CD & vinyl REVIEW BLOG |
In het verleden voerde hij het hoge woord bij de pychedelische folkies Jeremy Dormouse en rockers Mouse & The Gorillas. Ondertussen is hij met ‘The Best Kept Secret aan zijn tiende solowerkstuk toe, de voorgangers gingen geheel geruisloos aan ons voorbij. Cuddys songs daarentegen werden opgepikt door Prairie Oyster en The Spinney Boys, Jim Hurst, interpreteerde ‘Long & Lonesome’ en de onvolprezen Mickey Newbury voelt zich niet te beroerd om in de catalogus van Cuddy te bladeren. Dertien songs waarin zowat alle mogelijke muzikale facetten aan bod komen, tonen de veelzijdigheid van de songsmid uit Toronto. Cuddys akoestische snarenspel wordt geflankeerd door de verrichtingen van de eerder vernoemde voortreffelijke picker Jim Hurst terwijl Keith Glass subtiel voor het elektrisch versterkte werk zorgt. In de fraaie opener ‘The Honey Tree’ wordt zwoele zomeravond sfeer gecreëerd met de hulp van de pedal steel van Roly Platt die eveneens in de op rockende billyleest geschoeide titelsong en ‘The Big Chill’, een dreigend westernepos, rondwaart. Ook de ijle harmonica die je in de bluesy picker ‘The Luck Of The Draw’ hoort, wordt door Platt gehanteerd. ‘Amy’ een jazzgetinte, fluisterende ode aan de betreurde diva is ongetwijfeld een van de mooiste songs die we hier terugvinden samen met ‘Whisky Train’, een fragiele bottlestory die daar mooi bij aansluit. Of is het meerstemmige, door fiddle aangestuurde ‘Got A Brand New Heartache’ hier de parel. Ook ‘Drive-Thru Daiquira Bar’ of het eveneens in naar Tex Mex lonkende, ingetogen ‘She Reminds Me Of You’ komen in aanmerking en na verdere beluistering duikt er wellicht weer een ander, onvermoed juweeltje op dit inderdaad (veel te) lang bewaarde geheim. Cis Van Looy (4) VC-101 l Hemifran l Cris Cuddy
0 Opmerkingen
Op de derde cd van de Amerikaanse band Charlie Apicella (uit New York City) & Iron City hernieuwen ze hun traditionele orgelgeluid. Elke song heeft zijn eigen verhaal en groove, en van de 8 tracks zijn er de helft zelf geschreven, de overige zijn covers. Maar de cd werd gemaakt met een voorliefde voor traditionele jazz en blues en voor de muzikanten die gelden als hun invloeden. En dat zijn: Lester Young, Gene Ammons, Miles Davis, Grant Green, Wes Montgomery, Barry Galbraith, Dave Stryker, Yuseef Lateef en zelfs Frank Sinatra. Als opener werd gekozen voor een Holland-Dozier-Holland cover, de Supremes hit ‘I Hear A Symphony’ in instrumentale vorm met de gitaar en het orgel voorop. Een huwelijk van soul en jazz dus. Daarentegen is ‘Idris’ één van de vier originele tracks, een song geïnspireerd door het funky werk op de cimbalen van drummer Idris Muhammed. ‘In the Grass’ klinkt rustiger en de titeltrack is een ode aan Apicella’s grote voorbeelden, als daar zijn Wes Montgomery, McCoy Tyner en Trane. Dan is het de beurt aan de blues met ‘Spoonful’, waarop de blazers vraag en antwoord spelen met de gitaar, in de stijl van BB King. De mooie ballade ‘Amalfi’ wordt gevolgd door ‘The Selma March’, en dit is een cover van gitarist Grant Green. Ook ‘Sunday Mornin’’ is een cover van Grant Green. Dit is een cd die spreekt van een liefde voor de muziek van vroeger. En het valt best mee! Patrick Van de Wiele (4) A reminder of Music long gone, with fun grooves De Afro-Amerikaanse zanger Bobby Patterson is een soulicoon die werkte als songwriter, producer, en Dj op de radio. Tijdens de jaren ’60 en ’70 had hij een handvol hits. Nu is hij 70 jaar oud, maar zijn lichaam zit nog steeds vol soul! Hij maakte dan ook een nieuw album dat nog steeds klinkt zoals het in de jaren ’60 deed. “Life and death are in the power of the tongue. On this new album I speak to the old and I speak to the young," zei hij. “This new CD is the real deal. The longer you listen, the better you feel!” Het album werd opgenomen in Dallas en bevat naast originele track, enkele covers. De titeltrack opent de set, en klinkt alsof Stax Records nog steeds bestaat, met blazers, orgel en ritmesectie. ‘Your Love Belongs Under a Rock’ is een cover van The Dirtbombs, maar nu in een soulversie. ‘Let Me Heal It’ is een nieuwe soulballade, evenals het ritmischere ‘I Feel the Same Way’. Iets verderop staat ‘Poet’, en dat is dan weer een cover van Sly & the Family Stone uit 1971. Maar ‘It’s Hard to Get Back In’ is een nieuwe song, maar moet er niet voor onderdoen. En ‘Everybody's Got a Little Devil in Their Soul’ is een knipoog naar gospel. Het lijdt geen twijfel dat heel wat van die neo-soul artiesten beter eens zouden luisteren naar deze old school soul om bij te leren. Bobby klinkt alsof hij op de top van zijn kunnen is. Luisteren en kopen dus! Patrick Van de Wiele (4) Bluesrock…het moest allemaal nog beginnen toen zwarte artiesten als Muddy Waters en Howlin’ Wolf hun gitaren in een versterker begonnen te pluggen en dat werd het sein voor impulsen vanuit Britse kant met artiesten als de Rolling Stones, Peter Green en John Mayall die ‘de’ blues in Amerika een geweldige maar hoogstnodige boost gaven. Zowat in alle windstreken waren ze bij de les en…Electric Blues was Born. Later werden door rockbands als Led Zeppelin invloeden van rock geïntroduceerd in de blues en zo werd op gebied van het muzikale zwart en wit, Amerikaans en Brits alles in een nieuwe richting geduwd. Van dit alles waren Fonzie Verdickt (gitaar) en George Milikan (drums) vanaf het eerste moment fan en als oprichters van Blues Karloff was het dan ook een certitude dat dit de richting was waar ze hun groep wilden naar toe dirigeren. Het werd in het begin enkele jaren van aftasten en de band viel sinds een jaar pas in de juiste plooi mede door toevoeging van Frans Ruzicka (basgitaar), Alfie Falckenbach (vocals) en Paul “Shorty” Van Camp (gitaar). Zestig- en zeventigerjaren blues met rockinvloeden daar wilde ze naar toe en in mei trokken ze de Pyramide studios te Beerzel in voor de opname van hun ‘Ready For Judgement Day’. Mijn favoriete ‘inheemse’ bluesrock groep is nog steeds ‘Give Buzze’ al hebben deze gasten uit het Gentse er al jaren de brui aangegeven. Fred and The Healers, die zijn dan weer terug van weg geweest en drummer Nicolas Sand is alvast fan van deze Blues Karloff, of ik het zal worden moet blijken na het beluisteren van dit album. Liefst 16 nummers hebben ze opgenomen en daarmee kleuren ze wel eventjes buiten de lijnen maar bluesrock fanaten zullen daar zeker niet rouwig om zijn. Liever een uurtje dan een half uurtje van je favoriete muziek daar is iedereen toch gelukkig mee. Met ‘Who’s Been Talking’ zijn de Britse invloeden al onmiddellijk duidelijk aanwezig en de snedige gitaarintro op ‘Train-Kept-A-Rollin’ doen Paul Van Camp alle eer aan als leadgitarist. Live in the act heb ik deze Blues Karloff nog niet op mijn netvlies kunnen vastleggen maar dat er Marshall’s aanwezig zullen zijn moet bijna zeker zijn want stevig klinkt het in zeker geval. Boom Boom van icoon JLH is voor mij dan weer niet zo geslaagd misschien om dat deze eminentie van de blues bij mij in de bovenste schuif ligt al zal de versie van Fonzie en de zijnen het live zeker en vast wel doen in de clubs. Nummers als ’The Hunter’ en ‘If I Had Possession Over Judgment Day’ zijn dan weer op het ‘lijf’ geschreven van deze Belgische rockers. Ook ‘Inside Out’ heeft het snedige gitaarwerk waarop bluesrock fanaten zo graag kicken en moet zeker uit je speakers kunnen komen met alle decibels die voorhanden zijn. Of ik na het beluisteren fan ben weet ik nog niet te bevestigen maar ik kijk er alvast naar uit om ze eens in levende lijve te mogen aanschouwen. Dit album heeft zijn ups-and-downs wat misschien te verklaren is door de 16 tracks die hier aanwezig zijn. Ik zou durven stellen maak mindere nummers sterker en gebruik ook eens meer eigen materiaal, de steengoede blues standaards hou die alleen voor de concerten daar worden ze minder vergeleken met het origineel. Een 10/10 is er wel voor Eric Philippe voor het ontwerp van een mooie cd-cover. Line-up: Fonzie Verdickt - guitar Georges Milikan - drums Alfie Falckenbach : vocals Franz Ruzicka - bass Paul ’Shorty’ Van Camp - lead guitar Tracks 01 Who's Been Talking 02 Train-Kept-A-Rollin' 03 Boom Boom 04 The Hunter 05 Inside Out 06 Better By You, Better By Me 07 Oh Pretty Woman 08 Rock Me Baby 09 Shame, Shame, Shame 10 Got Love If You Want It 11 Mean Ol' Woman Blues 12 Neighbor, Neighbor 13 I'm Ready 14 If I Had Possession Over Judgment Day 15 Big Boss Man 16 Cross Road Blues Freddy Vandervelpen (3) Superster Barbra Streisand voorstellen hoeft niet meer. Ze kwam hier al meermaals aan bod, en tijdens haar rijk gevulde loopbaan heeft ze altijd oog gehad voor andere stemmen. Dit heeft nu geleid tot een duetalbum, waarop ze 12 van haar klassiekers en andere songs deelt met mannenstemmen. De cd opent met ‘It Had to Be You’ dat ze samen brengt met Michael Bublé. Prachtig! Dan volgt het duet ‘People’ met Stevie Wonder, één van echte klassiekers, maar hier heupwiegend op een lichte bossa nova met uiteraard ook een mondharmonicasolo van Stevie. ‘Come Rain or Come Shine’ is een jazzy track met John Mayer, gevolgd door haar fabelachtige ‘Evergreen’, haar handelsmerk als je het mij vraagt, hier in duet met R&B ster Kenneth ‘Babyface’ Edmonds. Zalig! Billy Joel is daarna aan de beurt met zijn song ‘New York State Of Mind’, waarop Barbra uiteraard inspeelt. ‘I’d Want It To Be You’ is voorbehouden aan de countryster Blake Shelton. Lionel Richie komt haar daarna bijstaan op nog één van haar golden oldies, nl. ‘The Way We Were’. Klassiek zanger Andrea Bocelli mocht ook niet ontbreken en brengt met Barbra ‘I Still Can See Your Face’. Daarna komt haar eerste duet met haar zoon Jason Gould, dat ooit in de studio opgenomen werd, en dat is ‘How Deep Is The Ocean’. Soulzanger John Legend is dan aan de beurt op ‘What Kind Of Fool’. Voor klassiek zanger Josh Groban is niet de eerste keer dat hij met Barbra samen zingt. Deze keer werd dat het wereldberoemde ‘Somewhere’, uit ‘West Side Story’. En als klap op de vuurpijl komt er door het wonder van de techniek ene virtueel duet met wijlen Elvis Presley, nl. ‘Love Me Tender’. Dit nieuwe album werd geproduceerd door Babyface samen met Walter Afanasieff (die ik nog ken van zijn werk met Kenny G). Het leidt geen twijfel dat hier magische duetten gecreëerd werden, en Barbra heeft dat tot een kunst verheven. Een must voor iedere muziekliefhebber! Patrick Van de Wiele (4½) Dit is een interessante en gevarieerde compilatie van obscure filmthema’s uit het ouden tijdperk van de cinema, namelijk de jaren ’50 en ’60. Zo zijn opgenomen thema’s uit komedies zoals ‘The Rebel’ en ‘I’m Alright Jack’, maar ook rare zoals ‘A Kind of Loving’ en ‘A Taste of Honey’, en daarnaast Hollywood hits. Het donderende thema uit de Diana Dors film ‘Passport To Shame’, de partyscène uit ‘Experiment In Terror’, en sommige van de grootste namen in de soundtrackgeschiedenis zoals John Barry, Henry Mancini, John Dankworth en Ron Grainer. Maar ook spookachtige muziek uit de thriller ‘Blind Date’ en het drama ‘Live Now Pay Later’. Je krijgt hierdoor echt de verschillende atmosferen van de films die speelden in cinema’s zoals de Rialto, de Roxy, de Troxy enz. De compilatie werd samengesteld door Martin Green en Bob Stanley, in navolging van hun eerdere ‘Soho Blondes and Peeping Tom’s en ‘Song for Soho Blondes’ cd’s. De meeste van deze tracks verschijnen nu voor de eerste maal op cd. Een goudmijn dus voor soundtrackverzamelaars. Patrick Van de Wiele (3½) Rare and obscure film themes from the ’50 & ‘60’s. A goldmine for soundtrack collectors. Croydon Municipal I CR9 009 I Cherry Red Records
Deze compilatie traceert de route die R&B op het einde van de jaren ’50 vanuit de USA ondernam vanuit de Coxsone Sound Systems naar Jamaica. Maar dat is slechts één van de vier delen op deze cd. Daarnaast is er “the eight-step program”, “Americans Making that Rhythm” (met een kerstliedje en Louis Jordan) en “the Early Sound of Ska” (met Prince Buster). We volgen op die manier de route die van bij Rosco Gordon en zelfs Fats Domino vertrok naar de originele Jamaicaanse opnames van ska. Ik herken ook ‘Kansas City’ van Wilbert Harrison, betere bekend in de versie van Trini Lopez. En zo ontstonden ska, rock steady en roots reggae. Deze opnames werden geremastered van de originele geluidsbronnen met “liner notes” door MOJO’s magazine Dave Henderson. Patrick Van de Wiele (3½) The route that led from Rosco Gordon to the early Jamaican recordings of ska. Righteous Records I Righteous Psalm 23.83 I Cherry Red Records
Intelligente franjeloze storytelling, zo beschreven we vier jaar geleden ‘It’s Allright’ een debuut gevuld met authentiek klinkende Americana. De verhalen van Spike Flynn zijn evenwel niet afkomstig uit het vertrouwde, Amerikaanse continent maar situeren zich ergens in Australië. Sidney is de nieuwe thuishaven van Flynn maar hij groeide op in New South Wales . Op de zwart wit foto in het cd-hoesje poseert Flynn in een desolaat landschap in New South Wales, meer bepaald in Uralla, bezongen in ‘Uralla Blues’. In de plaatselijke Drongo studio kwam ‘Rough Landing’ tot stand. Begeleid door een extra gitarist, ritmesectie , een alomtegenwoordige fiddler en achtergrondzang van Donna Amini stelt Flynn een dozijn nieuwe songs voor. Onthechting, desillusie zijn de onderwerpen die hier domineren. Het begint met ‘Fate and Freedom’ een verhaal dat zich ergens in een saloon afspeelt, een passant (Flynn?) op zoek naar liefde en geborgenheid wordt er geconfronteerd met enkele obstakels. ‘Small Town Refugee’ verzuipt in melancholie, een treurige fiddle doet er nog een schepje bovenop, een song die sterk aan de verrichtingen van John Prine herinnert, dat gevoel krijgen we ook bij ‘Frozen Words (Neon Lit Cafe no.2)’ en het prachtige ‘All You Lonesome Hobos’. ‘Trying To Get Home Blues’ huppelt op een iets nerveuzere ritmiek verder terwijl de harmonica de komst van de stoomtrein aankondigt in ‘Re-incornation Train Whistle Blues’, een relativerend verhaal over reïncarnatie, “I’m coming back as a big steel train and you’re gonna be my railway station” een vermomde liefdesverklaring en even een wat luchtiger intermezzo in de duisternis. Cis Van Looy (3½) Met als bandleden Ashley Holt (zang), Ant Glynne (gitaar), Lee Pomeroy (bas), Tony Fernandez (drums) en Erik Jordan (keyboards) speelt progressieve rock boegbeeld Rick Wakeman dit live album vol. Dit album dateert al van 2003, maar was al jaren niet meer verkrijgbaar. Hierop spelen Rick en zijn band heel wat klassieke tracks zoals ‘Catherine Parr’, de titeltrack van het album ‘Out There’, ‘No Earthy Connection’, ‘White Rock’ en ‘Wurm’. Rick speelt alsof zijn leven ervan afhing. Nu is dit live album geremastered met een cd-boekje met het originele artwork en “liner notes”. Patrick Van de Wiele (3½) Toetsenist Rick Wakeman hoeft hier niet meer voorgesteld te worden. In 1996 nam hij dit studioalbum op, dat nu voor het eerst in jaren weer verkrijgbaar is. Het bevat nieuw gecomponeerd materiaal, samen met een bewerking van de klassieke Yes track ‘Starship Trooper/Wurm’, en ook een thema dat oorspronkelijk geschreven werd voor het BBC tv-verslag van de verkiezingen van 1997, dat verweven werd met het thema uit ‘King Arthur’. Met Chrissie Hammond als zangeres, Fraser Thorneycroft-Smith op gitaar, Phil Laughlin op bas en Stuart Swaney op percussie. Deze cd werd officieel geremastered, en uitgebracht met het originele artwork en “liner notes”. Patrick Van de Wiele (4) In de stad Moskou componeerde Dima, een beginnende singer-songwriter, enkele simpele songs en nam ze op met een microfoon van zijn spelcomputer. Zijn vriend Narek, die piano en keyboards speelde, vervoegde hem. En zo begon het verhaal van MKRV. In 2011 namen ze hun titelloze EP op, met 5 originele composities, zonder ritmesectie. Eén song daaruit, ‘Zeinabelle’ kreeg aandacht, door zijn strijkersarrangement. Men realiseerde zich toen dat er nooit zo’n band geweest was in Rusland. Kort daarna verscheen een live EP met covers waarvan zij hielden. Nu werden hun interesses duidelijk: de intelligentie van Brian Eno met de contemplatieve aard van Coldplay, vermengd met de passie van City and Colour. Dit jaar verhuisde Narek naar Californië om daar de muziekschool Pyramind te studeren. De groep had toen net dit full album opgenomen. Bob de gitarist, en mixer kwam erbij. Opener ‘All This Time’ vertoont invloeden van Paul Simon. ‘A Couple of Sparrows’ is een instrumentaal nummer met geluiden van wind, eenzaamheid, water, enz. ‘Warmth Around You’ refereert dan weer dan U2. Minimalistisch en contemplatief. Patrick Van de Wiele (3½) De Amerikaanse singer-songwriter Kiki Ebsen begon als kind piano te spelen, daarbij in de voetsporen van haar moeder, tante en grootmoeder tredend. Ze pikte al jong melodietjes op door gewoon te luisteren, en begon alras haar eigen songs te componeren. Ze weigerde categoriek haar beroemde vader zijn herhaalde suggesties om de jazzklassiekers te leren zingen. Ze koos voor talloze garagebands en behaalde uiteindelijk een graad in klassieke zang aan het California Institute of the Arts. Net afgestudeerd, ging met de legendarische band Chicago in zee als keyboardspeler. Daarna koos ze voor Al Jarreau’s band. Haar eerste cd ‘Red’ werd geproduceerd door smooth jazz producer Paul Brown met bijdragen van Boney James, Buzz Feiten en Paul Jackson, Jr. Ook trad ze live op met o.a. Belinda Carlisle, Bill Champlin, Peter Cetera, Tracy Chapman, Michael McDonald, Stephen Bishop, James Ingram, Jeffrey Osborne, Boz Scaggs, Christopher Cross, Dave Koz, Colin Hay en Wilson/Phillips. Haar tweede album, ‘Love Loud’ stamt uit 2002, en drie jaar later kwam ‘Kiki’ er, opnieuw met Paul Brown. In 2009 nam een cd met covers op die ‘Cool Songs Vol. 1’ heet. Nu heeft toch aan de raad van haar vader wijlen de acteur Buddy Ebsen gedacht en een jazz eerbetoon aan hem opgenomen. Er staan klassiekers op en songs geassocieerd met zijn showbizzcarrière. ‘You Don’t Know What Love Is’ is zo’n klassieker, gevolgd door ‘If I Only Had a Brain’ uit ‘The Wizard of Oz’. Deze song is de tweede meest gedraaide single op de radio de voorbije week. ‘Missing You’ is een originele track, waaraan haar vader meeschreef. ‘Moon River’ kent u uiteraard, en iets verder staat ‘Tea for Two’. ‘Laura’ is nog een bekende klassieker, waarna Cole Porter’s ‘Easy to Love’ eraan komt. Met het overbekende ‘Over The Rainbow’ ook weer uit ‘The Wizard of Oz’ sluit Kiki af. Ze zei over dit project: “We are losing the iconic talents many of us grew up with. By recording these songs, I hope not only to honor my father’s memory and his love of jazz, but to create a musical statement that is truly my own. I’m connecting his past to my present in a way that will no doubt leave me forever changed. Through this journey I have discovered my voice. A simple yet beautiful tone that emanates from a true place in my heart; a place of lightness and ease.” Een leuk album van deze voor mij onbekende zangeres. Patrick Van de Wiele (4) A collection of jazz standards, inspired by her dad’s life and career. A nice introduction to this singer. Painted Pony Media I PPM040208 I Great Scott PR I Kiki Ebsen
Een opmerkelijk debuut van een tot dusver een beetje in de schaduw van andere muzikale projecten opererende zangeres. Kelley Mickwee kan, bezwaarlijk als een echte debutante beschouwd worden. In haar geboortestaat Tennessee maakt ze gedurende zeven jaar de helft uit van het duo Jed (Zimmerman) & Kelley. Na de split wijkt Kelley vanuit Memphis naar Texas uit. In Austin deelt ze het podium met Kevin Welch en bij The Trishas, een vrouwenclubje met Savannah, de dochter van Welch, in 2009 oorspronkelijk opgericht als eerbetoon voor vader Welch, laat ze zich niet alleen opmerken met haar zwoele zuiderse accent in de harmoniezang. Naast haar gitaar- en banjobijdragen komen in het uit 2012 daterend ‘High Wide And Handsome’ ook haar songwriterscapaciteiten uitgebreid aan bod. Ze besluit haar eigen weg te zoeken en die lijkt ze met het eigenhandig geproduceerde ‘You Used To Live Here’ moeiteloos te vinden. Mickwee keert terug naar Memphis waar ze in het Shelby Foote Mansion naast haar man Tom Regan enkele lokale muzikanten verzamelde om er in anderhalve dag zeven songs in te blikken. De omgeving en het verblijf in het huis van de auteur van het historische ‘Shiloh’werkte uiterst inspirerend. Het samen met Kevin Welch gecomponeerde ‘River Girl’ vormt de aanzet voor deze sessies. Is het dat orgeltje, de soulvolle gitaarlicks van Regan aangevuld met een wonderlijke solo van Welch of de soepele frasering in dit fraaie stukje countrysoul. Het resultaat benadert in ieder geval ongemeen sterk de sfeer die we op het uit de tweede helft van jaren zestig daterende werk van Aretha Franklin terugvinden. De verstilde ballade ‘Take Me Home’, met de hulp van Phoebe Hunt tot stand gekomen, zweeft op de fluisterende pedalsteel van Eric Lewis en ‘Beautiful Accidents’, een duet met co-auteur Owen Temple, meandert gracieus verder op die klaaglijke snaarlijnen richting Southwest. De titelsong, het swampy ‘You Used To Live Here’ werd geïnspireerd door haar oude idool Jimmy Daddy Davis. Kelley keert nog eens terug naar de vertrouwde porch uit haar jeugd op een luie, slepende laidback Memphisgroove. Na een voortreffelijke interpretatie van het van John Fullbright geleende ’Blameless’ rondt een sensueel geladen ‘Hotel Jackson’ dit bijzonder fraaie handvol mooi af met hitsige gitaarlicks. “You can run but you can hide”, inderdaad, maar dat vinden we in dit geval zelfs heel aangenaam. ‘Dark Side Of Town’ van de onvolprezen Eliza Gilkyson toont nog eens de intrinsieke klasse van deze zangeres en vormt een waardige apotheose van dit fijne halfuurtje ‘Mickwee in Memphis’. Cis Van Looy (4½) Inderdaad, het gaat hier om een cd van een man met een stevige muzikale bagage. Op ziJn veertiende levensjaar kreeg hij zijn eerste gitaar want zijn ouders hadden een speciaal gevoel dat zoonlief James later wat met muziek zou gaan doen. Het grootste deel van zijn jeugd bracht hij door in zijn slaapkamer continue oefenend op zijn gitaar om bepaalde songs vlekkeloos na te spelen. Dit alles speelde zich toen af in Calgary, Canada waar eind jaren zeventig, begin jaren tachtig zich een leuke folksien ontwikkelde. Ondertussen zijn er reeds wat jaartjes gepasseerd en staan er nu ook wat minder haren op zijn hoofd, James woont nu in Perth (neen, niet in Australië) maar in Ontario, Ca. James Keelaghan is een kruisbestuiving tussen Bob Dylan en Donovan maar heeft een voordeel op de genoemde singer-songwriters: zijn vocale kwaliteiten zijn styukken beter. Keelaghan beschikt echt over een stem die zonder enig verpinken een rasechte folkstem mag genoemd worden. Op de cd vinden we een indrukwekkend overzicht van zijn eerste 25 jaren als singer-songwriter en geloof me, het zijn nummers die je een voor een weten te pakken. Ik vraag me af of hij zich ooit heeft laten beïnvloeden door Jackson Browne’s ‘Take It Easy’ van de Eagles want de openingsriff van dit nummer lijkt verdacht veel op dit klassennummer. ‘Lazarus’ is dan weer zo’n verdomd staaltje vakmanschap, een nummer waarin de viool een hoofdrol opeist. Al twee nummers die ons gewoon een beter gevoel geven maar we krijgen nog meer van die pareltjes. Wat dacht je van het meer ingetogen ‘Boom Gone Bust’ en van ‘Red River Rising’ dat meteen weer die sterke, diepe folksound laat horen. En dan hebben we ook nog het gewoonweg schitterende ‘Cold Missouri Waters’, (dat door Cry Cry Cry in 1998 gecoverd werd) een song die echt in je onderbewustzijn blijft nazinderen. Het gaat over de Mann Gulch brand in 1949 in de staat Montana, USA. Met ‘Connenville’s’ wordt deze prachtige cd afgesloten. In enkele van zijn nummers loopt als rode draad sociale problemen en gerechtigheid in onze samenleving. Maar dat is niet vreemd aan folkmuziek. De bijbehorende dvd geeft een beeld van hoe en waar James zijn inspiratie van sommige van zijn composities. Het merendeel is James zelf aan het woord. Pure klasse zonder weerga. Alfons Maes (4½) De Amerikaanse singer-songwriter Hilary (met één l) Scott schrijft, neemt op en toert al zo’n 15 jaar, en dat op onafhankelijke basis. Ze werd heel jong tot muziek aangetrokken. Alhoewel de naambekendheid van Hillary (met twee l) Scott het haar extra moeilijk maakte. Ze dankt veel aan haar overleden broer Scott. Op tournee stond ze al in Italië, Frankrijk, de UK, Japan, Vietnam, Zuid Korea en uiteraard de USA. Voor haar nieuwe cd trok ze naar Los Angeles, en werkte daar met de beste artiesten, zoals Johnny Lee Schell, Bob Glaub, Tony Braunagel, Julie Delgado, Kevin Fischer en Mike Finnegan. Deze schreven en treden al op voor o.a. Sting, Taj Mahal, Bonnie Raitt, Jimi Hendrix, Paul McCartney, The Blues Brothers enz. Recent ontving Hilary het nieuws dat haar laatste vinylalbum ‘Flowers on Mars’, de Americana/Folk prijs van het jaar gewonnen had van de Rural Roots Music Commission of the National Traditional Country Music Association. Haar alweer elfde cd gaat over de liefde, en de mislukkingen die daarmee soms gepaard gaan. Ze schreef sommige songs zelf, en werkte aan andere weer mee. In een productie van Michael O’Neil, hoor je hier emotionele songs, die melodieus klinken. De titeltrack is een mooie ballade, gevolgd door de mid-tempo track ‘Help’. Ook het voornoemde nummer ‘Flowers on Mars’ staat erop. Ze covert ‘Lotta Love’ van Neil Young. En ‘If You Don’t Love Me’ is een duet, maar met wie is niet vermeld. Een leuk album. Patrick Van de Wiele (3½) A nice album about love, and heartaches from an independent singer-songwriter. Heather Kropf werd geboren in Portland, Oregon als dochter van mennonieten, die gedrenkt waren in de etnisch/religieuze traditie van a capella zingen. Ze werd weggehouden van popmuziek en kreeg enkel jazz, folk en klassiek te horen. Op zevenjarige leeftijd begon ze dan ook klassieke piano te studeren en hield dat vol tot haar negentiende. De familie verhuisde naar een klein stadje in het Midwesten van Indiana, waar ze bleef tot ze afstudeerde. Met een fascinatie voor de popmuziek van de jaren ’80 en ’90 begon ze muziek te exploreren van singer-songwriters zoals Joni Mitchell, Kate Bush, Sting, Paul Simon, en Sade. Heather begon haar eigen songs te schrijven, en te spelen, zong in een coverband en speelde zelfs dj. Na haar studies werd assistente muziekdirecteur bij een radiostation in Pittsburgh, en aansluitend begon ze haar eigen materiaal uit te proberen op open podia en in clubs. Haar debuut verscheen in 2000. Vijf jaar later volgde de opvolger ‘What Else is Love’, en in 2009 kwam de derde er, ‘Hestia’ genaamd. Toen werd ze ernstig ziek en kon bij momenten zelfs niet meer zingen. Twee jaar geleden kwam ze voor de pinnen met nieuwe songs, die op dit 4de album staan, dat ze via Kickstarter liet sponsoren. Heather speelt piano, Wurlitzer, Rhodes, en zingt. Er kunnen onmiddellijk vergelijkingen gemaakt worden met Tracey Thorn (Everything But the Girl) en Suzanne Vega. Ze brengt folk en pop met jazzinvloeden. Patrick Van de Wiele (3½) Folk and pop with jazz influences and comparable with Tracey Thorn and Suzanne Vega. Réverie Records I 203 I Michael J. Media I Heather Kropf
Om in zijn levensonderhoud te voorzien componeert Ernest Troost muziek voor films en levert soundtracks bij TV-series aan. In de jaren negentig is hij als producer en componist betrokken bij twee projecten van Judy Collins. Ondertussen is de man ruim drie decennia actief als songwriter aan de Westkust. Songs die op ‘All The Boats Are Gonna Rise’ en ‘Ressurection Blues’ terug te vinden zijn, langspelers die op Troosts eigen platenlabel Travelin’ Shoes Records worden uitgebracht. ‘O Love’ herbergt dertien tracks waarin Troost zich als een begenadigd songwriter profileert. Bovendien toont hij zich een voortreffelijk gitarist in de op countrybluesstruturen geënte tracks als ‘Close’, ‘ I’ll Be Home Soon’ en ‘Pray Real Hard’, dat aan de ritmiek van Dylans ‘Buckets of Rain’ herinnert. Het met mandoline en pomporgel ingekleurde ‘Harlan County Boys is een meer op traditionele leest geschoeid epos met voortreffelijke harmoniërende zang van de alomtegenwoordige Nicole Gordon. De titelsong ‘O love’ gaat eveneens als zo’n vredige countrypicker van start maar als de ritmesectie invalt horen we voort het bevreemdend vervormd, elektrisch gitaren op de achtergrond. Dat elektrisch aangestuurd snarenwerk is naast de excellente akoestische fingerpicking ook te horen in een knap opgebouwd ‘Storm Comin’ en de openingssong ‘Old Screen Door’ een intrigerende murderballade waarin de snarenspinsels van een gitzwarte, beklemmende sfeer creëren. Ongetwijfeld de beste song maar Troost weet ook in de overige songs de aandacht van de luisterraar moeiteloos vast te houden met zijn verhalen. Cis Van Looy (3½) Bijna onmiddellijk na de split van de groep The Monkees in 1970, was er een oproep voor een reünie, en er kwam een voorstel om het project te financieren. Micky Dolenz en Davy Jones waren enthousiast, maar Mike Nesmith was niet geïnteresseerd en Peter Tork was onvindbaar. Dan werd maar een pseudo Monkees groep opgericht met songwriters Tommy Boyce & Bobby Hart, die de eerste nummer 1 hit ‘Last Train to Clarksville’ en het Monkees thema geschreven hadden. Het Monkees logo mocht om copyright redenen echter niet gebruikt worden. Hun eerste publieke optreden kwam er op 4/7/1975 in St. Louis. Ze toerden in de USA een jaar rond, en trokken daarna naar het verre Oosten. Zo waren ze de eerste Amerikaanse band die in Thailand speelde. Door dat succes kwam er een platencontract bij Capitol Records. Deze cd is daar het resultaat van. Maar de singles eruit en het album zelf kregen in de charts geen voet aan de grond. Begin 1977 werd dan ook besloten om de stekker eruit te trekken. Tommy & Bobby gingen weer songs schrijven, tot Tommy in 1994 zelfmoord pleegde. Deze cd bevat zachte popmuziek, inderdaad in de stijl van The Monkees. Patrick Van de Wiele (3½) A reunion album with 2 former members of The Monkees and 2 songwriters. EL Records I acmem52cd I Cherry Red Records
De Fransman Cyrille Verdeaux werd op 31/7/1949 geboren in Parijs. Op zijn veertiende startte hij aan het Nationaal Conservatorium van Muziek waar hij compositie, harmonie en piano studeerde. Tussen 1966 en 1968 won hij daar driemaal de 1ste prijs in studentcompositie. Maar in 1968 werd hij weggestuurd omwille van zijn revolutionaire activiteiten. Hij ging dan naar het conservatorium in Nice om zijn Masters diploma te halen, en keerde daarna terug naar Parijs om de progressieve rockgroep Babylone op te richten. In 1975 kwam zijn debuut uit op Virgin records, getiteld ‘Clearlight Symphony’. Zijn vriend Pascal Menetrey overleed in 2006 en dit album is dan ook aan hem opgedragen. De muziek erop is krachtig, geselecteerd om de yang kant van de eerste chakra te illustreren. Deze chakra heerst over leven en doodsenergieën. Tussen 1992 en 1999 werden door Menetrey samples van Inuit, Papoo, Tuva, Ethiopische en Koerdische zangers verzameld, evenals samples van wilde dieren met uitsterving bedreigd. De bedoeling ervan is om de dood van deze onschuldigen overal ter wereld te stoppen. Er staat ook een unieke song op, ‘Raoni’s Song’, de enige die ooit door de Amazoniaanse chef Raoni opgenomen werd, een voormalige protégé van Sting. Cyrille speelt keyboards en zei: “Talking of "fatal fate," the chants of various tribes facing extinction represent the death aspect of this chakra. And since most of the beings heard on this album are probably already dead, well, this album is made particularly all that more poignant because, sadly, Pascal Menetrey passed away in 2006 - and so this Tribal Hybrid Concept album is dedicated to his memory.” Een album voor liefhebbers van wereldmuziek dus. Patrick Van de Wiele (4) An album with samples of Inuit’s, Papoos, Tuvas, Ethiopian and Kourdian singers, along with samples of wild animals. For lovers of world music Op het einde van de jaren ’80 waren fans van progressieve rock blij dat de leden van de voormalige groep Yes, te weten Jon Anderson, Bill Bruford, Rick Wakeman en Steve Howe, weer samen waren om een studioalbum op te nemen en de wereld rond te toeren. Het resultaat daarvan was het album dat op Arista Records in 1989 verscheen. Het had alle kenmerken van de klassieke Yes sound, en bevatte enkele uitgesponnen tracks zoals ‘Brother of Mine’, ‘Quartet’ en ‘Order of the Universe’, samen met kortere composities zoals ‘Let’s Pretend’ (in samenwerking met Vangelis). De openingstrack ‘Themes’ is onderverdeeld in 3 delen, en ‘Quartet’ in 4 delen. ‘The Meeting’ is vooral piano, en op ‘Teakbois’ zijn Jamaïcaanse ritmes te horen. Nu is het album officieel heruitgebracht, uitgebreid op 2 cd’s en geremastered. Je vindt erbij een bonus-cd met zeldzame mixen en tracks uit de singles en 12 inches. Met het originele artwork en een nieuwe essay. Voor liefhebbers van progressieve rock die het verleden willen herbeleven. Patrick Van de Wiele (3½) For fans of progressive rock who want to relive the past. Deze man leerden we kennen we als het vinnige gitaarrockertje van US Rails. Daarnaast bouwde de uit Philadelphia afkomstige Tom Gillam een solocarriere uit. Het onvolprezen Duitse rootslabel Blue Rose Records waar Gillam ondertussen onderdak vond bracht met ‘Better Than The Rest’ een fraai overzicht uit van het vroegere werk. Naar aanleiding van zijn solotournee is er nu een tweede liveregistratie, in tegenstelling tot het geëlektrificieerde, ‘Play Loud, Dig Deep’ een wat bezadigder aangelegenheid zoals de ondertitel ‘Live Acoustic & Relaxed’ al laat vermoeden, evenwel zonder in van die doodsaaie toestanden te vervallen. Na een uitgebreide tour besloot Gillam vorig jaar in december nog eens een intiem concertje voor vrienden en familie te organiseren in het vertrouwde Barrington Coffee House in New Jersey. Met enkel begeleiding van een akoestische gitaar bladert Gillam door zijn repertoire. Uiteraard veel werk uit het recente ‘Good For Me’ met ‘Last Night On Earth’, een oprechte ballade opgedragen aan zijn op het concert aanwezige geliefde Caroline en het van Terri Hendrix geleende ‘Hand Me Down Blues’. Eveneens een evidente keuze is ‘Till The Morning Come’ waarin gewaardeerde collega’s als Ray Bonneville worden vernoemd en afkomstig uit de meer akoestisch georiënteerde voorganger ‘Rustic Beauty’. Voor het uit ‘Never Look Back’ geplukte ‘Where Is Bobby Gentry’ (we vragen ons ook al eens af hoe het met die getalenteerde Southern Belle gaat) zet Tom zich even achter de piano. Nog beter wordt het als Ben Arnold de klaviertoetsen overneemt en samen met die andere compagnon uit Us Rails, percussionist Matt Muir voor achtergrond zang zorgt in enkele nummers. Zo wordt het in laatste instantie met dit trio toch nog een beetje een US Rails aangelegenheid en dat is altijd mooi meegenomen. Cis Van Looy (3½) Vanuit zijn thuishaven in Noord Caroline observeert Rob McHale de Ameikaanse samenleving. Intelligente Observaties die je op afgelegen plekken brengen, langs stoffige veldwegen of in onooglijke stadjes. Verhalen die je naar de slagvelden van de Amerikaanse burgeroorlog leiden in songs als ‘Surrounded Again ( General Custer)’, waarin de auteur zich rechtstreeks tot de legendarische krijgsman richt. ‘Irons and Chains’ vertelt het verschrikkelijke lot van de Afro- Afrikaanse slaven in de negentiende eeuw, in het refrein wordt Dred Scott vermeld, als slaaf geboren probeerde deze zwarte man via burgerlijke processen tevergeefs uit die uitzichtloze situatie te ontsnappen. ‘The Castlebar Races’ is eveneens een verhaal over de drang naar vrijheid maar situeert zich in Ierland situeert. ‘Fast Movin Train’ gaat eveneens over ontsnappen, weggaan uit een vertrouwde omgeving of dat overwegen. “ Have you ever run away on a fast movin’ train with nothin’ in your pocket but your name”. ‘Back Home’, met een sfeervolle kampvuurharmonica op de achtergrond is dan weer een melancholische ode aan de geborgenheid van een warme thuishaven, evenals de tedere pianobalade ‘Mother’ en de fraaie titelsong. Poëtische mijmeringen verpakt in folkgetinte akoestische muziekjes. Mc Hale’s zacht brommende tenor en verfijnde gitaarspel wordt ondersteund door de harmonica van broer Pat en het sporadisch elektrisch snaren en slide-spel van zijn gitarist Mike Alicke die eveneens de dobro beroerd. Het trio wordt voor gelegenheid aangevuld met een ritmesectie en piano. Ook fiddle, whistle en de prachtige zang van beurtelings Marie Reid en Valerie Miller flankeren McHales zang en een enkele keer horen we Debrissa McKinney en Marie Calabro op de achtergrond. ‘Fire and the Guns’ herinnert aan iets uit de vroege jaren van Gordon Lightfoot en dat moet vooral als een welgemeend compliment beschouwd worden voor deze voortreffelijke storyteller. Cis Van Looy (3½) Om je een idee te geven, mocht je deze man nog niet kennen, hij maakte ooit deel uit van o.m. Poison, Mr. Big, Wilson Hawk en Forty Deuce. Maar hij maakt sinds eind jaren tachtig de ene achter de andere prachtige sololangspeler. De dag van vandaag tourt hij vrij vaak met The Winery Dogs met Mike Portnoy en Billy Sheehan. Dankzij het label Earmusic, dat in België door V2 Benelux Records wordt verdeeld, krijgen we nu een prachtige compilatie met nummers zowat getrokken uit een goede achttien sololangspelers en daar bovenop krijgen we nog twee nieuwe songs, nl. ‘War Paint’ en ‘Walk With me’. Misschien zullen sommige bronnen hem catalogeren onder het metaalgenre maar dat is totaal verkeerd. Richie maakt zuivere hardrock met scherpe gitaarriffs. Uit zijn album ‘Go Faster’ (2007) krijgen we twee knappe nummers nl. ‘Go Faster’ en het acht minutenlange epos ‘Fooled Again’. Nog meer uitbundige gitaarriffs slagen bij wijze op ons gelaat in ‘Help Me’, ‘Bad Situation’ en ‘Love Is Blind’ allemaal gedistilleerd uit zijn album uit 2001 ’24 Hours’. Let vooral op de technische hoogstandjes die Kotzen in ieder van deze songs met zijn gitaar weet te leggen. Op de eerste schijf, en zeker een leuk hebbeding voor zijn fans van het eerste uur, vinden we ook de opname ‘Remember (Reprise)’, een nummer dat nooit eerder werd uitgebracht. En de vraag is dan weer: waarom hebben ze dat nooit gedaan? Dit is een eensteensleper van formaat. Ontdek hier een totaal andere Richie Kotzen. Op het tweede plaatsje gaat het feestje lekker door met o.m. werk uit zijn ‘What Is’ (1998), ‘Change’ (2003) den ‘Peace Sign’ (2009). Hierop vinden we een pak akoestische nummers, Kotzen ruilt de elektrische Fender voor een akoestische gitaar en zelfs op dit instrument blijkt dat Kotzen een snarenmeester is. Maar nu wordt het nog duidelijker waarom velen met hem in een band willen spelen: zijn vocale capaciteiten! Weer zo’n kerel die niet echt naar waarde wordt geschat wanneer het op zangpartijtjes aankomt. ‘What Is’ is hier meteen de gangmaker want met ‘High’ krijgen we een zoveelste bewijs dat hij eigenlijk een heer en meester is op zowel de gitaar als met zijn stem. Hij kan zonder enig probleem hoogte- en dieptepunten met elkaar versmelten. Soms doet zijn stem me een beetje aan Frankie Miller terugdenken. Weer zo’n nummer dat eigenlijk veel te kort is. Ach, het zijn gewoonweg allemaal sublieme nummers die nu nog volgen. Nog steeds op de akoestische toer worden we getrakteerd op ‘Change’ en ‘Special’. Dit zijn allemaal heropgenomen nummers uit zijn orginele langspelers. Om verder te kunnen wegdromen moeten we vooral luisteren naar de adembenemende mooie versies van ’Holding On’ uit zijn ‘Peace Sign’ en het nummer ‘The Road’ uit Wilson Hawk ‘The Road’ waarop hij alleen begeleid wordt op de akoestische piano. Wie met deze compilatie niet tevreden is, of vindt dat het muziek voor watjes is, die moet dringend zijn gehoor laten testen. Wat we van Kotzen op deze compilatie horen is gewoonweg waanzinnig knap, zonder al te veel franjes, recht voor de raap… zoals het hoort. Meestal is een extra dvd-schijf een marketingstool maar in het geval van Kotzen is dit iets geheel anders. 11 nummers met beelden die zich perfect voor dit soort muziek lenen. We mogen gerust zeggen dat het hier om een derde en al even schitterende ‘cd’ gaat maar dan nu met beelden. Haast allemaal nummers die niet op de cd-versies te vinden zijn, dus hier heb je al een serieuze extra wat de aankoop zeker rechtvaardigd. Dat Kotzen alleen met een akoestische gitaar en een smoelschuiver begeleider weet te overtuigen dat wordt ons meer dan duidelijk gemaakt. Sommige nummers zijn studio-opnames, andere dan weer beelden uit een liveoptreden. En als je de gehele dvd uitkijkt krijg je toch twee schitterende nummers op het einde. Dat Kotzen een gitaarfreak is dat wisten we reeds maar hij weet ook goed hoe hij op je emotionele toestand moet inspelen. En daar zijn ‘My Angel’ uit ‘Into The Black’ (2001) en ‘I Would’ getrokken uit zijn ‘Break It All Down’-album uit 1999 verdomd schitterende voorbeelden van. Dus ja, soms muziek voor watjes… maar met een kleine w. Op 11/9/20104 speelt Kotzen in The Spirit of ’66 te Verviers en op 12/9/2014 in Den Atelier in Luxemburg. Alfons Maes (4½) Van deze man krijgen we nu weer zo’n leuk voorbeeld van hoe moderne country eigenlijk zou moeten klinken. Je kan het nauwelijks nog country noemen maar toch moeten we hem dit label opkleven. Dit is Claypool’s nieuwste cd en uit deze release ontsproten reeds enkele singles: ‘Strong One’, ‘You Don’t Know Me’ en ‘I’m Gonna Lie’. Philip wist meteen ook wie hij onder de arm noest nemen voor de productie en dat was niemand minder dan Michael Lloyd die toch op zowat een honderdtal gouden en platina platen zijn naam heeft staan. Voor ‘Come On Back Home’, toch zijn meest persoonlijke album, kwamen reeds andere cd’s op de markt: ‘A Circus Leaving Town’ (1995), ‘Perfect World’ (1999) en dan nu pas zijn nieuwste muziekschijfje. Een rode draad loopt door alle nummers: het zijn allemaal korte doch sterke songs geworden waarin veel aandacht werd gelegd op de teksten. Wanneer je naar het eerste nummer, meteen ook de titeltrack, hebt geluisterd, dan zegt een innerlijke stem “komt er nog meer van dat goeds?”. Ja hoor, zelfs met ‘New Kind Of Love’ en ‘Strong One’ komt er nog geen einde aan die verdomd leuke songs. ‘Way Out There’ neemt wat gas terug en dat had niet echt gemoeten want op ‘God’s Very Best’ krijgen we inderdaad een eerste rustpunt. Alle singles die reeds uitgebracht werden vinden we -gelukkig- terug op deze langspeler zodat we ook met de 45rpm’s kunnen kennismaken. ‘I’m Gonna Lie’ is een sterke single die leuk blijft nazinderen. Waar Claypool het over heeft in zijn volgende song, ‘God You Were Good Last Night’, dat kom je snel te weten wanneer je aandachtig naar deze song luistert. Een knap ingetogen liedje met de akoestische gitaar in aanslag is het onvergetelijke ‘Write You A Diamond’. Gewoonweg prachtig! Niet alleen sommige bluesartiesten hebben een zwak voor Jack Daniels of Jim Beam. Claypool brengt hier zowaar een hulde aan het nectar van de Goden. En om af te sluiten doet Philip dit op de tonen van een klassieke piano met ‘You Don’t Know Me’. Wel, Philip, we beginnen je eigenlijk nu wel een beetje te kennen en dat komt gewoonweg door deze schitterende langspeler. Claypool’s roots liggen in Memphis, TN, is opgegroeid onder de invloeden van gospel, rock en country maar de kwalitatieve norm in zijn werk is ongetwijfeld de passionele maar ook emotionele toets die hij zo mooi weet te brengen. Zeker een man die hier wel eens op een podium mag terechtkomen. Alfons Maes (3½) Heyday Records I Zonder Nummer I Glass Onyon I Philip Claypool
Beginjaren tachtig ontdekte ik Paul Colins, destijds nog met The Beat, later ging ik opzoek naar het vermeende Titelloze debuut. Collins leerde voordien het vak bij The Nerves samen met Peter Case en Jack Lee in een hun wel erg korte bestaan verantwoordelijk voor de powerpop klassieker ‘Hangin On The Telephone’ waarmee Blondie later aan de haal ging. In tegenstelling tot de eveneens uit L.A. afkomstig The Knack die een beetje klonk als The Beat maar geen wereldwijde doorbraak voor Collins. ‘The Kids Are The Same’ eveneens gevuld met uitgebalanceerde powerpop rock werd evenals het na het ultieme epeetje ‘To Beat Or Not To Beat’ met Blondie drummer Jay Daugherty genegeerd door het grote publiek. In de jaren negentig is Collins blijkbaar nog actief maar het duurde tot 2010 voor hij echt de draad opneemt met ‘King Of The Powerpop. Een eretitel die nu bevestigd wordt met een tweede langspeler voor platenlabel ‘Alive Natural Sound’ opnieuw met deskundige hulp van gitarist en producer Jim Diamond . Het op loodzware riffs steunende openingsnummer ‘Feel The Noise’ toont meteen aan dat Collins het rocken nog niet verleerd heeft. “I was standing there a long time ago, listening to the people on and on they go. Everyone was saying rock and roll was dead, I didn’t understand …a thing they said. So I cut them loose and I said Yeah Yeah, and turned it way up loud. I said I’ll let my guitar do the talking now; Oh yeah feel the noise”. Een hele mond vol maar het is wel de essentie. Bij Collins draait het veertig jaar na datum nog steeds om rinkelende gitaarstuff, rock and roll op de transitsorradio, meisjes in rode jurkjes en de onvermijdelijke gebroken harten. Het komt allemaal aan bod in het jachtige ‘Only Girl’, ‘I Need My Rock ’n Roll’ op hoekige riffs en melodieuze meerstemige zang voorzien van energieke drumroffels. ‘Don’t Know How To Treat A Lady’, het lijkt wel iets van The Who uit de beginperiode maar iets minder onstuimig. In ‘With A Girl Like You’ horen we opnieuw de mooie twangende gitaar van Eddie Baranek van The Sights uit Detroit. ‘Baby I’m In Love With You’ heeft een van Buddy Holly geratte intro en Collins die stukken jonger klinkt dan zijn ware leeftijd, wordt vocaal bijgesprongen door Nikki Corvette van de gelijknamige girlband uit Detroit. We blijven overigens in de voormalige Motor City met een dynamische punkrock uitvoering van Holland Dozier Holland ‘s Motownkraker ‘Reach Out I’ll Be There’. Na al dit fraais sluit ‘Walk Away’, een slepende doowopper, bijzonder fraai af. Meer moet dat niet zijn. Cis Van Looy (4) |
Archives
December 2024
|