CD & vinyl REVIEW BLOG |
0 Opmerkingen
Uit de vijver van El-Toro Records viel er iets in de bus dat ons werkelijk goed gemutst zal stemmen. De nieuwste van ‘Dani Nel-Lo’ en de ‘Barcelona Big Blues Band’. De Barcelona Big Blues Band staat onder leiding van double-bass speler Ivan Kovacevic en is een old school swing band vol met energieke R&B. Aan de zijde van deze 13-koppige big band staat tenor saxofonist Dani Nel-Lo. Van beiden had ik nog nooit gehoord maar een swingende big band met veel saxofoon en allen instrumentale nummers dat is toch om van te kwijlen. Voor de roots van Dani Del-Lo moeten we richting Spanje en meer bepaald de regio van Barcelona. Dani startte zijn carrière in 1985 toen hij als 17-jarige saxofoon speelde in de rock-’n-roll groep Los Rebeldes. Sinds het moment dat hij een saxofoon in handen kreeg wist hij dat dit het instrument was waarmee hij het zou maken in de muziekwereld. Hij wilde zich maar al te graag spiegelen aan zijn voorbeelden in de Rhythm & Blues. Die energieke jump & swing muziek was helemaal zijn ding en door de samenwerking met Ivan Kovacevic zijn ze tot een mooi resultaat gekomen met de bedoeling die lekker swingende big band muziek uit het verleden de 21ste eeuw binnen te loodsen. In de streek rond Barcelona zijn jazz- en swing big bands steeds hot gebleven. ‘The Barcelona Big Blues Band’ onder leiding van Ivan Kovacevic is daar een schoolvoorbeeld van. Deze big band kunnen het laten swingen als geen ander, soms wild en rauw dan weer gesofisticeerd. In het verleden trad Ivan Kovacevic enkel op met kleine combo’s en zijn jaren ervaring wil hij nu meegeven door arrangementen te schrijven voor big bands. Het resultaat zijn krachtige en swingende nummers in de lijn Van T-Bone Walker en Johnny Otis. Voor deze ‘Sax Attack’ hebben Dani Nel-Lo en Ivan Kovacevic 13 nummers geselecteerd. Nummers van eigen hand zoals titeltrack ‘Sax Attack’ en ‘Smooth’ maar ook werk van anderen zoals ‘Wine-o’ van bassist Bob Mosley of het explosieve ‘Hot Rod’ van de Amerikaanse saxofonist en bandleider Hal ‘Cornbread’ Singer. Het resultaat is een swingend album vol met Rhyhtm & Blues zoals we deze reeds kennen van de jaren ‘30-‘40 en ‘50. Van nummer 1 tot 13 allemaal instrumentale pareltjes om van te smullen zoals het zeer up-tempo ‘Saltos y Meneos’ van de hand van Dani Nel-Lo of een mambo als Rhumambo. Afsluiter is ‘Zip’ van tenor saxofoonspeler Red Prysock (1926-1993) zoals we dat van Red gewoon zijn is ook dit nummer zeer energiek. Retro party in ‘da house’, gewoon deze Sax Attack aanschaffen en je hebt drie kwartier van de beste big band swing en jazz in huis… Freddy Vandervelpen (4½)
El Toro I ETCD6065 I The Barcelona Big Blues Band I Booking: [email protected]
In 2011 verbaasde de Afro-Amerikaanse zanger Geoff McBride vriend en vijand in NBC’s ‘The Voice’ met zijn versie van Stevie Wonder’s ‘Higher Ground’ te brengen, evenals juryleden Christina Aguilera en Cee Lo Green. Zelfs gastmentor Lionel Richie was vol lof over hem. Op het einde van 2013 bracht hij dit album uit, dat ik nu pas onder ogen en oren krijg. Hij zegt daarover: “With this album, I want to convey the essence of who I am as a vocalist and an artist, and my love for a variety of different kinds of music, from pop and R&B to gospel and rock. I connect deeply with each of these songs because they convey true life facts about love, happiness and human relationships. Though my foundation is in soul music, I am not just a soul singer. I believe that all music transcends together.” Geoff komt uit North Carolina, maar woont nu in Florida. En alhoewel hij zijn eerste muzikale stappen in de kerk zette, citeert hij grootheden zoals Seal, Luther Vandross, Marvin Gaye en Al Green als zijn invloeden. Ooit nam hij een demo op die opgemerkt werd door Clive Davis van Arista Records. En hij kreeg er ook een contract, maar verliet dat label weer. Een tijdje werkte hij buiten de muziekbusiness, maar uiteindelijk keerde hij toch weer. Zijn debuutalbum staat vol met liefdesliedjes zoals de up-tempo opener ‘My Angel’, waarna de mooie Todd Rundgren cover ‘Love is the Answer’ volgt. Maar Geoff is ook een “balladeer”, want ‘Wipe Away Your Tears’ is een soulvolle ballade. Daarna is ‘When You Got Love’ weerom up-tempo, en op ‘Try’ klinkt hij een beetje zoals Seal. Vervolgens covert hij mooi de jazzklassieker ‘At Last’, waarna ‘You Got Lips’ weer een sterk nummer is. ‘Feelin’ Alright’ kent u misschien van de groep Traffic, of van Joe Cocker, en Geoff covert het hier ook. Maar ‘Need’ is een romantische ballade, waarna hij romantisch met ‘Walk Away’ afsluit. Geoff is een echte soulzanger die old school soul met moderne R&B mengt. We zullen zeker nog meer goeds van hem horen! Patrick Van de Wiele (4) Geoff brings a mixture of old school soul with modern R&B. I’m sure we’ll hear more good work from hi Milestone Media, LLC I 862445000003 I Tom Estey PR I Geoff McBride
Tot voor kort een totaal onbekende voor mij, maar ik durf gerust toegeven dat ik niet alles ken van wat zich op het huidig muzieklandschap beweegt. Maar dat gevoel was meteen over toen ik las dat Hoyer een prijsbeest was in de soul- en R&B-wereld. Met zijn zeskoppige band (én drie backing vocals ladies!) speelde hij diverse festivals plat waaronder het gerenommeerde ‘Sin City Soul Revival’ en het ‘Sioux Falls Jazzfest’. Zij namen ook deel aan de International Blues Challenge van 2013. In 2014 werd hij nog genomineerd als beste artiest van 2014. Hun debuutalbum verscheen in 2013 en nu kregen we voor het eerst een langspeler van deze man in onze bus en wat voor een. Wat me meteen opviel zijn stem. Weer zo’n blanke blues- en soulzanger maar met de stem van een échte zuiderse zwarte soulperformer en dat maakt reeds meer dan 90 procent goed. Maar dan de muziek. Een schijfje met tien geweldige en veelzijdige nummers. Met ‘Living By The Minute’, meteen ook de titeltrack van deze schijf worden we ondergedompeld in een sound die herinneren aan een lang verleden oproept. De koperblazers op deze nummers zorgen ervoor dat we toch een meer Muscle Shoals sfeer krijgen alhoewel de kerels opereren vanuit… Nebraska. Zo zie je maar dat de plaats van de opname niet altijd echt een indicator is van goed of slecht is. ‘Over The City’ is een buitenbeentje, een meer rustiger tempo maar waar nog perfect een beetje op kan gestrekt worden. Echte R&B, zoals we die nog kennen uit de jaren zestig van zowel de Britse als de Amerikaanse live performers krijgen we met het knappe ‘A Man Who Believes His Own Lies’. Je zou zweren ene Charles Bradley te horen zingen… maar ik verkies dan toch voor deze Josh Hoyer. Kwestie van persoonlijke smaak, niet. Een moment om even op adem te komen, daar zorgt de eensteensleper ‘The First One’ voor en als je van dit nummer niet stil wordt… ‘Real Time’ maakt dan weer plaats op de dansvloer om onze beste nieuwste danspasjes te demonstreren. ‘Don’t Turn Away’, waarin het Hammondorgel min of meer tot zijn recht komt sluit deze knappe R&B cd af. Wie graag van variatie in de originele Rhythm & Blues, niet die hedendaagse en vervelende die als RNB door het leven gaat en een ware verkrachting is van het origineel, houdt, schaft zich meteen dit pareltje aan. Josh Hoyer en zijn Shadowboxers brengen je een schijfje vol muziek dat nergens een zwak moment vertoont, een cd die zeker op veel parties voor (muzikale) verrassingen zal zorgen. Nu maar hopen dat deze kerels hun kwaliteiten ook eens hier in Europa mogen komen bewijzen. Heren promotors, wederom een band die weet waar de R&B klepel hangt. Doen! Alfons Maes (4) Josh Hoyer and his Shadow Boxers brings you a fine album that never shows a weak moment . A cd which provides a lot of fun on your next party. Silver Street I Zonder nummer I Jill Kettles Promo I John Hoyer
Op het Brusselse Muntplein zag ik voor het eerst pianist Geraint Watkins aan het werk met The Dominators. In de jaren tachtig vormde de pianist en accordeonman met zijn kompaan gitarist Mickey Gee en de ritmesectie met Dave Charles en Williams de vaste backing band van Dave Edmunds. Nadien werkte Watkins samen met Nick Lowe en Van Morrison en bracht hij enkele fijne soloplaten uit. Hij toerde ook met superbe gelegenheidsformaties als Willy and the Poor Boys en Bill Wyman’s Rhythm Kings. In ’83 start Watkins in een Londense pub samen met gitarist Gary Rickard en fiddleman Robin Mc Kidd The Ballham Alligators op. Het gezelschap focust zich naast country en old school rock en R&B op zuiderse cajun en zydeco uit Louisiana. Op de eerste titelloze uit ’87 daterende langspeler zijn daarnaast nog Keltische invloeden en Tex Mex aanwezig. Kortom een swingende cocktail zoals je op ‘Live At The Hall Moon’ kunt vaststellen. Ook de tweede studioplaat ‘Life in The Bus Lane’ is terug te vinden op ‘Bayou Degradable’ Vreemd genoeg was de uitbundige fuifmuziek van The Ballham Alligators uit de beginperiode tot dusver enkel op vinyl verkrijgbaar, in mijn collectie huisde enkel het latere ‘Gateway To The South’. Die studioplaat uit ’96 is eveneens integraal op het tweede schijfje van de dubbellaar terug te vinden. Een schitterend initiatief om het repertoire van The Ballham Alligators eens zorgvuldig te bundelen en tevens ideale gelegenheid om kennis te maken met deze aanstekelijke muziekjes waarop je les bon-temps uitgebreid kan laten rocken en rollen. Het hoeven niet altijd die ellendige jingle bells te zijn die het ritme aangeven tijdens de eindejaarsperiode. Cis Van Looy (4) Proper Records I PRPCD 21 I Bertus I Klanderman Promotion
De Afro-Amerikaanse R&B zangeres Teri Tobin ken ik via Facebook. Ze werd geboren in Mesa, Arizona, maar groeide op in het zuiden van Californië. Zoals zovele zette ze haar eerste muzikale steppen in de kerk, en daarna deed ze als kind haar eerste studio-ervaring op met soulzanger Jeffrey Osborne. Op school werd ze gerekruteerd om deel te nemen aan een R&B en hiphop soulgroep, Simpli R.A.W. Nadat ze was afgestudeerd, en een belofte voor een solocarrière kreeg, die nooit ingelost werd, ging ze naar Howard University in Washington, D.C. Als deel van het koor daar stond ze op de planken met Patti Labelle en Luther Vandross, en trad tijdens de inhuldiging van president Clinton op met Diana Ross. Na een verhuis naar Atlanta en naar Californië deed ze sessiewerk voor bekende namen zoals Joe, Mica Paris, Chico Debarge en Chante Moore. Maar Teri koos daarna voor een gezin en een zoon, en verliet de muziek. Die relatie liep slecht af en in 2011 keerde Teri terug met haar debuut ‘Love Infinity’. De single ‘Free’ daaruit was een eerbetoon aan Donny Hathaway en werd een hit in de UK en in Nederland. Met kerstmis in dat jaar verscheen de EP ‘Christmas Child’, en het jaar daarop werd ‘So Good To Me’ uitgebracht. Ook is ze te horen in de onafhankelijke prent ‘Fathers of the Sport’ en in diverse commercials. Nu is haar derde album uit, en Teri schreef aan alle songs mee, behalve aan één. ‘Wonderfully Made’ opent de cd, maar ‘Always Be You’ bevalt me beter in een soulvol mid-tempo. ‘Love Happens’ is van hetzelfde gehalte, maar het is vooral ‘Make Beautiful’, dat mijn aandacht trekt. Dit is overigens de single, die zwoel overkomt. ‘#Shine’ is de nieuwe single, waarna ‘Wish You Were Here’ over een gebroken liefde vertelt. ‘I Am Love’ en ‘Where Would I Be?’ zijn twee bonustracks, en Teri heeft het volgende over deze cd te zeggen: “The concept of the album came from wanting to finally get some things off my mind that I may have been too prideful to say, or realizations that we all need to recognize within ourselves. There is something to be said about allowing yourself to be vulnerable and finding that what you exposed about yourself may be able to be a source of strength for someone else going through the same thing. There’s a reason why the album starts the way it does. Aside from the usual formula, to choose songs that “feel good” to me, I wanted to make a statement that not only that I could refer to from time to time, but also an affirmation to those that could use a little light to #shine on their circumstance”. Indien je houdt van een zwoele, soulvolle atmosfeer, dan is deze cd aanbevolen. Patrick Van de Wiele (4) A sultry collection of songs about life, love and the truth. Soulful, melodic and jazzy. SõL 2 KêP Entertainment I 889211162369 I CD Baby I Teri Tobin
Working Class Band is een band uit het verre Nova Scotia, Canada die met deze nieuwe schijf een vervolg breien aan hun uit 2012 uitgebrachte cd ‘Restless’ en meteen ook hun vierde full cd. Een sextet dat voornamelijk sterke R&B brengt waarbij het geluid van koperblazers toch voor een meerwaarde zorgt. Sinds 2006 spelen Hugh Clark (gitaar, vocals), Paul Lowe (gitaar), Jamie Sparks (bass, vocals), Dave Pos (keys), Greg Carter (sax) en Brian Steeves (drums) alle locaties plat waar maar een podium staat. Een nieuw schijfje met elf leuke deuntjes waar we ook wat easy listening muziek in ontwaren. ‘Home Again’ is een sterk nummer dat meteen de toon zet tot wat zal volgen. ‘Change’ is lekker swingend waarin de sax en de piano nu de hoofdrollen toebedeeld krijgen. En met ‘All Over The World’ drijven we weer af naar de glorieuze periode toen de drie Gibbs broertjes nog frequent de hitlijsten bestormden. Ook aandacht voor wat funky gekruide muziek met ‘Moves’ terwijl we met ‘Hold Me’ een meer reggae getint nummer te horen krijgen. ‘You Now Have Love’ is dan weer een ingetogen moment. Working Class Band richt zich niet op één doelgroep, dat wordt zeer duidelijk gemaakt en spreekt een vrij grote waaier van muziekliefhebbers aan. Toch een band die ik eens graag op een podium wil zien. Kijken of hun muziek even sterk overkomt als hun muziek hier op deze nieuwe release. Wie weet? Alfons Maes (3½) Eigen Beheer I Zonder Nummer I Working Class Band
Het is mij een raadsel hoe de Charlie Saibel cd’s hun weg naar België vinden. We ontvingen hier weliswaar het uitstekende ‘Hurdy Hurdy Band’, maar toch blijft er een zweem van geheimzinnigheid over Charlie Saibel hangen. Ik had eerlijk gezegd ook nooit eerder van Charlie gehoord, maar na het beluisteren van ‘Blackberries’ (subtitel: Rhythm & Blues by Charlie Saibel) voelde ik toch enig enthousiasme in mij opborrelen. ‘Blackberies’ werd opgenomen in Olympia, Washington, blijkbaar zijn uitvalsbasis, in juli 1997 asjeblief. Waar zijn die opnamen dan wel blijven hangen? ‘Blackberries’ is in ieder geval een leuke schijf met een heerlijk ouderwets klinkende drums van ‘Lyall Smith’. Op het einde van sommige tracks roffelt Lyall nog een beetje door en dat schept een gezellige sfeer. De stem van Charlie Saibel houdt een beetje het midden tussen Georgie Fame en Luke Walter Jr. Op ‘Cajun Rhythm’ brengt Charlie Saibel op passende wijze hulde een Crescent City en zijn muzikanten. Randy Linder speelt een fraai stukje slide gitaar op ‘Heavy Rain’ en Charlie Saibel zelf ondersteunt zijn lijzige zang met bijpassende keyboards op ‘Out Of Control’, zoals aangegeven op het plaatje en het inlegblaadje, of ‘That’s When You Know’ zoals vermeld op de achterkant van de plaat. Het gaat hem hier wel degelijk over één en dezelfde song. Dit euvel mag de pret echter niet bederven want Charlie Saibel heeft ook nog het onweerstaanbaar swingende ‘Ramblin’ On’, met John Beach op sax, in de aanbieding. Op de titeltrack ‘Blackberries’ maakt Charlie Saibel ons met zijn pianospel diets dat hij niet zou misstaan in New Orleans. Wanneer er ergens tussen Olympia, Washington en België nog enkele schijfjes van Charlie Saibel zouden blijven hangen zou ik zeggen…Laat maar komen! ‘Blackberries’ (Rhythm & Blues by Charlie Saibel) has been the best kept secret for the last seventeen years. Ivan Van Belleghem (5) Eigen Beheer I Promo CD I Charlie Saibel
Het moet ergens begin jaren zestig geweest zijn toen een viertal getalenteerde muzikanten het met elkaar konden vinden en zoals vele andere voorbeelden ook met een eigen bandje startten. In dit kwartet zaten vier namen waarvan er later drie geschiedenis zouden schrijven. De line-up bestond uit Art Wood (de oudere broer van Ron die zijn pluimen zal verdienen bij de Rolling Stones maar ook vooral bij de Faces met Rod Stewart (denk maar aan zijn megahit ‘Maggie May’), als drummer vonden we niemand minder dan Keef Hartley (ook bekend van bij Rory Storm and The Hurricanes) terug die met zijn eigen band enkele schitterende langspelers afleverde (‘Halfbreed’, ‘The Battle Of North West Six’, ‘The Time Is Near’). Aan de keyboards de onlangs overleden supergetalenteerde Jon Lord (Deep Purple), gitarist Derek Griffiths (Red Bludd’s Bluesicians) en ook nog Malcolm Pool (Roadrunners) die de bass liet klinken zoals het hoorde. Tussen 1964 en 1967 brachten ze maar liefst zeven singles op de markt, enkele hiervan waren ‘Oh My Love/Big City’, ‘I Take Want I Want/I’m Looking For A Saxofonist’ en ‘What Shall I Do/In The Deep End’. Deze werden gereleased via Decca en buiten deze singles maakten ze ook nog een leuke ep ‘Jazz In Jeans’ en een langspeler ‘Art Gallery’. Buiten Decca brachten ze ook werk uit bij o.a. Parlephone en Fontana. ‘Art Gallery’ zal je alleen als langspeler terugvinden onder hun pseudoniem St. Valentine’s Day Massacre en is nu praktisch onvindbaar. Maar nu, en dit via RPM/Cherry Red Records, hoef je nu niet langer te zoeken naar dit album want het staat hier nu gewoon op deze cd-uitgave. Wat krijgen we nu te horen? Eerst en vooral vier nummers van het Art Wood Combo gevolgd door de singles met hun respectievelijke a en b kant en de nummers van hun ep. De eerste vier nummers zijn met zware Hammondpartijen beladen en stralen vooral de blues uit zoals zij begin jaren zestig in Engeland klonk. ‘Chicago Calling’, ‘Hoochie Coochie Man’, ‘Talkin’ About You’ en nog een klassieker ‘Kansas City’ zijn schitterende covers die echt de sfeer van de blanke blues uitstralen. Bij de singles onthouden we vooral het door Jon Lord met zijn keyboards gedomineerde nummer ‘Big City’ en het ietwat emotionele ‘Goodbye Sisters’. Ook ‘I’m Looking For A Saxofonist Doubling French Horn Wearing Size 37 Boots’ blijft een leuke herinnering als was het alleen al voor de lange titel maar dit instrumentaaltje was een serieus uithangbord voor gitarist Derek Griffiths. Gewoonweg fantastisch nummer! Nancy Sinatra scoorde er beter mee maar de Artwoords maakten hier toch ook een zeer acceptabele versie van. En dan heb ik het natuurlijk over ‘These Boots Are Made For Walkin’’. ‘A Taste Of Honey’ kennen we vooral van de Beatles maar de Artwoods smolten het nummer om in een leuk jazzy instrumentaal nummer. Jon en Derek trekken het laken weer naar zich toe. Uit hun periode als St. Valentine’s Day Massacre krijgen we twee schitterende nummers: ‘Brother Can You Spare Me A Dime en ‘Al’s Party’. Uiteraard was de BBC ook in de Artwoord geïnteresseerd en de BBC sessions volgden. Het leuke aan deze songs, en net zoals bij vele andere ‘BBC Sessions’ wordt de introductie van het nummer door de discjokey mee op de schijf gebrand. ‘Smack Dab In The Middle’ is weer een sterk voorbeeld van de Britse Rhythm & Blues boom waarvoor Engeland zo beroemd werd. Ook twee korte interviewtjes met Art Wood werden geselecteerd en dit blijven ook leuke momenten om te horen. Nog meer leuke muziek blijft ons maar overstromen want met ‘She Knows What To Do’ krijgen we het zoveelste hoogtepunt op deze eerste schijf. Tot hiertoe, geen enkel minder nummer gevonden, allemaal nummers die stevig doordrenkt zijn met authentieke R&B. ‘Art Gallery’, hun langspeler zit volgepakt met schitterende R&B nummers, songs om bij weg te kwijlen. Luister maar eens wat ze van het Leiber/Stoller nummer ‘I Keep Forgettin’’ maken. John Lord laat weer horen hoe goed hij zijn orgel kon beheersen. ‘Be My Lady’ van Booker T & The MG’s krijgt hier een serieuze behandeling en het van Nat Jones geleende ‘Stop And Think It Over’ is een schitterende blues zoals hij niet meer gemaakt wordt. Weer knappe gitaarriffs van Griffith. Ook hier werden weer enkele BBC Sessions opgezet waarvan we zeker ‘Day Tripper’, met het nodige gitaargeweld, en de schitterende medley ‘Devil With A Blues Dress On/Good Golly Miss Molly’ zeker nooit zullen vergeten. Het derde schijfje uit deze uitermate interessante box is een registratie van hun live optreden in het Funny Park in Denemarken en dit was ook meteen de start met hun nieuwe drummer Colin Martin gezien Keef Hartley nu zijn eigen KH-band had samengesteld. Zeer leuke live nummers waarop ‘Shake’ van Sam Cooke zeker niet kon ontbreken. Afsluiten deden ze met ‘(I Can’t Get No) Satisfaction’. Een minpuntje op deze schijf is de povere kwaliteit van de klankband maar ja het is ook al 47 jaar geleden toen deze opnames gemaakt werden. Dus dat wordt hen vergeven! Zelfs het bijbehorende, informatieve boekje alleen al rechtvaardigt de aanschaf van deze schitterende release van RPM. Van één ding ben ik zeker. De Artwoods werden tijdens de jaren zestig een beetje overschaduwd door andere, gelijkaardige outfits en dan denk ik hierbij meteen aan bv. de Yardbirds maar de muziek van de Artwoods klonk stukken beter dan die van de band die ene Eric Clapton, Jimmy Page en Jeff Beck heeft opgebracht. De Artwoods hadden net als de Yardbirds schitterende muzikanten aan boord maar hun muziek kwam niet echt aan bod hier op het continent en dat was een jammerlijke zaak. We werden volop overspoeld met muziek van de Beatles, Kinks en de Rolling Stones. De Artwoods verdienen hetzelfde lof (en zelfs iets meer) als hun illustere collega’s de Yardbirds. Alfons Maes (5) Of one thing I am pretty sure. The Artwoods were during the sixties a bit overshadowed by other, similar outfits and therefore I’m thinking immediately of the Yardbirds. The music of the Artwoods sounded much better than the songs of the band which gave us Eric Clapton, Jimmy Page and Jeff Beck. The Artwoods have had, just like the Yardbirds, brilliant musicians on board, but their music was not really promoted here on the continent, and that was a pitiful thing. We were fully overwhelmed with music of the Beatles, Kinks and the Rolling Stones. The Artwoods deserve the same praise (and even more) as their illustrious colleagues Yardbirds. RPM Records I RPMBX524 I Cherry Red Records I The Artwoods
De aandachtige lezer van de website zal wel al langer weten dat ik een fan ben van E, W & F. Grotendeels omwille van de muzikale visie van de groepsleider, Maurice White, die nu wegens ziekte niet meer actief mee de baan opgaat, is dit één van de meest prominente groepen die uit de jaren zeventig nog overblijft. De band incorporeert R&B, jazz, soul, funk, gospel, blues, rock en dansmuziek in hun repertoire, maar tevens Afrikaanse en spirituele invloeden. Ze kunnen prat gaan op een ganse reeks hits van singles en albums, en hebben vorig jaar een nieuw album uitgebracht. Waarschijnlijk kent u wel sommige van hun hits zoals ‘Shining Star’, ‘September’, ‘Boogie Wonderland’, ‘After the Love Has Gone’ en ‘Let’s Groove’. Deze elpee dateert uit 1976 en zoals je op de cover kan zien speelde de spirituele kant een grote rol. Hij wordt aanzien als één van hun beste albums, en klom tot nr. 2 in de R&B en poplijsten. Hij zorgde voor een multi platinaverkoop en bevatte verschillende stijlen zoals de jazzfunk klassieker en opener ‘Getaway’, een nr. 1 hit, de leuke mid-tempo track ‘On Your Face’, de ballade ‘Imagination’, de titeltrack, de hit ‘Saturday Nite’ enz. Overal zijn Maurice White’s spirituele boodschap en visie (deels Afro-Amerikaans Christenen en deels Oosterse filosofie) aanwezig. En laten we ook Philip Bailey’s mooie zangpartijen niet vergeten! Een belangrijke bijdrage werd ook geleverd door Charles Stepney die coproduceerde. Maar dit was één van zijn laatste producties, want deze arrangeur/producer/sessie muzikant/multi-instrumentalist & songwriter overleed in mei 1976. Verder krijg je hier als bonustracks de alternatieve mix en de singleversie van ‘Saturday Nite’, de “Angels Mix” van ‘Imagination’, de “the traveler” versie en de singleversie van ‘Departure’, de 12 inchversie en de instrumentale versie van ‘Getaway’, en de tracks ‘Seraphim’ en ‘African Symphony’, die niet op het origineel stonden. Alles werd geremastered, compleet met een cd-boekje met uitgebreide “liner notes”. Als dat geen must is voor de R&B en E,W & F fan, dan weet ik het ook niet meer! Patrick Van de Wiele (4½) This expanded edition comes with 2 hit singles and 9 bonus tracks, and if that’s not a must for R&B and E,W & F fans, then I don’t know it anymore! Bonnie Pointer is één van de stichtende leden van de groep The Pointer Sisters, en ze begon haar professionele carrière in de nachtclubs van San Francisco in 1969. Al gauw werd ze bijgetreden door haar jongere zus June, en haar oudere zussen Ruth en Anita. Als groep brachten ze een reeks hits uit op Blue Thumb, in verschillende genres waaronder funk en jazz, tot ze hun eerste Grammy Award wonnen voor de countrysong ‘Fairytale’ (geschreven door Anita en Bonnie), die Elvis Presley 2 jaar voor zijn dood zou coveren. Maar in 1976 verliet Bonnie de groep voor een solocarrière en tekende bij Motown. Dit was haar eerste album voor dat label, in een productie van haar toekomstige echtgenoot Jeffrey Bowen en labelbaas Berry Gordy. Het was destijds een succes bij critici en fans. Deze heruitgave opent met de Motown cover ‘When I’m Gone’ van Brenda Holloway, geschreven door William “Smokey” Robinson. Daarna komt de eerste single aan de beurt, nl. ‘Free Me From My Freedom/Tie Me To A Tree (Handcuff Me)’, goed voor een R&B top tien hit in 1978. ‘Heaven Must Have Sent You’ is de volgende Motown cover van The Elgins, dat later omgevormd werd in een discoversie (die je terugvindt bij de bonustracks). Verder bij de bonustracks staan de 12 inch discoversie, singleversie en instrumentale versie van ‘Free Me From My Freedom/Tie Me To A Tree (Handcuff Me)’, en de prachtige 12 inch discoversie en singleversie van ‘Heaven Must Have Sent You’. Verder lees ik op het Internet dat Bonnie recent een aanvraag tot scheiding indiende van Jeffrey Bowen, van wie ze al 10 jaar gescheiden leefde. Toch is deze heruitgave een aanrader omwille van de diverse versies die erop staan. Compleet met uitgebreide “liner notes” in het cd-boekje, weerom een aanrader voor R&B fans. Patrick Van de Wiele (4) This re-issue is a must for it contains different versions of Bonnie’s first hits for Motown. Big Break Records I CDBBR 0093 I Cherry Red Record
|
Archives
December 2024
|