CD & vinyl REVIEW BLOG |
0 Opmerkingen
Is het een plaag of een zegen dat je de zoon bent van een bekend iemand, en in dit geval Gregg Allman van de Allman Brothers Band. Voor Devon, die de laatste jaren sterk aan de weg timmert zowel als soloperformer of als muzikant bij de Royal Southern Brotherhood waarvan we enkele weken geleden nog een fantastisch concert mochten bijwonen, loopt het blijkbaar allemaal op de juiste rails. In 1999 hoorden we reeds van hem met zijn band Honey Tribe, een band die hij verliet in 2011 om de Royal Southern Brotherhood met o.m. Cyrille Neville en Mike Zito op te starten. Op de nummers horen we toch vrij vaak wat invloeden van zijn vader maar ook zijn oom Duane laat hier soms van zich horen. Maar het eindproduct als een Allman Brothers schijf betitelen zou een grote oneer zijn voor Devon zelf. We kunnen niet ontkennen dat Devon’s stem weer dat enorme ouderwetse soulgevoel laat horen. Dit gevoel wordt ons gepresenteerd op o.m. de coverversie van de Spinners’ ‘I’ll Be Around’ dat in 1972 verscheen als b-kantje van hun hit ‘How Could I Let You Get Away’. Wondermooie song! Als je van de echt soul houdt, dan zit je hier gebeiteld. Op ‘Traveling’ wordt de wah-wah pedaal van onder het stof gehaald en Devon kan zich hier eens rustig laten gaan als gitarist en ‘Ragged & Dirty’ is een meer op een funky ritme geschoeide tune. Devon overtuigt niet alleen op de sterke rockers want met het instrumentale ‘Midnight Lake Michigan’ worden we als het ware ondergedompeld in voortreffelijke gitaaruitstapjes. Negen en een halve minuut gitaarplezier zonder verveling. Het Zuiden heeft altijd al een issue gehad met burgerrechten. ‘Ten Million Slaves’ is een leuk pareltje over die burgerrechten dat hij pikte uit de omvangrijke backcatalogus van Otis Taylor. En als we willen blijven dansen dan is ‘Can’t Lose ‘Em All’ van Tom Hambridge en Lee Roy Parnell de beste optie. We horen hier duidelijk waar hij de mosterd vandaag haalt, zijn eigen erfgoed natuurlijk. De ode aan de Allman Brothers staat hier duidelijk centraal maar alle eer gaat hier wel naar de zoon van Gregg die het nu helemaal op zijn eentje heeft geklaard. ‘Ragged & Dirty’ is een schitterende schijf die iedere luisteraar meer dan eens in zijn cd-lader zal steken. Met deze release richt Devon Allman zich niet tot één doelgroep, neen, de muziek is voor iedere muziekliefhebber meer dan toegankelijk. Om te besluiten kunnen we gerust zeggen dat Devon Allman in tijd niet langer door het leven zal moeten gaan als zoon van Gregg maar dat Gregg nu beter bekend zal worden als de vader van Devon. Het is maar hoe je dit bekijkt natuurlijk. Alfons Maes (4½) 'Ragged & Dirty' is a superb disc that every listener will stab more than once in his CD player. With this release, Devon Allman is not focusing to one specific audience, no, his music is for every music lover accessible. To close, we can confidently say that Devon Allman no longer go through life as the son of Gregg but Gregg will become much better known as the father of Devon. It depends of course on how you look at this matter. Ruf Records I RUF 1205 I Devon Allman
Het gaat met een instrumentale funky groove van start die je even op het verkeerde been zet, debuut is niet meteen de juiste omschrijving voor dit combo. De respectievelijke bandleden van dit kwartet hebben er ondertussen naar verluidt al een behoorlijke staat van dienst opzitten, bundelen nu die ervaringen en hebben hun bestemming gevonden, getuige de bedrieglijk slome southern funk van ‘Find My Way Back’. Het is een van de gezamenlijk gecomponeerde nummers van het kwartet dat naast gitaartandem Josh Zee en Phil Hurley met de ritmetandem bassist Lonnie Trevino Jr. en Phil Bass aan de drumkit is opgebouwd. Daarnaast brengen de vier muzikanten afzonderlijk hun eigen songs aan waarmee ze bovendien afwisselend op de voorgrond komen. Dat resulteert in een opmerkelijk afwisselend schijfje. ‘Old Engine’ een door Zee uiterst klaaglijk en soulvol gedebiteerde southernrock parel met schitterend slepend snarenwerk imponeert van bij de eerste beluistering. Met de rockende brok ‘Down To Hell’ van Bass belanden we bruusk op onze beide voetjes op de grond of zelfs dieper. ‘King of Friday Night’ van is zoals de titel beloofd iets voor een (te) wild feestje in de plaatselijke saloon. Trevino lonkt met ‘Can’t Live Without You’ niet alleen met aanstekelijke basstructuren en de hulp van vibrafoon en orgeltje nadrukkelijk in de richting van de destijds door Holland- Dozier-Holland aangestuurde Four Tops, of zijn het toch The Isley Brothers tijdens hun gloriedagen bij Motown. Het dubbelloops gitaarwerk van ‘One More Time’ en het twangende ’29 Miles’ missen evenmin hun uitwerking. Trevino, de onbetwiste soulman van het gezelschap haalt nog eens fraai uit met zijn flexibele stembanden in de eersteklas slijper ‘Falling Out’ en deelt in de funky jam ‘Moonlight Reprise’ nog een welgemikte kopstoot uit. Vervolgens mogen Zee, Hurley en Bass achtereenvolgens met zonnige countyrock, stevig naar de seventies refererende gitaarrock en een akoestische afsluiter met harmoniërende samenzang nog eens uitgebreid haasje over springen. Zit al even in de cd-lader van de automobiel verankerd, dit straffe ‘Burn & Shine’ van The South Austin Moonlighters. Cis Van Looy (4) Blue Rose Records l BlUDP0641 l Sonic RendezVous l Klanderman Promotion l The South Austin Moonlighters
|
Archives
September 2024
|