CD & vinyl REVIEW BLOG |
We maken het hier ten huize ook af en toe mee, dat ‘de lady of the house’ met enkele vriendinnen een stapje in de wereld zet. Daar is overigens niets mis mee en kan ik mijn favoriete muziekjes nog eens ongebreideld door de huiskamerstereo laten schallen. Dat gebeurt in de toekomst wellicht ook met dit in Nashville en Florida tot stand gekomen werkstuk van Tom Shed en zeker met de titelsong waarin het thema van de Ladies Night, een in het zuidelijke staten ongetwijfeld met enige argwaan ontvangen fenomeen, in onderkoelde bigband westernswing gegoten. ‘In Florida State Of Mine’ draaft de uitgebreide blazerssectie nog eens op. Tom Shed, die zich meestal verschuilt achter een hagelwitte Stetson, speelt naast gitaar een aardig stuk mandoline en banjo zoals in countrygetint werk als ‘Forgotten Memories’ en ‘Tomorrow’ uitvoerig geïllustreerd wordt om van de afsluiter ‘Banjo Goes Nascar’ nog maar te zwijgen. Allemaal leuk maar echt een onvergetelijke indruk wordt hier niet altijd achtergelaten met sing a longs als ‘It Don’t Mean You’re Country’ en bepaald niet innoverende countrystuff. Cis Van Looy (3)
0 Opmerkingen
Bijna 40 jaar na datum verschijnt er een live-album van dit legendarische concert. Onbekend? Steve Hillage groeide op in Epping en stortte zich als jonge gitarist op de Canterbury scene. Haalde de mosterd bij groepen als Caravan en werd al snel talentvol lid van Gong. Dit concert geeft een mooi muzikaal beeld van de uitzonderlijke kwaliteiten van Steve Hillage. Al bij het intronummer ‘Octave Doctors’ gieren de gitaren in je oren. Rock viert in die jaren hoogtij. Maar Steve kan zijn liefde voor Gong niet wegsteken in het psychedelische nummer ‘Light the sky’. Hoge frêle stemmetjes van Miquette Giraudy leveren het nodige contrast en duwen het in de experimentele hoek. En dan volgt het zweverige ‘Radio’ waarbij de ambient soundscape wordt ingekleurd door akoestisch gitaarwerk, wat later een uitzonderlijk mooie baspartij (Curtis Robinson) om dan over te gaan in een krachtige rocksong. Het gebruik van synthesiser doet bij wijlen wel denken aan Hawkwind. Maar Steve Hillage weigert dat pad te bewandelen en zal in de jaren 90 en later zich vooral bezighouden met producen (o.a. Simple Minds) en het ambient-genre verder verkennen met zijn project System 7. Gelukkig voor de rockliefhebber krijgen we op deze cd een rollercoaster van gitaarsolo’s door de trommelvliezen. ‘The Salmon Song’ ,oorspronkelijk op de lp Fish Rising uit 1975, doorzwemt de typische watertjes van de jaren 70. Klinkt het daarom gedateerd ? Ja, vermoedelijk wel. Maar het blijft een streling voor het oor. ‘Saucer Surfing’ schittert door echoënde gitaren , een drijvende beat en gedreven zangpartij in crescendo om dan in rustiger experimenteler vaarwater te verzeilen met vervormde stemgeluidjes en spacysounds. (Gong is weer niet ver weg) Om dan naadloos over te gaan naar het 15 minuten durende ‘Searching for the spark’. Afsluiten met een eigenzinnige versie van Donovan’s ‘Hurdy Gurdy Man’, typeert de man in al zijn snaren. Loop snel naar de platenboer en koop dit schijfje. Met dank aan Gonzo Multimedia, samen met Esoteric Recordings dé labels voor progrock. (ook het exploreren waard) Marino Serdons (4½) Het psychedelisch collectief Soft Hearted Scientists uit Cardiff, Wales, begon thuis in 2001 4-track cassette demo’s op te nemen. Ze gebruikten daarna gelijk welk instrument of geluid dat ze konden te pakken krijgen. In de zomer van 2005 kwam hun debuut ‘Uncanny Tales From the Everyday Undergrowth’ uit. Toen bestond de band uit Nathan Hall (zang, gitaar, keyboards, percussie), Dylan Line (gitaar, keyboards), Michael Bailey (bas). Daarna kwam Paul Jones (zang, gitaar, keyboards, percussie) erbij. Er volgden nog 4 albums, en nu is hun nieuwste er. Daarop staan maar liefst 24 tracks, opgedeeld in 4 groepen van 6 tracks. Er zijn complete songs, instrumentale stukken en kleine interludes bij. Allerlei geluiden zoals ademen, hoesten, katten die miauwen, vogelzang, percussie op kartonnen dozen, kloppen op een deur werden erin gelaten. “I think this album gets to the essence of what we are all about and I am very excited about it," zegt leider Nathan Hall. "It's home made and spooky and innocent and timeless. You can hear breathing, coughs, cat miaows, cheap drum boxes, cardboard box percussion, songs about decommissioned robots, a daydream about being the destroyer of all evil, a guest vocal by the wolf from the 3 little pigs, and Cobra Clouds.” Bizar als u het mij vraagt. Patrick Van de Wiele (3½) An ambitious project with 24 tracks, divided into 4 groups op 6 tracks. Psychedelic folk. Fruits De Mer Records I Zonder Nummer I Soft Hearted Scientists
Het is een wat bedrieglijke naam, er huist inderdaad een mandoline speler in dit sextet maar deze Brothers beperken zich geenszins tot een bluegrass dieet. The Mandoline Brothers serveren een stevig dampend hutsepotje met country en blues als belangrijkste ingrediënten en gekruid met elementen van zowat alle mogelijke stijlen uit zowat alle windstreken van Amerika. Het ligt wellicht aan mezelf maar het is de eerste keer dat ik iets beluister van het Italiaanse combo dat. zo’n vijfendertig jaren geleden werd opgestart als louter akoestisch trio om beginjaren tachtig naar een line-up met volwaardige ritmesectie uit te groeien. In de jaren negentig kwam er terug een mandoline bij, dit keer een elektrisch versterkt exemplaar waarmee ze duidelijk meer in de richting van de rootsrock evolueren. Die mandolinespeler, Marco Rovino tekent samen met zanger, harmonicaman en belangrijkste songwriter Jimmy Ragazzon voor het leeuwendeel van de tracks op ‘Far Out’, terwijl de toetsenman Riccardo Maccobruni ook zijn inbreng heeft met rockend werk zoals ‘Someone Else’, dat naar de Stones refereert terwijl ‘My Last Day’ sterk aan The Faces herinnert. ‘Freak Out Train’ en het door slidewerk aangedreven ‘Ask The Devil’ zitten meer in de southernrock hoek. In het ingetogen ‘Circus’ horen we de rustgevende Weissenborn gitaar van Cindy Cashdollar en in’ Sorry If’ levert John Popper (Blues Traveller) broeierige harmonicabijdragen. Het is bovenal bluesgetint werk dat domineert op die vijfde langspeler van de groep die enkele jaren geleden op de Blues Challenge in Memphis figureerde. Cis Van Looy (3) Al 25 jaar lang is de Amerikaanse urban-jazz saxofonist Kim Waters aan het bouwen aan zijn muzikale carrière. In die tijd heeft hij 19 albums uitgebracht, waarvan er vier op nr. 1 geraakten, 14 nr. 1 singles en 16 Top 10 singles. Om dit jubileum te vieren, komt nu op 2/9 as. zijn 20ste soloalbum uit. Hij schreef 10 van de 12 songs, bespeelde alle instrumenten behalve de gitaar, zong de achtergrond in, en produceerde schijf. Het is een urban, adult contemporary jazzalbum geworden met R&B vocalen en mooie instrumentale nummers. “Silver Soul is really a thank you to my audience that has been with me thus far throughout my 25-year musical journey as a recording artist. I took my time writing the material because I wanted it to be an album of hits with every song sounding like a single,” zei Kim. De eerste single opent de cd, ‘Dreaming of You’, en Kim krijgt hierop steun van zijn pianospelende dochter Kayla. Het is een mooi instrumentaal nummer, een “feel good” song, die het alvast goed doet op de Amerikaanse radio’s. ‘On a Mission’ is mid-tempo, terwijl hij op de ballade ‘Stay Together’ het refrein zelf inzingt. Kim werd lang bijgestaan door zijn vriend Chuck Brown uit Washington, en die krijgt hier een eerbetoon met ‘Go-Go Smooth’. Daarna wordt de R&B song ‘Anything You Need’ gezongen door zijn vrouw Dana Pope. Kim’s huidige woonplaats Austin in Texas inspireerde hem tot het opgewekte ‘Cruising Round Rock’. En dan covert hij John Legend’s ballade ‘All Of Me’, gevolgd door nog een sensuele cover, nl. ‘Fireflies’, gezongen door vocaliste Zendaya. ‘Let’s Make Love’ is weer zo’n romantische track, waarna het tempo omhoog gaat met ‘High Stride’. Maar de romantiek is nog niet ver weg, want het zachte ‘A Song for Dana’ bewijst zijn liefde voor zijn vrouw. Eric Roberson besluit met de door hem gezongen R&B song ‘Laying Beside Me’. Een uitstekend album. Patrick Van de Wiele (4) This album honours Kim Waters’ 25th jubilee as an artist. It contains strong instrumental melodies and soulful R&B vocals. Very nice. Red River Entertainment I RRE-CD-153 I Great Scott PR I Kim Waters
Laat ons eerst een misverstand oplossen. Austin (Texas) is al lang niet meer het country-mekka van de US. Die eer valt nog steeds Nashville te beurt (alhoewel je de laarzenstampers ook daar met een vergrootglas moet zoeken). Neen, Austin is een muzikale kosmopolitische stad die er in geslaagd is alle hedendaagse muziekstijlen te vertegenwoordigen (met de nodige cross-overs). In 1999 zag dan ook Fingerpistol het licht. Een band met Dan Hardick als frontman/songwriter/gitarist en Suzee Brooks als zangeres. Voeg daar nog enkele andere onbekende muzikanten aan toe, Jill als vrouwelijke drumster en Sam Wilson als bass-player mogen niet ontbreken. Terwijl hun eerste records in het verlengde lagen van hun geografische invloedsfeer, americana – soutern rock, zijn ze nu van hun paard gesukkeld, hebben duchtig in het zand gebeten en beleven een flashback. ‘Stepped In It again’ catapulteert je terug naar de goeie ouwe country-tijd, waar men rond een kampvuur zijn tijd verdreef met (h)eerlijk ongedwongen musiceren. En dat hoor je ook, de rollen zijn mooi verdeeld, het geheel past perfect, maar daar stopt dan ook de muzikale ontdekking. Ik las ergens dat er sprake was van vuurwerk op deze 3de plaat, wel … dan komt het toch maar van een aangeschraapte lucifer op de cowboyzool. Of zijn/haar oren pulkten uit van het Texaanse woestijnzand. Wil dit zeggen dat dit een lauwe plaat is ?... Eigenlijk wel, er zit totaal niets nieuw onder de ondergaande zon en spoort echt niet aan om de whiskyfles boven te halen. De songs gezongen door Suzee spreken nog het meest aan met de nostalgische ballads. De typische slide-gitaar en fiddle-riddle ontbreken niet en Dan Hardick weet goed hoe een rodeo te bespelen. Leuk voor de ultieme uitzonderlijke country-lover maar niet voor deze rocker. Marino Serdons (3) Eigen Beheer I 888174 43745 3 I Hemifran I Fingerpistol
In het begin van de jaren ’70 kwam David Sancious voor het eerst in beeld toen hij deel uitmaakte van Bruce Springsteen’s E Street Band. Hij speelde mee op de drie eerste albums, maar ging daarna solo. In 1974 richtte hij de groep Tone op met drummer Ernest Carter (ook ex Springsteen) en bassist Gerald Carboy. Met hulp van Springsteen kom Sancious een platencontract bij Epic Records loskrijgen en kort daarna nam hij ‘Forest of Feelings’ op. Het tweede album werd deze ‘Transformation (The Speed of Love)’ uit 1976, met daarop progressieve rock met jazzrock invloeden. In 2003 werd dit album al digitaal heruitgebracht, maar nu is het hier opnieuw. Naast zijn keyboard bespeelt Sancious hierop ook de gitaar. Blikvanger is uiteraard de 18 minuten durende titeltrack. Daarnaast staan er nog 3 andere tracks op. Samen vormen ze een klassiek jazzrock album, dat hier opnieuw geremastered werd. Nieuwe “liner notes” werden toegevoegd, samen met een nieuw essay door Sid Smith. Fusion fans zullen ervan smullen! Patrick Van de Wiele (3½) Fusion fans will find this album to be an essential addition to their collection. David Sancious kwam in het begin van de jaren ’70 voor het eerst in beeld toen hij deel uitmaakte van Bruce Springsteen’s E Street Band. Hij speelde mee op hun drie eerste albums, maar ging daarna solo. In 1974 richtte hij de groep Tone op met drummer Ernest Carter (ook ex Springsteen) en bassist Gerald Carboy. Met hulp van Springsteen kom Sancious een platencontract bij Epic Records loskrijgen en kort daarna nam hij in 1975 ‘Forest of Feelings’ op. Dit album, dat nu dus digitaal heruitgebracht werd, werd geproduceerd door de legendarische drummer Billy Cobham en bevatte progressieve rock met jazzrock invloeden. Het was lange tijd niet meer verkrijgbaar en bevat 9 tracks, plus één bonustrack ‘Promise of Light’. Sancious bespeelt zowel keyboards als gitaar, en het is een “tour de force” met muziek in verschillende lagen. Deze nieuw geremasterde cd komt er met nieuwe “liner notes” en een nieuw essay door Sid Smith. Niet voor de liefhebber van hitparademuziek, maar voor fans van hoogwaardige progressieve rock. Patrick Van de Wiele (4) A “tour de force”, this progressive rock album from 1975. Duidelijk een laatbloeier als je de foto van het debuut bekijkt die het debuut van Barry Ollman siert. Veel weten we niet van deze man, hij moest eerst een hartaanval meemaken voor hij zich die zich op 61-jarige leeftijd als een getalenteerd singersongwriter profileert en zo een lang gekoesterde droom in vervulling ziet gaan. Hij kan daarbij rekenen op de hulp van oude vriend Graham Nash en Gary Tallent, de bassist van Springsteen, duikt op in enkele nummers In het openingsnummer heeft Ollman het over een fotografe (Imogen Cunnigham) die in de herfst van haar leven zich ernstig zorgen maakt over de toekomst en de knagende angst ooit haar scherpe zicht te verliezen. Het levert in ieder geval met ‘Imogen’s Lament’ een bijzonder fraai openingsnummer waarin hij door Graham Nash geflankeerd wordt. Zowel de akoestische fingerpicking als de poëtische sfeer herinneren aan de benadering van James Taylor. Die sfeer blijft ook aanwezig in ‘Painting’ The West’, een verfijnd geborstelde ode aan de prachtige natuur va het (Wilde) Westen die ook in ‘Blue Colorado’ het adembenemende thema vormt. Op de achtergrond horen we de stem van Helen Forster, levensgezellin van Nick Forster van bluegrasscombo ‘Hot Rize’ die voor aangepaste inkleuring met de weissenborn lap steel zorgt. Ollman kijkt uitvoerig in de in de achteruitkijkspiegel.“Transistor radios, they sound just like stereo. The street was 54th, the year was ’65 and nothing ever changed, ‘till everything did“, mijmert hij in het melancholische West Coast epos ‘The Old Country’. n het evenmin van nostalgie gespeende ‘Lean In Close’ verwerkt hij eigenhandig een wonderlijke elektrische gitaarsolo. Dat gebeurt ook in ’Something To Say’. Een song waarmee Ollman aspirant auteurs en songwriters een hart onder de riem steekt. “Something to say, that’s the hardest part, every day you get a brand new start. You’ve got to sit down and write ‘til you’ve got something to say. Something to say, it’s your work of art, every day just reach into your heart.” Ollman toont zich ook een fan van de folktraditie, in ‘See Ya In Okemah’, een ode aan Woody Guthrie, horen we naast Ollmans fingerpicking de penny whistle van David Amram. “Its Almost time, but not quite …” .Wijze woorden uit de afsluiter, maar voor het zover is blijft volop genieten de booschap, van de muziekjes uit ‘What’ll It Be’ bijvoorbeeld. Cis Van Looy (4) Vorig jaar werd de jazzwereld in rouw gedompeld toen de legendarische keyboardspeler George Duke overleed. Nu heeft zanger Al Jarreau een speciaal eerbetoon opgezet om zijn vriend te eren. Hij interpreteert daarop 10 van Duke’s tracks, variërend van post-bop, via jazz fusion, R&B en zelfs Braziliaanse jazz. En hij kreeg hulp van tal van bekende collega’s, maar straks daarover meer. Jarreau zei hierover: "There are great moments all over this project. I couldn't possibly cover George's full range. But I wanted to give people a fun listen with his music for Duke's diehard fans to once again, enjoy themselves through his music." Jarreau ontmoette Duke voor het eerst in 1965 toen hij uit het leger kwam en van Milwaukee naar San Francisco verhuisde. Tijdens een jamsessie klom Jarreau op het podium en de clubeigenaar vroeg hem daarna of hij Duke’s trio wou vervoegen. Die samenwerking duurde 3 jaar. De cd opent met ‘My Old Friend’, en Jarreau wordt bijgetreden door Gerald Albright op sax, Patrice Rushen op keyboards & piano, Paul Jackson Jr. op gitaar, Stanley Clarke op bas en Jeffrey Osborne o.a. op achtergrondzang. Deze song werd echter niet door Duke geschreven, maar paste bij de 50jarige vriendschap. Daarna zingt Jarreau samen met Dianne Reeves ‘Someday’, en Marcus Miller tokkelt op zijn bas. ‘Churchyheart (Backyard Ritual)’ is een ballade, waarop Jarreau steun krijgt van Marcus Miller op bas en basklarinet en Mike Cottone op trompet. De heupwiegende bossa nova ‘Somebossa (Summer Breezin’)’ is een prachtig voorbeeld van Braziliaanse jazz, dat ik zo graag hoor. ‘Sweet Baby’ wordt een mooi duet met zangeres Lalah Hathaway in smooth jazzstijl. ‘Every Reason to Smile’ wordt door Jeffrey Osborne gezongen samen met zijn eigen hit ‘On the Wings of Love’, samen met Jarreau. Op ‘No Rhyme, No Reason’ krijgt Kelly Price ruimte naast Jarreau, en samen brengen ze een soulvol duet. ‘Bring Me Joy’ laat George Duke zelf horen op keyboards, door het wonder van de techniek, samen met Boney James op sax. Dit is klasse smooth jazz! ‘Brazilian Love Affair/Up from the Sea It Rose and Ate Rio in One Swift Bite’ laat Dianne Reeves terugkeren naar dit Braziliaanse kunststukje. En ‘You Touch My Brain’ sluit af met een funky track, waarop Dr. John’s zang & piano aan bod komen. Een geslaagd eerbetoon dus, dat Jarreau hart laat spreken van warme vriendschap. Patrick Van de Wiele (4) Vaneese Thomas is de dochter van de legendarische soul en blues artiest Rufus Thomas. Kleine Vaneese werd geboren in Memphis, Tennessee. Haar vader (die overleed op 12 december 2001) begon zijn carrière in Vaudeville en overspant meer dan een halve eeuw. Vaneese omarmt deze opmerkelijke muzikale erfenis en het rijke erfgoed van de Memphis soul en R&B. Tegelijkertijd combineerd ze al die invloeden met blues en jazz die zowaar haar eigen stijl cultiveert. Inmiddels staat Vaneese hoog aangeschreven als singer-songwriter, producer en acteur. Samen met haar echtgenoot Wayne Warneck stond Vaneese in voor de productie van vijfde release ‘Blues For My Father’. Het album is 12-track rijk en opent met het swingende soulnummer ‘Southern Central Blues’. Vergezeld door Buddy Williams op drums, Will Lee op bas, Robbie Kondor achter de piano en Wayne Warnecke op percussie is dit alvast een ophelderende openingstrack. In het nummer ‘10X The Man You Are’ breekt meteen Neal los met enkele uitmuntende gitaarsolo’s. In het R&B getinte ‘Wrong Turn’ komt broer Marvell op orgel en zus Carla (vocals) Vaneese ondersteunen. De stevige ritmes in ‘Wrap Your Amrs Around Me’ gaat de aandacht naar Tash Neal’s dobro. De backing vocalisten geven meten een aardige gospeltune aan het nummer. In de ballade ‘Corner Of Heartache And Pain’ zijn het de strakke baslijnen van Will Lee en de opwindende orgeltonen van Paul Shaffer die de song dragen. ‘Can’t Ever Let You Go’ is het onvermijdelijke postuum duet met haar vader Rufus. Het nummer is origineel van haar vader die het voor het eerst registreerde voor Stax Records in 1962. Hier werden de analoge tapes gebruikt die Rufu’s inblikte in 1990 in de Sun recording Studios. De aanvulling van een blazerssectie is meer dan een toegevoegde waarde voor de track. Het opwindende ‘When My Baby Gets Home’ is alweer ingekleurd door Vaneese vocale spreidingen en hemelse orgelarrangementen. In ‘Love’em And Leave’em Behind’ wordt het pas echt funky. De zwoele ritmes laten zich hier ook verleiden door enig mooi saxwerk van Bill Harris. ‘Lonely Me’ kenmerkt zich dan weer door knappe stemfraseringen en soepele muzikale fraseringen. De enige cover is ’The Old Man Is Down The Road’ van John Fogerty. Het verschil met het origineel is wel heel miniem. We preferen dan ook de spirituele afsluiter ‘Blue Ridge Blues’. Vaneese laat zich enkele begeleiden door Rob Mathes gitaren. Het is niet steeds een voordeel om de dochter te zijn van een groot blues en soulartiest. Maar Vaneese heeft gestaagd en hard gewerkt aan haar persoonlijke carrière. Het album ‘Blues For My Father’ is een absolute aanrader! Philip Verhaege (5) It is not always an advantage to be a daughter of a great artist. But Vaneese has steadily built her own musical career. With a nice mix of soul, R&B and blues ’Blues For My Father’ is a great album. Segue Records I SRVT2014 I Segue Records I Vaneese Thomas
Via het platenlabel Troopers For Sound, dat ook verantwoordelijk is voor de releases van Joff Winks Band (ook Sanguine Hum zanger-gitarist) en Antique Seeking Nuns (wat uiteindelijk Sanguine Hum werd), krijgen we hier een mooie cd en dvd van deze vrij jonge progressieve rockband. Van deze uitgave zijn maar duizend exemplaren gemaakt en op is op. Want men heeft geen intentie om extra exemplaren aan te maken. Keys and Chords heeft het nummer 932 ontvangen en hopelijk waren alle voorgaande nummers géén recensie-exemplaren. De muziek op de cd en dvd zijn identiek aan elkaar. Sanguine Hum kennen we nog van langspelers als ‘Play The Nuns - Live’ (2009, en alleen verkrijgbaar via digitale download), ‘Diving Bell’ (2012) en ‘The Weight Of The World’ (2013). De opbrengst van deze nieuwe release zal volledig aangewend worden om hun nieuw album ‘Now We Have Light’ te financieren. Sanguine Hum heeft als uitvalsbasis de mooie Engelse stad Oxford en werd in 2009 opgericht. Joff Winks (zang, gitaar), Matt Baber (keys), Paul Mallyon (drums), Andrew Booker (percussie) en Brad Waissman vormen de line-up. Twaalf sterke progressieve nummers behuizen deze cd, dit zijn gewoonweg de live nummers van het concert in Rosfest. Er wordt vrij vaak met de synthesiser gespeeld en dat zorgt voor wel knappe effecten op bv. ‘The Trail’ (uit hun ‘Diving Bell’-langspeler) maar ook andere nummers waarbij de synthesiser niet echt een grote rol speelt zijn bv. het prachtige ‘Nothin’ Between us’ uit datzelfde album en het sterk overtuigende ‘Son Of Cheese’. Nog meer sterke songs overweldigen ons als ‘Double Egg’ en het nummer waarmee de cd wordt afgesloten ‘Coast Of Nebraska’ kan ons ook zeker bekoren. De beelden op de dvd werden op dit concert te Rosfest (Gettysburg, PA) opgenomen maar zijn niet echt van schitterende kwaliteit. Dit had beter gekund, mijns inziens. De beelden zijn voor de echte muziekfan maar van relatief belang, het is de muziek die hier primeert en dat wordt duidelijk gemaakt op iedere song. We krijgen ook een audio interview met leden van de band de dag na het concert vergezeld van een fotogallerij. Alfons Maes (4) In de jaren negentig was Rob Williams al frontman van Joe Buck Jr, een alt-rockband. Het trio uit Virginia werd in de late jaren negentig ontbonden en kwam terug samen in 2007. Twee jaar geleden koos Williams voor het solopad en recent trok hij naar de plaatselijke Sound of Music studio in Richmond. Williams en kompanen zetten er al countryrockend meteen flink de vaart in met ‘Whiskey in the Morning’. Daarna wordt wat gas terug genomen maar de gitaartjes blijven even aanstekelijk haken in ‘Nothing Good’. Ook het knappe samenspel van akoestische gitaar en elektrisch versterkte twang in ‘Strange Way’ van Al Weatherhead en Leslie Williams, Robs zuster troont je meteen mee. “I’ll be your sad song” zingt Rob in het wonderlijke refrein van ‘When You’re Better’ een ballade waarin het onvermogen om een relatie in stand te houden met een verslaafde die in een diep dal vastzit. De huilende pedalsteel maar vooral de sirenenzang van Sarah Brawley laat ons niet meer los eveneens als ‘What You Gave’, die andere pianoballade even verderop of het op galmende gitaren meanderende ‘Just Like You’. En bij uitbreiding eigenlijk zowat alle songs van dit bijzonder fraaie met fijne country- en gitaarrock gevulde solodebuut. Een plaatsje onder de zon en zijn cd in uw lader, dat verdient Williams, ongetwijfeld zullen fans van Uncle Tupelo, Rhett Miller (Old 97’s), Dawes of het vroege werk van Wilco dat volmondig beamen. Cis Van Looy (4) Eigen Beheer I CD Baby l Rob Williams
De Britse multi-instrumentalist Paul Hardcastle ken ik al van in 1985 toen hij een monsterhit scoorde met ‘19’. Hij hekelde erin de Vietnamoorlog en de leeftijd van de Amerikaanse GI’s. De jaren daarna werkte hij soundtracks voor televisie en remixen, en later nam hij verschillende jazz synthesizeralbums op. Sedert 1992 brengt hij smooth jazz albums uit onder zijn eigen naam en onder de pseudoniemen The Jazzmasters en Kiss The Sky. Ook volgden er 2 loungecd’s. In 2008 won hij de Billboard Smooth Jazz Artist Of The Year Award. Al jaren probeer ik zijn albums te pakken te krijgen, en nu is het me eindelijk gelukt. Zijn alweer zevende deel in The Jazzmasters reeks is een ontspannen, romantisch project van elektronische smooth jazz. Deze keer voegde hij echter op aanvraag minder zangpartijen toe. Paul componeerde, mixte en produceerde alles zelf. Met de single ‘Unlimited Love’ vangt hij aan, een duidelijk signaal naar wijlen Barry White, die één van Paul’s grootste invloeden was. Labelcollega Cindy Bradley voegt gedempte trompet toe, en het is alsof The Love Unlimited Orchestra terug is! ‘Soft Rain’ en ‘Pulse of the Universe’ zijn 2 tracks die afkomstig zijn van het ‘Chill Lounge2’ album, en hier herwerkt werden met bijkomende sax en andere ritmes. ‘Rhythm of Life’ komt voor als ontspannen mid-tempo song, en op het einde in een chill versie. ‘Unlimited Love’ komt ook nog eens terug in een ‘The Strings pt 2’. ‘Starlight Express’ en ‘Come On’ zijn ritmischer en gaan meer de R&B richting uit. Zijn dochter Maxine en zoon Paul Jr. voegden respectievelijk zang en sax toe. Een sexy project, in een “urban” kader, dat mij compleet bevalt! Patrick Van de Wiele (4) A sexy project in an urban setting, that I like very much! Smooth jazz the electronic way! Trippin N Rhythm Records I TNR 72 I Paul Hardcastle
De naam Eddie Seville ontdekten we zo’n vijf jaar terug bij ‘La Colliboraziona Del Due’, een samenwerkingsproject met die andere onvolprezen songsmid uit Connecticut , Steve Mednick. Seville is bij zowat alles uit het oeuvre van Mednick betrokken als gitarist en producer. Seville is ook de creatieve kracht bij The Vibro Kings en Steel Rodeo. Verder duikt de man op achter de drumkit bij The Bandeleros de begeleidingsband van Frank Carillo. Die is overigens, evenals Augie Meyers, van de partij als gastmuzikant, op het soloproject ‘Ragged Hearts’, de opvolger van ’The King’s Highway’. Weerom elf zelfgecomponeerde songs in een voortreffelijk Americana idioom. Het door mandolineaangedreven ‘A Crooked Mile’ zou niet in het repertoire van John Mellencamp misstaan.De pianoballade ‘The Queen Of Kerosene’ voert je meteen mee naar het heartland van America, het rauwe stemtimbre van Seville, en pedalsteel volstaan. Dat instrument vervult ook een eerste plansrol in ‘Dougie’s Blues’. “I got a girl in Memphis, I got one in San Antone and I got a truckload of love that I give to the girl at home “ dat is de openingszin van ‘I’m Pacing Myself’ een vinnige countryrocker met het orgeltje van Augie Meyers op de achtergrond. De wat expliciete, niet echt fijnbesnaarde titel, ‘Horseshit’ laat het niet meteen vermoeden maar het is een bijzonder fraaie mleeslepende ballade. ‘The Last Train’ en vooral ‘Save My Soul’ is schitterende westernstuff. De met sfeervolle mariachi trompetjes gelardeerde pianoballade‘The Hardest Thing To do’ vormt een prima afsluiter van een fijn werkstuk. Cis Van Looy (3½) Jeremy William Baum is een Hammond B3 en pianovirtuoos uit New Windsor, New York. Hij werd weliswaar geboren niet zo heel ver van de legendarische plaats Woodstock in 1971 en groeide op tussen de platencollectie van zijn ouders. The Beatles en Sly and The Family Stone waren net zoals heel wat Jazz en R&B artiesten schering en inslag in Jeremy’s ouderlijk huis. Hij studeerde met brio jazz aan de State University of New York in New Paltz. Daar musiceerde Jeremy in Murali Coryell’s band. Tussen 2005 en 2011 was hij vaste begeleider bij Shemekia Copeland. Na zijn zelfgeproduceerde debuutplaat ‘Lost River Jams’ uit 2002, dat in de vakpers onder bijzonder knappe superlatieven werd bedolven, is ‘The Eel’ zijn tweede soloalbum. Tussen 6 en 12 februari 2013 dook Jeremy met enkele stellaire gastmusici de Fat Rabbit Studios in. Het geheel is 10 tracks lang en werd onder vakkundige begeleiding van Dave Gross ingeblikt. Het album steekt vol nieuwe instrumentale funky composities die bol staan van Hammond B3 orgel en piano gedreven arrangementen. De openingstrack klonk ons alvast niet geheel onbekend in de oren. Het is Becks cover ‘The New Pollution’ dat in een instrumentaal jasje werd gestopt. Gitarist Chris Vitarello en Jay Collins op tenor sax zijn naast Jeremy’s toetsen belangrijke schakels. De song ‘Funky Monkey’ heeft alvast zijn titel niet gestolen. Het klinkt bijzonder fris en met zijn funky schikkingen wordt het plots wel heel moeilijk stil zitten. ‘Three More Bottles’ heeft een New Orleans touch, en is het enige gezongen stuk op de release. Chris O’ Leary ‘himself’ neemt de vocale en harmonica honneurs waar. Naast Jeremy’s gezellige pianotunes zijn alweer de gitaarriffs van Vitarello en Matt Raymond’s akoestische bassnaren belangrijke verbindingsstukken. De opwindende jazzy structuur van de song ‘Charlie Baum’ is slecht een voorloper voor het moderne en popgetinte ‘Dance With Me’. Dennis Greunling doet, naast Vitarello’s gitaarriffs, een aardig duit in het zakje met zijn bleusy mondharp. De track ‘Borrachio’ heeft dan weer die funky arrangementen. De inhoud van het nummer wordt verder opgesmukt door een trio van blazers en de sterke percussie van Eddie Tores. In het gemoedelijke ‘Pacific Drive’ doet Jeremy dienst op Myles Mancuso (elektrische gitaar) en Juma Sultan met zijn opmerkelijke congas. Van James Brown ontleent Jeremy de klassieker ‘Ain’t It Funky Now’. Vitarello snaren (linker luidspreker) krijgen knappe versterkingen van gitarist Scott Sharrard in de rechter luidspreker. Van Prince’ wereldit ‘Purple Rain’ hebben wij al meerder covers genoten. Toch geeft Jeremy een speciale touch aan deze klassieker. Vitarello’s uitmuntende gitaarsolo hitst Jeremy’s piano en Hammond volledig op. De afsluitende titeltrack ‘The Eel’ kan moeilijk in een categorie worden ondergebracht. Het klinkt geweldig hoogdravend en geeft bijwijlen de indruk recht uit een rockopera te ontkiemd. Philip Verhaege (4) Very little instrumental albums captivates from the beginning to the end. Jeremy Baum is a crack on Hammond B3 organ and piano. He is a virtuoso that has accomplished a great sound. Flying Yak Records I Zonder Nummer I VizzTone Label Group I Jeremy Baum
Erg veel weten we niet van deze man. Wellicht is dat een bewuste keuze om wat mysterie te creëren rond deze in London residerende muzikant en songwriter. Een tijdje terug werd ‘Songs From No One In Particular’ in eigen beheer uitgebracht. Het is niet meteen een toegankelijk werkstuk geworden en tien songs die al enkele jaren geleden tot stand kwamen, worden aangevuld met ‘Rhythm Of The System’ dat van meer recente datum is passeren een dik half uurtje passeren is ook niet echt gebruikelijk; en ook op deze heruitgave editie van Visionprijkt geen bijkomende informatie noch songteksten. Soberheid troef bij Jeff Bell; dit werkstuk klokt af op een schamele, 32 minuten maar die zijn wel besteed. De openingssong, een onstuimige rauwe punkrocker ‘Got No One’ raast in nauwelijks vierendertig seconden voorbij en zet de luisteraar even op het verkeerde been. De overige songs snijden dieper ‘Only Words’ wordt op repetitieve piano klanken en verzengde slidegitaar gedebiteerd. ‘Fools Gold’ passeert op melodieus, oersimpele gitaar en eenvoudig toetsenwerk. ‘Ann & Mustafa’ met wat samenzweerderig fluisterend geneuzel, zoals we dat van JJ Cale kennen, evolueert van een gezapig kazzoodeuntje met rauw pregnant gitaarwerk naar een spannende ontknoping. ‘Hour Of Need’ is dan weer een gevoelige pianoballade en ook in het samen met Era Mikkola gecomponeerde ‘I Know’ stelt een lijzig zingende Bell stelt, ondersteund door een fraaie national steelgitaar zich kwetsbaar op evenals in ‘Dreams’ en de mooie, breekbare afsluiter Dit soloproject in de ware zin van het woord, Bell componeerde alle song en nam ze helemaal in zijn eentje op, toont zijn intrinsieke klasse als songwriter en uitvoerder. Cis Van Looy (3½) Ook met de naam van deze band zal er bij velen een vraagteken rijzen. Meteen gaan we voor de muziek van deze rockband terug naar begin 1970. De bandleden van deze outfit waren oorspronkelijk de backing band van Malcolm Morley (die net uit Sam Apple Pie was gestapt) maar al snel werd duidelijk dat men beter met een andere en nieuwe naam Help Yourself beter contacten kon leggen met platenlabels enz. Daarom werd in London de naam Help Yourself als bandnaam geaccepteerd. Deze bestond toen uit Malcom Morley (keys, vocals), Richard Treece (gitaar, vocals), Ken Whaley (bass) en Dave Charles (drums). Maar voor de opname van hun album ‘Beware The Shadow’ zaten ook Paul Burton (gitaar) en Jonathan ‘JoJo’ Glemser (gitaar) als extra muzikanten in de studio. Nog andere muzikanten die ooit deel van deze band uitmaakten waren: Ernie Graham (gitaar), Kevin Spacey (nee, niet de acteur maar een drummer), Sean Tyla (gitaar). Dankzij de inspanningen van Esoteric Recordings krijgen we nu een mooi overzicht van wat Help Yourself gemaakt heeft. Het eerste schijfje bevat werk van hun albums ‘Help Yourself’, ‘Strange Affair’ en ‘Beware The Shadow’. Eerst en vooral wil ik hier aan toevoegen dat we hun muziek niet moeten zoeken in de richting van wat de rockmarkt beginjaren zeventig te bieden af. Ik vraag me dan ook af of de heren misschien wel een boontje hadden voor de toen net opgerichte superband Crosby, Stills & Nash’ want met ‘Old Man’ zou je zweren een nummer van CS&N te horen. Nog meer nummers die kennelijk veel invloeden van CS&N bevatten is ‘Brown Lady’ en vooral het extra lange doch knappe ‘The All Electric Fur Trapper’. Deze nummers vind je terug op hun ‘Strange Affair’. Dus niet meteen de rockmuziek die we enkele jaren later zullen ontdekken in de vorm van Ellis en andere gelijkaardige bands. ‘Alabama lady’ is dan weer een iets meer uptempo nummer, waarbij we de ietwat eentonigheid op sommige vorige nummers even kunnen vergeten. Het grote waagstuk van Help Yourself is het meer dan twaalf minuten durende epos ‘Reaffirmation’. Hier horen we voor de eerste keer wat Help Yourself ons écht te bieden heeft. Knap nummer waarin de muzikanten zich kennelijk kunnen uitleven. Na deze trip gaan we weer even achteruit in onze zetel liggen en laten we de prachtige klanken van ‘Passing Through’ over ons heenkomen. Op het tweede schijfje krijgen we nog enkele nummers uit hun ‘Beware The Shadow’. Met het leuk klinkende gitaartje, dat mij meteen deed terugdenken aan de Beatles’ ‘Here Comes The Sun’, gaan we met ‘She’s My Girl’ een sterkere richting uit. Met ‘Johnny B. Goode’ krijgen we wel een heel vreemde versie van de Berry klassieker. De slidegitaar treedt hier op de voorgrond. Dit nummer kwam ooit als b-kant van de single ‘Mommy Won’t Be Home For Christmas’ in de platenrekken terecht. Uit hun ‘Return Of Ken Whaley’ krijgen we het niet echt overtuigende ‘Candy Kane’, en het op een leuk deuntje gebaseerde ‘Who Killed Paradise?’. ‘It Has To Be’ begint nogal mysterieus maar na de intro wordt duidelijk dat het geheel toch een geslaagde combinatie was en weer duiken die knappe invloeden CS&N op. Dit nummer is hun tweede lange nummer en het klokt af op 12 minuten en 21 seconden. ‘Virginia’ deed me bij de eerste noten even aan Neil Young denken qua songstructuur. Maar al snel wordt duidelijk dat het niet om de Canadese singer-songwriter gaat. Ook hier weer, en zeker vooral in de close harmony zang, wordt weer een lijn naar CS&N getrokken. Het laatste nummer is meteen een live uitvoering van hun ‘Eddie Waring’ en bedraagt een goede veertien minuten. De wah-wah pedaal zet het nummer sterk in en live stonden ook Deke Leonard en B.J. Cole mee op het podium. Niet meteen een nummer waar je echt lang naar kunt zitten luisteren maar misschien heb jij daar een ander gevoel over. Neen, we hebben beter gehoord van deze Help Yourself. Samengevat: Help Yourself was weer een van die bands die geen vaste voet kreeg op het continent. Ze hadden succes in hun eigen land maar net zoals bij vele andere voorbeelden begon dit ergens in 1973 al te vervagen en er zat maar een ding op: de band splitte. Malcom Morley en Ken Whaley zullen kort daarop terug te vinden zijn bij het Britse Man voor de opnames van hun ‘Winos, Rhinos and Lunatics’. Help Yourself wordt nog steeds beschouwd als een van de meest miskende bands van hun tijd. Op deze compilatie krijgen we de meest essentiële songs uit al hun albums die destijds door MGM werden uitgebracht. Alfons Maes (3½) Esoteric Recordings I ECLEC 22459 I Cherry Red Records
In 1969 had de Amerikaanse zangeres Freda Payne een monstersucces met het soulnummer ‘Band of Gold’. Ze was het jaar daarvoor naar New York gekomen om roem en fortuin te vergaren, en liep Brian Holland van Holland-Dozier-Holland tegen het lijf, die toen net Motown verlaten had. Ze hadden net hun eigen firma, Invictus, opgezet en Freda tekende bij hen. Nu, zoveel jaar later, is de cirkel rond, want de zeventigjarige Freda is teruggekomen naar haar thuisstad Detroit. In het begin van de jaren zestig hoorde en zong Freda daar jazz en popklassiekers, en die heeft ze nu op cd gezet. Het is dus voor haar een terugkeer naar de bigband en strijkers. De cd werd gearrangeerd, gedirigeerd en gecoproduceerd door de Grammy Award winnende Bill Cunliffe. Er staan 14 tracks op, waarvan er zes geschreven zijn door Gretchen C. Valade, de stichter van Mack Records. De cover ‘You'd Be So Nice to Come Home To’ start de schijf, waarna de Kenny Rankin wals ‘Haven’t We Met’ eraan komt. De titeltrack is een nieuwe song, dus van de hand van Gretchen Valade & Tom Robinson, evenals ‘You Don’t Know’ en ‘I Should Have Told Him’. ‘Guess I’ll Hang My Tears Out To Dry’ is een klassieker, evenals het bluesachtige ‘I’d Rather Drink Muddy Water’, bekend van Lou Rawls. ‘I Just Have To Know’ gaat wat meer de soulrichting uit, terwijl ‘The Island’ één van haar persoonlijke favorieten is. Dit rijkelijk van arrangementen voorziene album is voor Freda een terugkeer naar haar roots. Ze is echter geen Ella Fitzgerald, maar het valt best mee. Patrick Van de Wiele (4) Het moet nu zowat 37 jaar geleden zijn dat de King het tijdelijke voor het eeuwige inruilde. Maar blijkbaar is de herinnering aan Presley nog zo groot en levendig dat men blijft ouder werk van hem – enigszins hier en daar aangepast of met extra nummers - uitgeven. Denis Sanders filmde toen het ganse gebeuren van wat er zich allemaal op deze release afspeelt en bood de fans een eerste kijk op een nieuwe, eigentijdse Elvis Presley die in 1970 op zijn vocale hoogtepunt zat. Sony Legacy brengt deze nieuwe dubbelaar uit op 4 augustus 2014 en beschrijft het gemeengoed als zijnde het meest ambitieuze restauratie pakket ooit gemaakt. Het werd een pakket van maar liefst acht cd’s en twee dvd’s maar wij hebben het moeten stellen met twee cd’s zonder beeld. De tweede cd wijkt af van die uit het grote pakket. Ditmaal gaat het om zijn langspeler ‘That’s The Way It It’ (RCA) die in 1970 werd opgenomen in Las Vegas toen Elvis op zijn best was. Dat is natuurlijk niet de mening van iedere fan maar het was wel zo. Dus wat zijn de extra’s hier? Eerst en vooral werd het originele vinylalbum weer op de cd gebrand en we krijgen er nog enkele singles en outtakes bovenop. Dit zijn de vier single versies van ‘I’ve Lost You’, ‘The Next Step Is Love’, ‘You Don’t Have To Say You Love Me’ en ‘Patch It Up’. Van drie nummers werd de eerste opname gebruikt maar alleen ‘You Don’t Have To Say You Love Me’ vond men het verstandiger om take 2 hier als extra aan te bieden. Toch nog even meegeven dat op de originele plaat toch enkele meezingers van formaat staan en die willen we je niet onthouden. Iedereen kan ongetwijfeld nog meezingen op ‘I Just Can’t Help Believin’’ en het nummer waarmee de Britse zangeres Dusty Springfield zoveel roem behaalde, ‘You Don’t Have To Say You Love Me’ zijn nog steeds onvergetelijke muzikale hoogtepunten. Maar het waren de Righteous Brothers die het Elvis voordeden en dan nog op een meer overtuigende manier en dan heb ik het natuurlijk over ‘You’ve Lost That Lovin’ Feeling’. Net als ‘I Just Can’t Help Believin’’ werd ook deze wereldhit geschreven door Cynthia Weil en Barry Mann en Phil Spector gaf er zijn persoonlijke toets aan. Elvis coverde niet alleen nummers van Amerikanen, hij zag ook brood in het Britse duo Howard Blaikley / Ken Howard die voor successen zorgen voor onder meer Dave Dee, Dozy, Beaky, Mick & Tich, The Honeycombs maar ook Petula Clark enz. zagen hun bankrekening de hoogte ingaan met songs van dit duo. Elvis nam het emotioneel geladen ‘I’ve Lost You’ voor zijn rekening. Of iedereen, en zeker de fans van Paul Simon, de versie van Elvis’ ‘Bridge Over Troubled Water’ een leuke versie vonden daar laat ik me niet over uit. Het tweede schijfje in deze toch vrij aardige heruitgave presenteert ons voor de eerste keer het complete concert van zijn ‘Summer Season’ uit 1970. En als supplement hier krijgen we 13 extra tracks. We horen enkele leuke repetities, maar ook nog zelden te vinden opnames die nu voor het eerst op cd worden aangeboden. Op 12 augustus 1970 stond Elvis op de planken voor een dinner show in het International Hotel in Las Vegas en het resultaat loog er niet om. We horen een overtuigende Elvis met een uitstekende backingband. Enkele nummers die hij in deze onvergetelijke show ten beste gaf zijn o.m. ‘Hound Dog’, dat een wel vreemde aanloop kent. ‘Heartbreak Hotel’ mocht natuurlijk niet ontbreken en de song van zijn eerste film ‘Love Me Tender’ stond ook op de setlist. Elvis was ook een prater op de bühne en sommige van zijn bindteksten zijn weer geweldig om te beluisteren. Nog meer leuke songs die ons nog steeds weten te charmeren zijn ongetwijfeld ook nummers waar jij ook goede herinneringen aan over gehouden hebt. ‘I’ve Lost You’, het toen voor hem nieuwe nummer ‘Twenty Days and Twenty Nights’, het van Tony Joe White geleende ‘Polk Salad Annie’, ‘Suspecious Minds’ maar ook enkele songs van ‘That’s The Way It is’, nl. ‘Patch It Up’, ‘You’ve Lost That Lovin’ Feeling’, ‘Bridge Over Troubled Water’… Deze live-versie van de Simon and Garfunkel klassieker werd een beetje te veel geforceerd maar dat wordt enigszins goed gemaakt door de sterke backingband. Inderdaad, dit was een Elvis op zijn hoogtepunt en hopelijk kunnen/mogen we ons hem zo blijven herinneren. De marketing en promotie machine draait weer op volle toeren want nu al is deze release een behoorlijk hebbeding geworden, zelfs indien je, net als wij, maar over de twee cd-versie beschikt. Weer een zeer leuke herinnering aan de King die toch een serieuze muzikale erfenis achterliet. Another great walk on Memory Lane… Alfons Maes (4) |
Archives
April 2024
|