocaat, zal ongetwijfeld het nummer ‘Kyrie Eleison/Mardi Grass (When The Saints)’ zich nog wel herinneren. The Electric Prunes is een Amerikaanse rockband die meteen met alle gevestigde muziekwaarden komaf maakte. Ze verscholen zich onder het label ‘psychedelic’ maar hun muziek ging verder dan dit, veel verder. Ze kwamen tot leven eind jaren zestig, maakten enkele opmerkelijke langspelers maar na een korte periode –waarin ze alle controle over hun eigen muziek verloren- brak een sabbatperiode aan van dertig jaar. Ergens in 2001 hadden ze er weer zin in en in 1999 kwamen ze terug bij elkaar voor nieuw werk op te nemen maar ook om weer samen de baan op te trekken. Voor deze nieuwe release mogen ze een achttal langspelers op hun actief schrijven waaronder de schitterende ‘The Electric Prunes’ (1967), ‘Underground’ uit datzelfde jaar, het prachtige ‘Mass In F Minor’ (1968) waarop we ook ‘Kyrie Eleison’ terugvinden en nog een aantal andere albums die toch in de smaak vielen bij een wel zeer geselecteerd publiek. Toch geven we nog graag enkele namen mee die ooit deel uitmaakten van de Prunes: Kenny Loggins (1968), James Lowe (1965-1968 + 1999-2014) Mark Moulin (2001-2003), Mark Tulin (1965-1968 + 1999-2014), Joe Dooley (1967-1968 + 2001-2005) enz… De huidige samenstelling ziet er als volgt uit: James Lowe (vocals, gitaar, percussie), Mark Tulin (vocals, bass, keys), Steve Kara (sinds 2003-2014 – lead gitaar, vocals), Jay Dean (2006-2014 – drums), Ken Eros (akoestische gitaar, ebo, mellotron, vocals), Walter Garces (2006-2014 – drums), Joe Dooley (1967-1968 + 2001-2014) en Bubu Bop (drums). Met andere woorden, de Prunes zijn ‘alive and kicking…’ Verwacht je hier niet aan hitparade songs maar luister vooral goed naar hun muziek. Je hoort meteen dat dit een band is met kwaliteiten. Het zijn allemaal vrij korte –nou ja kort- nummers geworden, dus geen progressieve uitzaaiingen die op je gestel kunnen inwerken. ‘Smokestack Lighting’ is meteen de eerste song die onze volledige goedkeuring wegdraagt. Een cover in de betekenis van het woord. Let vooral op die snerpende gitaarriffjes. Alsof de tijd is blijven stilstaan. Nog meer leuke gitaarsnufjes krijgen we in ‘Like Getting High’, ja, jongens, de sixties zijn over, en dan een nummer met een titel die niet veel mannen zal ambiëren ‘The Girl Who Crashed My Dream’. ‘Between The Cracks’ roept herinneren op aan Neil Young’s ‘Heart Of Gold’ terwijl de drummer (of tenminste toch één van hen) ‘Blue Sky/Red Dress’ mag inzetten. Typische sixties R&B klapper. ‘Adoration Stuck’ zou best wel eens een hitparade kunnen binnenduikelen als het nummer voldoende airplay zou krijgen. Dat de Prunes nog steeds die snerpende fuzzy gitaartjes kunnen produceren dat horen we in het schitterende ‘Don’t Sneeze On Me’, een song die net als enkele andere hier, weer sommige sixties beelden voor de geest halen. Luister vooral naar deze volledige track, gewoonweg verbluffend wat samenspel betreft. Great music!! ‘Oh My My’ sluit deze toch wel opmerkelijke cd af. Wat kunnen we hieruit leren? The Electric Prunes zijn nog steeds heer en meester in hun eigen land binnen dit toch wel besproken genre. Nu jullie nog naar de platenboer krijgen en hun missie is volbracht. Maar je kan deze cd ook aanschaffen via hun website www.electricprunes.net. Doen want ze geloven er zelf niet in dat hier ooit nog een vervolg op komt. Daarom misschien ook wel de titel ‘Was’. Het was voor hen een lange helse rit maar ze zijn er geraakt. Alfons Maes (4½) The Electric Prunes are still Grand masters in this special progressive music direction. Hurry up to your local record store and purchase this crown jewel before it's sold out. With this new album the Prunes new mission is accomplished. You can also purchase this CD via their website www.electricprunes.net. Buy this new masterpiece because they no longer believe in a sequel anymore. Therefore, perhaps the title 'Was'. It was a long hellish ride but they made it. Prune Twang Music I 8-69691-14 I Glass Onyon I The Electric Prunes
De man kon geen betere titel voor die muzikale palletje gekozen hebben. Is het niet excentriek, dan kan het ook nog op een andere manier zeer vreemd klinken maar veel verschillen met zijn vorige langspelers, die we hier ook even onder de loep staken, vinden we niet terug. Om deze ludieke langspeler te openen stampt hij eerst tegen enkele heilige huisjes en begint daar bij de Who klassieker ‘Pinball Wizard’, en let op hoe hij enkele instrumenten door andere vervangt. Compleet losgeslagen deze Roger Ruskin Spear. Zelfs de vocalen drijft hij ten spot maar nogmaals, het klinkt allemaal verdomd leuk. ‘On Her Doorstep Last Night’, een weer vreemde song drijvend op parlando, kon best een fragment zijn uit een of andere Monty Python show maar eigenlijk zouden we dit bij al zijn werk zo wel kunnen stellen. ‘Trouble With My Trousers’ klinkt niet echt voor 100% echt muzikaal en daar trok Spears zich ook geen moer van aan. Als het niet klonk dan liet hij het wel botsen… Nog een tweede bekende cover, die door Elvis de hemel werd ingezongen, is ‘Heartbreak Hotel’. Leuke parodie hier op de King en je legt hier meteen ook de link naar The Young Ones. Net zoals zijn vorige langspeler is dit weer een staalkaartje van zijn vernuft van hoe je met klassiekers kunt spelen totdat er iets nieuw uitkomt. Voor de opname-ingenieur moet dit een helse rit door een volkomen waanzinnige tijd zijn geweest of misschien toch niet wanneer hij hetzelfde IQ-gehalte –al dan niet sober en vrij van speciale pepmiddelen- als Roger Ruskin had. Alfons Maes (3½) Esoteric Recordings I ECLEC 2464 I Cherry Red Records
Toen ons welbekende driedaagse festival Jazz Bilzen net grote internationale bekendheid verwierf hadden ze dat voornamelijk te danken aan de telkens sterke programmatie. Namen als Rod Stewart, Uriah Heep, de Kinks en zet daar maar gerust The Sensational Alex Harvey Band bij waren geen uitzonderingen op de regel dat je deze vier sterke namen samen op één affiche zag prijken. In 1969 stond de knotsgekke Britse formatie The Bonzo Dog Doo Dah Band op het menu en dat zorgde toch voor een complete verrassing. Ze hadden al voor enige opschudding gezorgd met hun langspelers ‘Gorilla’ onder hun respectievelijk naam uitgebracht en ‘The Doughnut In Granny’s Greenhouse’ en het in ’69 verschenen ‘Tadpoles’ kwamen op de markt met een enigszins verkorte groepsnaam nl. Bonzo Dog Band. We mogen stellen dat dit een van de eerste bands was waar een hoekje, zeg maar ‘grote hoek, af was. Zowel hun muziek maar zeker hun presence op de podia waren momenten waarbij je je te pletter kon lachen. De muziek (zie video Jazz Bilzen 1969). Zelfs de Beatles waren zodanig onder de indruk dat ze een plaatsje kregen in hun film ‘Magical Mystery Tour’. Op BBC televisie waren ze wekelijks te gast in ‘Do Not Adjust Your Set’ en zelf maakten ze een kortfilm in 1969 met de nogal vreemd klinkende naam ‘Adventures Of Son Of Exploding Sausage’. In die band zat ook multi-instrumentalist Roger Ruskin Spear (sax, klarinet, piano, gitaar maar vooral specialist in bizarre toneelsituaties) die reeds in 1971 –na de split van The Bonzo Dog Doo Dah Band-uitpakte met een ep ‘Rebel Trouser’, dat gevolgd werd door langspeler ‘Electric Shocks’ (1972) en het daarop volgende jaar uitgebrachte ‘Unusual’. Zodoende kon Roger enigszins uit de schaduw stappen van zijn illustere collega’s Vivian Stanshall en Neil Innes (Monty Python, The Rutles). De twee laatst genoemde albums werden nu heruitgebracht door Esoteric Recordings. Als extra tracks krijgen we de vier nummers van zijn epeetje ‘The Rebel Trouser’, nl. ‘Trouser Freak’, ‘Trouser Press’, ‘Release Me’ en ‘Dropout’. 9 nummers die voor 100% gelinkt mogen worden aan het werk van de Bonzo Dog Doo Dah Band. Verwacht geen hitgevoelig werk maar veeleer de uitspattingen van een doordacht, muzikaal genie. Dat moeten ook o.a. Peter Banks, B.J. Cole en Chris Welch gedacht hebben want zij verleenden maar al te graag hun medewerking in de opnamestudio. Je kan zijn muziek niet nader beschrijven en er een label op kleven. Daarvoor is zijn muziekrepertoire te breed. Ruskin gebruikte niet alleen instrumenten maar ook geluiden van kerkklokken, korte monologen, applaus, sirenes enz doordruipen sommige van zijn liedjes… Zeg maar gerust vreemde nummers maar ook studiotruukjes duiken regelmatig in zijn ‘werk’ op. Kennelijk schreef hij het merendeel van de nummers tijdens zijn dagen bij de Bonzo Dog Band maar Roger was er ook niet vies van om enkele leuke, bekende songs naar zijn hand te zetten. Zo krijgen we toch een leuke versie van Cliff Richards ‘Living Doll’ dat ook een extra leven kreeg door The Young Ones destijds. Maar ook de eensteensleper van Engelbert Humperdinck ‘Release Me’ wordt door de humoristische mangel gehaald. Sommige critici beschrijven het werk van Roger Ruskin-Spear als onbeduidend, belachelijk en zelfs als muziek die je niet ernstig moet nemen. Daar gaan ze volledig de mist in, hij bewees –al dan niet onder invloed van geestes stimulerende middelen- dat je ook enkelvoudige songs op zodanige manier kon brengen dat je gewoonweg verbaasd was over het eindproduct. Het woord excentriek is hier helemaal op zijn plaats maar ik denk niet dat je dit woord moet interpreteren als zijnde banaal, gek of stom maar eerder als een verwijzing naar het product van een briljant en geniaal muzikant die ook op een speciale innoverende manier buiten de (muzikale) lijntjes durft te kleuren. Alfons Maes (4) Some critics describe the work of Roger Ruskin Spear as insignificant, ridiculous and even music that you should not take seriously. The music of Ruskin is actually the opposite. Under the influence of mental stimulants or not, his final product always amazed many music lovers. Eccentric is the right word but I think that you shouldn’t interprete this as boring or stupid, but more as the music of a brilliant and innovative individual mind. Esoteric Recordings I ECLEC 2463 I Cherry Red Records I Roger Ruskin-Spear
Daarnet besprak ik al Prince zijn album ‘Art Official Age’, dat tegelijk met dit ‘Plectrum Electrum’ uitgekomen is. En onmiddellijk moet ik daaraan toevoegen dat dit zusteralbum meer een rockalbum geworden is. Nu heb ik persoonlijk liever funk, want op dit rockalbum grijpt Prince terug naar rockgrootheden zoals Jimi Hendrix, Jimmy Page en Brian May. Maar gelukkig frist het meidentrio 3rdEyeGirl de boel op. Dit trio, bestaande uit frontvrouw Donna Grantis (een Canadese gitariste, die een Jimi Hendrix eerbetoon won), Hannah Ford (op drums) en Ida Nielsen (op bas) is een funk/rockband. Dat hoor je meteen op de opener ‘Wow’, een sterke rocksong. En dat gaat zo maar door, zoals op ‘Fixurlifeup’ een echte rockstamper maar ‘Whitecaps’ sluit dan weer meer aan bij Californische pop. ‘Boytrouble’ is luchtiger met wat lichte hiphop, terwijl ‘Stopthistrain’ een mix is van pop & reggae. En afsluiter ‘Funknroll’, dat al te horen was op ‘Art Official Age’, komt hier loodzwaar en wilder over. Wat mij opvalt is de songs op dit album minder overtuigend overkomen dan op het zusteralbum. Het spijt mij, maar dit ‘Plectrum Electrum’ kan mij niet overtuigen. Als je dit werk vergelijkt met ‘1999’ of ‘Purple Rain’, dan weet ik wat kiezen. Of wou hij zich bewijzen tegenover die jonge meiden? Prince, blijf bij je funk, zou ik hem willen aanraden! Patrick Van de Wiele (3½) Warner Brothers I 9362 49333 5 I Warner Music I Prince
De Afro-Amerikaanse singer-songwriter, multi-instrumentalist en acteur Prince Rogers Nelson, beter bekend als Prince, of indertijd als het onuitspreekbaar teken, is een controversieel figuur. Hij werd geboren op 7 juni 1958 in Minneapolis, Minnesota en ontwikkelde al zeer jong een interesse in muziek. Zo schreef hij zijn eerste song op zijn zevende. Met zijn mengeling van uitgesproken seksueel getinte teksten, dansbare funk en rock slaagde hij erin om tien platina albums en 30 top 40 singles af te leveren. Hij verkocht bovendien wereldwijd meer dan 100 miljoen platen, wat hem één van de meest succesvolle artiesten ooit maakt. Zeven Grammy Awards, een Golden Globe en een Academy Award staan in zijn prijzenkast. Hij was de pionier van de “Minneapolis sound”, een hybride mengeling van funk, rock, pop, R&B enz. Daarnaast heeft hij de carrières van Sheila E., Carmen Electra, The Time en Vanity 6 op de rails gezet. Zijn bekendste plaat zal wel ‘Purple Rain’ zijn, de soundtrack van de gelijknamige film, waarin hij uiteraard de hoofdrol speelde. Soms laat hij zijn fans jarenlang op een nieuw project wachten, en dan plots, zoals nu, verschijnen er twee tegelijk. Zoals u wellicht weet brak hij indertijd met zijn platenfirma, om eerst op zeer korte tijd heel wat albums af te leveren en zo zijn contract uit te doen, waarna hij via allerlei acties, zoals online inschrijvingen, weggeefacties via kranten, en exclusiviteiten met Target, zijn eigen ding deed. Maar daar is hij nu van teruggekomen. Ja, sinds ‘The Gold Experience’ uit 1995 is deze ‘Art Official Age’ weer een samenwerking met platenfirma Warner Bros. De opener en titeltrack ervan drijft op een sterke discobeat, die doet denken aan Daft Punk, maar met rockinvloeden. Daarentegen is ‘Clouds’ een liefdesliedje met als tekst: “You should never underestimate the power of a kiss on the neck which she doesn’t expect.” En de volgende track ‘Breakdown’ is een ballade. Maar verkies je liever de vroegere Prince sound, ga dan naar ‘The Gold Standard’, een prima voorbeeld van zijn dansbare Minneapolis sound. ‘U Know’ lijkt maar niet op dreef te geraken, terwijl ‘Breakfast Can Wait’ duidelijk doelt op “early morning love”, die voorgaat op een ontbijt. Op ‘This Could Be Us’ doet hij me denken aan één van zijn mooiste tracks ‘The Most Beautiful Girl’. ‘Affirmation I & II’ en ‘Affirmation III’ zijn korte gesproken intermezzo’s. Het hoogtepunt zou ongetwijfeld ‘Funknroll’ moeten zijn, meteen de single, die met rock begint, maar daarna funky uitpakt met een vervormde stem. Dit nummer staat overigens in een andere versie op het zusteralbum ‘Plectrumelectrum’. Daarentegen is ‘Time’ een eenvoudige song, ontspannen en dromerig. Het lijdt geen twijfel dat Prince opnieuw bewijst dat hij de meester is van moderne R&B met een hoge graad van verleiding. En ‘Art Official Age’ zal zonder twijfel door zijn fans op handen gedragen worden. Eén ding is zeker, hij is zijn kunst nog niet verleerd. Aan u dus om de nieuwste van “his royal badness” te ontdekken! Patrick Van de Wiele (4) Warner Brothers I 9362 49333 0 I Warner Music I Prince
Onder de naam Marconi Union gaat een Engels trio schuil, dat bestaat uit Richard Talbot, Jamie Crossley en Duncan Meadows. De band werd opgericht in 2002 toen Talbot en Crossley mekaar ontmoetten in een platenzaak. Het jaar daarop verscheen hun debuut ‘Under Wires and Searchlights’, waarna een periode van twee jaar stilte volgde. In 2005 tekenden ze bij All Saints Records en de opvolger ‘Distance’ werd uitgebracht. Twee jaar later werd dat label opgekocht door Warner Bros. en de frustraties begonnen. In juli 2008 lanceerden ze via hun website het digitale label MU Transmissions, en het jaar daarop kwam het album ‘Tokyo’ uit op het Duitse Binemusic label. In 2010 zag ‘A Lost Connection’ het levenslicht en de groep speelde een set met geïmproviseerde soundscapes in Manchester. Het volgende jaar kwam ‘Beautifully Falling Apart (Ambient Transmissions Vol:1)’ uit op Just Music. In 2012 was het de beurt aan ‘Different Colours’ met voor het eerst Duncan Meadows, en hierop incorporeerden ze elementen uit jazz en soundtracks. Op 16/10/2011 creëerden ze de ‘Weightless’ in samenwerking met de British Academy of Sound Therapy. Volgens wetenschappers leverde deze track een daling van 65% in angstgevoelens op, en maakte het de testpersonen rustiger, en daarvoor werden ze door Time magazine opgenomen in de lijst van “Inventors of the Year”. De band werkte deze track verder uit op dit album, zodat het nu uit 6 delen bestaat. Het is ambiente, elektronische muziek, die ontspannend werkt. Als je de ogen sluit, voelt het alsof je inderdaad gewichtloos bent en zweeft. Ideaal om dat gevoel van “in de ruimte” op te roepen. Patrick Van de Wiele (4) Ambient, electronic Music. If you close your eyes, it feels indeed like you’re weightless and floating. Just Music I TA0049 I Marconi Union
De Afro-Amerikaanse zanger Johnnie Taylor is hier ook al aan bod gekomen. Hij werd geboren in 1934, maar overleed al in 1999. Zijn bijnaam was “The Soul Philosopher” en hij is best gekend voor zijn wereldhit ‘Disco Lady’. Bij Stax Records had hij indertijd enkele hits met ‘Who’s Making Love’, ‘Jody Got Your Girl And Gone’ en ‘Cheaper To Keep Her’. In 1975 tekende hij bij Columbia Records, en het jaar daarop bracht hij het voornoemde ‘Disco Lady’, zijn eerste platina single, daar uit. In 1977 leverde hij de soundtrack ‘Disco 9000’ af en de twee albums op deze heruitgave stammen uit 1979 en 1980. Beide albums werden geproduceerd door Brad Shapiro (bekend voor zijn werk met Millie Jackson, Wilson Pickett enz.) en wijlen Don Davis. Deze laatste nam tracks op in Detroit en Shapiro deed dat in Muscle Shoals. Taylor zelf produceerde één track ‘I Can’t Leave You Love Alone’. Alhoewel geen van beide albums de charts haalde, raad ik de volgende tracks toch aan: ‘(Ooh-Wee) She’s Killing Me’ en het soulvolle ‘Love Account’ uit de eerste elpee, en ‘The Heart Break Kid’, ‘I Got This Thing For You’ en het opvallende ‘Sylvia’ (met de groep Enchantment op de achtergrond) uit de tweede elpee. Johnnie was hier toch niet in grote doen. De eerste elpee was voorheen enkel verkrijgbaar als een Japanse import CD en de tweede maakte hierbij zijn debuut op CD. Met een essay van Matt Bauer en uitspraken van producer Shapiro. Patrick Van de Wiele (4) Two lesser known albums from Johnnie Taylor. Soul Music Records I SMCR 25124 I Cherry Red Records
Sinds Christine Albert beginjaren tachtig vanuit New York via Santa Fe en New Mexico in Austin verzeilde bouwde ze een bestaan op als singersongwriter Naast Texaanse invloeden verwerkt de zangeres die haar roots uit Europa in ‘Texafrance’, een trilogie waarin ze afwisselend in het Engels en Frans debiteert en het Franse chanson exploreert. De afgelopen jaren ligt de focus op duowerk met haar man Chris Gage die ook nu zijn geliefde weer bijstaat met voortreffelijk snarenspel op gitaar, lapsteel, mandoline en piano en hier en daar voor harmoniezang zorgt. “Everything ‘s beautiful now” zijn de laatste worden die Alberts schoonmoeder Darleen haar op het sterfbed toevertrouwde. Het inspireerde tot de titelsong en ook het heengaan van enkele vrienden lijden naar wondermooie songs als ‘At Times Like This’, ‘Someday Isle’, met harmonische achtergrondzang van haar man en Kira Small en het berustende ‘Flower On The Moon’. De interpretaties van Jackson Brownes ‘For A Dancer’ en het in een andere fraaie pianoballade verwerkte ‘On That Beautiful Day’ van Tom Peterson, sfeervol ingekleurd door de dobro van Lloyd Maines, sluiten daar wonderwel bij aan. Evenals ‘Keep Me In Your Heart’, een van de laatste verzuchtingen die Waren Zevon met zijn laatste opgespaarde reserves door de fel gehavende longen blies. In het van Dana Cooper geleende ‘Lean My Way’ horen we naast de fijne fingerpicking van Gage de stem van Troupe Gammage. Nog mooier wordt het in ‘Old New Mexico’ dat Albert met de hulp van de onvolprezen Jerry Jeff Walker componeerde. Bovendien ondersteund ‘Mr Bojangles’ samen met Eliza Gilkyson het verhaal. ’My Heart’s Prayer’ eveneens van Tom Peterson sluit dit aangrijpende eerbetoon aan Alberts dierbaren, die de afgelopen jaren het tijdige voor het eeuwige wisselden, respectvol af. Cis Van Looy (3½) Moon House Records l MH2910 l Hemifran l Christine Albert
Van het muzikale verleden van deze man weten we niet echt veel. In het verleden deelde hij naar verluidt het podium met Jacob Dylan, Steve Miller en Stoney Larue. In 2013 zette Newman In Oklahoma City The OK Caravan, aanvankelijk een akoestisch folkduo, op. Een deal met het platenlabel 598 Records liep spaak na het opdoeken van het label. Mike McClure van de gelijknamige band was The OK Caravan niet vergeten en vorig jaar in december dook het gezelschap met naast Newman, gitarist Blake Lennon (geen familie van) en fiddleman Carlton Dorsey in de studio. Ondersteund door een volwaardige ritmesectie kwam in de Boohatch Studio het titelloze debuut tot stand. ‘1892’is een bijzonder aangename opener , op sprankelend gitaar- en mandolinetonen krijgen we een melancholische terugblik voorgeschoteld. In gestrekte draf gaat het met ‘The Battle of Washita River’, een op twangende gitaren en aanstekelijke fiddle evoluerend epos dat uit een duistere periode van de Amerikaanse geschiedenis stamt. Het in harmonische zang gewenteld ‘Day Is Done’ is een op orgel gebouwde countryrocker. We blijven aandachtig luisteren naar ‘No Return’ en intrigerend westernstuff met een hoofdrol voor de fiddle. ‘I’m on the Moon , You’re on The Sun’ is een fraai voorbeeld van hoe Newman met zijn warme stemtimbre zijn persoonlijke ervaringen onveranderlijk in voortreffelijke songwerk verwerkt Van country naar pop pendelende, muziek die moeiteloos van associeert met weidse vlakten en eindeloze highways zoals je die ‘Only in America’ vindt. Cis Van Looy (3½) Eigen Beheer l Pete Knapp l Aaron Newman
|
Archives
Januari 2025
|