CD & vinyl REVIEW BLOG |
Vodz is een mij onbekende band uit Borgloon (Limburg), die startte als een coverband. In 2013 kwam hun debuut EP ‘The Road’ uit, en nu is het eerste “full album” een feit. Die schijf zou opgenomen zijn in een oude konijnenkwekerij in Vlaanderen. Opener ‘Hand of God’ is gitaargedreven rock, waarna ‘Blackness’ sterk doet denken aan Joy Division. De titeltrack bevat ook weer gitaarriffs, maar ‘Remember’ is nog zwaarder. Iets verderop staan ‘Sinnerman’ en ‘Ain’t No Grave’ en beiden zijn covers, respectievelijk van Nina Simone en Johnny Cash. De overige nummers klinken al even dreigend, dat kan dus van gans dit album gezegd worden. Patrick Van de Wiele (3½) Consouling Agency I CAGE0009 I Vodz
0 Opmerkingen
Voor hun 5de cd combineerde het duo Terra Guitarra de vurige passie van “neuvo flamenco” gitaar met wereldmuziek texturen om de passie te doen oplaaien. Het duo bestaat uit Bruce Hecksel en Julie Patchouli, beiden levenslange muziekstudenten en multi-instrumentalisten. Bruce zijn post graduaat studie van theologie en symboliek, klassieke piano, gitaar en compositie gekoppeld aan Julie’s studies in etnobotanie, omgeving en haar instrumentaal bereik dat varieert van trombone, staande bas, gitaar, marimba en percussie, laten hen toe om de muzikale wereldstijlen vloeiend en met spirituele ondertoon te exploreren, en te synthetiseren. Beiden studeerden uitgebreid aan de Old Town School of Folk Music in Chicago en hebben samen al meer dan 2.500 keer opgetreden. In de voorbije veertien jaar brachten ze samen maar liefst 16 cd’s op de markt. Dit project, dat “neuvo flamenco” combineert met wereldmuziek, begint met de zonsopgang en eindigt met de zonsondergang. Daartussen ligt het eeuwige labyrint, waar we ernaar streven om ons hartcentrum te vinden. De tracks hier vertegenwoordigen een spiritueel en fysisch helende reis van persoonlijke exploratie en ontdekking. Opener ‘Maya’ staat dus voor de zonsopgang, terwijl ‘October’ één van de seizoenen vertegenwoordigt. De titeltrack is een exotische melodie, terwijl de inspiratie voor ‘Sunshower’ komt van een fikse regenbui, waarna de zon tevoorschijn kwam, gevolgd door weer een regenbui en een regenboog. Daarna covert het duo de traditionele track ‘Malaguena’, terwijl ‘North Country’ uiteraard door een plek geïnspireerd werd. En ‘Summerdance’ staat weer voor een seizoen, relaxend met een cocktail onder een boom. ‘Sierra’ komt voort uit een bepaalde plek, en afsluiter ‘Coucher du Soleil’ staat voor de zonsondergang. Een sprankelende instrumentale reis van de akoestische gitaar samen met wereldmuziek. Patrick Van de Wiele (4) A sparkling instrumental journey of the acoustic guitar together with world Music. Ik vertelde u al dat de Engels/Australische band Sky werd opgericht in 1979 met de wereldbekende Australische klassieke gitarist John Williams, bassist Herbie Flowers, percussionist Tristan Fry, keyboardspeler Francis Monkman (voorheen bij Curved Air), en de Australische sessiegitarist Kevin Peek (die vroeger al bij Cliff Richard, Manfred Mann, enz. had gespeeld). Hun sound was een mengeling van klassiek en rock, maar op een inspirerende manier. Nadat hun debuutalbum (zie vorige recensie) platina behaald had, kwam er in april 1980 een dubbelelpee ‘Sky?’. Die bouwde verder op het succes van de voorganger, met de klassieke tracks ‘Hotta’, ‘Sahara’, het epische ‘Fifo’ (dat staat voor ‘First In, First Out’, in 4 onderverdelingen, dat destijds een ganse plaatkant besloeg), ‘Vivaldi’ (een bewerking van een nummer van Curved Air) en de hitsingle ‘Toccata’. Met deze laatste single haalden ze zelfs ‘Top of the Pops’. Het werd dan ook commercieel meest succesvolle album. De bijbehorende dvd bevat 15 tracks, met een zevental opgenomen voor het BBC Tv-programma ‘Rhythm on Two – Sky 1’, en een zevental opgenomen voor het BBC Tv-programma ‘Rhythm on Two – Sky 2’ in de Hammersmith Odeon. Daar werd dan de voormelde videoclip van ‘Toccata’ tijdens ‘Top of the Pops’ aan toegevoegd. Deze heruitgegeven en geremasterde editie komt er met een cd-boekje met originele kunst en een nieuw essay. Spijtig genoeg viel de band in 1995 uiteen. Toch waren ze een alternatief voor de punk en de New Wave. En hun muziek heeft de tand des tijds doorstaan. Patrick Van de Wiele (4) This second album built on the success of the first. Sky was an antidote for the punk and New Wave. Esoteric Recordings I ECLEC 22471 I Cherry Red Records
De Engels/Australische band Sky werd opgericht in 1979 met de wereldbekende Australische klassieke gitarist John Williams, bassist Herbie Flowers, percussionist Tristan Fry, keyboardspeler Francis Monkman (voorheen bij Curved Air), en de Australische sessiegitarist Kevin Peek (die vroeger al bij Cliff Richard, Manfred Mann, enz. had gespeeld). Hun sound was een mengeling van klassiek en rock, maar op een inspirerende manier. Tijdens de eerste maanden van 1979 namen ze hun debuutalbum op in de fameuze Abbey Road studio’s. Dit album is nu opnieuw uitgebracht en geremastered als eerste in een reeks van heruitgaven van de volledige catalogus van deze legendarische rockband. De cd komt er met 3 bonustracks, en een bijbehorende dvd, waarop heel wat extra’s staan. Maar eerst de muziek, die start met ‘Westway’, waarna het rustige ‘Carillon’ eraan komt. Daarna volgt ‘Danza’, gevolgd door een cover van ‘Gymnopedie N° 1’ van Eric Satie. ‘Cannonball’ is ooit nog en single geweest, waarna het meer dan 19 minuten durende ‘Where Opposites Meet’ met een echte suite afsluit. Dit debuut haalde de Britse top tien, en ging zelfs verder door de platina status te behalen. Dit was grotendeels te wijten aan de aanwezigheid van Williams, alhoewel zijn klassieke fans die niet konden pruimen. Bij de bonustracks vind je ‘Dies Irae’, ‘March to the Scaffold’ (de A-kant van een single opgenomen in augustus 1980), en ‘Where Opposites Meet (Parts 1-5), een live opgenomen nummer en voorheen onuitgebracht. De bijbehorende dvd bevat een interview met John Williams, Tristan Fry & Herbie Flowers; de live uitvoering van ‘Danza’ op BBC Tv op 7/3/1979; de live uitvoering van ‘Cannonball’ op BBC Tv op 16/5/1979; een promotionele film over datzelfde nummer op BBC Tv op 22/5/1979; de live uitvoering van ‘Danza’ & ‘Carillon’ op BBC Tv op 26/5/1979; de live uitvoering van ‘Where Opposites Meet (Parts 4 & 5)’ tijdens het UNICEF concert in november 1979. Bovendien komt het cd-boekje er met originele kunst en een nieuw essay. Dit is een prachtig voorbeeld van hoe klassieke muziek kan verweven worden met rock. Patrick Van de Wiele (4) A marvelous example of how classical Music can be intertwined with rock. Esoteric Recordings I ECLEC 22470 I Cherry Red Records
Als kind hield de Amerikaanse Rose Kingsley er al van om te zingen en te dansen. Op haar veertiende danste ze al als een pro met het American Ballet Theatre, The Royal Ballet of London & The Metropolitan Opera. Tijdens haar tienerjaren figureerde ze ook in musicals zoals ‘Funny Girl’, ‘Fiddler on the Roof’, ‘Cabaret’, ‘Promises, Promises’ en ‘Carousel’. Maar la gauw werd ze aangetrokken tot opera en begon dat et studeren aan de American Academy of Dramatic Arts in New York City en aan The Julliard School of Music. In 1970 debuteerde ze en gedurende 15 jaar stond ze in haar thuisland in doorheen Europa op de planken met aria’s uit ‘Aida’, ‘Tosca’, ‘Electra’, ‘La Boheme’ en ‘Salome’. Ook trad ze samen op met o.a. Placido Domingo, Luciano Pavarotti, Bob Hope en Frank Sinatra. Na jaren haar stem met een bereik van vier octaven gebruikt te hebben, gooit ze het nu over een andere boeg, en bracht dit onafhankelijk jazzalbum als debuut uit. In een productie van Norman Miller en samen met Bob Corwin (Johnny Mercer’s schoonzoon) op piano, Danny Flahive op bas en Doug Dean op drums en percussie, brengt ze hierop songs uit het Great American Songbook. Ze zegt er het volgende over: “My goal was to find songs that really come from my soul and that affected me emotionally,” she says. “Some I had sung before, and some I had not. They’re tunes that touched me that I felt could have the same impact on an audience. When I started singing these ballads, I realized that they are my true forte. I always put my heart and passion into everything I sing, and I’m excited that I have now found my niche singing Great American Songbook and contemporary standards. The mixer on the album Leon Becken gave me a great piece of advice when I first went into the vocal booth. He said, ‘I don’t want you to sing, just talk to me. That put me at ease. It’s all about telling a story and singing from the heart.” Rose brengt covers van bekende nummers zoals ‘Over The Rainbow’, ‘Come In From The Rain’, ‘Send In The Clowns’, ‘Cry Me A River’, ‘One For My Baby’, ‘In The Wee Small Hours’, ‘Where Do You Start’ en ‘This Is My Life’ dat we kennen van Shirley Bassey. Patrick Van de Wiele (4) Classically trained Rose debuts with this independent jazz album full of covers from the Great American Songbook. Rainbo Records I 040232198465 I Tom Estey PR I Simply Rose
Deze man kwamen we eerder tegen in het trio van Almaz Yebio die hij ook in het Soul Quality Quartet ondersteunt. De Zweedse bassist opereerde in bossa nova, latin en andere wereldmuziekprojecten. Er was ook een samenwerking met het trio van de Afro Amerikaanse jazzpianiste Geri Allen. Samen met drummer Daniel Frederiksson, gitarist Magnus Lindeberg en pianiste Maggi Olin, sporadisch aangevuld met sax en trompet combo bewandelt dit combo de meer experimentele paden van jazzfusion. We vinden vooral instrumentale composities van Ingvarsson zoals het door een elektrisch versterkte Rhodespiano en vervormd snarenspel gedirigeerde ‘Afrotoo’ of het op een strakke ritmische structuur gebouwde ‘Take Cover’ en ‘Flesh ’n Bone’ met glansrol voor piano en blaaswerk op de achtergrond. De muzikale benadering en klankkleur herinnert bij momenten aan het Placebo project uit de jaren zeventig van de betreurde Marc Moulin. Eveneens bijzonder genietbaar is de gezongen ballade ‘In My Dreams’ ondersteund door een prachtige ‘grand’ piano. Willie Dixons ‘I Just Want To Make Love To You’ wordt in een jazzy versie gepresenteerd terwijl Becks ‘Loser’ als instrumental wordt opgevoerd. Die aanknopingspunten met meer vertrouwde muziekjes maken het geheel wat toegankelijker. Daarna eert Ingvarsson zijn eminente voorganger met een knappe interpretatie van ‘Blues For Cm’. De gezongen afsluiter ‘When Did You Leave Heaven’ van Walter Bullock voordien door Dylan geadopteerd wordt weerom meesterlijk onderbouwd met verfijnde baslijnen op de grote akoestische kast. Cis Van Looy (3½) Kopasetic I Hemifran I KOPACD044 I Mats Ingvarsson
De Calgary gebaseerde Canadese Kirby Sewell Band kwam voor het eerst in de spotlight op het gerenommeerde Calgary Lilac Festival in mei 2009. Sindsdien zijn ze niet meer weg te denken aan de Internationale muziekscène. Leadvocalist Kirby Sewell heeft zijn eerste muzikale passie opgedaan bij het plaatselijke kerkkoor en vind nu de ideale backing bij producer Neil Gunhold (gitaren), Jim Johnson (drums), Jae Cho (bas) en Morgan Turk op elektrische gitaar. De sound die de band predikt is een rijk mengsel van blues en Southern rock, en die is verweven met geweldige melodielijnen en hemelse arrangementen. En laat dit alles nog eens met een vette knipoog naar Don Henley en Glenn Frey van The Eagles zijn. De stemmingswisselingen zijn top en de muzikale variaties doen ons al snel heupwiggen. Het schijfje opent met de funky jungle ritmes van ‘The Devil In The Details‘. De twin gitaren nemen langzamerhand de bovenhand van het tromgeroffel en zijn een ideale begeleider voor Kirby’s ruwe stem. Al snel komt met ‘Simply Not Enough’ een eerste emotioneel beladen ballade aangedraafd. De warme en humoristisch opgevatte titeltrack is op zijn beurt dan weer een leuke bluesrocker. Net zoals het vette en losgeslagen ‘Carry Me Home’. De diepe groovende baslijnen vormen een harmonisch samenspel met de golvende funky gitaarloopjes in het pulserende ’Stop and Go’. Na dit boeiende luisterspel komt het ware boogie ritme van ‘€ 1,11’ uit onze woofer geknalt. Nadat Kirby zijn ziel aan de duivel heeft verkocht heeft hij voor ons een knappe ballade in petto met ‘A Better Reason’. Het strakke ‘Kiss You Tonight’ bezit dan weer die opwindende twin gitaar tunes. Kronkelend en injecterend gaat het gezwind verder met de bluesy rocker ‘Cryin’ All The Way’, om de song te beëindigen met een akoestische noot. En dat heeft ook het Delta geïnspireerde en finger picking gitaararrangement van ‘Till The River Starts To Overflow’. Meteen een waardig afsluiter van een al even boeiend luisterspel. En dit alles met dank aan Daniela Vazzoler van Goodtime Bookings, Belgium Philip Verhaege (4½) The album ‘Girl With a New Tattoo’ is a blast of a release. The numbers are very steeped blues, but vary time after time. Highly recommended! Smelly Cat Records I SCR 003 I Smelly Cat Records I Kirby Sewell Band
Deze man perfectioneerde gaandeweg zijn muzikale verrichtingen in New Jersey en Boston maar keerde terug naar zijn oorspronkelijke thuishaven San Diego. De vierde langspeler is een terugkeer naar Casslers muzikale roots en grotendeels met akoestische begeleiding opgebouwd en kwam onder hoede van Dan De La Isla in zijn studio in San Diego tot stand. De titelsong, en ‘Take My Hand’ huppelen achteloos voorbij en klinken me net iets te vrijblijvend. In wat ruimer georkestreerde tracks zoals ‘Cell Block Blues’ en het door een gezellig rammelende piano ondersteunde ‘Three Words’ wordt het tempo voorzichtig opgevoerd. ‘New Orleans’ heeft zelfs een grimmige ontknoping met bijtend elektrisch snarenwerk op een stevig rockende beat. Niettemin zijn het vooral de tedere akoestische nummers als ‘ 25 Cents’ en het folkachtige ‘ Whiskey Bent’ die bijblijven. Dat geldt evenzeer voor de ’Ease Your Sorrow’, we horen de fluisterstem van Cassler, grandioos geflankeerd door Sarah De La Isla, in een melodieus gearrangeerd popepos dat een fraai orgelpunt vormt. Cis Van Looy (3½) Carmen (en dat is blijkbaar ook een mannennaam) Rubino werd geboren en groeide op in Buffalo, New York. Al heel zijn leven is hij aangetrokken tot muziek, en op zijn zestiende begon hij zijn eerste composities te maken op piano. Als teenager werd hij aangetrokken tot progressieve rock, zoals Emerson Lake & Palmer, Yes, Genesis, The Moody Blues en Kansas. Maar de twee voornaamste muzikale invloeden in zijn leven zijn Jethro Tull en de band Renaissance. “Ian Anderson of Jethro Tull was a huge inspiration and gave me a real love for the sound of a flute. Ian has been inspirational in developing me as a song writer and composer.” zei hij. Terwijl hij nog op school zat, ging hij verschillende keren per week naar de universiteit van Buffalo om daar op de Steinway piano te oefenen. Daar kreeg hij te horen dat zijn muziek hen deed denken aan die van Renaissance. Na de school stelde Carmen de progressieve rockband EKTRA samen, maar Carmen bleef ook solo optreden. Ook bleef hij geïnspireerd door klassieke muziek. Nadat hij een zijuitstapje deed naar jazzrock & fusion, exploreert hij nu de wereld van New Age, waarbij Yanni en Secret Garden het invloedrijkst blijken. Dit is zijn debuut in dat genre, hij componeerde en speelde alles zelf, en het album opent met ‘Transcendence’. Je hoort hoofdzakelijk synthesizer, maar ook strijkers en hier komt de piano op de voorgrond, geruggensteund door synthesizer, en de track doet wat denken aan progressieve rock, maar zachter dan. ‘Tears of Joy’ is de kortste track, maar zweemzoet, zoals de elfenmuziek van Mike Rowland. Daarna is ‘Spirit Of Our Reflection’ nogal poëtisch, terwijl ‘Perfect Harmony’ eerder helend overkomt. En ‘Christmas Wish’ is zoals de titel zegt, een wens die met Kerst uitkomt. Daarna is ‘In Our Place’ weer traditionele New Age, terwijl ‘How I Love You’ meer naar klassiek overhelt. Ook ‘Father’ gaat die richting uit, waarna ‘Sweet Angel Return’ een engelachtige, hemelse sfeer bezit. ‘Sacred Vows’ gaat ook die richting op, waarna de titeltrack (meer dan 13 minuten lang) eigenlijk het ganse album opsomt. Een album vol met mooie melodieën, die de ziel raken. Patrick Van de Wiele (4) This is an album for the soul. Beautiful melodies that describe our voyage through creation. Riga Records I 8892110800878 I CD Baby I Carmen Rubino
Bassist Colin Hodgkinson ontmoette voor het eerst saxofonist en fluitist Ron Aspery toen ze beiden in Eric Delaney’s Showband speelden. Ze begonnen rond 1969 te praten over hun eigen band en twee jaar werd Back Door een feit, toen Tony Hicks op drum erbij kwam. Hodgkinson bespeelde zijn basgitaar echter als een leadinstrument, en hun unieke soort jazzrock werd een succes in de plaatselijke clubs. Maar platenfirma’s wilden hen niet, omdat ze geen zanger hadden. Aldus werd op een 4 track mixer zelf een album opgenomen, en uit de hand verkocht. Een exemplaar raakte op het hoofdkwartier van NME in Londen, waar ze een mooie kritiek kregen. Ze tekenden uiteindelijk bij Warner Brothers, terwijl ze Virgin Records afwezen. Dat was dus in 1973 en dat is meteen de eerste elpee die op deze dubbel-cd heruitgebracht werd. Alle tracks werden geschreven door Aspery & Hodgkinson. De muziek balanceert op de scheidingslijn tussen jazz, funk soul, blues en rock, en is dus moeilijk te definiëren. Ik hou het op jazzrock. Eén jaar later trokken ze naar New York City om daar de opvolger in te blikken en dat werd ‘8th Street Nites’. Dat album werd geproduceerd door de vroegere Cream producer Felix Pappalardi, en opnieuw zorgden Aspery & Hodgkinson voor de meeste tracks. Hodgkinson durfde het aan om sommige tracks in te zingen, omdat ze een zanger nodig hadden, en hij de minst slechtste van de drie was. Pappalardi speelde op enkele tracks mee, en daarna gingen ze mee op tournee in het voorprogramma van Emerson, Lake & Palmer. In 1975 werd het tijd voor de derde elpee en dat werd ‘Another Fine Mess’. Ondertussen had Dave MacRae (een vriend van Hicks) de band vervoegd op piano. Op dit album verschoof de sound iets, er werd meer gebruik gemaakt van effecten, en elektronische geluiden, maar het bleef jazzrock. In 1977 ging de band uiteen en was eigenlijk nooit echt doorgebroken. Voor deze heruitgave werden de elpees digitaal geremastered op 2 cd’s en in een “slipcase” gestoken. Het cd-boekje vermeld uitgebreide info. Patrick Van de Wiele (3½) Three albums by this obscure British jazz rock trio. They balance on the tip of jazz, soul, funk, blues and rock. Beat Goes On Records I BGOCD1170 I Proper Music Distribution
De nieuwste sensatie in de rockabilly/rock-’n-roll scene zijn zonder meer The Shooting Stars uit de UK. Deze brengers van Good Time Western ’n Rockin’ Music waren voor België op de recente Monstermash te Geel een primeur, en eentje die kon tellen. Nieuw zijn deze muzikanten geen van alle want ze hebben alle 5 reeds hun strepen verdiend, zo is er drummer Ricky Lee Brawn die tot 1993 bij de rockabilly band The Stargazers actief was en daarna de drums ging bespelen bij de fenomenale Big Six. Ook voor Steve Pulford en Helen Ingham zijn er geen geheimen meer. Verder zijn er nog Wayne Harrison en rockabilly gitarist Darren Lince. The Stargazers, The Spacecadets, The Johnson Family, Jack Rabit Slim, The Tenessee Rhythm Riders zijn namen waarvoor dit vijftal al aan zet waren. Officieel vormen ze The Shooting Stars sinds 2013 en hun muziek noemen ze western ’n rockin waarmee ze zowat alles dekken wat ze life komen te brengen. Een mix van country, swing en rockabilly zijn de ingrediënten die ze samen met een wervelende show op ons los laten. ‘Crazy’ is een woord dat zeker mag gebruikt worden wanneer je hen aan het werk zal zien want zonder twijfel gaan we nog horen van deze band. Een Full cd is er nog niet maar voorlopig moeten we het stellen met een EP’tje waarop 3 nummers te horen zijn. Opzwepende hip shakin’ rockabilly waarop Helen met haar 5-string mandoline duidelijk aanwezig is. ‘Watchtower Blues’ is geschreven door Ricky Lee Brawn en ‘Shoulda Moved To Memphis’ door Steve Pulford die de inspiratie voor dit nummer haalde bij zijn verblijf in Memphis. Het 3de nummers is een meer up-tempo versie van ‘Watchtower Blues’ en wil je meer horen moet je ze toch eens gaan bekijken wanneer ze ons landje terug zullen aandoen en iets zegt me dat dit niet te lang meer gaat duren…en maar hopen dat er een full cd zit aan te komen. Personnel:
Album tracks:
Freddy Vandervelpen (4) Rhythm Rock-it Records (UK) I EPRRS1 I Booking: Anders Janes
Als dochter van een theoloog verhuist Miriam Jones van Vancouver naar Alberta en verblijft enkele jaren in het exotische Papua in New Guinea. Op haar elfde keert ze samen met haar ouders, broer en twee zusjes terug naar Canada. De familie vindt een thuishaven in een bescheiden bergplaatsje in Brits Columbia. Tijdens haar tienerjaren wint Miriam een plaatselijk drumwedstrijd, met het prijzengeld schaft ze zich meteen een gitaar aan en trekt op tournee met een jazzcombo. Jaren later reist ze naar Nashville, de geboorteplaats van haar moeder, om er onder hoede van Charlie Peacock een langspeler op te nemen. Er huist weliswaar een typerende countrysnik in haar stemtimbre maar de muziek op ‘Being Here’ een mengsel van folkpop en soulvolle West Coast uit de jaren zeventig heeft weinig met van die mierzoete toestanden te maken. Tijdens de studiesessies complimenteert de onvolprezen JD Souther de jongedame met haar gitaarspel. Twee jaar later is er een opvolger. Fire-Lives’ komt in Oxford tot stand in de huiskamer waar ze met haar Britse echtgenoot leeft. In de Abbey Road Studios opgenomen herwerkte versies van ‘Words Away’ en ‘Routine Runaway’ trekken de aandacht van het Britse festivalpubliek. Een langdurige zoektocht naar een geschikte producer leidt naar Simon Edwards. De bassist die eerder samenwerkte met Fairground Attraction en Billy Bragg levert naast basakkoorden bijkomend toetsenwerk en een onmiskenbare creatieve input. In ‘Unknown’ tokkelt hij even op de mandoline, evenals de overige negen songs een persoonlijk relaas dat aan kracht wint door de expressieve zang. ‘Float’ is even een uptempo buitenbeentje, in de pianoballade ‘Given All’, het meeslepende ‘Warning’ en ‘All Over’ huist onveranderlijk een onderhuidse spanning die het verschil maakt. ‘Between Green & Gone’ is een intrigerend werkstukje dat uw aandacht verdient. Cis Van Looy (4) Maple Music I MJM 4CD I CD Baby I Hemifran I Miriam Jones
Zelfs naar Amerikaanse normen kan je Brant Croucher bezwaarlijk als honkvast beschouwen. Hij ziet het levenslicht in Houston en groeide op in Dallas woont naast Austin even in Wimberly en Nashville. Sinds ’99 leidt zijn rusteloze aard naar ruim dertig tijdelijke thuishavens. Ook Spanje, Noord Ierland en Peru prijken op dat lijstje van omzwervingen. De ervaringen van dat avontuurlijke leven dragen onmiskenbaar bij in het tot stand komen van de geïnspireerde verhalen. Op ‘Blanco Country Nights’ worden die verhalen verwerkt in een countryfolk getint muzikaal landschap. In de studio in Houston verzamelde producer en bassist Jack Saunders muzikanten als Sam Austin Rick (gitaar) en drummer Rick Richards. De openingssong ‘When You Come To Me’ wordt door de fiddle van Eleanor Whitmore aangestuurd en de titeltrack waarin Brant zich even aan de piano zet, zorgt de vrouwelijke helft van The Mastersons voor melodieus stijkerswerk, de achtergrondstem is die van Matt Harlan. Het desolate countrywalsje ‘Drink (Drink Drink)’met achtergrondzang van Saunders, huppelt verder op de dobro van Lloyd Maines. ‘Theodora’ is zo’n verhaal dat rustig langs de oevers van de Mississippi meandert terwijl de tijd vervliegt. In een voorzichtig rockend ’84 Boxes’ en het cajunachtige ‘Joie De Vivre’ wordt het tempo even opgevoerd. Niet onverdienstelijk, Brant Croucher blijft evenwel op zijn best in de prominent aanwezige, meer ingetogen passages zoals ‘Free Will’ en de wonderlijke afsluitende pianoballade ‘Greenville Avenue’ nog eens nadrukkelijk illustreren. Cis Van Looy (4) Eigen Beheer I CD Baby I Hemifran I Brant Croucher
Nauwelijks vijf zingt Almaz al in het kerkkoor. Na enkele jaren in Zambia verzeilt ze in Addis Abeba en begint daar met piano. Een militaire junta verjaagt Haile Selassie uit Ethiopië en de familie Yebio keert terug naar Zeden. Almaz begint aan een intense opleiding klassieke gitaar. Het zal tot haar twintigste duren vooraleer ze aan de academie van Malmö haar zangcapaciteiten ontdekt. Vanaf ’87 figureert ze in uiteenlopende muzikale projecten, variërend van Brazilliaanse samba, een a capella groep, een big band. Met Krister Jonsson en Mats Invarsson vormt ze een jazz trio. Met die gitaristen trekt ze de studio in, ondersteund door een ritmesectie en een saxofonist. Het repertoire op ‘Down To Earth’ is voor twee derde opgebouwd met songs van Paul Simon en Peter Gabriel die ze nog herinneringen koestert uit de Simon & Garfunkel en Genesis periode. Het is echter het solowerk van die popiconen dat hier aan bod komt. Van Simon leende ze naast het dromerige ‘Further To Fly, dat met verfijnde percussie en snarenwerk gelardeerd wordt. ‘Heart and Bones’ de titelsong van de uit ’83 daterende langspeler wordt in bluesy strucuren verwerkt. Het uit het meesterlijke ‘Still Crazy’ geselecteerde ‘Have a Good Time’ sluit in een funky uitvoering mooi aan bij Almaz eigen, jazzy werk zoals ‘Merry Go Round’ en ‘ Dancing’. Hetzelfde geldt voor de interpretatie van Peter Gabriels ‘Down To Earth’. Even verderop krijgen we Gabriels ‘Solsbury Hills’ voorgeschoteld. Het blijft een risico om zich aan zulke popklassieker te wagen maar de avontuurlijke, afwijkende versie van Yebio is hier geenszins misplaatst en de afsluiter ‘Washing Of The Water’ evenmin. Cis Van Looy (3½) Deliberate Music I CD Baby I Hemifran I Almaz Yebio
Het is koud buiten. Een perfect moment om het ook tussen de wanden van je hoofdtelefoon wat meer winters te maken. De ‘Cut EP’, een gelegenheidsproject van AES DANA en MIKTEK, twee artiesten op het Franse ambient-label Ultimae, is daarvoor ideaal materiaal. De heren trakteren ons op drie nummers, en met een gemiddelde lengte die tegen de zeven minuten ligt is kwantiteit alvast geen probleem. ‘Evenfall’ mag de ijstaart aansnijden, en doet dat meteen klaar en duidelijk: we krijgen soundscapes van korte dagen en lange nachten, kille winden, en trage, zonlicht onder de mat vegende melodieën. De krakende ritmedruppels hier en daar geven scherpe barstjes in de muziek aan die het nummer meer ruimte verlenen dan het geval zou zijn indien puur voor de dikke synths zou zijn gegaan. Een enkele keer, rond het punt van de drie minuten, wordt een soort kwaadheid opgeroepen, gevolgd door een minimum aan serene tristesse – een zwenking die bijzonder goed werkt. De meest directe associatie die je met het nummer kan maken zijn toch wel de ingehouden klanken van Trentemöller, ook wat percussiesamples betreft. ‘Evenfall’ is niet meteen dwingend aanwezig, maar dat hoeft ook niet: het geeft je vooral genoeg ruimte om er in op te gaan. Ik vermoed dat ‘6am’, het tweede nummer, vooral een tijdsaanduiding is van zes uur ’s ochtends na een lange nacht, dan dat het verwijst naar een wekker die net is afgegaan en een nieuwe dag aankondigt. De herinnering aan de reis naar het einde van die nacht lijkt namelijk meer dan aanwezig in de gemoedstoestand van dit nummer, veel meer dan de hoop op ontluikend daglicht. En toch, en toch, er hangt hier een melodielijn in de lucht die een welkome zichtbaarheid verleent aan het duister van deze EP. Het prille begin van het nummer brengt je even dichtbij Moby’s ‘The Rain Falls and the Sky Shudders’, maar de klank is hier dikker, meer veelgelaagd, en ook een tikje mistroostiger – op een goeie manier. Titelnummer ‘Cut’, met net onder zes minuten het kortste van de drie, is het meest aanwezige qua oppervlakkige klanktekstuur, maar het de eigenschappen van een single toeschrijven is een brug of drie te ver. Ook hier zitten we met een klanksfeer, een iets trager dan gemiddeld kabbelen van ritmes en echo’s, en een melodielijn die je iets lijkt te verwijten; de zoektocht naar wat dat wel zou mogen zijn is één van de zaken die elke beluisterbeurt ervan zo interessant maakt. Even gaat de muziek op in wat meer leegte rond drie vierde van het nummer, maar uit een beklijvende ijswind komt dan toch weer die melodielijn naar boven, met schuivende samples links en rechts, en hier en daar een muzikale onderstroom als koude rilling over je rug. Nadelen van deze EP zijn dat de nummers zich uitdrukkelijk op de achtergrond lijken te bewegen – je moet hen opzoeken zonder dat je per se uitgenodigd wordt – en dat ze qua sfeer zeer nauw aansluitend zijn, waardoor het initieel moeilijk is de afzonderlijke nummers van elkaar te onderscheiden. Een eerste keer luisteren levert je een ietwat kille, donkere ervaring op, een tweede keer voelt het alsof je in een dikke vloeistof wordt gegoten, en een derde keer kan je gaan graven in de verschillende details, en de dieptes van de EP ontdekken. Het is in dat laatste aspect dat AES DANA en MIKTEK zich meester tonen: er zijn genoeg kleine weerhaakjes aanwezig om deze EP meer te laten zijn dan enkel een zweverige soundscape. Voor een startprijs van twee euro is deze digitale EP echt wel een koopje: je krijgt een twintigtal minuten kille warmte om tijdens een winternachtswandeling in op te gaan voor een bedrag waar je amper een glühwein mee koopt. Deze EP is de eerste van drie; als de kwaliteit van ‘Cut’ toonaangevend mag zijn, worden de drie samen een ideaal winteralbum. Kouder dan je eerst zou verwachten, en warmer dan je daarna durfde hopen. Peter De Voecht (4) Winter is coming – or rather, it’s here already – and as such now is the perfect time to dig yourself in between the walls of your headphones with the deep hibernal sounds of the ‘Cut EP’, the result of a collaboration between AES DANA and MIKTEK, two artist of the French ambient label Ultimae. With an average length of around seven minutes per song, this three-track EP is certainly sufficient in terms of quantity. De bluesrocker van de Tyler Porch Band zijn ‘alive and kicking’ op hun tweede EP ‘Only The Sky Knows’. De band is gevestigd in Atlanta en werd opgericht in 2013 door frontman Tyler Porch. Deze vocalist/gitarist krijgt backing van bassist Brad Kemp en Joey Robertson achter de drumkit. De hele productie, en dit zijn hier welgeteld zes tracks, werden geregistreerd in de kelders en slaapkamers van het trio. Dit solide trio opent de gelederen met ‘Who I Am’. Meteen is duidelijk dat de heren een agressieve bluesrock houding in acht nemen. En daar is het opvolgende ‘Oh, Lady’ een getuige van. Een portie flitsende gitaarriffs razen voorbij, maar gelukkig kent het trio de basisregels en houden ze alles netjes ingetogen. De titeltrack is een mooi opgebouwde ballade met knappe zangpartijen en zinderende gitaarsolo’s. Het nummer ‘Jess’ is een rechttoe rechtaan rocksong met een popy hook. Net zoals de moderne touch in ‘My Love’ waar de glijdende baslijnen voor een funky karaktertrek zorgen. De instrumentale funk en jazz beïnvloede fusion rocksong van ‘Leftovers From Woodstock’ bezit een sterk staaltje twingitaren. Een afsluiter die kan tellen. De Tyler Porch Band is een ware ontdekking voor iedere bluesrock fanaat die het graag ook wat modern houdt. Philip Verhaege (4) The Tyler Porch Band is a real discovery for every extinguishing rock fan who'd also loves and keeps it modern. Eigen Beheer I Zonder Nummer I Tyler Porch Band
De Canadees singer-songwriter/gitarist Tim Gibbons is het geesteskind van dit knappe project. Samen met Nick Buson (drums) en bassist Bucky Buchannan keert hij onverwijld terug met blues, country, swamp en rockin’ songs. Tim heeft jaren gepronkt met zijn vaardigheden op banjo maar pakt nu dus opnieuw zijn gitaar ter hand. Het resultaat op ’Swamp Tooth Comb’ zijn negen originele solide tracks. Nummers als ‘Play Me Some Blues & Keep It Country’ en ‘Hot Money’ zijn de perfecte indicatie voor Tim’s muziekstijl. De titeltrack is gebaseerd op iets wat hem tijdens een liveoptreden werd ingefluisterd. Het bleef zo danig lang in Tim’s hoofd ronddolen dat hij er prompt een song over neerpende. In ‘Country Side Of Town’ keert het trio terug naar de Delta. Het harp begeesterde ‘Cornpone’ is een heerlijke moerassige song. Het volledige album klinkt solide en is ruw en humoristisch opgevat. Het afsluitende ‘The Bone of Contention’ sluit misschien nog het dichts aan bij het diepe zuiden en de swamps. Tim Gibbons verstaat de kunst om het geheel spannend te houden. En dat is niet iedereen gegeven. Philip Verhaege (3½) Tim Gibbons understands the art to keep a cd release exciting. And that's not given to everybody. Booze Records I Zonder Nummer I TG and The Swampbusters
In het jaar 1972 richtte Cliff Perkins de groep The Citations op, geïnspireerd op groepen zoals The Temptations, Little Anthony & The Imperials & the Motown sound. Wijlen Blue Lovett van de groep The Manhattans trad aan als mentor, en de naam veranderde in Soul Generation. Ze hadden twee grote hits met ‘Body and Soul’ en ‘Million Dollars’. Over de jaren heen veranderde de samenstelling van de groep nogal eens, maar de huidige line-up is: Cliff Perkins (lead & eerste tenor), Veda LaRue (sopraan), Crystal Perkins (Cliff’s dochter en bariton) en Donald Taylor (tenor). Voor deze cd, die dateert van 2013, schreef Cliff zes songs. Met de titeltrack opent hij dit album, een “slow jam”, gevolgd door Veda LaRue die de lead overneemt voor ‘Your Way’. Daarna werd de song ‘In Your Way’ uit de ‘70’s heropgenomen als ‘In Your Way 2013’. Veda keert weer als lead voor ‘Show Your Love’, en op ‘My Love Is Real’ wisselen Cliff en Donald mekaar af. ‘Nice & Slow’ is net wet de titel zegt, gevolgd door de ‘70’s track ‘Heaven Only Knows’. ‘Music To My Ears’ is de enige up-tempotrack, waarna ‘Yesterday’s Memories’ weerom die romantische, soft soul toer opgaat. En ‘Wait So Long’ sluit ook zo af. Een zeer leuk souvol album, met “smooth soft soul’ waar ik steeds van gehouden heb. Fans van The Stylistics, The Manhattans enz. zullen hiervan smullen! Patrick Van de Wiele (4) A smooth soft soul album excellent for lovers of The Stylistics, The Manhattans etc. II Class Records I 884501964890 I CD Baby I Soul Generation featuring Cliff Perkins
Op het hoesje ziet Eric Schwartz eruit als Lodewijk XIV die op een schone ligt uit te rusten. Het weze hem gegund! Schwartz is een muzikaal satiricus en songwriter die reeds meer dan vijftien jaar het podium beklimt. Hij componeerde voor diverse komische shows en zijn nummers gaan zowel over de politieke aspecten als persoonlijke ervaringen in deze wereld. Schwartz is een grappige tekstschrijver, en ook nu komt hij met 12 meer dan grappige songs op de proppen. Het schijfje opent met de country ballade ‘There’s a Picture’. Knappe pedal steel gitaar en dobro beheersen meteen de tune. Nummer twee op de cd is ‘Black Man in the White House’. Een Chicago bluesstomper die meteen ook de recessie aankaart in de States. In de ballade ‘Welcome to the Working, Wanking Week’ staat Wally Minko’s ingetogen pianoschikkingen in de spotlights. De track ‘Telltale Kitchen’ drijft dan weer op een funky beat. Tekstueel kaart Eric enkele opmerkelijke culinaire rampen aan die zich in vele keukens voordoen na het bekijken van culinaire tv-shows. Het folky ‘Codependent Sonata’ staat in schril contrast met de elektronische toets van ‘I Don’t Know Why’. Op de arrangementen van de laatste track borduurt ook ‘Senator Whoever’ voort. Na het lozen van deze politieke dekvloer is het danstime met het 15 seconden durende ‘STFU Ann Coulter’ en de latin ritmes van ‘That Being Said’. Reb Beach gitaarsolo’s zijn een belangrijk schakel voor het heavy ‘Male Pattern Baldness’. Tijd voor een knappe gospelnoot dacht Schwart met ‘Jesus, Leave the Bible Belt Alone’. Het afsluitende ‘W.G.F.T.S.’ is overheerlijke soul. Stevie Gurr’s gitaarsolo’s zijn perfect in balans met de backing vocals. Who’s gonna fuck the singer… klinkt het vrolijk. De muziekwereld heeft wel degelijk een boodschap aan Eric’s humoristische teksten, als deze maar de juiste boodschap bij de luisteraar overbrengen. En dat doen ze… Philip Verhaege (4) The music does have a message at Eric's humorous lyrics. If they deliver the right message to the listener. And they do… Claritone Music I CLAR007 I Hemifran I Eric Schwartz
Bonefish is een Americana beïnvloedde band uit Stockholm, Zweden. De band werd vier geleden opgericht door singer-songwriter/gitarist Bie Karlson. Hij had een muzikaal verleden bij de band Docenterna. In 2013 bracht Bonefish hun titelloze debuutalbum uit. De Follows-up is dus deze EP ‘Time to Market’. Naast Bie Karlson bestaat de band verder uit Lase Nilsen (gitaar/vocals), Rasmus Grasmussen (drums, percussie) en bassist Nylle Thoor. Het album beslaat 4 nummers inclusief vier bonus tracks. De titeltrack is overgoten met heerlijke gitaariffs die blijkbaar ook Bie Karlson inspireren. Deze moderne rocksong is slechts een voorbode voor het Southern rock getinte ‘Still Down at Seven’. In het hypermoderne ‘Bullet’ gaat het de twingitaren voor de wind. De moderne arrangementen van ‘We all gone go that road’ zorgen voor een superspannende samenzang in het steeds wederkerende refrein. Bij de bonustracks zijn vooral ‘As Her Soul’ en het gospel beïnvloedde ‘My Sweet Lord’ de absolute blikvangers. De rocktunes van ‘White Bird’ worden dat de hemel ingeblazen door een blazerssectie. Vernieuwend klinkt deze sound allerminst, maar het geheel zorgt wel voor enkele spannende songs. ‘Time to market’ voldoet dus aan onze verwachtingen. Philip Verhaege (3½) Innovative is this sound in the least, but there are a few exciting songs. The album ‘Time to market’ meets are expectations. Fishbone Music Publishing I FBM-03EP I Bonefish
Tas Cru is helemaal geen onbekende meer en met dit ‘You Keep The Money’ is deze ‘based New Yorker’ al aan zijn zesde album toe en volgens ingewijden is dit album een portret ‘pure sang’ van deze singer-songwriter en bluesman. Nog juist op de valreep van het nieuwe jaar zorgt dit album voor een welgekomen verademing in de blueswereld en is het de logica zelve dat Tas Cru ook in 2014 de ‘Keeping The Blues Alive Award’ mocht ontvangen. Mijn eerste kennismaking met deze begenadigde bluesman dateert van 2009 toen ik zijn ‘Grizzle ’n Bone’ mocht recenseren en toen was ik al danig onder de indruk van het kunnen van deze man. Later volgden nog ‘Jus’ Desserts’ (2010) en ‘Tired Of Bluesman Cryin’ (2013) en ook datzelfde jaar gooide hij nog een Kerstsingle op de markt met de titel ‘Won’t Have Them Christmas Blues’. Deze nieuwste telt 13 tracks en op gebied van variatie kan het best tellen. Tas Cru opent meteen met de titeltrack en deze lekker luisterende ‘You Keep The Money’ heeft meteen iets van soul in zich met backing vocals om u tegen te zeggen. Voor dit nummer liet hij zich inspireren door een gesprek met legende T-Model Ford. Van de ballad ‘A Month Of Somedays’ gaan we gezwind over naar boogie met ‘Half The Time’ aka ‘Drunk Half The Time’ en weerom brengen de dames op de achtergrond een meerwaarde opgezweept door een lekker swingende ‘Mississippi Saxophone’. Track #4 is een pareltje van een instrumentaaltje en deze ‘La Belle Poutine’ zou zo van de hand kunnen zijn van een magistrale Carlos Santana. Deze track laat je wegdromen in betere oorden en is gewoonweg meesterlijk met een grote M….licht uit een lekker glaasje wijn en genieten maar waarna we aangenaam wakker geschud worden door het ‘funky’ ‘Heart Trouble’ en daar zijn de backing vocals weer. Tas Cru stond in het begin van zijn carrière gekend door zijn meesterlijk country blues maar dit album heeft zoveel meer ‘soul’ in zich en wordt nu door mezelf bij één van de betere albums van 2014 gerekend. Gewoonweg zalig luisteren is ook ‘A Little More Time’ met een heerlijke gitaar en organ intro en onze dames op de achtergrond zorgen hier voor een behoorlijke portie gospelgevoel. ‘You Keep The Money’ mag een magistraal meesterlijk album worden genoemd en ik hoop dat de concertorganisatoren er werk van maken om Tas Cru op onze podia te laten optreden, uiteraard met zijn ‘The Moneymakers’ want echt waar, dit zou zonder meer een meerwaarde zijn. Blues, soul, gospel hij heeft het allemaal in zijn warme bluesstem, luister maar naar de heerlijke bluesballad ‘Holding On To You’ met het timbre van een Eric Bibb en wij houden zeker van Tas Cru want de replay knop blijft ingedrukt. The Moneymakers…
All songs written by Tas Cru! Tracklisting:
Freddy Vandervelpen (5) Crustee Tees Records I #1402 I Frank Roszak Promotions I Tas Cru
Het moet ergens eind (november-december?) 1967 geweest zijn dat we hier op het continent van een band gingen horen die met hun twee eerste singles de reeds bestaande bands in dit genre gingen aanvullen. Met hun eerste grote hit ‘Pictures Of Matchstick Men’ ging het inderdaad die richting uit maar het grote publiek noemde het genre van hun muziek liever de bubblegum psychedelica. Ook dit nummer heeft een zeer herkenbare openingsriff die de dag van vandaag nog steeds boekdelen spreekt en mag gerust in een adem genoemd worden met Deep Purple’s ‘Smoke On The Water’. Met dit nummer leverde de Quo een knaller van een plaat af, een schijf die toen voor een groot deel onze muzikaal levenspatroon ging inspireren. En ja zelfs hun volgende schijf ‘Black Veils of Melancholy’ zat in dat zelfde schuitje maar haalde helaas niet het peil van succes van zijn voorganger. ‘Pictures Of Matchstick Men’ werd uitgebracht in twee versies, nl. eentje in mono en de andere in stereo. In de mono versie horen we tussen de breaks een lekkere wah-wah- gitaarklank wat op de stereo versie dan weer ontbreekt. Gelukkig kon ik dit nog eens controleren omdat ik hier nog steeds de mono versie –weliswaar niet meer in optimale klank- van dit nummer in huis heb. Gelukkig moest ik nooit ver lopen om mijn geliefkoosde 45-RPM singles in huis te halen en de verkoper werd haast gek van mijn vraag wanneer deze nieuwe single eindelijk ging binnenkomen. De dag van vandaag gaat het er helemaal anders aan toe en soms vind je muziek op illegale blogspots waar je muziek –meestal- gratis kunt downloaden vooraleer de schijfjes bij je lokale platenboer terechtkomen. ‘Pictures Of Matchstick Men’, dat als flipside toen ‘Gentlemen Joe’s Sidewalk Cafe’ (eigenlijk had het label het anders gezien en de A kant moest de B kant worden en vice versa…) kreeg en via het Pye-label (nummer: 45 PV. 15285) op de markt kwam is nog steeds een nummer dat voor vele onder ons leuke herinneringen oproept en niet alleen muzikale… We zaten nog steeds in het jaar van de Summer of Love. Helaas kwam er aan de bubblegum periode van Status Quo een einde omdat ‘Black Veils in Melancholy’ niet de commerciële verwachtingen inloste waar de band zo naar uitgekeken had. De versie die we nu in onze bus kregen vinden we ook terug op hun laatste langspeler ‘Status Quo: Aquostic – Stripped Bare’ waarvan je reeds een bespreking kon lezen hier. De b-kant is een London remix van datzelfde nummer en daarop horen we hier en waar wat speciale geluiden om niet te zeggen ‘effecten’. Indien jij over een vinylexemplaar uit 1967 beschikt, zowel in mono als in stereo, dan geef ik graag een goede raad: niet verkopen, niet wegdoen. In uitstekende kwaliteit brengen ze nog een schone cent op. Het mijne is helaas nog goed genoeg voor de ‘archieven’. Hierbij de legendarische video uit Top of The Pops van begin 1968. EAR Music I 4029759 101673 I V2 Benelux Records I Status Quo
Hash Bamboo Shuffle (de band, niet het nummer) huist vier muzikanten wiens voorvaders nog met dé Ferre Grignard zelf hebben gespeeld. Ze kunnen dus prat gaan op een muzikale opvoeding en invloed die ze met de paplepel hebben meegekregen. Voor Starman Records, de patroonheilige van de Belgische muziekscène, trekken we gaarne ons blik positieve neologismen open. Het label heeft immers steevast formidastische, magnifabele (etcetera) ideeën. 'Hash Bamboo Shuffle Plays Ferre Grignard' - een tribute-album met nieuwe versies van bekende Grignardnummers - is een alweer een piekfijne uitgave op vinyl inclusief gratis downloadcode, met een mooie covertekening van Fred Bervoets. Beginnen doet het album echter in mineur met 'Ring Ring I've Got To Sing', dat warrig, stuurloos en lawaaierig klinkt. Ongetwijfeld kan deze versie op de goedkeuring van een schare fans rekenen, maar een onprettige nasmaak was ons deel. Uiteraard verdient de band lof omdat ze het nummer radicaal veranderen. Dat kan prachtige resultaten opleveren (Jeff Buckley's 'Hallelujah', Milow's 'Ayo Technology'), maar hier blijven wij op onze honger zitten. Het origineel van Ferre is natuurlijk ook een onvervalst meesterwerk. Gelukkig klinken 'Sexy Mary Brown', 'Maureen' en zeker 'The Zoo' (snerpende gitaren, pittig gezongen) wel snedig. Titelnummer 'Hash Bamboo Shuffle' skifflet lekker weg (als dat nog geen werkwoord is, maken we er een van) en incorporeert gekke plunk ploink-geluiden. Afsluiter 'Diggin' My Potatoes' is me vooral bekend in de uitstekende versie van Lonnie Donegan, en Hash Bamboo Shuffle maakt er eveneens een gezellige, stevige interpretatie van. Jammer dat het nummer maar 1:05 duurt. Less is more, jazeker, maar de pret had nog wat langer mogen duren. Hoewel alle nummers goed gebracht en met overduidelijk speelplezier opgenomen zijn, kunnen we ons toch niet van de zin ontdoen om nog eens gewoon naar Ferre Grignard te luisteren. Of hoe een liefdevolle ode evolueert naar een pleidooi om de meester wat vaker op te leggen. Een eresaluut met stijl en panache. Julian De Backer (3½) Hash Bamboo Shuffle (the band, not the song): four musicians, the offspring of some of Ferre Grignard's old colleagues. They came, they went, they recorded a Ferre tribute album. Yet another formidastic and magnifiable Starman Records idea - yes, the label deserves its own positive neologisms and adjectives. 'Ring Ring I've Got To Sing' fails to impress, but 'Sexy Mary Brown', 'Maureen' and especially 'The Zoo' (shrill guitars, tangy singing) hit their target. 'Diggin' My Potatoes' is known to yours truly in the excellent Lonnie Donegan edit, but Hash Bamboo Shuffle offers an admirable take. Shame for the short 1:05 running time. Less is more, sure, but the party shouldn't be over so soon. While expertly played and produced, we still prefer the original Ferre recordings. This tribute, however, is honourable and handled with care. Well done, lads! SMR039 I Starman Records
In Gallup, New Mexico in de buurt van de Route 66 situeert zich de geboorteplaats van David Vidal maar de familie verhuist regelmatig. Vader speelt boogie woogie op het klavier en begeleidt oude cowboysongs met gitaar, de drie oudere zusjes vormen een vocaal trio dat naast kerkdiensten schoolfeestjes opluisterde. Het stimuleert David, als tiener begint hij eigen werk te componeren en ontwikkelt gaandeweg een stilistische benadering waarin alledaagse dingen aan bod komen, doodeerlijke verhalen zonder omwegen. Hij experimenteert met gitaarspel in open tuning, de slidegitaar komt erbij nadat hij de geniale Duane Allman hoort. In Denver speelt Vidal in een jamband, reist al liftend met de gitaarkoffer in de hand, van Oregon door Canada naar Alaska. Vanuit Minnesota vertrekt hij naar Michigan om via Washington DC en New York City Vermont te belanden. Hij leeft een tijdje in Missouri en Tucson, en in San Francisco verblijft hij op een woonboot en treedt in de koffiehuizen van North Beach op. In LA raakt hij in studiosessie met groepsleden van Little Feat en The Flying Burrito Brothers betrokken en zijn songwerk wordt door onder andere bluesman Shaun Murphy afgenomen. In de film ‘My Cousin Vinny’ en tv-serie ‘Friday Night Lights’ duiken songs van Vidal op in de soundtrack. Tot dusver hadden we nog niets van deze man gehoord maar er werden ondertussen al een handvol werkstukjes onder eigen naam uitgebracht. De recentste langspeler ‘World Of Trouble’ komt nauwelijks in een dag tot stand in de studio van Steve Wood op Laguna Beach. Vidal gaat met een flessenhals over de frets van zijn oude Martin gitaar of gebruikt een metalen bottleneck op een ‘delta box guitar’, een geëlektrificeerde sigarendoos. Dat levert snerende sociaal geëngageerde statements als ‘Political Man’, de titelsong ‘ World Of Touble’ en een dromerig ‘Big Electric Universe’, telkens vanuit persoonlijk perspectief beschreven verhalen. Franjeloze blues met inhoud. Cis Van Looy (3½) Wilmac Records I CD Baby I Hemifran I David Vidal
Drie ‘youngsters’ die gedreven aan hun weg naar de bluestop timmeren daar moet je drie maal bewondering voor tonen. Op relatief korte tijd hebben Arne Demets, Hanne Vandekerckhove en Klaas de Somer hun plaatsje weten te bekomen in ons blueslandje. Arne veranderde het geweer van schouder op 12-jarige leeftijd toen hij ‘klassieke muziek’ ruilde voor Jazz en het meer hedendaagse. Dat dit een succesverhaal zou worden stond buiten kijf want op 15 jarige leeftijd stond hij al fier te pronken op het podium te Peer en daar kunnen menigen maar alleen van dromen. Hanne die heeft de blues-microbe goed te pakken al is het natuurlijk niet moeilijk als de papa de bassist is van onze eigenste Hideaway en zo hoeft ze het maar te vragen en de antwoorden komen thuis van zelve. Los van dit alles blijft ze gedreven en we zullen ongetwijfeld nog veel van haar gaan horen. Op de drums krijgen we Klaas de Somer die sinds 2012 als vast lid mag worden beschouwd in ‘The Blues Vision’. Klaas studeert momenteel nog Jazzdrum in Amsterdam en zo komt het dat hier 3 jeugdige maar reeds doorwinterde muzikanten deze ‘Kind Of Blues’ mogen voorstellen. Wanneer je de layout van de CD zo een beetje bekijkt zou je al gaan denken dat het de ‘Sonic Highways’ betreft hier in België want net als met Dave Grohl heeft ook Arne Demets enkele studio’s bezocht voor het maken van deze ‘Kind Of Blues’ weliswaar op kleinere schaal natuurlijk. Ook is er op het album de medewerking van een ‘hele’ grote op te merken want niemand minder dan Guy Forsyth verleende op de tracks ‘On Bottem Of Bottle’ and ‘No Sleep Tonight’ zijn medewerking en net als bij hun vorig album ‘Countin’ Sheep’ is ook deze uitgegeven bij het Nederlandse CRS label. Aan de mengtafel vermelden we nog Tom Lodewijckx en de mastertape werd samengesteld in de ‘Closed Session Studio’ te Roeselare. Dat Arne een begenadigd gitarist is hoeven we niemand meer te vertellen en dat hij dweept met grote als SRV en Jimi Hendrix is ook allang geen geheim meer maar de opener op dit album is daardoor des te meer opmerkelijk. Met Guy Forsyth op de bluesharp wordt hier met ‘On Bottem Of Bottle’ een heerlijk staaltje countryblues afgeleverd. Opzwepend en swingend. Ook op ‘No Sleep Tonight’ doet de Guy alles om met zijn smoelschuif het nodige om het jeugdige power trio bij te benen. Met ‘Movin’ Out’ komen we meer bij het ding dat deze ‘The Blues Vision’ het beste ligt, namelijk lekker luisterende blues met dat vleugje rock er bij dat het er om doet. ‘Never Enough’ en ‘I Don’t Need a Reason’ zijn bluesrockjes die dit album alle eer aan doen met een lekkere gitaarrifjes ondersteund door een op elkaar afgestelde ritme sectie. Met ‘Lonely Heart’ wordt er de nodige portie rock ’n roll toegevoegd aan deze ‘Kind Of Blues’ zowel met de muziek als in de lyrics al adviseren we deze jongelui de ‘booze’ nog een beetje links te laten liggen. Excellent werk en hiermee laat Arne duidelijk blijken dat hij als songwriter nog veel, heel veel in zijn mars heeft, een fine getuned ritme sectie en uitstekend gitaarwerk en je hebt de juiste ingrediënten om hier een knap bluesalbum op de markt te gooien en dat…Make us feel good! Deze cd werd opgedragen aan Mathy Leeten (25/04/61 – 15/01/2014) Tracklisting:
Freddy Vandervelpen (4½) CRS I CECD 56 I The Blues Vision
|
Archives
December 2024
|